EDDY METTEPENNINGEN: PIJLSNEL SPURTER IK TRAIN SOMS ACHT UREN PER DAG FRANCOIS MATTHHS: ACHTTIENJARIGE GREMBERGENAAR PATRICK VERHELST IN FANIONELFTAL VAN K.V. MECHELEN PATRICK LERNO: WIELRENNEN EEN HOBBY? DAN KUN JE EVEN GOED GAAN VISSEN PATRICK VAN DE VOORDE: EERST STUDEREN I 20 - 12/4/74 - De Voorposi In de kategorie vlieggewicht bij de boksers zou hij geen slecht figuur slaan, die tengere patrick Verhelst. Hij heeft amper achttien lentes achter de rug, is niet te groot en eerder broos. Zondag jongstleden beleefde de Gremberge- naar hét moment in zijn voetballoopbaan: een maiden- match in het fanionelftal van K.V. Mechelen op Beer- schotveld. Op 15 mei wordt «soldaat milicien» Francois Matthijs twintig jaar. Hij'koerst sinds 1971 en won in totaal 13 keer. Een hele prestatie voor iemand die het vooral moet hebben van temporijden en klimmen. Spurten ligt hem niet te best, al klopte hij in een paar oefenkoersen konkurrenten die allesbehalve «traag» zijn onder het spandoek. Maar ja, een oefenrace is geen kompetitie, dan kunnen de échte sprinters altijd wat meer. Dat Matthijs een krachtmens is, een jongen die de pedalen kan martelen, weten de konkurrenten zeer goed. In een vorig jaar te Denderleeuw georganiseerde amateurswedstrijd, maakte hij er een solorit van 70 kilometer van, zonder dat de anderen er in slaagden hem bij te benen. PROF «Ik begon te koersen met de bedoeling er mijn beroep van te maken. Vanaf mijn debuut heb ik voor het wielrennen geleefd en ik doe dat nog altijd. Ik wil er komen. Ik haalde het me in het hoofd koereur te worden, en al ben ik geen monnik, weinig renners kunnen zeggen dat ze doen zoals ik. Ook voor wat training betreft: soms zit ik zeven tot acht uur per dag op de fiets. Nu gaat dat natuurijk niet. Die legerdienst zit me een beetje dwars, maar over een vijftal maanden ben ik van die miserie verlost.» Opgegroeid bij Provincialer S.K. Gremergen, speelde Patrick sedert vorig jaar bij de reserven van K.V. Me chelen. Zoals vanaf zijn debuut te Grembergen, toen hij veertien was, schudde hij ook daar zijn gouden voorzetten kwistig uit. Iedereen vraagt zich af waar die tere, soms te brave middelvelder de moed en de kracht vandaan haalt om zijn stoere bela gers te kunnen omzeilen. STUDEREN Voetbal is niet de enige bekommernis van de jonge ster uit Grembergen. Eerst en vooral wil hij als student aan de Vlaamse Ekonomi- tegenover clubleiders, trai ner en medespelers. Na nauwelijks twee seizoenen in de jeugdelftallen van SK Grembergen te hebben ge figureerd werd hij reeds opgemerkt door de «scouts» van hoger-gerang- schikte klubs. Toen hij zes tien was speelde hij met het juniorselftal van Ander- lecht een tornooi te Ever- gem. Vervolgens werd hi nog uitgenodigd door de viérde klassers KAVD en Eendracht Zele. Had ook A.A. Gent belangstelling voor de jonge knaap, dan was het tenslotte de Me- chelse eersteklasser die hem onder haar hoede zou nemen. Patrick heeft er Precies omdat Francois veel training nodig heeft is dat soldaatje spelen een rem op zijn prestaties. De opgelopen schade hoopt hij achteraf dub bel en dik op te halen. De Denderbellenaar kon een veel gemakkelijker leventje gekozen hebben: meehelpen in de zaak van pa en ma bievoorbeeld. Als hij eventueel niet slaagt als prof, kan hij nog altijd over schakelen, of eventueel zelf iets opzetten. Intussen denkt hij allesbehalve aan «ontwapenen»: zijn beste tijd moet nog komen. COWBOYS Francois Matthijs zegt dat koersen geen gevaarlijke stiel is. Als iedereen doet wat de fair-play gebiedt, zouden zich heel weinig valpartijen voor doen. Maar ja, je hebt altijd comboys die streken uithalen. Vallen kun je altijd: gewoon door de straat over te steken. Er gebeuren trouwens veel meer ongevallen buiten de koersen. De krant openslaan volstaat om iedereen van die waarheid te overtuigen. Fran cois huivert als hij aan een massaspurt denkt. Vooral als zo'n 6a a 70 man naar de streep trekken, gebeuren zaken die niet door de beugel kunnen, met alle gevolgen vandien. DOKTER Matthijs volgt stipt de raad op van een dokter. Iedere week laat hij zijn bloeddruk en hart slag. twee voorname dingen bij een renner, kontroleren. Voor wat de training betreft heeft hij geen raadgever. Een koereur moet zichzelf kennen en weten hoeveel kilometers hij nodig heeft om de «forme» op punt te stellen. Een verzorger heeft Francois wel. Althans voor wat de massage betreft: daarvoor bolt hij naar Wolvertem bij Armand Van Dries, een man die dertig jaar in de stiel is, vroeger Emiel Van Cauters spieren kneedde en bij wie wereldkampioene Nicole Van den broeck eveneens te rade gaat. Tijdens de wedstrijden is pa paraat om de drinkbus aan te reiken. Hij is het ook die de fietsen nakijkt voor en na de koersen. Francois Matthijs is totnogtoe slechts driemaal op doping onderzocht. Hij vind dat erg weinig: «Er zijn kollega's die sche Hogeschool zijn di ploma van ekonomist beha len. «Voetbal, zegt hij, komt tenslotte toch maar op de tweede plaats. Met nog drie jaar studie voor de boek zal dat niet gemakke lijk zijn, daar b ik wekelijks drie keer naar Mechelen moet gaan trainen. Dat zou in feite vier keer moeten zijn, maar dat laten mijn studies niet toe.» CLUBSPELERS Verhelst is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid geen ogenblik spijt van ge kregen. VOETBALBLOED De naam Verhelst wil wat zeggen in Dendermondse voetbalkringen... Rie Ver helst, nonkel van Patrick, maakte destijds furore in den AVD. Diens zoon is nu kapitein van de kampioe- nenploeg. Je ziet het, bloed liegt niet. Voor de jonge Verhelst ligt er nu een carrière wagewijd o- pen... Eddy De Mey Eddy Mettepenningen was een van de gelukkige uitzonderingen: de meeste neofieten zitten erg lang achter een eerste ruikertje aan, maar toen de piepjonge Hammenaar in 1972 op de racefiets klom, moesten de konkurrenten onmiddellijk op hun tellen letten. Vijf overwinningen puurde Eddy uit dat debuutseizoen. Twaalf maanden later hingen het supporterslokaal «De Mettepenningen - vrienden» in de Pieter van der Jeughtlaan te Hamme 21, gloednieuwe palmen aan de muur... Hoe komt het dat die debutant onmiddellijk zo hoog mikte? Eddy heeft daar zelf een goede verklaring voor: hij spurt pijl snel. Bovendien kijkt hij onder weg flink uit de doppen en laat zich niet zo heel dikwijls door demarranten verrassen. EERST STUDEREN Eddy Mettepenningen wedt op twee paarden: hij hoopt dat hij talent en doorzettingsvermogen genoeg bezit om later als hard- fietser zijn broodje te verdien en. Kerken bouwt hij op een toekomst als prof niet omdat zo veel om het hoekje gluurt vooraleer je de top bereikt. Daarom studeert hij aan het VTS van Sint-Niklaas. Hij wil een A2-diploma, specialiteit elektronika: beter één vogel in de hand dan een ganse zwerm in de lucht. Is Eddy vooral een beetje daar als het op sprinten aankomt, dan moet hij toch ook nog wat meer kunnen dan onder het spandoek «ontploffen»: in Schellebelle geraakte hij na een demarrage alleen voorop, bleef doorduwen en hield aan zijn ontsnapping een voorsprong van 45 sekonden over. Dus... Mettepenningen is nu junior. Het wordt wel even wennen aan de grotere afstand en het hogere tempo, maar het valt best mee. zodat een eerste zege niet lang uitblijft. Intussen heeft hij nog niet veel gelegen heid gekregen om de waarde van de tegenstanders te meten al lieten Freddy Luyckx en Dirk Heirweg op hem een uitstekende indruk. RAADGEVER Kan een renner alles op eigen houtje, moet hij niet bij een dokter of een opleider te rade? Eddy Mettepenningen meent dat een koereur moet «bege leid» worden. De dokter heeft zijn eigen taak, de raadgever een andere. Eddy luistert graag naar «zijn» opleider: die man heeft een veelomvattende op dracht: hij fokt zijn poulain moreel op, vertelt hem hoe hij zijn wedstrijd moet plannen, kiest de renfiets, en stelt een trainingsschema op. Kortom: hij is de duivel doet al. «Alfons is de man die de karwei op zich heeft genomen.» Alfred, een andere vriend is de «chauffeur» Sinds Patrick Lerno In 1972 begon te racen heeft hij zestien keer gewonnen. Vroeger nam hij al eens meer deel aan wedstrijden voor niet-aangeslotenen, doch die tellen niet mee. Toen was het allemaal nog voor de lol. Pats sterkste wapen is zijn spurt. Dat hij het ook in «vitesse pure» kan, bewezen de resultaten tijdens het jongste pisteseizoen. Dat rondtoeren op het ovaal nam hij er maar bij om in beweging te blijven, doch hij heeft het meer op een carrière als wegrenner gemunt. Lerno meent het ernstig met de wielrennerij: «als ik vandaag moest weten dat ik nooit prof word, dan stop ik er onmiddellijk mee. Ik kan dan beter gaan vissen, die hobby is minder krachtensiopend.» KLEIN GROEPJE De Berlaarse junior heeft geen schrik van een massaspurt: met een «groot pak», zoals dat in het jargon heet. naar de streep komen is niet gevaarlijk als je in de spits rijdt. In het midden van een peleton zit je minder veilig. Vooral tijdens de eerste wedstrijden van het seizoen, er hapert dan nog wat aan de stuurvastheid. Ideaal is zo'n massaal gedrum om eerst onder het spandoek door te flitsen echter niet: Patrick is pas in zijn nopjes als hij met een groepje van een man of zes naar de streep kan. Er bestaat dan minder gevaar voor een «verrassing» en je kunt de konkurrenten beter in het oog houden. In ons landje dromen duizen den jonge mensen ervan later wielerkampioen te worden. De meesten hangen na een poosje ontgoocheld de racefiets aan de wilgen omdat in de profsport geen plaats is voor minderbe- gaafden of ook nog omdat geen plaatsje veroveren in de «jun gle». Houdt Patrick Lerno iets achter de hand als het eventu eel moest mislopen? Toch wel: ik help thuis in de zaak en vader kan me best gebruiken.» Een drietal jaren volgde Lerno handelsschool, maar hij liet het nadien afweten. De fiets kreeg voorrang. Met blote handen zal hij evenwel niet staan hij heeft een paar stevige handen aan het lijf en pa's bedrijf mee helpen uitbouwen spreekt hem aan. Regelmatig op konsult gaan bij de dokter? «Dat doe ik niet,» vertelt Patrick. «die man ziet me alleen als mijn medigsch wielerboekje moet ingevuld worden. Als je niet ziek bent moet je niet om de haverklap die tuft met zijn wagen naar alle koersen en brengt Eddy veilig weer huistoe. Overal waar Mettepenningen rijdt, is een ganse kladde supporters op post. Geen wonder, voor een overwinnaar klapt iedereen graag in de handen. BEROEP Als Eddy Mettepenningen het later tot prof brengt, zou hij liefst geen obskuur knechten rolletje vertolken, maar als het niet anders kan ziet hij er niet tegen op in dienst van anderen te fietsen. Doch er zit een voorwaarde aan: hij moet van het beroep kunnen leven. Links en rechts aanzetten in een kermiskoers, maandgeldje van niemendal opstrijken en met klusjes nog wat moeten bijver dienen om de eindjes aan ïekaar te knopen spreekt hem Doping? «Ik ben nog nooit op het gebruik van stimulerende middelen gekontroleerd, maar dat die geheimzinnige pillejtes, waarover zoveel gepraat en geschreven wordt, gevaa zijn, zal wel. Anders zou niet van hogerhand ingri om er tegenaan te gaan. piel allesbehalve aan... Is die hardrennerij niet te gevaarlijk? «Alles is relatief: gewoon als voetganger de straat oversteken kan je hachje kos ten. Meest risico's loop s natuurlijk in een massaspurt: dan is het wel uitkijken naar vingervlugge en onsportieve ke reltjes. Men trekt al eens aan je shirt of je krijgt een fikse por.» Patrick Van de Voorde uit de Veldstraat te Buggenhout Is nog piepjong: op 6 januari werd hij zestien. En toch bekijkt hij het allemaal zeer nuchter en erg realistisch. Vorig jaar begon hij te koersen als hobby. Misschien blijft dat rennen wel een gezonde vrijetijdsbesteding, want om er eens of later een beroep van te maken moeten heel wat faktoren meezitten. Eerst en vooral moet blijken of je de nodige kwaliteiten bezit om boven de goeie middelmaat uit te torenen en dan moet je ook een massa geluk hebben, een domme val of ergens een hapering aan het raadselachti ge mechanisme dat het mense lijk gestel al na al toch is. kunnen de stoutste plannen als een kaartenhuisje door mekaar schudden. DIPLOMA Thuis hebben ze niets tegen het wielrennen op voorwaarde dat de studies er niet voor verwaar loosd worden. Patrick heeft vandaag een diploma A3 Elek tronika op zak en hij maakt zich sterk dat daar op tijd en stond een A2 bijkomt. naar een dokter lopen.» Een verzorger heeft ie echter wel. Eigenlijk geen «echte»: Johnny masseert hem. reikt hem drin ken aan en speelt een beetje engelbewaarder: «zo'n vriend is onmisbaar, vooral omdat je niet alles zelf kunt achterna zitten.» En. thuis? Nou, daar zijn ze totaal «pro» als over dat koer sen van zoonlief gepraat wordt. Ze hebben er nooit een kwaad woord over gesproken. Suppor ters heeft Patrick Lerno na tuurlijk ook. Pa, ma. tante, oom, broertje Johnny, Marleen en vooral neefje Geert zijn «hevige fans». Als ze konden dan zouden ze hem over de streep schreeuwen. Een suppor- tersklub heeft hij eveneens: die vergadert in 't Wit Paard, op het Dorp te Berlare. VRIENDEN Als Pat ooit kopman van een «team» zou kunnen worden, grijpt hij die kans met beide handen. Het wordt intussen af wachten wat het wordt en hij vindt zelfs knecht spelen geen minderwaardig rolletje: een goeie «luitenant» verdient min stens evenveel als een werk- mens. veronderstelt Lerno. Doping? Een lolleke: «Nog nooit ben ik gekontroleerd, maar ze mogen altijd komen. Ik neem geen spul. Al na al meen ik dat weinige jonge renners pepmiddeltjes gebrui ken, al zitten er links en rechts wel kereltjes tussen die het doen. Doe dat is hun zaak. Als ze met hun gezondheid willen de gek houden, moeten ze er later zelf de gevolgen van dragen.» Dc beste strcekjuniores? «Ik meen dat het Ludo Heyvaert, Dirk Heirweg en de Wetteraar Van der STeen zijn. Mijn vrienden zijn Patrick Van Kcrckhove. Walter Blancquaert. en Erik Bonnae- rens. Met die drie dorpsgeno ten ga ik steeds trainen. Het zijn fijne jongens.» IE \V e Vorig jaar was voor Van 'i' Voorde een kennismaking, kontakt met de wegrensp Knaloverwinningen staken niet in. Sinds het huicée seizoen begon, liep het al e vlotter. Hij veroverde af en een ereplaats en omdat hij de sprint geen tragfc is, ho :E Patrick vandaag of mor i( midden in de roos te schietei |j Van spurten gesproken: is niet gevaarlijk op twee dui tubes en met een «hor JF wingrage maar routine-miss j, de rennertjes naar het doek te flitsen? «Dat inderdaad, sommigen zigz gen te veel en wijken van «li lijn» af. Je moet vlugge refl sen bezitten om niet af en tegen het aardbolletje te p |8 sen». Ie TE POEN Patrick Van de Voorde gelo niet dat zijn leeftijdsgeno zich inlaten met het gebr van pep. Ze zouden zichi alleen maar schaden. Wie sl brengt het nooit tot prof. dat laatste willen de mees worden, patrick zegt zelf ndc neen als men hem vraagt of Wi mettertijd beroepsrenner worden. Hij wil het ei alleen doen als hij er hond Tj procent van overtuigd is dat er voldoende kapaciteiten v< bezit om als er voldoende pc mee tc verdienen is. Met onderbetaalde job kom je nfjjc gens in het leven. id O ja- Etienne De Wilde Eddy Mettepenningen zijn f| renners die op hem me indruk maakten. Patrick hoe dat hij binnenkort even g< presteert als die twee cracks. slikken. Van sommigen weet ik het zeker. Maar het woord doping wordt door de mensen ook veel misbruikt. Als je vandaag een slechte dag hebt en je kunt niet te goed mee en morgen gaat het zo goed dat je de konkurrenten klopt, zijn de kwaadsprekers er als de kippen bij om te zeggen: die pakt, dat kan niet anders. Het is mis schien technisch onmogelijk, maar wat mij betreft zou na iedere wedstrijd een doping- kontrole moeten geschieden: de «zuivere» renners zouden dan meer kunnen winnen dan nuj het geval is. Nu graaien de slikkers af en toe de beste prijzen mee. KNECHT Wil Francjis Matthijs later «kopman» worden? «Iedere ren ner droomt ervan een vedette- rol te verolken. Ik zal al tevre den zijn een goeie helper te kunnen worden. Op die manier kunt ge immers ook goed uw boterham verdienen en krijgt ge al eens de kans om een grote wedstrijd te winnen. Kijk maar naar Jos Bruyère. Natuuj moet een prof van zijn bei kunnen leven: als getrouwd is kan men toch vrouw niet uit werken sti om zaad in het bakske halen. Het is het een of ander, als ik er financieel uit kom, hang ik de zonder meer aan de haak.» Pa en ma zijn Francois vuri il fans «Wat die voor mij en e sport gedaan hebben gr aan het ongelooflijke. Ik zalIC' trouwens nooit vergeten, zouden me naar de top duw Nog een vijftal maanden ei battle-dress gaat de kitbag er Dan moeten de konkurre ar met een «andere» Mat afrekenen. Een Matthijs niet kan zwijgen over doping: «Het wordt stilaan hoogste tijd dat die p efficiënt bestreden wordt, baat het anders dat andere: ikzelf ons totaal inzetten alles veil hebben om «Ienu te worden, als de «foefela ongestraft met hun praktij! kunnen blijven doorgaan.»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 20