H€R€K MUSICA TENERAMUNDA OP TWEEDE ZING—CHANT—SONG Dij khers tellings werken te Baasrode en Moerzeke n un m v v v v i nn ii in ui De grootste speciaalzaa van tapijten en tapis-plair TAPIJTEN^W^v^t 1000 m2 toonzalen H J IA H U H a AA U l\L; 10 - 8-3-74 - De Voorpost Tissen de artistiekerige troebadoers en de smilcnde folksingers was de Dendermondse renaissance-muziekgroep Musica Teneramunda een muzikaal buitenbeentje op de tweede Zing-Chant-Song, die op de rillerige en regenachtige vrijdagavond 22 februari door volkskunstgroep Reynout in zaal De Klok ingericht werd. Afgezien van enkele optredens in het Sint-Vincentiusinstituut en in het kroegerige nest dat de edele naam van Spinnekop draagt, was dit één van de eerste Dendermondse optredens van Musica Teneramunda. Als we Musica Teneramunda in de tite van dit stukje zetten, dan kunnen we dit enkel op basis van een aantal diskutabelc, louter sentimentele redenen verantwoorden. Het is zowat om dezelfde redenen-als onze sympatie voor de autentiek- Dendermondse volksmuziekgrocp De Kludde, dat we een zwak hebben voor de renaissance-muziekgroep Musica Teneramunda. De twee Philippes Duerinck en Malfait (r) VAN EIGEN BODEM Zowel De Kludde als Musica Teneramunda hebben iets wat Dendennondenaren biezonder moet treffen. Beide groepen brengen hun muziek niet alleen op hoog niveau, maar streven ernaar om de bijna verloren gegane Dendermondse volks liedjes en de oudere Dender mondse renaissancemuziek te rug te gaan instuderen en te doen herleven. De inspanningen die jonge Dendermondenaren leveren om aan de plaatselijke folkloristische muziek een her opbloei te geven, is een verschijnsel waar zeker in negentienvierenzeventig. het nationale folklorejaar. niet zo maar mag aan voorbijgegaan worden. Volksmuziekgrocp De Kludde. die naast Dender mondse ook andere Vlaamse en Keltische volksliedjes brengt, stelt het goed. dank u. Na haar première op de Dendermondse jeugdniarkt in oktober van vorig jaar. ging de vijfkoppige groep rond de jaarwisseling kerst- en nieuwjaarsliedjes spe len in de cafés van de stad. Het werden suksesvolle sterretoch- ten onder het motto «Muziek niet vóór. maar mét de mensen». Met dezelfde bedoe lingen trokken ze ondermeer naar Brussel en traden ze in eigen stad op in de Spinnekop aan de Sint-Rochusstraat en in jeugdklub Zenith. Ze leerden nog meer liedjes, kochten een tweede doedelzak en verzorgen volgende maand de muziek van het teaterstuk «De held uit het Westen» in een regie van Ugo Prinsen. (Over De Kludde hadden we het uitvoeriger in ons blad van 15 oktober.) Dweept De Kludde niet volks muziek. dan zoekt Musica Teneramunda haar heil en glorie in de renaissance-muziek die in de vijftiende en zestiende eeuw in hogere kringen in onze landen sterk in zwang was. In Dendernionde werd trouwens een van de meest vooraanstaan de rehaissancekomponisten ge boren. ill. Jan van Ockegem (1420-79). N.a.v. de vijllion- derdvijftigste verjaardag van zijn geboorte richtte de Oud heidkundige Kring van Dender nionde vier jaar geleden nog een Jan van Ockegeni-herdenking en dito tentoonstelling in op het stadhuis van Dendernionde. In het uitgebreide en gevarieerde repertoire van Musica Tenera munda /ittcn enkele liedjes van Ockegem. ZESKOPPIGE BEZETTING Men kan zich afvragen waarom Musica Teneramunda nu pre cies renaissancemuziek gaat spelen. Een eerste reden voor het spelen van renaissancemu ziek ligt voor de hand de muzikanten van M.T. vinden renaissancemuziek heel tof. heel fijnzinnig, het is kortom muziek die hen aanspreekt. Dat zulke knappe muziek zo weinig gespeeld wordt, zette hen ertoe aan om renaissan cemuziek in te studeren en anderen over te brengen. De belangrijkste drijfveer voor het spelen van renaissancemuziek was en is voor hen ongetwijfeld het feit dat renaissancemuziek enorm veel mogelijkheden biedt om zelf muzikaal kreatief te zijn. Het is zo dat men voor het spelen van renaissancemu ziek geen duidelijke, uitgewerk te partituren bezit. Daarom moeten de muzikanten van MT zelf uittes'ten volgens welke toonaard of wel ritme ze gaan musiceren en meer van die dingen. Naarmate ze meer re peteren, komen ze vaak nader hand tot gewijzigde interpre taties van sommige muziek stukken. En nu moet het ontroerende en innig mooie verhaal volgen van Hoe Het Allemaal Groeide. Het startpunt was simpelweg een optreden tijdens de nachtmis bij de Tresiaantjes niet kerstmis '72. Deze nachtmis werd traditioneel door de scouts verzorgd en in 1972 speelde het huidige Musica Teneramunda er kerstliedjes met een bezetting die niet veel van de huidige bezetting verschilde. Men vond dat eerste optreden zodanig tof dat men blijven spelen is en dat de keuze uiteindelijk op renais sancemuziek gevallen is. dat gebeurde onder impuls van Philip Malfait. Philip had al enige lijd veel belangstelling voor middeleeuwse en renais sancemuziek en had een goed gevulde diskoteek met platen van dat genre aangelegd. Philip fungeert als leider van de groep, praat tijdens de optredens de liedjes aan elkaar op een vaak uniek-hunioristische manier en geeft voor het publiek op tijd enkele knappe solo's. Enkele jaren geleden vormde Philip samen met Piet Baro een folk- en bluesduo en schuimde hij met sukses allerlei muziek avonden af. Bij Musica Tene ramunda spelen drie fluitisten: de sopraan, de alt en de tenor. De tenor is de grootste en zwaarste fluit en die neenit Philip voor zijn rekening. Verder speelt hij ook gitaar- stukken uil de renaissance. Hij studeert trouwens klassieke gitaar aan het konservatorium te Brussel en geeft op zijn beurt ook gitaarlessen. Af en toe laat hij zelfs een twijfelachtig en daarom zo aangrijpend viool partijtje horen. Philip Malfait is tweedejaars aan het konserva torium te Brussel, terwijl Philip Duerinck voor het eerste jaar gitaarlessen volgt aan hetzelfde konservatorium. Bij Musica Teneramunda speelt Philip Duerinck gitaar ook als solist en bewerkt hij slaginstru menten als trommel en tamboe rijn, Philip was jarenlang een sclf-niademan die het gitaarspel op z'n eentje instudeerde en er sedertdien knappp resultaten mee bereikte. Hij is iemand die erg goed thuis is in andere genres dan de renaissancemu ziek en volgende week samen niet andere Dendermondse muzikanten een formatie voor Latijnsamerikaanse nuiziek zal opzetten. Zijn kozijn Bob Duerinck (vier dejaars burgerlijk ingenieur) musiceert bij MT op de alt. de fluit met een toonaard tussen de hoge sopraan en de lage tenor. Bob speelt reeds meer dan tien jaar blokfluit en al drie jaar 'dwarsfluit, waarvoor hij te Wetteren lessen volgt. Veroniek Vermeir is het vierde lid van het ensemble. Toen ze een lief en snoezig meisje van zeven was. trok ze al van het Sas naai de muzickakadcmie op dc Dendermondse Kerkstraat om er notcnlccr te gaan volgen. Het volgende jaar gebeurde dit nog steeds, maar zeulde ze een viool mee naar de akademie en dat zou blijven duren tot ze op haar achttiende jaar naar Leuven trok om er onverdroten, psycho logie te gaan studeren. Nu is ze daar tweedejaars en ziel ze met een zekere vertedering terug op «Ie tijd toen ze in de Dender mondse muzickakadcniic ka mermuziek speelde en musi ceerde iv het orkest van de school. Bij Musica Teneramun da is ze violiste. Toen de groep uitzag naar een vokaliste. belandde Hildegarde Van Over- straeten bij de groep. Zij v olgde te Dendernionde notenleer. zang en piano en geeft té Lebbeke les in de muziekschool. Aan het konservatorium van Gent volgt ze nog zanglessen en te Lebbeke is ze cello aan het leren, om zo de gamba-viool uit de renaissance te kunnen betokkelen en bestrijken. Met gelijkaardige bedoelingen volgt Guy Gallens, de benjamin van de groep, cellolessen aan de Lebbeekse muziekschool. Zoals de andere jongens van Musica Teneramunda heeft hij in zijn kollegetijd blokfluit gespeeld in het beruchte blokfluitenkoor van het H. Maagdkollege. Bij Musica Teneramunda staat hij in voor de hoogste blokfluit, de sopraan. Aan het RITO te Aalst studeert Guy Callens voor (hoe heet dat ook weer. ik kan er nu niet meer opkomen, dat is altijd hetzelfde als ik eens een serieus artikel wil schrijven van. ah. ik weet het al. het zijn die mannen die zo dikwijls staken voor de herwaardering van hun diplo ma. namelijk technisch inge nieur. EN DE ANDERE MUZIKANTEN Uit dit alles blijkt dat de muzikanten van Musica Tene ramunda stuk voor stuk een degelijke muzikale opleiding gehad hebben, of. als dit niet het geval is, momenteel een muzikale opleiding genieten. Drie van de zes muzikanten zijn full-time met muziek bezig. Een muzikale opleiding gehad heb ben en op hoog niveau musiceren zijn twee zaken die niet noodzakelijk samengaan, maar in dit geval is het gelukkigiijk zo dat de door studie verworven vaardigheden van de muzikanten in hoog staand muzikaal samenspel omgezet werden. Het repertoire van Musica Teneramunda be vat zowel louter instrumentale als louter vokale nummertjes. Meestal wordt de vokaliste echter door de instrumentalis ten begeleid, terwijl de twee gitaristen samen, één gitarist of de drie fluitisten samen soms volgens het beschreven samen spel musiceren. Op de tweede Zing-Chant-Song slaagde Mu sica Teneramunda er niet in tot een wisselwerking niet het publiek te komen, iets waarin Herman De Nijs (r) Hilde van Overstraeten. (r) J» Chris Van de Velde en Phi lippe Duerinck. (r) de groep tijdens de vorige optredens nochtans op een bepaald enige wijze slaagde. Al bij al. mogen we zeggen over Musica Teneramunda «daar zit toekomstmuziek in». Overi gens traden op de tweede Zing- Chant-Song een aantal klein kunstenaars en folksingers op. die een gemeenschappelijke lout begingen. Zij kozen beken de liedjes die op plaat uit gebracht werden. Op zichzelf is het natuurlijk niet verkeerd, maar het kiezen van al te bekende liedjes houdt in dat. als het publiek het optreden van de amateur met het liedje op de plaat vergelijkt, deze vergelij king altijd ongunstig voor de amateur uitvalt. Beter zou het zijn dat de amateur het bekende liedje op een eigen, echt persoonlijke manier zou ver werken. dat de amateur niet het typische stenitimbre van de beroepszanger probeert na te bootsen dat kan trouwens nooit goed aflopen dat de zangcr(es) zijn of haar eigen vokale mogelijkheden tracht aan te passen aan de eveneens eigen instrumentale vaardighe den en beperkingen. Op een dergelijke manier iets brengen zou veel kreatiever zijn en een slap in de richting naar eigen komposities zijn. Veerle en Wim Buyst. goed op elkaar afgestemd, brachten liedjes van Diniitri van Toren. Elly Nieman en Rikkert Zuiderveld, Joan Baez en Donovan. «Don't think twice» zong Erik Van Impe met het juiste gevoel, zijn gitaarspel was goed. maar niet zijn kennis had hij een betere begeleiding kunnen vinden. «I know who I ani». een Leonard Cohen-song was knap begeleid, maar het liedje was minder geschikt voor de stem van Erik Van Impe. Dat het kwartet Veerle en Hilde Vervrangen. (zang), en Hans Van Impe en Luc Duerinck (gitaristen) verplicht werden om enkel nederlandstalige liedjes te zingen en hun voorziene angel- saksische programma niet mochten brengen zoals dit oorspronkelijk gepland was. valt te betreuren, te meer daar de muzikanten hun programma reeds enkele weken voordien indienden en pas op het laatste nippertje op de hoogte gebracht werden van het niet-akkoord gaan van de inrichters. Joan Baes was in trek. want ook Vervrangen-Van Inipe-Due- rinek brachten twee nummer tjes van haar. Knap gitaarspel en degelijke stemmen. Ook in «I build my house» van Cat Stevens door hetzelfde kwartet was het gitaarspel zeer degelijk, maar minder goed afgestemd op de sfeer van het liedje, dat we liever meerstemmig zouden willen horen zingen. Herman De Nijs bracht viermaal Van Uytsel «Ik weet wel mijn lief». «Houten Kop», «De Nacht» en «Je kunt niet zonder de Anderen». Zijn gitaarspel was echt goed niet altijd vloeiend en harmonieus, maar ietwat gekapt en naar het brutale toe. maar dat gitaarspel paste wonderwel bij de gevoelens die Herman De Nijs-Zjef Van Uytsel willen uitdrukken. Het gitaarspel klonk vol en door slaand (vooral in Houten Kop) en dan weer fijnzinnig (De Nacht). Zulk gitaarspel was duidelijk het resultaat van eigen zoeken, van uittesten en van proberen en daarin is de waarde van die muziek gelegen. Her man De Nijs presenteerde deze avond samen niet Lieve Eeck- hout en deed dit vlot en sympatiek. Kris Van de Velde werd echter dé man van de avond, de paljas, zoals hij dal/elf zong. De droge komiek en cynicus van het genre Jan De Wilde en Lamp. Kris en Lazarus. Onmiddellijk had Kris V an de Velde het publiek op zijn hand. was hij de enigste die bisseerde en die iets van zichzelf bracht. Z'n eigen kompositie «Goeie avond, donker gat» leunde zowel qua melodie als tekstueel erg bij Jan De Wilde en konsoorten aan en daarom was het ook zo subliem. Toch blijft een zoeken naar een eigen stijl steeds verdienstelijker, al kan dat natuurlijk nog komen, per slot vah rekening zijn Rome. Parijs en Dendernionde ook niet op één dag gebouwd. Het gitaarspel van Kris was enorm, vooral als hij zijn twaalfsnarig instrument voor een angelsaksischc folksong beroerde. Reynout richtte deze tweede Zing-Chant-Song in. ja. ja. en waarom werd er in dit hopelijk fel bediskussieerd stuk veel meer aandacht besteed aan één bepaalde groep dan aan alle andere lesanien. Is dat allemaal nog eerlijk PAUL VAN DEN EHDE Musica Teneramunda, het Dendermonds Barokensemble tijdens de "Zing-Chant-Song" Keur. (r) Reeds meer dan twee maanden zijn verlopen sedert op 13 december laatstleden een hevige noordwestenwind het water van de Noordzee en de Westerschelde instuwde, zodat het watergeweld diep het land indrong en een verschrikkelijk noodweer het ganse Vlaamse land teisterde. In onze streek waren het vooral Baasrode en Moerzeke die door het rampzalige watergeweld getroffen werden en hun dijken zagen overspoelen en op sommige plaatsen zelfs afbrokkelen. Aan de Kleine Wal te Moerzeke werd toen bijvoorbeeld een bres geslagen van ongeveer zes meter met een diepte van vijf meter. Die bres kon gelukkigiijk door de inzet van het leger, de plaatselijke landbouwers en tuinders, de brandweer en het gemeentebestuur nog voor het volgende hoogtij gestopt worden, zodat de direkte bedreiging voor dc omliggende serren en landerijen opgeheven werd. KLEINE WAL: GROOT GEVAAR Als een noodweer zoals dat van 13december onze streek teistert, dan is ieders aandacht weer eens gericht op het dijkenpro- bleem, meer bepaald op de zwakke toestand waarin de dijken verkeren. Nochtans moe ten na een overstroming niet alleen tijdelijke herstellings werken, aan de dijken uitge voerd worden, maar moet men ook voorzien in algemene en definitieve dijkherstellingswer- ken. die het dijkenprobleem nu eens voorgoed van de baan helpen. Dit was dan ook de bekommefnis van volksverte genwoordiger Marcel Duerinck, toen hij kort na het jongste noodweer aan de minister van openbare werken de vraag stelde of zijn departement bereid was de nodige dringende dijk herstellingswerken uit te voeren. In zijn parlementaire vraag merkte volksvertegen woordiger Duerinck ondermeer op dat bij het wateralarm «hoge tij» op dinsdag 13 november te Moerzeke de Scheldedijken op verschillende plaatsen gekon- troleerd werden en dat men het volgende vaststelde. Volgens de meettoestellen die te Moerzeke in de streek Grootbroek gelegen zijn, had het waterpeil een hoogte bereikt van 6 m. 65 cm. Deze hoogte bij hoge tij moet als een uitzonderlijk hoge waterstand beschouwd worden. Op het ogenblik van de kontrole stond op de hoofddijk. ongeveer vijfenzeventig nieter voorbij het Pompstation in de richting van Drijgoten. het scheldewater tot veertig centimeter van de kruin van de hoofddijk. Er sijpelde toen abnormaal veel water langs de onderkant van de, hoofddijk naast de gekasseide weg die naar liet Veer van Moerzeke- Baasrode leidt en dit vanaf de plaats waar voor enkele jaren damplanken geslagen werden. De meest delikate toestand werd echter waargenomen op de Kleine Wal. waar het Schelde water tot op de kruin van de hoofddijk heeft gestaan en er een groot gevaar bestond voor het overlopen van de dijk. De hoofddijk in Aubroek. aldus nir. Duerinck. op een lengte van ongeveer honderd meter, zou moeten versterkt worden met zware steenslag. De opgesomde toestanden werden vastgesteld bij het gewone hoge tij en men dient zich de vraag te stellen wal de toestand zou zijn bij een alarm «gevaarlijk stormtij», waarbij de stormwinden het waterpeil met minstens vijftig centimeter verhogen. Ten an dere. bij het stormtij van 13 december was er een ongeveer tieti centimeter hogere water stand en op de Kleine Wal stroomde het Scheldewater gedurende ongeveer twintig minuten over de dijk. Deze dijk ligt onmiddellijk voor het grote serrengebied van Mocrz.eke- Kastel. waarin honderden mil joenen geïnvesteerd zijn. die bij dijkdoorbraak reddeloos zou den verloren gaan. ABNORMAAL HOOG PEIL O)) de vraag hoe hij aan deze toestanden ging verhelpen, ant woordde minister van Openbare werken A. Calillce het volgende. Vooreerst stelde de minister vast dat de hoogwaterpeilcn van 13 november en 14 december uitzonderlijk hoog waren, voor al in het door volksvertegen woordiger Duerinck besproken gedeelte van de Zeeschelde. nl. liet deel in de buurt van Dendernionde. Om dit te illustreren volstaat het te zeggen dat het water tijdens de gevaarlijke stormteij van 14 december een peil bereikte dat slechts .tweemaal werd over schreden, namelijk in 1930 en in 1953. Op 14 december werden op bepaalde plaatsen van het opwaarts van Antwer pen gelegen deel van het Scheldebekken zelfs waterstan den genoteerd die voorheen nooit zijn waargenomen. Deze vaststellingen maken voldoende duidelijk dat de dreiging sterker is geweest dan men wel vermoedt. Dc voorbije storm- tijden hadden een katastrofe kunnen worden. Dat het niet tot een ramp gekomen is. .is dus ontegensprekelijk te danken aan het schitterend werk van dijkverhoging en dijkverster king dat de jongste jaren werd geleverd door de bevoegde diensten van het departement van openbare werken. Dit betekent echter niet dat wij met de pakken moeten blijven zitten, aldus minister van openbare werken Califice. Hoe droevig het ook is dat tijdens de voorbije stornitijden toch nog sommige mensen watersnood aan den lijve hebben moeten ondervinden en materiële scha de geleden hebben, toch moeten wij nuttige lessen kunnen trekken uit de ervaring die de natuur heeft laten opdoen. Ik bedoel, zei de minister, dat wij nu de laatste weerbare en gevaarlijke plekken hebben kunnen vaststellen. Wat de streek van Dendernionde be treft. zijn dat inderdaad de plaatsen die kamerlid Duerinck opsomde. Zoals steeds in zulke gevallen moeten de herstellin gen in twee keer gebeuren een eerste keer moeten, zo vlug mogelijk herstellingswerken uit gevoerd worden, waar zich echte noodsituaties voordoen. Dit is thans op vele plaatsen bezig. Daarna zullen definitieve herstellingswerken uitgevoerd worden. Deze werken omvatten ondermeer het herstellen van uitspoelingen in het Schelde- .|t lud van de band ijk valr'ï Aubroek te Moerzeke. inkeroever en van de bal eveneens op de linkeroev] Moerzeke. over een lengt 200 nieter, te beginin driehonderd nieter afw fabriek Stokota. Dat gedurende twintig niinutejda de dijk van de Kleine gestroomd zonder schair9 berokkenen bewijst in elkr* dat deze dijk thans zeer f Het is inderdaad bekei dijkbreuken vooral door loop en achterwaartse ontstaan. De diensten var inisterie van openbare w uilen nagaan of de dijl moet verhoogd worden bevestigend geval, met hi decimeter. Aan de dijk linkeroever afwaarts de tv het veer van Baa?**' Moerzeke, zijn verzwar erhogingswerken aan del om de dijk te verhogen tog peil van 7.50 m. Deze wEy zullen tegen einde mei vo||st zijn AKTIE IN KASTEL jot! Bovenstaand ministerieel bi, woord werd ook aan sepe Etienne Cooreman ge a L toen deze er bij de ministP'1! aandrong de herstellingswj33 te bespoedigen. Senator 1 reman trad in deze kwestf^' nadat de landbouwers!' tuinders van Kastel via raaLe Frans Vlassenrpot een sch£ tol senator Cooreman gUg, hadden niet een verzoelL| interpellatie. De bevolkïii] Kastel was immers niet (>rc maal gerust in de zaak. waf 15 december vernam men pi' dat alleen de dijk in de Wal in aanmerking kwam herstelling als stormse terwijl de zeer ernstige king van Beerbroek verwezen naar het herstel van dijken. De bewll/E van Kastel reageerden e#v tegen deze visie. Enetich gingen zij aankloppen p senator Cooreman en uiF1 zijds stuurden zij een schil'® naar het Bestuur vanP Verenigde Polders. In f16 schrijven verwittigden de C.| Iers ervoor dat. indien aai volgende ramp zou yoortvllvl uit het niet herstellen vafcr dijk. het bestuur der V> Polders daar dan de veiPO woordelijkheid zou voord Dijkgraaf Julien Muylaer tic zich daarop in kontaktl de diensten der Zeescheld] weldra verkreeg men verhoopte resultaat. Snel) gonnen de eerste noodzaki herstellingswerken aan 't brockswieleken. nl. het van damplanken en de viging van de dijk lang) landzijde. Daarna werden <L planken geslagen vanaf del naar Baasrode-veer tot aa* Becrbrocksc sluis en nader volgt nog de verhoging Scheldedijk aan Mariali veer. Dit alles gebeurtjrs staatskosten. PAUL VAN DEN Hlfuc :ie :hi TOONZAAL TAPIJTEN, 1e VERDIEP Alle afmetingen Oosterse, Chinese, Indische Mechanische geweven tapijten MOLENSTRAAT 28A AALST TEL.: 719.03 1 «inl

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 10