AALST TELT DRIE «MEER DAN HONDERDJARIOE»
RA1R0000ILDEN
N o ax '.-iK'i'ivr
Aalst is zowat het mekka van de balboogschieting. Eén derde van het
totaal aantal balboogmaatschappijen in ons land is Aalsters, d.w.z. de
drie Koninklijke balboogmaatschappijen die Aalst rijk is: St.-Serva
tius, de oudste gesticht in 1840, De Ware Vrienden met als geboorte
datum 1864 en ten slotte De Klauwaerts die nu ook weer reeds honderd
en zeven jaar bestaat. Slechts te Brussel, Tienen, Oostende en
Hemiksem vind jeer ook nog. Spijts de hoge leeftijd van de gildes vind
je op hun werking en aktiviteit geen ouderdomsplekjes terug. Iedere
week zijn de schutters present en de opkomst voor de jongste
koningsschieting - die slechts om de twee jaar georganiseerd wordt -
op Hemelvaartsdag en ingericht door de Aalsterse Verbroedering,
moet voor de besturen van de drie maatschappijen een werkelijk hart
onder de riem geweest zi jn
In het jaar van de folklore dat momenteel loopt verdienden deze
balbooggildes een plaats. Ten onrechte staan ze nergens vermeld,
want een ouder, «edeler» en folkloristischer volksgebruik voor «deftig
en gezond vermaak» dat te Aalst nog volop beoefend wordt is moeilijk
denkbaar, gezien de oorsprong van deze schuttersgilden. Geschiede-
Inis die praktisch op iedere bladzijde van onze «Vaderlandse
Geschiedenis» terug te vinden is, waar onze voorouders hun
gemeentelijke vrij heden verdedigden.
schap van de h. Bock.
Oorlogen zijn nu eenmaal
niet bevorderlijk voor het
gezelschapsleven en ook
St.-Servatius kreeg hiervan
tijdens de Eerste Wereldoor
log zijn deel. Een gedeelte
van de verslagboeken ver
dwenen en tot overmaat van
ramp ook alle bogen
Noodgedwongen werden
onder een nieuw bestuur in
1919 opnieuw bogen opge
spoord en het toeval hielp
want te Leuven was er niet
een gilde ontbonden. Voor
zitter Boel en sekretaris Jan
Waegeman vierden in 1920
het «koninklijk» worden van
de vereniging.
In 1962 nogmaals een ver
huizing en ditmaal naar wat
jaren later het definitief lo
kaal zou worden, het toen
malige café Van Stijvendae-
le op de Grote Markt, de
huidige Bristol.
Het jongste lid van de gilde
is koning: Rudi Quintijn»
GEEN OUDERE FOLKLORE
DENKBAAR
De diverse kruistochters
jkwamen er al bij al toch
;maar bekaaid van af. Een
van de redenen van hun
inederlagen was blijkbaar te
wijten aan het feit dat de
Turken gewapend waren
met kruisbogen.Tijdens la
tere kruistochten, kreeg
men te maken met kruisbo
gen voorzien van een stalen
veer. Terug in Europa werd
deze kruisboog gelanceerd,
_doch zo direkt werd het niet
"het populaire wapen van
onze stoere ridders die nog
lang de voorkeur bleven
geven aan lans en zwaard.
De gemeenten waren niet zo
edel geïnspireerd, voor hen
kwam het op de overwinning
aan, en rustten hun
krijgsvolk uit met die bogen,
uiterst geschikt voor de ver
dediging van de stadswal
len.
Het afdoende bewijs daar
van werd geleverd te Aalst in
1128 TOEN DE STAD AAN
GEVALLEN WERD DOOR
EEN ZEKERE Willem Cli-
ton. Deze veroveraar werd
gedood door een kruisboog
schot vanop de stadswallen
De verschikking van het
nieuwe wapen werd tijden
het Koncilie van Lateranen
in 1139 aangeklaagd en een
banvloek werd uitgesproken
:egen alwie dit wapen mocht
lanteren. Het doden ziet er
sok bij de middeleeuwse
nens dieper in dan de vrees
foor het geloof en de kruis-
Doog maakte verder furore,
ot het wapen achterhaald
verd door moderner vernie-
igingstuigen. Dan ging het
Je vreedzame toer op en
illeen sport en spel werd
njnddel.
3russel is zowat de baker-
nat geweest van deze sport
lie teruggrijpt op oorlogs-
:uchtige tradities. Tal van
erenigingen kenden hoog
tanzien tot zelfd de eer dat
oningen en prinsen jaar-
ijks ook weieens de boog
ianteerden. Eugène Mo-
iau van wie wij deze gege-
ensontlenen, citeert in zijn
orte historiek van de schut-
srssport volgende merk
waardige feiten: de graaf
an Egmont, Prins van Ga-
ere schoot zich koning in
551 en 1559. het waren de
ruisboogschutters van
•russel die protesteerden
ij de hertog van Alva tegen
e onthoofding van deze
raafhet waren ook zij die,
a zijn dood, op 5 juni 1568,
e wacht optrokken bij het
jk.
erder lezen wij dat onder
et Frans Bewind (1784-
314) en de periode van de
erenigde Nederlanden
815-1830) het schuttersle-
»n op non-aktief stond
et de Brabantse revolutie
789) werd voor het eerst
}wag gemaakt van «ballen»
3.v. pijlen. Na de Belgi-
:he onafhankelijkheid wer-
}n °P heel wat plaatsen in
is land, gilden gesticht,
aarvan er momenteel in
lel ons land nog negen
sstaan, waaronder de drie
alsterse.
KONINGSSCHIETING
iemaal gaat de aftredende
ning rond de wip en geeft
i arop drie achtereenvol-
ndescheuten, daarna vol-
n de andere schutters tot
vogel valt. Zo is het
ueel van de koningsschie
ting die tweejaarlijks op
Hemelvaartdag voor de drie
nog bestaande Aalsterse
maatschappijen elk in zijn
lokaal doorgaat.
In de voormiddag worden de
drie grote pluimen of «pana-
chen» samen met de muziek
van De Oude Garde, de
koningen van voor twee jaar
getooid met de aloude braak
en het geborduurde lint en
de schutters van de gilden
die zich verenigden in een
Aalsterse Verbroedering van
lokaal naar lokaal gedragen,
's Namiddags worden de
koningen aan huis afge
haald waarna in ieder lokaal
naar de koningsvogel ge
schoten wordt. De nieuwe
koning, krijgt na de schie
ting de braak overhandigd.
KALLE- EN BAZENSCHIE-
TINGEN
Met als inzet het kampioen
schap van Aalst gaan er in
Aalst drie bazenschietingen
door waarbij iedere gilde bij
De balboogschutters zoals op
het schilderij dat De Klauwaerts
in hun bezit hebben.
datum voor het nageslacht
te noteren.
Alles liep zomaar niet direkt
van een leien dakje: mate
riaal en bogen dienden aan
gekocht en een reglement
met niet minder dan veertig
art. onderverdeeld in drie
hoofdstukken werd uitge
kiend. Behoudens dat de
stemmingen met witte en
zwarte bonen dienden te
gebeuren was er een hele
reeks komplikaties uitge
dacht vooraleer men zich
uiteindelijk lid mocht ach
ten van het balbooggezel-
schap De Ware Vrienden.
Dat de ware vrienden de
goede zeden voor ogen had
den blijkt uit artikel 7 van de
statuten«Vloeken of erger
lijke woorden onder de wip
worden gestraft met een
boete van 0,25 fr, bij herha
ling een boete van 1 fr.»
UPS EN DOWNS
Wie een kastoestand van De
Ware Vrienden ziet eind
1879 merkt dat er 2,31 fr in
zit. De wip brak in 1881 en
pas in 1900 kon na een fikse
aderlating van de kas een
nieuwe «perche» geplaatst
worden.
Een hoogtepunt uit zijn ge
schiedenis kende De Ware
acnepens Marcei(st.-servatius), Gaby Temmerman(De Ware Vrienden) en Willy De Clercq(De Klau
waerts) als koningen '72 met de braak om de fiere hals. (jm)
vrienden onder voorzitter
schap van de h. Rochus De
Gheest. In 1902 ging men
zijn onderdak zoeken bij de
Groen poort.
De eerste wereldoorlog dun
de fel de rangen van de
gilde. Bovendien werden de
bogen door de bezetter op
geëist en toch konden mits
heel wat inspanningen de
eerste Belgische kampioen
schappen na deze oorlog
door De Ware Vrienden drie
jaar na elkaar gewonnen
worden. Een zwakke periode
rond de dertiger jaren, een
heropflakkering in '35 toen
een Ware Vriend-schutter P.
Clotman nationaal kam
pioen werd, en toen ging het
helemaal niet meer tot de h.
De Valkeneer Maurits nieu
we voorzitter verkozen werd.
De tweede wereldoorlog
remde opnieuw alles, tot na
de oorlog met de aansluiting
van de «Waterploeg» De
Ware Vrienden zich in een
verjonging en uitbreiding
mochten verheugen. In 1952
werd Edouard Ballinckx na
tionaal kampioen. Een
njeuw lokaal in 1961 met
nieuwe wip en goed bier. In
1964 vierde De Ware Vrien
den haar honderjarig be
staan.
de zustersmaatschappij
gaat schieten.
De «Kalle» is een vaste vogel
die in een kistje vol lekkers,
noten of karamellen ver
stopt zit, zodat wie de vogel
wil eerst het kistje moet
kapotschieten, zodat de
snoep «regent» voor de kin
deren van de schutters. Dan
krijgt de vaste vogel zijn
deel. Wie kallekoning wordt
heeft nog niet afgedaan
want het volgend jaar mag
hij de snoep financiëren om
het kistjeopnieuwtevullen.
KONINKLIJKE BALBOOG-
MAATSCHAPPIJ «ST.-SER
VATIUS»
Het waren de eerbiedwaardi
ge ingezetenen der stede
Aalst de h. Vlieberg, Breck-
pot, Boone, Van Cauwen-
bergh, Van den Storm, Van
Limbergen en De Meester
die in 1840 in hun lokaal op
de Graanmarkt» café «De
Gouden Ster» St.-Servatius
naam ontleenden en hier
mee een balbooggilde het
levenslicht schonken, dit op
de naamdag van de heilige
Servaas,
Vijfentwintig jaar lang deed
«De Gouden Ster» en St.-
Servatius het, tot in 1865 de
herberg verkocht werd en
het noodgedwongen naar de
«Tivoli»op de Dendermond-
sesteenweg ging. Daar werd
een eerste viering —25 jaar -
gehouden onder voorzitter-
terwijl Alfons Veillefon
voorzitter en Edward Scho-
ckaert sekretaris is.
DE WARE VRIENDEN
We schrijven 1864 wanneer
Cisken Wijmeersch, die te
Brussel onder de boter
deed, en ook te Aalst tracht
te zijn waren aan de man te
brengen, 's vrijdagsavond
wel eens aan de toog bij
Frans Van Rilaer durfde
blijven plakken. Zoals het
een goede Brusselaar be
taamd pochte hij over zijn
prestaties onder de bal-
boogwip te Brussel en Frans
samen met enkele vrolijke
jongens trok naar Brussel
op om die fameuze schietin
gen nueenstezien.
Cisken gaf zijn eigen boog
in bruikleen en was nu de
Voorzienigheid of den duivel
ermee gemoeid maar Frans
Van Rilaer legde zowaar een
zijvogeltje neer. Resultaat:
de volgende dag stichten de
nieuwe vrienden van de bal-
boog in de afspanning «Den
Meiboom», gehouden door
de juffers van Cleemputte,
de gilde «de Ware Vrien
den». Men zal het ons niet te
euvel duiden wanneer we
geen stichtingsdag kunnen
vooropzetten, doch met de
Brusselse inspanningen en
de geuze-lambik nog maar
net achter de rug, zullen de
stichters er helemaal niet
aan gedacht hebben deze
voltreffer op de zo begeerde
koningsvogel. Het bestuur
ziet er momenteel als volgt
uit: voorzitter de h. P.
Vlasschaert, ondervoorzit
ter de h. P. De Valkeneer,
sekretaris de h. G. Temmer
man, schatbewaarder de h.
J. Baeyen, leden de h. Van
Oudenhove Jaak en Pros
per, Gaston Permentier, Ed.
Ballickxen Petrus Linthaut.
DE KLAUWAERTS
Verschillende leden van de
vijf balboogmaatschappijen
die Aalst in 1867 rijk was ni.
St.-Rochus, Willem Teil, De
moedige Strijders, De Ware
Vrienden en St.-Servatius,
kregen het om politieke re
denen met elkaar aan de
stok en een tiental leden
deden zoals naar goede
Vlaamse gewoonte en richt
ten een nieuwe vereniging
op. De Verordening van De
KLauwaerts werden op 15
mei 1867 goedgekeurd in het
lokaal «De Ark Van Noë» in
de Molendries. De volgende
namen van de stichters
staan voor altijd geboekt in
de analen van de Klau
waerts: Deh. F. Beeckman,
K. DeConinck, J. Lenssens,
L. Lenssens, E. Rumbaut,
G. Van Mol en H. Van de
Voorde.
Of de Klauwaerts zin voor
het sinistere hadden of het
alleen een blik van gods
vrucht was, mag joost weten
als we het volgende artikel
uit de «verordening» lezen
«Op straf van een boete van
0,50 fr zijn de leden verplicht
deel te nemen aan de begra
fenis van een lid en aan de
Requiemmis voor de overle
denen».
De zin voor «de zeden en de
welvoeglijkheid» zoals in
het reglement omschreven
droeg er zorg voor dat tal van
vooraanstaande burgers der
stad lid werden zoals o.
m. de burgemeesters Van
Wambeek, Gheeraerdts, De
Hert, Bosteels, Moyersoen.
Na voorzitter C. De Paepe,
meer dan 25 jaar aan het
bewind leidde de h. Achiel
Eeman van 1904 tot 1927
de Gilde, met intussen de
verhuizing naar het huidige
lokaal «'t Gravenhof» in de
Pontstraat. De vierde voor
zitter de h. A. Meganck
oefende dit voorzitterschap
slechts zes dagen uit. De
ondervoorzitter de h. J. Her
mans volgde de overleden
voorzitter op, en bracht tus
sen de beide oorlogen de
maatschappij tot grote
bloei.
Deh. A. Liebaut volgde hem
op in 1949. Hij droeg er zorg
voor dat de Aalsterse ver
broedering ontstond en het
st.-Hubertusfeest uitge
bouwd werd.
In de meimaand van 1967
vierde de Klauwaerts feest
voor een honderjarige wer
king.
De vijftig- en zestiger jaren
brachten het fenomeel Mau
rice Lorie, die naast natio
naal kampioen ook stads- en
Klauwaertkampioen werd.
Bij dé klauwaerts wordt de
Verlorenmaandagschieting
in ere gehouden.
Hier komt de folklore volle
dig aan haar trekken. Her
haaldelijk werd het pro
gramma van deze schieting
in de loop denjaren gewij-
Uit de brosjure uitgegeven ter gelegenheid van het honderd
jarig bestaan van «De Klauwaerts» gingen wij even snuffe
len wat nu precies het balboogschieten inhoudt, want zo
tussen pot en pint op een schieting knik je als leek wel heel
heftig datje alles nu door hebt doch thuis gekomen achter de
schrijfmachine wordt het een heus gevecht met begrippen
als «braak», verlorenmaandagschieting«kallekoningen»
en het onvermijdelijke nare gevolg van het drankverbruik die
een schieting met zich meebrengt. Rasechte schutters bewe
ren dat het allemaal ongepaste en wansmakelijke uitlatingen
zijn over de drankexploten, doch in dit debat komen wij niet
tussen en laten de bewering die kwade tongen wel eens
fluisteren, dat schutters allerhande de strafste drinkers zijn
van het wereldrond, in het midden voor wat zij is.
De balboog is een kmisboog, waarvan de kracht aangedre
ven wordt door een stalen dwarslat die aan de twee uiteinden
verbonden is met een «pees». De balboog heeft een loop als
een geweer, maar weegt tussen de 10 a 14 kg.
De «pees» en de lat worden opgespannen met een speciale
hefboom. Vroeger schoot men met ballen bestaande uit ver
harde klei. Thans schiet men met ballen bestaande uit een
mengsel van lood en antimonium. De ballen wegen ten hoog
ste 17 gr. Met de balboog wordt naar omhoog geschoten op
een hoogte van 18,20 m. De bal wordt opgevangen door een
net bestaande uit zware zeildoek, dat boven de vogels is
gespannen, zodat de bal niet willekeurig in de ruimte vliegt en
er geen gevaar is voor de omstaanders. Wel valt de bal in de
onmiddellijke omgeving van de schutter, die de val van de bal
gemakkelijk kan volgen, zodat er ook voor hem weinig gevaar
is. De ballen worden door de schutters zelf gegoten, naar het
kaliber van elk wapen. Indien de ballen niet beschadigd zijn
kunnen ze opnieuw gebruikt worden. Elke schutter beschikt
over een eigen pasgat en slijpmes om de ballen op de ge
paste dikte te draaien en om de beschadigde ballen terug fijn
te maken. Een gepaste bal moet zuigen in de loop van het
wapen. De beschadigde ballen worden hersmolten. Het vo-
gelrek bestaat uit een metalen lat met zeven pinnen. Daarop
worden zeven vogels in hout geplaatst. Men noemt dat losse
vogels omdat ze van de pin vliegen of vallen wanneer ze
geraakt worden. Bij een koningsscheut wordt er geschoten
op een vaste vogel. Dat is een vogel in hout van willekeurige
vorm, die vastzit op een gespleten pin die een veer vormt en
de vogel gespannen houdt. Zo een vogel zal wel twintig maal
moeten geraakt worden vooraleer hij beneden valt. Men
schiet om beurten, per peleton van zes mand. De vogels
moeten in volgorde, van een tot zeven, worden afgeschoten.
Een verkeerde vogel telt niet. Bij elke schieting is er een inleg.
Gewoonlijk wordt deze inleg onder vorm van prijs of prijzen
aan deze die het meest vogels heeft, uitbetaald. Soms schiet
men ook op een onbekende vogel. Dan wordt er na de schie
ting geloot om te weten aan welke vogel de prijs wordt toege
kend. Het wapen is, ofwel eigendom van de maatschappij,
ofwel eigendom van de schutter. Soms schieten verschil
lende leden met hetzelfde wapen. Nieuwe bogen worden niet
meer gemaakt. De stalen latten die in uitzonderlijk geval bre
ken worden nog vervangen door nieuwe. De «pezen» worden
door de schutters zelf gemaakt. Balboogschieting is geen
dure sport. Zij vraagt van de schutter geen speciale uitrus-
tingskosten. De schietingen worden gehouden de zondag
namiddag van 14.30 uur tot 18 uur, gedurende de maanden
mei tot en met september.
zigd. Soms moesten de
schutters bij het schieten
een hoge hoed dragen, een
ander keer dienden zij een
blauwe kiel aan te trekken,
andere jaren moest bij lot-
trekking een grap worden
uitgehaald.
Later is men begonnen met
het gezicht te verven, tel
kens een vogel neergehaald
werd. Daarbij kwam dan nog
het «sicatief» of het onont
beerlijke «witteke» per vo
gel, opdat de verf goed zou
drogen.
DE AALSTERSE VERBROE
DERING
Vroeger kon men gewagen
dat de balboogschutters te
vinden waren onder de ge
goede burgers van de stad.
Sport en ontspanning was
honderd en meer jaar gele
den bijlange niet het deel
van iedereen. Zoals alle
sporten kende ook de bal-
boogsport zijn demokrati-
seringsproces en terecht.
Ook de nijd tegen een ande
re vereniging is eruit te
Aalst, wat niet wegneemt
dat zowel St.-Servatius, De
Ware Vrienden als De Klau
waerts steeds in een gezon
de wedijver tegen elkaar
staan, doch als vrienden
want sedert 1954 is er een
konkrete vorm van samen
werking tussen de drie gil
den in de schoot van de
«Aaalsterse Verbroedering».
Deze bestaat uit drie afge
vaardigden per gilde en men
houdt zich voornamelijk be
zig met de organisatie van
de nationale schieting op
zondag 7 juni om 14 uur aan
de voet van het Belfort. Daar
nemen de Aalstenaars het
tegen elkaar en tegen de
resterende overige zes klubs
van het land op.
Spijts hun meer dan hon
derdjarig bestaan zijn de
mannen van de Grote Markt,
de Geraardsbergsestraat en
de Pontstraat niet bang dat
de boog zal bibberen in hun
hand wanneer dé vogel moet
neergehaald worden, een
jongere generatie heeft in de
balboogsport zijn ontspan
ningen sport gevonden
Johan Velghe
Het was de oudgediende
Petrus Linthout die niet zon
der strijd op 23 mei jl. de
nieuwe koning werd en dit
met 'een honderd procent
ien.(J^OiaarlijkSe schieting op Hemelvaartsdag wordt voorafgegaan door een optocht naar de loka-
De Voorpost -29-6-74-19