HET FASCINEREND RIJK
VAN GUY LECLERCQ
ROGGEMANPROJEKT:
(VAT BATEN KAARS EN BRIL ALS DE UIL
fjlET ZIENEN WIL
Dok Moerzeekse middenstand gekant tegen
Ie Roggemanplannen
De Voorpost - 15-3-74- 9
et Roggemanprojekt van het Moerzeekse gemeentebe-
uur was reeds aanleiding tot heel wat herrie. De debat-
rond die enkele weken geleden werd ingericht bracht
einig klaarheid in de zaak, tenzij dat het gemeentebe-
uur er nu zo stilaan moet van overtuigd zijn dat nage-
ieg de ganse gemeenschap zich tegen de voorgenomen
annen gekant heeft.
e diskussie gaat vooral over
vraag of de Roggemanpol-
:r een funktie van aktieve of
issieve rekreatie moet krijgen,
et gemeentebestuur, dat in
>70 een Vereniging voor
k reemdelingenverkeer heeft
1 gericht, is van mening dat de
J Dggeman als aktieve rekrea-
t-; zone moet worden uitge-
S >uwd. Er werd ondertussen
eds een V.Z.W. Vissersdorp
t die deze plannen zou
oeten konkretiseren. Deze
annen bestaan er ondermeer
dat er in de Roggeman een
staurant zou worden opge-
ht en men tevens een zeven-
jtal weekendhuisjes in deze
j ilder zou inplanten. Het is
al tegen dit laatste dat heel
it verzet is gerezen,
u eerste reaktie kwam van-
je de landbouwers die een
vruchtbaar stuk grond
igen verloren gaan. Ook de
(ngeren lieten zich niet onbe-
jigd en veroordeelden met
lem het projekt, zo werd zelfs
tn Aktiekomitee voor Behoud
de Roggeman opgericht,
lies laat echter voorzien dat
:t hierbij niet zal blijven. Ook
idere groepen van de bevol-
i ng. zoals de middenstand,
jn in grote mate gekant tegen
;eiplannen van het gemeente-
aa stuur. Dit ondanks het feit
it de Vereniging voor Vreem-
:lingenverkeer (VVV) en het
vZW-Vissersdorp steeds heb-
:n verklaard dat de midden-
Dit alles heeft voor gevolg
gehad dat heel ons gemeen
schapsleven uit elkaar werd
gerukt. Vandaar dat vele men
sen gaan hunkeren naar het
onder kommentaar
and bij dit plan baat zou
:bben.
:i 'ij laten nu de heer Roger
lsl st, bestuurslid van de mid-
tnstand van Moerzeke aan
tS( !t woord
le, )m diverse redenen kunnen
m ij niet akkoord gaan met de
iploitatie van de Roggeman
»n s aktieve rekreatiezone.
e exploitatie van de Rogge-
|rJ an betekent een verarming
X)r de gemeenschap. Het
atuurschoon zou door de
wropgestelde plannen in be-
d ngrijke mate worden ge-
n haad, terwijl aan fauna en
ke ora een onhestelbare vernie
tig zou worden aangebracht.
K ovendien is de Roggemanpol-
ob er een typisch landbouwge-
ied met zeer vruchtbare
rond, die voor de weinige
indbouwers die de gemeente
Dg telt zeker niet verloren mag
lan. Hier kan ook nog aan
«gevoegd worden dat geen
ikele bevolkingsklasse (ook de
iddenstand niet) baat zou
ebben bij de uitvoering van
uv st projekt.
wij, en dat is dan ook de
middenstand, zijn dan ook van
mening dat de Roggeman als
passieve rekreatiezone, met ge
legenheid tot vissen en wande
len, voor onze middenstand, op
termijn gezien, heel wat meer
voordeel zou bijbrengen dan
het exploiteren van een na
maak Disneyland. Binnen de
tien of vijftien jaar zal men
immers snakken om een stukje
ongerepte natuur dat de mens
had vergeten te verwoesten.
Autowrakken en afgedankte
bergruimte.
oude dorps- of stadspatroon
waar wonen, werken, wandelen
en ontspanning nog één geheel
zijn gebleven. Nu groeit weer
de behoefte naar leefbare ste
den en dorpen met verkeers
vrije winkelstraten en gezellige
pleintjes, waar men kan kuie
ren langs de boetiekjes en we
met een vriend of buurman
gezellig een pint kunnen pak
ken. Kortom, iets waar op
nieuw aan gemeenschapsbouw
en kreatieve vrijetijdsbesteding
kan worden gedaan.
Deze filosofie houdt ook in dat
wij niet kunnen aanvaarden dat
grote distributiemastodonten in
het wilde weg worden ingeplant
in één of andere nijverheids-
of landbouwzone. De plaats
van de distributie is in het
centrum van de gemeente,
waardoor dit een andere funk
tie krijgt en terug tot leven kan
komen.
autobussen doen dienst als
ROGGEMAN
GEEN ALLEENSTAAND
FEIT
Wat ons echter nog meer
verontrust is de algemene poli
tiek van verwoesting en ver
knoeiing van ons landschap die
momenteel wordt gevoerd.
Waar men een tiental jaren
geleden voor een prachtige
landbouwpolder met uitge
strekte bossen stond, kunnen,
en moeten wij zelfs, nu wande
len over dure betonbanen tus
sen hoge prikkeldraadversper
ringen met de opschriften
«Verboden toegang Privaat».
Waar wij vroeger de ongerepte
natuur konden bewonderen,
kunnen wij nu kijken naar de
meest afschuwelijke weekend
huisjes omringd door kleine
vijvertjes met plastieken zwa
nen, karrewielen, tuinkabou
ters en afgedankte kruiwagens
op kunstmatige grasperken,
terwijl de televisieantennes, on
danks het ontbreken van elek
triciteit, overal oprijzen en een
soort statussymbool schijnen te
zijn. Worden de bomen soms
door deze antennes vervangen?
Blijkbaar is dit alles nog niet
genoeg, want wanneer wij in
het eens zo rustige veld nu over
de betonbanen gaan wandelen,
dan moeten wij om de vijf
minuten opzij lopen voor een
voorbijrazende auto of een
lawaaierige motorfiets, terwijl
in de lucht een aantal minia
tuurvliegtuigjes voor de nodige
decibels proberen te zorgen,
teneinde onze trommelvliezen
ook nog iets te gunnen. Rustig
wandelen is het zeker niet in
het zo verknoeid landschap dat
tot nog toe niemand, buiten
enkele landeigenaars en speku-
HDDENSTAND NIET
iEDIEND MET PLANNEN
te middenstand, en dan vooral
:ak t-distributiesektor, heeft de
,tis «tste jaren heel wat harde
toppen moeten inkasseren. De
,)p eranderde levenswijze, aan de
xl cvolking opgedrongen door de
rb) elvaartsmaatschappij. heeft
nis mmers ook zijn weerslag ge-
ad op de distributie. Men is
leven in vakjes gaan
in idclcn. Ze hebben ons in
gei Donwijken en flatgebouwen
,tr ndergebracht van waaruit wij
aar het kantoorgebouw of het
ie ijverheidspark pendelen. Voor
Ize aankopen worden wij naar
istributiekomplexen verwezen
voor ontspanning begeven
n' >j ons naar rekreatiegebieden.
Het bordje «Privaat - Verboden toegang» is hier wel overbodig.
Wanneer wij deze ideeën op
nationaal vlak gaan verdedi
gen. dan kunnen wij evenmin
aanvaarden dat men een res
taurant of één of andere
ontspanningsgelegenheid zou
gaan optrekken in de Rogge
man, die wel een eindje van het
centrum van Moerzeke weg
ligt.
Anderzijds zou het ons ook
sterk verwonderen dat de even
tuele vakantiegangers hun in
kopen te Moerzeke zouden
gaan doen. De weekend-verblij
ven in het Grootbroek brengen
bijvoorbeeld voor dfe midden
stand in Moerzeke heel Weinig
op.
lanten enig nut heeft opgele
verd.
Te Kastel, een gehucht van
Moerzeke. zijn «De Wal» en
«Het Zwijn» godzijdank nog
intakt gebleven. Evenwel moe
ten wij vaststellen dat de
roofbouw ook hier begint te
woekeren. Het is hoog tijd dat
hiertegen wordt opgetreden.
We kunnen wel appreciëren
dat de gemeentelijke overheid
en het V.V.V. inspanningen
doen om onze van oudsher
prachtige dijken toegankelijker
te maken door het aanleggen
van wandelpaden. Wanneer dit
echter moet gebeuren ten koste
van het natuurschoon en de
prachtige notelaars, dan kun
nen wij ons daar niet meer mee*
akkoord verklaren.
Anderzijds verontrust ons de
voor de deur staande ruilver
kaveling. Weliswaar is deze
beperkt gebleven tot enkele
polders, doch niettemin zal
deze rationalisatie van de land
bouw zijn sporen op het na
tuurschoon nalaten.
Wanneer wij ons al deze
beden
kingen maken, dan doen wij dit
vooral uit het oogpunt van een
zoeken naar meer welzijn voor
de bevolking. Al te zeer heeft
men in het verleden gestreefd
naar een maximumwelvaart,
terwijl men hierbij het welzijn
van de bevolking over het
hoofd zag.
Gelukkig overstemt de wel-
zijnsbeweging de laatste jaren
de vraag naar meer ekonomi-
sche welvaart, wat vooral tot
uiting komt in de strijd voor de
milieubescherming. Ook de
jeugd is zich bewust van het
probleem, het Aktiekomitee
voor het Behoud van de Rog
geman, is hiervan een sprekend
bewijs. De strijd voor het
milieubehoud is niet alleen een
zaak van de jeugd, want in
1984 moeten ook wij nog leven.
Het is dus hoog tijd dat de
volwassen organisaties ook uit
de schulp komen en met
vereende krachten gaan ijveren
voor een beter leefmilieu.
JD
Levendig van kompositie, mooi van kleur, vitaal van struk-
tuur en ritme, het zijn getuigen van de onuitputtelijke ver
beelding van de echte kunstenaar die Guy Leclercq is.
Hij werd geboren te Nederbrakel 22 december 1940, kende
diverse woonplaatsen en is momenteel te Oudegem ge
vestigd met vrouw Thérèse en driejarige spring-in-'t-veid
Izabelle.
apostelen) met Burssens, D'Ha-
vé. Vinche en Roobjee.
Guy Leclercq is ook de ontwer
per van heel wat affiches en
zeefdrukken, deze laatste werkt
hij volgens fotografische weg
uit. Een screen in 19 zachte
kleuren is te bewonderen in de
galerij Pieter Coecke.
Tekeningen met kleurpotlood
maken ook deel uit van het
oeuvre van Leclercq. Ze tonen
dezelfde moeilijk definieerbare
wereld als de schilderijen.
Dat Leclercq als voorkeurschil
der Paul Klee ziet, bewijst zijn
vroeger werk, dat er heel dicht
bij staat. Een grote bewonde
ring heeft hij ook voor G. dè
Chirico, en droeg deze meester
een werk op «Hulde aan G. de
Chirico».
Voor Guy is een schilderij in de
eerste plaats een kommunika-
tiemiddel. De inhoud is bij hem
hoofdzaak. Hij hekelt graag de
manier van denken van de
bourgeoisie, niet de manier van
leven.
Leclercq streeft ernaar nog
meer naar de artificiële wereld
over te gaan. Die wereld waarin
hij zich beweegt ligt hem
uitstekend. Wanneer hij in
herhaling zou dreigen te vallen,
zo zegt hij zelf, dan zal hij
totaal opnieuw beginnen.
Kan ook, Leclercq heeft meer
dan één pijl op zijn boog
In 1967 ontpopte hij zich als
filmakteur. Hij speelde mee in
de film (ORTF) van Jean Ray
«Les Gardiens». «Het was ple
zant, ik leerde een ander milieu
kennen, en 't was ten slotte een
mooie bijverdienste,» aldus Le
clercq. Hij lacht nu nog met de
titel in een tijdschrift «Vlaamse
kunstschilder wordt filmak
teur
Leclercq is voorstander van de
ateliergeest. Akademie ziei hij
enkel om zich de nodige
technieken meester te maken.
Tenslotte vindt hij dat de
bevolking zich vrijer zou moe
ten bewegen in de musea en als
voorbeeld haalt hij het Stede
lijk Museum van Amsterdam
aan. De leraars en leerlingen
werken er vrij, gaan waar ze
willen, betasten wat ze willen.
Hier staan echter nog steeds
die ergerlijke bordjes «Verbo
den aan te raken».
Momenteel stelt Leclercq ten
toon in galerij «Le temps
présent» te Brussel.
Hopelijk maken we te Aalst
heel vlug nader kennis met die
vreemde, verwarrende maar
steeds boeiende wereld van Guy
Leclercq.
ROEL VAN DE PLAS
Reeds jong trok die kunstwe
reld hem aan. Hij kreeg op
11-jarige leeftijd privaatles van
De Meulemeester. Vooral
auarellen en gouachen kwamen
tot stand. Na het middelbaar
onderwijs trekt hij naar het
Sint-Lukasinstituut te Gent,
waar hij de afdeling plastische
kunsten volgt en ervaart dat dit
soort onderwijs een remmende
invloed op de ontplooiing van
zijn talent inhoudt. Verdere
studies aan de Akademie voor
Schone Kunsten te Antwerpen
waar hem grafiek door René
De Coninck en schilderkunst
door Antoon Marstboom bijge
bracht wordt, zijn dan ook een
ware opluchting. Guy heeft het
kunstschilder zijn als beroep
gekozen. Veilig of onveilig om
een gezin in leven te houden?
We laten hem zelf aan het
woord «Het is zeker niet
veilig. Dank zij de financiële
hulp van Thérèse kan ik me
aan het schilderen houden.
Anders zou ik verplicht zijn een
job te aanvaarden. Het is ook
zo dat je toch een bepaalde
ouderdom moet hebben om
door te breken. Jammer genoeg
kunnen wij daar konkreet wei
nig tegen doen. Het is tenslotte
een zeer selekt publiek dat
interesse stelt in de kunst. Er
zijn ontzettend veel kunste
naars; de enige manier om
door te breken is degelijk werk
leveren. Het is ook niet nood
zakelijk om beroemd te zijn.
Neem sommige tijdgenoten van
Van Gogh, ze hadden grote
prijzen gewonnen. Nu zijn dit
echter onbekenden. Het is
allemaal zo relatief».
Guy Leclercq nam deel aan de
selektie voor de Prijs van
Knokke (1967-1969-1971), en
aan deze voor Jonge Belgische
Schilders (1971). Ook in «Fa
cetten Vlaamse Schilderkunst
1971» toonde hij zijn werk.
In het oeuvre van Leclercq. die
reeds sinds 1964 in verschillen
de Belgische centra tentoon
stelde, is een duidelijke evolutie
merkbaar.
Reeds in zijn beginperiode
leunt zijn kunst aan bij het
surrealisme. Over een abstrakte
periode heen belandde hij weer
bij het surrealisme, zowel wat
de technische kant ervan be
treft als de gekozen onderwer
pen. Zelf kenschetst Leclercq
het kitch-realisme. Wij zouden
er fantastisch realisme van
maken.
Waarom gebruikt Leclercq nu
de naam kitch. Hij vindt kitch
grandioos, zeer volks, ondanks
vals, veel echter in zijn simpele
vorm. Leclerc is een meester in
het koniposeren. Ideeën raapt
hij uit zijn onmiddellijke omge
ving, uit de kitch, uit de
gadgets. Het zijn soms allerlei
konsuniptiespullen of adverten
ties uit weekbladen. Hij maaktr
dus eenvoudig gebruik van veel
voorkomende dingen, maar
plaats die op een zeer ongewo
ne wijze in een ensemble. Zo
bekomt hij een gedetailleerde
realistische uitbeelding van een
gefantaseerde wereld. Zijn wer
ken hebben het karakter van
een dagdroom waarin de figu
ren toch meestal een hoofdrol
spelen. Als voorbeeld noemen
we het schilderij «Bye bye of
het verhaal van een visie in
beton, lonkend naar een met
lekkere hapjes belegd broodje».
Op de achtergrond een berg
achtig landschap, centraal de
man in de stoel en de vrouw
met de bloem. Op de voor
grond zijn geheel verschillende
vreemde, geheel los van elkaar
staande dingen samengebracht.
Er gaat een betovering uit van
de tableaus van Leclercq. Je
raakt er ook niet op uitgeke
ken. Wat de betekenis betreft
die bestaat misschien maar
alleen in de geest van de
kunstenaar zelf. Ons is dat
voldoende.
Bij radiomuziek, op elk uur
van de dag, kun je Leclercq
hard werkend aantreffen. Een
schilderij per maand is het
resultaat. Soms schetst hij eerst
op papier, daarna maakt hij
een schets op een doek. Hij
brengt er een element op over
(vb. uit een tijdschrift) en gaat
daarrond allerlei vondsten en
gekke kombinaties weven. Zijn
figuraties worden met kleine
vlakjes afgewerkt met grote
zorg voor het detail. Overheer
send treffen we zeer zachte
kleuren aan.
Hoe wonderlijk het ook mag
heten, Leclercq houdt het
steeds zeer traditioneel bij een
doek, een tube en een penseel.
Benevens schilderijen op doek
maakte Leclercq ook nog
muurschilderingen. In 1964
Vlassenbroek en te Aalst in het
Kultureel Centrum met Goe-
maere. Van Den Broecke en
zijn vriend Vinche.
In 1973 verwezenlijkte hij een
zevenluik te Baaigem (de 12