EUROVISIE SCHENKT TWEE MILJOEN VOOR ROS BEIAARDOMMEGANG '75 HUIS OPGEBLAZEN TE MOERZEKE KNAP DEBUUT VAN KUNSTSCHILDER WILLY VAN DEN BREEN UIT DENDERBELLE Dc Voorpost-24/5/74-3 vervolg van blz. 1 Benoit De Saeger, was naar zijn werk vertrokken. Hij moest werken van 6 uur tot 10 uur. Plotseling trilde mijn huis onder twee enorme schokken. Stukken venster glas, ramen en meubelen vlogen door het huis. Direkt hierna was er die enorme steekvlam. Ik sprong uit mijn bed en rende naar de kamer van mijn zoon, Fred dy, hij kwam gelukkig onge deerd onder de scherven uit gekropen. Mijn zesjarige dochter Monica stond we nend in het deurgat van haar kamer, terwijl de twee ande re zoons, Franky en Benny nog in bed lagen onder de glasscherven en een bed sprei die reeds brandde. On middellijk trok ik de sprei naar buiten, waardoor ik beide handen verbrandde. Toen zag ik buurman Ver- machelen brandend over de straat lopen. Hij bloedde hevig, steeds maar huilde hij: «Kan niemand mij hel pen?» Er zijn gelukkig geen dode lijke slachtoffers te betreu ren, wat misschien te dan ken is aan het feit dat het huis waar de ontploffing gebeurde aan de buitenkant van een blok van zes huizen stond. Jean-Pierre De Lamper Reeds vroeg in de morgen stroomde een massa volk naar de plaats van de ramp.(v) Van de keuken bleef praktisch niets over.(v) De Moerzeekse brandweer was zeer snel ter plaatse en kon vermijden dat bijgelegen mazouttanks ontploften.(v) Een ramp van dergelijke omvang verwekt heel wat opschudding in een kleine gemeente.(v) Schilderij «De Walvls»(sh) behandelt de volksdevotie, Leo Pee dc schuttersgilden, Franki Hervent de Helleput, Emiel Verstrepen de Wal vis, Daniël Liévois de Kraankindcrs, Prancis Ghysbrecht de Dendermondse-Londense Lord Ma jor, Julien De Vuyst de muzikale fol klore en Hugo Van Hese de folkloris tische rivaliteit tussen Dendermondc en Aalst. Kon ons Peirt zich tussen deze entoesiaste en toch ontroerende Ommegang-voorbereidingen iets be ters dromen dan een lange, hete, fol kloristische zomer, waarin het onster felijke prachtdier reeds de eerste lof- betuigingen mag ontvangen, alvorens het in mei '75 nog glorieuzer door een overrompelde Denderstad en door dc televisietoestelletjes van tweehonderd miljoen Eurovisiekijkers zal jubelen PAUL VAN DEN EEDE (ef is tegenwoordig allesbehalve makkelijk zich een d laatsje te bewerken in het toch reeds ruim bevolkte kun- or enaarswereldje. Hoewel jonge kunstenaars vaak pogen l ch met kwaliteitswerken te manifesteren, gebeurt het r J leer dan eens dat ze verplicht worden hun werken aan ljk )tpubliek voor te stellen in weinig gunstige omstandig- )den. Met alle gevolgen vandien. in groepstentoonstelling biedt vaak de oplossing. Der- ilijke kans greep kunstschilder Willy Van den Breen uit ge enderbelle. Dit weekend immers exposeert hij een hele ee eks werken in het kader van een gezamenlijke tentoon- ielling in de zaal «Famiïia» te Hamme. io| ELDMADE RTIEST *illy Van den Breen, geboren uggenhoutenaar, genoot bjten enkele schildersoplei- ng. Geen akademie dus, wel aanmoedigingen en raad- iejBvingen van wijlen Pros Bos- die in hem wel wat zag. nelustig aan deed hij verder, 3 mderspektakulaire sprongen 5n loruit of perioden van non- ïd (tivisme. Nauwkeurig obser- n« lerde hij zijn omgeving de Jtuur, een sfeervol hoekje >pfetzijn impressies bezinken en ii' racht ze hierna expressief op id ipier of doek. Meteen behoort I tot de velen die, dank zij een sis talent en een niet afne- inde werkkracht, erin slaag den een peil te bereiken dat het klassieke «zondagsschilder» een geenszins pejoratief begrip— overtreffen. Nu achtte hij het moment geko men zijn werk aan het publiek te tonen. Wellicht kan een haarkliever- kritikus hier of daar, na lang zoeken, een of ander technisch detailfoutje ontdekken, doch dit belet geenszins in de werken van Van den Breen een spon taneïteit aan te treffen, die we in het werk van geschoolde schilders met naam, vaak moe ten ontberen. GEVARIEERD OEUVRE Bij zijn eerste kontakt met het publiek, een jeugdexpositie te Buggenhout niet te na gespro ken, konfronteert Van den Breen de bezoeker met een gevarieerd oeuvre. Onder het vipental oliever fschilderijen, van divers for maat, vallen vooral de marines op. Knap geborsteld, gul van rood, behoren ze tot zijn beste werken. Rood maakt trouwens het hoofdbestanddeel uit van zijn palet. Geen hel, vlammend rood echter, dat de ogen pij nigt, doch een zachte, sfeer volle kleur, die zo passend de stemming kan weergeven. Bij zonder knap en intimistisch is bovendien zijn «Avondmijmer ringen», waarop een landbou wer, alvorens zich naar huis te begeven, nog even zijn gepres teerde werk bemijmert. In zijn pen- en penseeltekenin- genheeft Willy Van den Breen zijn omgeving getekend: «Hoeve te Lebbeke», «Huisje te Buggenhout». Stuk voor stuk heeft hij werkjes gekreëerd die door hun kleiner formaat en de zachte, donkerbruine tinten enorm dekoratief zijn. Leuke resultaten bereikt de kunste naar met de scraper-board, iets in de aard van het foto negatief. De oppervlakten van zijn overwegend zwart, enkel de kontoeren van de figuren worden weggekrast en zijn wit. Met een paar witte lijnen en vlakken worden knappe kom posities gebouwd. Ook met de pastelstift en het houtskool kan Van den Breen overweg. Zelfs akwarellen sie ren zijn oeuvre, zodat de be zoeker van kennismaken met diverse technieken kan vast stellen dat de kunstenaar niet gewoon experimenteert, doch met kennis van zaken deze di verse technieken hanteert. Het werk van Willy Van den Breen valt op; niet alleen door de diversiteit van de technie ken, maar meer nog door de graad van vakmanschap waarop het uitgevoerd werd. Beslist de moeite waard met het werk van deze jonge Den- derbellenaar kennis te maken. PIERRE VAN ROSSEM van het ruime, houten paviljoen dat van 7 juni tot 15 augustus op de Grote Markt zal opgesteld staan, geld ook om de promotie van de tentoonstelling te bekostigen. Zeer verzorgde affi ches, waar het Ros Beiaard op een rood-witte achtergrond staat afgebe eld, zullen nationaal verspreid wor den, zodat gans Vlaanderen zal weten dat Dendermonde zich nu reeds klaar- stoomt voor de schitterende feeste lijkheden voor de uittocht van ons Peirt binnen precies één jaar. Die zo noodzakelijke gelden kan de VVV- Dienst voor Toerisme niet volledig uit haar subsidies putten en daarom gaat men ons Peirt verkopen. Ons Peirt wordt verkocht als een afbeelding op kunstzinnig glasraam waar ook de Reuzen, het stadhuis en het spitse mu seumtorentje op afgebeeld staan. Ons Peirt prijkt driemaal op de bekende wit-rode vlaggetjes die reeds in '58 verspreid werden en nu op hetzelfde formaat hermaakt werden en op de tentoonstelling zullen verkocht wor den. Uiteraard wordt de katalogus van de tentoonstelling, een ko-produktie van Emiel Verstrepen en Frankie Her- vent, ook verkocht. Zelfs aan een heel goedkope prijs. Deze katalogus is een bijlage van het lijvige werk -Folklore in Dendermonde-, dat begin juni van de persen komt EEN MEESTERWERK «Folklore in Dendermonde» ver schijnt in een eindredaktie van Emiel Verstrepen, de konservator van het stedelijk oudheidkundig museum. Hij verklaarde dat dit werk geen syllabus is van de bestaande vulgaten, maar oorspronkelijk kritisch-historisch werk bevat. Het werk is wel weten schappelijk verantwoord, maar toch werd het in een zeer bevattelijke en originele vorm voorgesteld, zodat ook niet-specialisten met veel smaak een tikje heimwee zullen kunnen lezen hoe Dendermonde vroeger leefde en beweegde. De voetnota's bij de on derscheiden bijdragen werden naar de laatste bladzijden verschoven, Fer- nand De Troch verlucht het werk met originele kunstfoto's en het werk wordt bij pvba A. De Cuyper uitgege ven. Schepen Wiemcersch schreef het voorwoord voor dit werk. professor Peeters behandelt het verschijnsel van de volkskunde, Louis De Lentdeeker heeft het over Dendermonde als «Een stad om lief te hebben». William De Decker beschrijft de sage en de fol klore rond ons Peirt. Georges Dic- rickx schreef vier van die folkloristi sche pareltjes, die we van hem ge woon zijn: Tsjin soete naemen in den volcksmondt ons gegeven; Liefdes brief in 't Derremons; Dendcrmondsc Typen en het gedicht Aster. Met een stuk over het Rederijkersleven schreef Rita De Baets een bijdrage in het ver lengde van haar licenciaatsverhande- ling en Vera Waelkens-Van Onsem, eveneens germaniste, deed hetzelfde toen ze haar «Sagen en Legenden te Appels en Sint-Gillis» aan de pen toe vertrouwde. Dom Pieter De Batselier bruikbaar, maar met de romp kan men niets meer aanvangen. Die is totaal verpulverd. Daarom is men in de vochtige stadsmagazijnen nu een nieuwe romp aan het maken en dat is geen sinecure, daar de vochtige plaas ter in het vochtige magazijn maar niet wil opdrogen. Nu heeft men niet beter gevonden danken elektrisch vuurtje in de romp te plaatsen en dat helpt. Er is ook nog het Schipken: een vrij groot zeilschip van vroeger. Dit zeilschip heeft men in !52 en in '58 opnieuw moeten optuigen en dit is ook nu het geval. Het is een enorm ingewikkeld en delikaat specialistenwerkje om de zeilen op te tuigen. Het huis Pieters van de Dendermondse Werf werd met dit werk belast en deze firma heeft naar verluidt niet minder dan duizend meter koorden nodig op de zeilen om zijn en zij doen de herstellingswerken heel knap. UIT HET MUSEUM Naast de wagens uit de Ommegang worden ook heel wat voorwerpen uit het stedelijk oudheidkundig museum op de folkloretentoonstelling geëxpo seerd. Daarom is het museum zelf deze zomer gesloten. Uit het museum komen bijvoorbeeld: de vlaggen van de Dendermondse gilden, voet- en handkruisbogen, de hamassen van de vier Heemskinderen, blazoenen van de gilden, de bel van de stadsomroe per, een oud ingericht café, toortsen van Sint-Elooi, Sint-Niklaas en Sint-Hubert en verschillende andere historische en folkloristische klein oden. Uit het stadhuis en uit de Onze-Lieve-Vrouwekerk werden Een mooie opname van het uithangbord «De Ooievaar».(sh) hoog te trekken. Bij het Schipken komt trouwens nog een speciaal pro bleem kijken, namelijk het feit dat het groter is dan het Ros Beiaard en eigen lijk te groot is om in de tentoonstel lingszaal, een sierlijk paviljoen op de Grote Markt, geplaatst te worden. Het zijn dc mensen van de stedelijke tech nische dienst, die met dit werk belast voornamelijk schilderijen rond folklo ristische tema's overgebracht. De in richting van de tentoonstelling vraagt de VVV-Dienst voor Toerisme niet alleen veel moeite en energie, maar ook een zware financiële inspanning. Geld dat er moet zijn om dc voorwer pen uit de Ommegang efficiënt te her stellen, geld dat nodig voor de huur rvolg van blz. 1 rabele omstandigheden in de Jdsmagazijnen stonden. De kleur- 4e kleren van de Kemel, van 't Jrin Peirt en van de Hottentotten la- bijvoorbeeld op de zolder van het um en werden daar het slachtof- eus Indiaan.(sh) van de doordringende regen, die ir <ett 'e P'assen door het kapotte dak teide. De naaistertjes van mevrouw rijs, die reeds vorig jaar voor de :uwe kostuums van de reuzen Mars, liaan en Goliath zorgden, zijn nu in 3 isverband aan het zwoegen om de }n f anel, 't Klein Peirt en de Hottentot- ujsi i uit hun kouwelijke naaktheid te .nd lder Ie EUWE PLUIM Stra :t Ros Beiaard, dat het middelpunt het aantrekkingspunt van de folklo- entoonstelling zal vormen, krijgt splinternieuwe pluim op z'n on- felijke kop Hiervoor zal een xiwtje uit Laame haar beste krach- linzetten. De Hellewagen dan bevat i rekonstruktie van de spitse toren n de Onze-Lieve-Vrouwekerk en k hiermee zit men te sukkelen. Die 1 en was namelijk behangen met het onvindbaar geworden «breuk- liti icnbehangpapierIn 1958 had men toren ook al moeten opnieuw be- mjjngen en toen vond men enkel be- nj ngpapier waarop grote breukstenen c getekend stonden Dit papier met xikstenenafbeeldingcn heeft, zit er :ts anders op dan de toren met ste- n te beschilderen Met de Walvis >Cl>eft men nog het meest ambras. Dc alvis is een kolossaal beest dat uit stukken bestaat: de kop, de romp de staart. En deze drie stukken zijn plaaster gemaakt. Nu is plaaster jyj ccies geen oersterke materie en JDet men omzeggens voor iedere nmegang een nieuwe Walvis ma- n. Dit jaar valt het nog mee, want de ip en de staart van de Walvis zijn nog H

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 3