FOLKLORE IN EEN TEN
14 -14/6/74 - De Voorpos t
PLECHTIGE OPENING
Het V.V.V. en de Konservator van het stedelijk
museum hadden vrijdagavond te Dendermonde
zomaar eventjes een 150 genodigden bijeenge
bracht in de gothische zaal van de Lakenhalle,
waar de Folkloretentoonstelling 1974 ter doopvont
werd gehouden.
MUSIC A TENERAMUNDA floot, tokkelde,
trommelde en zong er maar lustig op los om de
nodige sfeer te scheppen en waarlijk, wij voelden
ons allemaal een beetje barok worden, mede door
een weelde van zonneschijn in lood gevat maar
niet gevangen die niets dan glunderende gezich
ten toeliet.
oost-west, omtrent de vraag te
weten welke volksgemeen
schappen de trouwring aan de
linker- of rechterhand dragen.
Tenslotte gaf dhr. Peeters een
gedetailleerde uiteenzetting
over de Zwaanriddersage, uit
de Parcivalreeks, waarvan de
uitbeelding ook reeds eeuwen
lang in de Dendermondse
ommegang voorkomt, en
waarbij de held LOHEN
GRIN, in zijn schip voortge
trokken door de Zwaan, de
Schelde-afvaart en Elza van
Brabant, de belaagde herto
gin, ter hulp komt. Men vertelt
dat hij bij de Dendermonding
even pauzeerde en ons stadje
met een bezoek vereerde. Wat
er ook van zij, Lohengrin
scheen bijlange zo veel moeite
niet te hebben dan de geleerde
professor om Dendermonde te
vinden!
DE BURGEMEESTER-
BELLEMAN
Schepen WIEMEERSCH, de
sympatieke Konservator
VERSTREPEN (van pijnder-
sbloed, asjebliefen de dolge
lukkige Frankie HERVENT,
de onvermoeibare, loodsten
toen de hele sliert belangstel
lenden naar de ingang van het
Folklore-Paviljoen, alwaar
Burgemeester COOL de kans
kreeg van zijn leven en deze
greep ook: hij tingelingde al
leman naar binnen met de
goeie, oude Bellemansklok
van Klein-Dendermonde.
EEN LUST
VOOR HET OOG
Zij die gedacht hadden dat het
een antiekmarkt, handelsbeurs
of voddenmarkt zou geworden
zijn, kwamen lelijk bedrogen
uit. Werkelijk, deze unieke
expositie van ommegangfigu
ren en oude, al of niet ver
trouwde dingen uit het Den
dermondse volksleven loont
de moeite, lijkt ons een bezoek
overwaard. Later, als dit pa
viljoen van ons hert met al zijn
herinneringen zal verdwenen
zijn, zullen wij misschien
maar gaan beseffen wat hier
eens ter Grote Markt werd
verzameld. Nooit, maar dan
ook nooit in de lange Dender
mondse geschiedenis kreeg
men de gelegenheid rustig, in
't droog en zonder gedrum of
gestamp van onze ommegang
te snoepen. Zeker, er is nog
die bijzondere sfeer, die zich
niet inblikken laat
Doch er valt nog wat anders te
bekijken dan een stilstaande
stoet: beelden, schilderijen,
platen, blazoenen en geschrif
ten van ambachten, gilden en
genootschappen, uit ons Ste
delijk Museum, O.L.V.Kerk
of benevool door private ver
zamelaars in bruikleen gege
ven. Zelfs Peke RAMME-
KESZAND staat er te pronk,
op z'n paasbest, met muts en
rooie neusdoek. Zijn «mas-
seirkes en broederkes» zullen
beslist komen kijken, waarom
niet?
KEURIG WERK
Wij zegden het reeds, zo'n za
ken kunnen licht ontaarden in
een onoverzichtelijke, overla
den warboel en de goede
trouw en goede wil der inrich
ters heeft daar soms niets mee
te maken. Er werd, in ons lan-
deken alleen, meer kultuur-
schande gepleegd te goeder
dan te slechter trouw. Iedereen
houdt tenslotte het meest van
zijn geboortegrond, zoals ie
dereen zijn eigen kinderen het
liefste ziet. De Dendermonde-
naars maken op die regel geen
uitzondering, als men begrijpt
wat wij bedoelen. Maak het
Schepen Wiemeersch kan je be
luisteren via BRT II, «Tussen
twaalf en twee» op maandag 17
juni.
Schepen van Kuituur Luc
WIEMEERSCH heette de
bonte schare prominenten
welkom, deelde meteen de of
ficiële datum van de Ros Be
iaardommegang 1975 mee
(het wordt 25 mei) en drukte
de hoop uit dat de restauratie
van de beiaard nog tijdig zal
klaarkomen. Er ontbreekt in
derdaad ergens te Brussel nog
een ministerieel handteken, en
voor zover wij het konden be
grijpen: zonder handtekening
geen nieuwe beiaard. Een
ommegang zonder klokgebe
ier, lieve mensen, wat hebben
wij de goden toch misdaan?
Naar wij achteraf mochten ho
ren, zou alles nog in orde kun
nen komen wanneer de be
trokken firma haar taak kan
aanvangen vóór de winter,
daar het hele geval minstens
6 maanden werk vraagt. Wat
betekent dat niet lang meer
mag getreuzeld met die myste
rieuze handtekening.
Mevrouw de Minister van
Kuituur belet zijnde, had één
harer kabinetsleden,
Mr. EVERAERT afgevaar
digd. Deze bewees op slag het
een en ander van folklore af te
weten en pleitte voor een ern
stige aanpak dezer discipline.
Verder wees hij op het posi
tieve dat schuilgaat in de eeu
wenoude rivaliteit Aalst-
Dendermonde. En spreker
haalde warempel een strofe
aan van het liedje dat wij des
tijds schreven voor de Den
dermondse Ommegang
brochure 1958!
Het luidde als volgt:
In Aalst daar rijdt, och arme,
't Ros BALATUM maar rond,
Al in een kinderwagen
De papfles aan de mond.
Ons PEIRD het doet zijn ronde
Met fiere vaste tred;
't Heeft nooit in Dendermonde
Een poot verkeerd gezet!
Kwam dan de beurt van de ge-
legenheidsredenaar,
Prof. K.C. PEETERS, die als
start voor zijn voordracht
schimpscheutig eruit flapte dat
hij, langs Boom van Antwer
pen komende, alle moeite van
de wereld had gehad om Den
dermonde te vinden! Deze
specialist in volkskunde had
het over de Engelse oorsprong
van het woord folklore (folk
Volk lore traditie en fei
ten), haar werkelijke beteke
nis en haar funktie onder de
kuituurvolken, nl. de kennis
van de onder een volk be
waarde oude gebruiken, over
leveringen, sagen en sprook
jes, geloofsbegrippen,
spreekwoorden enz. Zodat de
folklore uiteindelijk het mate
riaal aangeeft der volkskultuur
en de volkskunde dat materi
aal wetenschappelijk behan
delt. De professor illustreerde
deze stelling met enkele voor
beelden en verklapte dat bv.
een paar van zijn leerlingen
momenteel navorsingswerk
verrichten in gans Europa, en
een volbloed kopvleesfretter
maar eens wijs dat een paar
eeuwen geleden hier te lande,
in de Vlaanders en in Brabant,
in Henegouwen en in het
Luikse, zoveel Ros Beiaarden
in stoeten opstapten dat, te
samen, ze zeker niet op onze
Grote Markt zouden kunnen.
Dat het Rad der Fortuin (of
van Avontuur), de Zwaan met
Lohengrin, het Klein Peird, de
Reuzen, de Huppelpaardjes en
Cupido ook nog ergens anders
de toppers vormden uit de
stoeten, even goed als Kemel
en Walvis. Driemaal hoera
wanneer wij ons Peird aanbid
den, er aan «hangen» tot het
belachelijke toe maar
mogen wij, als humane plura
listen, onze fusie-broers- en
zusters van Appels en Sint-
Gillis zo maar onze goesting
opdringen? Zij zullen voorlo
pig dat folklore-gedoe van die
op hol geslagen Denderlingen
wel uit een andere hoek en
door een andere bril bekijken
en wie weet worden zij later
geen fervente supporters van
onze beestjes!
Trouwenshet probleem is bij
lange niet nieuw en er werden
héél wat vellen volgeklad om
te redden wat nog te redden
was. Zo schreef eens Hugo
Verriest: «Wij moeten mee
werken in het behouden van al
dat wij kwijt zijn. Al dat weer
eigen grootheid schept, moet
door ons ondersteund zijn en
geholpen; al dat eigen schoon
heid meebrengt, moeten wij
bijstaan.» En zo zag A. De
Vlaminck het: «Iedere stad
wedijverde om de grootste
personages te vertonen en de
bewondering der menigte
werd vooral uitgelokt door het
reusachtige der veelkleurige
opgesmukte beelden of wa
gens, die in de stoet rondge
voerd werden.»
De verantwoordelijken dezer
expositie hebben er schroom
vallig over gewaakt alles niet
«te perfekt» te willen doen en
het geheel niet te overladen,
zodat men bij het «binnenstui-
ken» rustig deze mini-
ommegang kan beginnen. Op
een ingenieuze wijze werden
alle elementen die nabootsin
gen van dieren en dingen be
treffen, uit de Ommegang,
derwijze geplaatst dat men ze
van alle zijden kan bekijken,
terwijl langs de wanden van
het paviljoen één lange pater
noster van folkloristische
kostbaarheden en kleinoden
ordentelijk en netjes staan te
pronken.
Toen wij één der oudste Den-
dermondenaars, tot tranen toe
bewogen, naar ons Peird za
gen opkijken, terwijl één der
jongste tekenaars die wij bezit
ten, illegaal en klandestien op
zijn buik en op het mooie vast-
tapijt Reus Indiaan aan 't ver
eeuwigen was, werden wij
héél stilletjes en hebben wij in
ons eentje Van de Velde een
bezoek gebracht, de Dender
mondse brave moordenaar,
die zijn kop redde met de kop
van 't Peiid te maken.
Men moet het toch maar alle
maal kunnen en doen: in een
tijdperk van maan wandelin
gen en hartoverplantingen de
mensen in een tent lokken
waar reuzen, narren, moorde
naars grote en kleine paarden
hottentotten en patriotten,
kemels en cupido's, Sint-
Sebastiaenen, oude stame-
nee's en tonbakken met me
kaar wedijveren in ouderdom
en originaliteit!
SA MOEDER TAP
VAN 'T BESTE BIER!
Er werd ons gevraagd te dezer
gelegenheid eens vluchtig na
te willen gaan waar er in ons
land zoal Reuzen rondliepen.
Het zou onbegonnen werk zijn
in een paar regels dergelijk
verzoek volledig tegemoet te
komen. Wij beperken ons tot
enkele grepen uit die ellen
lange lijst van ommegangen
van Vlaanderen, Brabant en
Belgisch Limburg.
LIER: Waarschijnlijk de oud
ste ommegang van het land,
met reeds in het jaar 1420 het
Ros Beiaard met de Vier
Heemskinderen; in 1469 was
er reeds sprake van een Reus.
MECHELEN: Ros Beiaard
sedert 1415; Reus in 1492,
Reuzin in 1549, Grootvader in
1600, Kamenier in 1615 sa
men met Rad der Fortuin. In
1618 drie jonge Reuzen: Mie-
ken, Janneken en Klaasken.In
1614 de «Vuylen Bruyde-
gom», later genaamd «Op-
Sinjoorken». Kemels in 1501,
Klein Paard in 1648.
AALST: Draak van Sint-
Jorisgilde in 1418; nieuwe
Reus in 1447. Ros Beiaard in
1497!
ANTWERPEN: Reus
Druon-Antigoon in 1549 (ver
vaardigd door Pieter Coucke
van Aelst). In 1756 de Reuzin,
godin Pallas.
BRUSSEL: Janneken en
Mieken, hun kinderen Michiel
en Goeleken, met Menonkel
en Matant, Grootmoeder en
Grootvader, de Sultane en de
Grote Turk en het Ros Beiaard
met de Vier Heemskinderen.
LEUVEN: Ommegang reeds
in 1490 (veijaring der verlos
sing van de stad in tijd der
Noormannen).
VILVOORDE: Reus, Reu
zin, Janneke en Mieke, bezit
van de Kon. Rederijkerskamer
«De Goudbloem»De Reuzen
zijn rond 1600 door deze ver
eniging in het leven geroepen.
In de tijd van contra
reformatorische overweldi
gingen waren de rederijkers
kamers verboden. De Reuzen
fungeerden als dekmantel van
deze kamer «De Goudbloem»
en garandeerden zo haar
voortbestaan. Aanvankelijk
waren er twee reuzen, later
zijn er nog twee bijgekomen.
De Reus Hoep Sasa dateert uit
dezelfde tijd en is een zinne
beeld van een man, die door
drank, overspel zijn plichten
verzaakt, doordat men hem
herhaaldelijk in de lucht gooit
(vgl. met Opsinjoorken v.
Mechelen).
IEPER: Bezat ene Reus Go
liath, 8 m. hoog en meer dan
250 jaar in Turk gekleed.
NIÉUWPOORT: Reus Jan
Turpijn is vernoemd naar de
burgemeester van Nieuwpoort
die in 1489 de stad redde uit
een beleg, waarbij hij de hulp
had ingeroepen van de
Nieuwpoortse vrouwen. Eer
der heette hij Goliath en ver
scheen als zodanig in de pro
cessie. De Reus werd ver
nieuwd in de jaren dertig.
LENGTE 12 METER, GE
WICHT 700 KILO, DRA
GERS 24!
WENDUINE: Reuzen
Wanne - Louw en Scuteman
(19de eeuw).
KRUISHOUTEMReuzen
Pier en Mie en dochter Meie
ken.
DUFFEL: De Duffelse Reu-
zenfamilie telt 7 leden: Reus,
Reuzin, de Moor en de Morin,
Mieke, Janneke en het Kinne-
baba. Oudste dateert uit
17de eeuw en werd toen Go
liath geheten. Moor en Morin
zijn geen negers maar herinne
ren aan de Spaanse bezetting
van een fort aan de Nethe bij
Duffel.
HASSELT: Reus Don Chris-
toph (vóórheen Goliath begin
15de eeuw). Is één der weinig
ZITTENDE REUZEN van
België!
BORGERHOUT: De 4
Reuskens zijn de laatste telgen
van een oud en omvangrijk
Reuzengeslacht. Ze dateren
uit het begin van de 18de-
eeuw. Hun namen: Reus,
Reuzin, Dolfijn en Kinneba-
ba, dat zoveel wil zeggen als
kindje-baby, het omgekeerde
van sloekebaboe.
VEURNE: Vroeger ook een
Reus Goliath. In 1924 vervan
gen door een 8 m. hoge Reus,
voorstellend een Vlaams krij
ger uit 1302. Eertijds ook in
aloude Boetprocessie een
Knaptand.
GENT: St.-Macarius - St.-
Lieven - Goden en Godinnen
zoals Diana, Flora, Venus,
VVV.-voorzitter Luc Wiemeersch tijdens de opening van de tentoonstelling. V.l.n.r.: Mlel Verst
konservator van het stedelijk museum, Prof. K. Peeters, voorzitter Wiemeersch, burgemeester Cool
afgevaardigde van de minister Aelbrechts en F. Hervent, sekretaris van de WV. (v)
Heel wat belangstelling voor de kleinoden uit het museum, (v)
Het schipken, mooi opgetuigd, (v)
Jupiter, Vulcanus en Cu
pido.
GERAARDSBERGEN: 's
Zondags na St.-Bartholomeus
(24 oogst) Leutige Omme
gang met Reus, Reuzin en
kindje Baba.
HASSELT: Reus De Lange
Man (soort Lange Wapper).
KORTRIJK: Reuzin «Me
vrouw van Amarore».
Verder vindt men nog reuzen
te Wetteren, St.-Niklaas, Nij-
vel, Merchtem, Wieze enz...
Onthouden wij tenslotte dat de
bloeitijd der Reuzen-
Optochten zich situeert van
1500 tot 1750.
EERSTE REAKTIES
Dat sij die hier voor 't ogen
blik te Dendermonde geschie
denis plegen, op hun twee
oren slapen. Voor zover wij
het meemaakten, heerst er,
buiten een paar buitenbeentjes
die alles afkammen, een ge
voel van gerechtvaardigde
trots en sympatiseert zowat ie
dereen met degenen die ons
Peird en zijn talrijke familie
een splinternieuw vakantie
verblijf schonken. Vanzelf
sprekend zindert de vrees van
1952 nog na toen de Aal ste
naars ei zo na ons kostbaarste
bezit geschavield hadden.
Maar onze politiemacht werd
toch niet voor niets met enkele
eenheden versterkt en men
vraagt zich af wie zo vermetel
en zo driest zou wezen om die
mislukte peirdenroof nog eens
over te doen. Zij die het Peird
naar zijn nieuw verblijf heb
ben zien steigeren zullen er
wel anders over denken.
Was daar geen vernufteling
die in een Ketjes-Gazet durfde
schrijven dat twee Aalstenaars
geholpen hadden bij het bin
nendragen van 't beroemde
Ros?
Weldie heeft dan nog al
met spek geschoten die lieve
jongen, want wij waren er bij,
toen «het» gestald werd en die
twee Aalstenaars, verre van te
helpen, konden geen woord
uitbrengen van alteratie, van
het verschieten. Nee, zo'n
reuzenpeird hadden z'in hun
leven nog nooit te zien gekre
gen.
Toen alles op z'n plaats
stond vroeg de deken van de
Dendermondse panjers aan
één der Aalstenaars: «Awel
makker, wa peisde'r van, is da
nd nie schoejnner en grutter,
as heiren bastoerd van bala-
tom?» Waarop de sprakeloze
Aalstenaar zijn boerenspraak
terugkreeg en stamelde: «A-
JOYN!»
SJEEKSPIER