OOK ONZE OUDE STADSKERNEN DIENEN
GEHERWAARDEERD TE WORDEN
MARTIN HUTSEBAUT
UIT DE KNEL GERAKEN MET DE VERKEERSDRUKTE
8 - 15-3-74 - De Voorpost
bestaapt
(Vervolg van vorige week)
In de vorige editie situeerde socioloog Martin Hutse-
baut het vraagstuk van de stedebouwkundige planning
in de kontekst van de Denderstreek. Deze problemen
die in grote lijnen zowat overal eender zijn, zoals het
verval van het natuurlijk en artistiek patrimonium, de
lokalisatie van de industrie, de verkeerschaos, de wilde
uitbouw van het woonarsenaal... worden in deze reeks
artikelen specifiek toegepast op de gegevens van het
land van Aalst. Vorige week reeds werd het vraagstuk
van de herdenking van de funktie van een stadscentrum
Foto's Herman Louis
aangepakt evenals enkele bedenkingen omtrent het be
schermen van het architektonisch en kunsthistorisch
patrimonium in onze streek.
Socioloog Martin Hutsebaut, pakt in zijn huidige bij
drage het verkeersprobleem aan, waarbij naast het ver
keersproblematiek zelf ook de nood aan ruimere par-
keergelegenheden onderzocht wordt, waarbij zich een
herdenking van de bestaande infrastruktuur akuut op
dringt.
TOENAME VAN DE
VERKEERSINTENSITEIT
Het vervoer- en verkeerspro
bleem in onze agglomeratie is
een uitvloeisel van het feit dat
wij met een onaangepaste uit
rusting het hoofd trachten te
bieden aan het verkeer in een
geografisch groeiend gebied,
dat af te rekenen heeft met een
sterke toename van de ver
keersintensiteit.
STERKE TOENAME VAN
HET PARTIKULIER
PERSONENVERVOER
Bovendien heeft er zich een
wijziging voorgedaan in de
bevrediging van de vervoerbe-
hoeften. Deze komt vooral tot
uiting in het personenvervoer,
alwaar het partikulïer perso
nenvervoer een zeer sterke
toename gekend heeft ten koste
van het gemeenschappelijk per
sonenvervoer (spoor, trein, bus)
dit niettegenstaande het parti-
kulier personenvervoer duurder
is dan het gemeenschappelijk
vervoer.
Het grootste gedeelte van het
personenvervoer is een vraag,
afgeleid van ekonomische en
sociale aktiviteiten, waarvan
men nochtans de omvang en de
modernisering van ons wegen
net mag de mens niet langer uit
het oog verloren worden de
vervreemding van de burger
t.o.v. het verkeersproces dient
dringend weggewerkt te wor
den. Al te vaak heeft de
moderne mens (en niet in het
minst de meest zwakke, de
ouderling, het kind, de gehan
dicapte) het gevoel van machte
loosheid t.o.v. het naamloze en
razendsnelle verkeer. Hij voelt
zich gewoon over het hoofd
gezien door de planners. Met
de voetgangers en fietsers
wordt maar al te vaak geen
rekening gehouden. Alles is
immers ondergeschikt aan de
arbeid, want arbeid is produk-
tie en produktie is konsumptie.
Opdat die ketting vlot zou
lopen dulden wij alles, zelfs dat
kinderen, gehandicapten en
ouden van dagen gedood wor
den door het verkeer. Het
verkeer is immers onderdeel
van de produktieketting, is dus
heilig Het kind en de
ouderling niet
Wat wij allen en niet in het
minst de planners van ons
toekomstig wegenpark nodig
hebben is een ander denkpa
troon, waarbij bepaalde nieuwe
zwaard van Damokles (hier het
autoverkeer) boven de hoofden
blijft hangen (op ieder ogenblik
kan immers een voorbijrazende
wagen een dodelijk ongeval
veroorzaken Op de reper-
kussie van deze totaal onlogi
sche situatie in onze stadscen
tra op de volksgezondheid werd
reeds ten overvloede gewezen.
(Fysisch gevaar voor ongevallen
maar ook luchtvervuiling en
lawaai).
Het is overbodig op te merken
dat veilige voetgangers- en
fietspaden een erg zwak punt
uitmaken binnen onze Belgi
sche wegen-infrastruktuur. Niet
enkel de paden zelf, maar ook
de noodzakelijke verlichting en
bescherming van deze paden
ontbreken nogal eens
Het voetgangersverkeer dient
vergemakkelijkt, veiliger en ge
zelliger gemaakt te worden.
Het zal gezelliger worden wan
neer het verloopt doorheen
stadsgroen, verkeersvrije stra
ten en pleinen. De scheiding
tussen gemotoriseerd vervoer
en voetgangersverkeer dient zo
ver mogelijk doorgevoerd. Vei
ligheid, gemak en afwezigheid
van pollutie en lawaai zijn
faktoren die het voetgangers
richting niet of onvoldoende
kent.
De planning moet ingepast
worden in een globaal beeld
van ruimtelijke ordening, vol
doende ruim, waarbij het dui
delijker kan worden welke
prioriteiten dienen toegekend
te worden aan de verschillende
funkties waaronder de vervoer-
funktie.
BEHOEFTE AAN
VERNIEUWING
De klemtoon mag evenwel niet
zozeer liggen op modernisering
van het bestaande systeem,
omdat men daardoor slechts
een tijdelijke en ruimtelijke
verschuiving krijgt van het
probleem, maar veeleer op
vernieuwing, m.a.w. men mag
hier niet blijven staan bij
modernisering, maar het stede
lijk vervoerpatroon moet inge
past worden in een ruimtelijk
kader, dat zelf toekomstgericht
moet zijn, opdat effektieve
koördinatie zou worden verwe
zenlijkt tussen partikulier ver
voer. gemeenschappelijk stede
lijk en gemeenschappelijk re
gionaal vervoer, hierbij prio
riteit verlenend aan het ge
meenschappelijk vervoer (dat
komfortabel en snel dient te
zijn om kompetitief te zijn).
De vervoer- en verkeerspolitiek
dient in het bijzonder oog te
hebben voor de verschuivingen
die zich zowat permanent voor
doen in de verkeersstromen (bv.
ten gevolge van de oprichting
van een nieuw industriepark
doen zich belangrijke verschui
vingen in de verkeersstroom
voor). Teneinde deze nieuwe
stromen tijdig te detekteren is
een regelmatig onderzoek van
toekomst en bestemming ver
eist (dit zowel kwalitatief als
kwantitatief).
DE MENS NIET UIT HET
OOG VERLIEZEN
Bij de verdere uitbouw en
«values» of waarden worden
ingekalkuleerd die het ver
vreemdingsproces van de mo
derne mens tegenwerken en
van de burger terug nummer
één maken op de waarden-
schaal. zonder dat daarom de
verkeersefficiëntie in het ge
drang wordt gebracht. Mens en
verkeer dienen met elkaar
verzoend te worden door een
optimale planning zodat beiden
terug aan hun trekken komen!
REALISEREN VAN EEN
EVENWICHT
Met het oog op het realiseren
van het evenwicht tussen de
verschillende komponenten van
de moderne verkeerssituatie
(wagens, fietsers, voetgangers)
dient daar waar nodig de
vereiste plaats ingeruimd voor
ieder van deze komponenten.
Zo is het evident dat naast een
snelweg geen voetpaden dienen
aangelegd, vermits het doel is
een snel en veilig verkeer
mogelijk te maken Anderzijds
zou het eveneens evident die
nen te zijn dat b.v. in het hart
van de stad. waar de burgers
komen winkelen en wandelen,
diverse diensten opzoeken
(banken, verzekeringsmaat
schappijen. openbare diensten,
vakbonden, mutualiteiten, po-
lyklinieken), waar schoolkinde
ren vier maal daags met
duizenden doorheen moeten,
waar de toerist met volle
belangstelling bepaalde histori
sche gebouwen komt bekijken,
de voetganger werkelijk de
koning zou zijn en het verkeer
gewoon verboden zou zijn
Immers zomin als het verkeer
op de snelweg te verzoenen is
met voetgangersverkeer (en dat
wordt algemeen erkend en zelfs
gesanktioneerd) is het voetgan
gersverkeer in het stadscen
trum in optimale omstandig
heden onmogelijk zolang het
verkeer zullen bevorderen.
Met verkeerslichten en zebra
paden bereikt men op wegen
bestemd voor snelverkeer vaak
onvoldoende veiligheid voor de
voetgangers (grote snelheid van
det wagens, breedte van de weg
enz...). Ook om verkeerstech
nische redenen zijn verkeers
lichten op deze wegen eerder
ongeschikt. De oplossing zou
hier eerder dienen gezocht te
worden in voetgangersbruggen
of voetgangerstunnels (we den
ken hier meer bepaald aan het
kruispunt Groenstraat-Leo-
poldlaan-Kliniek en aan de
ingangen tot het stadspark na
de werken.)
HET PARKEERPROBLEEM
Inherent aan het verkeerspro
bleem is het parkeerprobleem.
Reeds eerder werd er i.v.m. het
stadscentrum op gewezen dat
het sukses van een operatie
«verkeersvrij centrum» (laat ons
echter realistisch zijn bij de
praktische realisatie ervan) af
hankelijk is van de beschik
baarheid in de onmiddellijke
omgeving van voldoende par
keergelegenheid. Tevens heb
ben wij ons uitgesproken, wat
het stadscentrum betreft, voor
de aanleg van ondergrondse
parkeergelegenheden met
meerdere niveau's, zodat de
bovengrond kan benut worden
voor het aanleggen van een
park. Deze ondergrondse par
keergelegenheden zijn omwille
van diverse overwegingen te
•verkiezen (estetiek. efficiëntie,
volksgezondheid) boven de
parkeerpleinen (toestand die we
momenteel kennen) en de bo
vengrondse parkeergarages of
parkeerbuildings.
Wij houden eraan er nogmaals
op te wijzen dat de beide
maatregelen, verkeersvrij ma
ken van het centrum en het
voorzien in de nodige parkeer
gelegenheden, hand in hand
dienen te gaan. Een weten
schappelijke benadering van de
problematiek (met de nodige
tellingen en ondervragingen) is
absoluut vereist wanneer men
denkt aan de konkrete reali
satie.
Nog i.v.m. het parkeerpro
bleem zouden wij er willen op
wijzen dat twee onderscheiden
vormen van parkeren van me
kaar dienen onderscheiden te
worden enerzijds de dag-par
keerders, d.w.z. diegenen die
hun wagen voor een ganse dag
ergens parkeren, en anderzijds
de tijdelijke parkeerders (met
het oog op winkelen, bezoek
aan banken, post, mutualiteit,
vakbond enz...).
In het winkel- en dienstcen-
trum van de stad voor zover
dit niet verkeersvrij wordt ge
maakt dient, absoluut prio
riteit gegeven aan de tijdelijke
parkeerders, wat impliceert dat
men de dagparkeerders uit
deze winkel - en dienstwijken
(alsook uit de onmiddellijke
omgeving van deze wijken)
weert. Dit kan gebeuren door
een veralgemening van de blau
we zone voor zover dit nog
niet het geval is en een
efficiënte kontrole op de nale
ving ervan of door het invoeren
van parkeermeters. De dag-
parkeerders dienen verwezen
hetzij naar privé-parkings (van
banken, openbare diensten,
vakbonden, firma's enz...) het
zij naar parkings die perife
risch gelegen zijn t.o.v. het
centrum.
Tevens zouden wij hier willen
pleiten voor het openstellen ten
bate van het publiek van ruime
beschikbare parkeerruimten in
het centrum op week-ends en
andere vrije dagen (denken wij
hier b.v. aan de binnenkoer van
de vroegere pupillenschool,...).
Vooral pp drukke dagen zou
deze maatregel heel wat ver-
keers- en parkeerproblemen uit
de wereld helpen.
Buiten de blauwe zone kan het
ongereglementeerd parkeren
vaak een belangrijke hinder
paal betekenen met het oog op
een vlot verkeer. Hier zal
dienen uitgekeken naar andere
mogelijkheden zoals plaatselijk
parkeerverbod (b.v. aan de
binnenzijde van gevaarlijke
bochten) en alternatief parke
ren.
Met het oog op een grote
verkeersveiligheid is het ten
zeerste wenselijk dat een par
keerverbod wordt uitgevaar
digd voor de Leo De Bethune-
laan en de Kapucienenlaan
wanneer de wagens tussen de
bomen geparkeerd worden is
een vlot verkeer verzekerd (het
verleden heeft het aangetoond).
Meteen zou het ideaal van een
verkeersweg bereikt zijn een
weg bestemd en gebruikt voor
het verkeer en niet voor het
parkeren.
Aan dit geheel van maatregelen
zal ook een kampanje bij de
bevolking dienen gekoppeld te
worden om de wagens zoveel
mogelijk van het wegdek te
houden de wegen zijn immers
niet bestemd als parkeerplaats.
Vele inwoners van onze steden
en gemeenten gebruiken im
mers hun garage slechts okka-
sioneel of maken te weinig
gebruik van de mogelijkheid
om hun wagen van de straat te
halen en hem te parkeren op de
oprit vóór of naast de woning.
Al deze maatregelen zouden er
dienen toe bij te dragen dat
onze wegen niet langer aan hun
eigenlijke funktie, nl. de ver-
keersfunktie, onttrokken wor
den.
Nu men toch parkeergelegen
heid ten overvloede heeft op de
binnenkoer van de vroegere
pupillenschool en het brand
weerarsenaal in het stadhuis
ontruimd is, staat niets een
parkeervrijmaken van de bin
nenkoer van het stadhuis nog
in de weg. Deze binnenkoer
zou kunnen herschapen worden
tot een prachtige groentuin en
oase, zoals bv. de binnenkoer
van de Rechtsfakulteit van de
Universiteit te Gent.
Op bepaalde plaatsen buiten
het centrum dringt een snelle
oplossing van het parkeerpro
bleem zich op we denken bv.
aan de omgeving van het
station (waar een oplossing in
het verschiet ligt), de kliniek,
het hospitaal en het stadspark.
Nieuwe parkeerplaatsen dienen
in elk geval gunstig gesitueerd
te worden met het oog op de
toegankelijkheid tot het stads
park, alsook tot de Osbroek
(gepland in het struktuurplan
als regionaal park) en het
sportcentrum.
Gezien het belang van de
pendel in onze streek zou het
station ook vanop de rechter
Denderoever toegankelijk die
nen te zijn. Dit zou niet alleen
heel wat verkeer en parkeer
problemen in de stad uitscha
kelen, maar het zou bovendien
voor de mensen van de rechter
oever een belangrijke tijdswinst
toelaten. De geplande parking
tussen station en Dender zou
ook dienen toegankelijk te zijn
vanaf de werf (in elk geval voor
voetgangers).
AANPASSING VAN DE
BESTAANDE
INFRASTRUKTUUR
De noodzaak van èen aanpas
sing van de bestaande infra
struktuur is akuut.
Het tracé en de" breedte van de
wegen zijn vaak ontoereikend
terwijl de lintbebouwing een
oordeelkundige en budgetair
verantwoorde verbetering vaak
verhindert.
Te smalle wegen of doorgangen
(flessehalzen) dienen verbreed,
respektievelijk weggewerkt
door sloping van belemmeren
de gebouwen.
Uit het bestaande wegennet
zijn slechts bepaalde sekties
nog geschikt om opnieuw ge
bruikt te worden ze moeten
aangevuld worden met nieuwe
sekties of zelfs met volledig
nieuwe wegen.
Een snelle en veilige verbinding
van Aalst met de voornaamste
omringende polen dient even
eens spoedig gerealiseerd (we
denken hier aan de verdere
afwerking, rechttrekking of
vernieuwing van de verbindin
gen met Dendermonde, Ninove,
Geraardsbergen,
enz...).
Verder kan, naar analogie met
wat in Kortrijk is gepland en
met het oog op de herstruktu-
rering van onze gemeenten en
de verdere ontsluiting van de
ebt
Dir
rand gemeenten gedacht
den aan een grote ring
Aalst, in te delen bij
kategorie der
aan te sluiten op de
autosnelweg.
De wegen dienen ook
afgewerkt en bestemd te
den d.w.z. niet enkel
hoogde voetpaden en
den, maar ook de
metalen vangrails in de
lijke bochten, verlichtir
keerssignalisaties,
en geen braakligger
stemde stroken meer
onze wegen zoals
bv. langs de Brusselse
weg.
Het wegdek dient
voortdurende aandacht te
gen (wegbekleding en wegn
kering).
Een betere koördinatie tu
de verschillende diensten
iets met het leggen van kal
buizen enz. in de ondergron
maken hebben, dringt zich
zodat het wegdek niet
geregelde tijdstippen dien
worden opengebroken en
herroepelijk geschonden.
NOG ENKELE
BEDENKINGEN
Het doorgaand verkeer dien 'j
elk geval buiten de stadsl st-
gehouden te worden. In
kern dient alleen plaatsi !t
verkeer toegelaten te wordei
Het systeem van het éénr 'J
tingsverkeer, op logische w P'
toegepast, komt de verkeers 's a
ligheid zeker ten goede,
systeem kan er toe bijdra^3"
om gevaarlijke kruispunten
de wereld te helpen
Levensgevaarlijke punten i30'"
de automobilisten dienen
gend gekorrigeerd we den
hier b.v. aan de uitsteke
borduurpunt op de hoek
het Keizerlijk Plein en de K
Nieuwstraat voor automob er
ten komende van de rich 'ed
Zoutstraat.
Ten slotte zouden wij hier
een lans durven breken
een snelle uitvoering van
herkalibreringswerken van
Dender (iets wat vooral
industrie huidige en
komstige ten
komen), een snelle vernieuwe'
vaiu de verouderde Deni
bruggen en een maximale
bouw en herwaardering van
vliegveld in de Kluizen, te r
zowel met het oog op zak e-c
vluchten als op toeristifWs
vluchten.
Speciaal met het oog opj
realisering van bovengenoef &vo
objektieven, die nauw verb: dv
houden met de ekonomis "m
expansie van het gewest &d
waarvoor trouwens prioritei "s
dienen bepaald in een ruim de
streekkontext, is een censgö
de aktie van de ganse sin "Kit
absoluut vereist. Recente
ook minder recente gemi !JV€
schappelijke interventics
hogere instanties hebben
doeltreffendheid van dit gL,
menlijk optreden ten ovcrvl
dc bewezen.
ind
°g