Arr. Aalst VRIJE TRIBUNE K.P. P.V.V. AALSTERS KORT NIEUWS B.S.P. V.U. SPEELSTRAATJE ZONDER EINDE Zo zie je dan maar weer Katten in 't stadhuis 2-29-6-74 - De Voorpost De redaklie heeft hel reehl de/c teksten in te korten DUIDELIJKE STANDPUN TEN Nadat de regering in de voorbije week het vertrou wen van de Senaat heeft gekregen, is tijdens de daar opvolgende dagen de poli tieke toestand in dit land duidelijker geworden. Men is gaan beseffen, mede door de uitspraken en stellingna men van de verschillende politieke partijen, dat op het ogenblik geen andere rege ringsformule mogelijk is. Diudelijk is ook dat het socialistisch argument, hun zogezegde uitsluiting door een anti-BSP frontvorming, een middel is om de interne verdeeldheid te verbergen. Nochtans moet het land geregeerd worden. De her haalde regeringskrisissen met onvermijdelijk de perio den waarin een degelijk bes tuur onmogelijk was, heb ben de voorbije twee jaar de bevolking veel gekost en vandaag krijgen wij de weer slag door de stijgende le vensduurte. Inmiddels krij gen de partijen de gelegen heid om hun standpunten met het oog op de belangrij ke beslissingen van morgen duidelijker te gaan bepalen. Aan de zijde van de CVP heeft de voorzitter resoluut verklaart dat de kloof tussen de socialisten en de CVP op het ogenblik onoverbrug baar is. Voor de grote knel punten van vandaagge westvorming, abortus, mde pluralistische school in het onderwijsbeleid staan deze partijen regelrecht tegeno ver elkaar. De Waalse Socialisten ma ken zich anderzijds klaar en hun BSP-voorzitter Cools opteert voor de lange oppo sitie door reeds de rol van de BSP als oppositiepartij vast te leggen en de reorganisa tie van LINKS te prediken. Daarbij is het niet denkbeel dig dat de stelligen van de Socialisten voor de toe komst verder gaan dan de schuchtere pogingen die de BSP in het verleden heeft ondernomen met Baeyens en consoorten op de weg naar het staatskapitalisme. Een positief geluid klonk vanwege de voorzitters van de Vlaamse regeringspartij en nl. de heren Grootjans en Maertens die opriepen tot nieuwe besprekingen bin nen het Vlaamse front dat te Steenokkerzeel tot stand kwam. Hoopgevend is het akkoord van de V.U. om de besprekingen te hervatten waardoor men vaststelt dat de bruggen niet zijn opge blazen voor de tweederden- meerderheid in de herfst, noodzakelijk voor de defini tieve regeling van de ge westvorming. Inmiddels tracht de ploeg Tindemans de verloren tijd van de voorbije crisissen in te halen. Kordaat heeft de huidige bewindsploeg de strijd tegen de inflatie aan gebonden. Daarnaast dient de regering een ontwerp van voorbereidende fase tot ge westvorming in. De uit spraak hierover door de par tijen zal een richtlijn zijn voor hun ingesteldheid te genover de nieuwe geregio naliseerde België, dat toch door de kiezers wordt ge wenst. Ee negatieve en af brekende houding van om het even welke partij of groep tegenover de nieuwe strukturen zal nu meer dan ooit streng worden afge keurd. Het N.C.M.V. en het Algemeen Middenstandsverbond van Aalst vormden een werkgroep samen met afgevaar digden van de dekenijen om de mogelijkheid te onderzoeken om snel tot een konkreet en realiseerbaar plan voor stadskernvernieuwing te Aalst te komen. (cfr. artikel «Wandelstraten laatste redplank voor kleinhandel De Voorpost dd. 14/6/74). Recentelijk bracht de werkgroep een bezoek aan de verkeersvrije centra van Rijsel en Kortrijk. In september a.s. komt de werkgroep opnieuw bijeen om de konklusies te trekken uit de opgedane ervaring en te onderzoeken in hoeverre deze te Aalst van nutte kunnen gemaakt worden. Maandag a.s. krijgt de Grote Markt vijftien nieuwe Heraldische vlaggen. Deze vlaggen, uitgevoerd naar de oude ontwerpen, zullen zoals voorheen opgehangen worden aan het Stadhuis, Graaf van Egmont, Krediet bank, Beurs van Amsterdam. Ze vervangen de vlaggen die het tijdens het Dirk Martensjaar begaven. Burgemeester De Bisschop en Schepen Van Den Eede hebben op maandag 24 juni 1974 de stichtingsvergade ring bijgewoond van de vereniging van Historische Steden van België. De stichtende leden zijn: Aalst, Antwerpen, Binche, Brugge, Brussel, Diest, Geraardsbergen, Hasselt, Hoei, leper, Kortrijk, Leuven, Luik, Verviers, Bergen, Namen, Nijvel en Oudenaarde. Tijdens de daaropvolgende algemene vergadering werd de heer Van den Abeele, schepen te Brugge, tot voorzitter benoemd. De heer Save van Mons werd benoemd tot ondervoorzitter. De heer Van den Eede, schepen te Aalst, werd opgenomen in de beheerraad van de nieuwe vereniging. Een «aanval in regel» op het beleid van de KOO tijdens de jongste vergadering van de Raad voor problemen van de Derde leeftijd. Meer bepaald werd aan de kaak gesteld dat bejaarden die in een rusthuis verblijven en een verlof willen doorbrengen toch de volle pot voor verblijf moeten neertellen. Ook kon men het daar niet zo goedkeuren dat driemaalzestigers bij opname in een van de rusthuizen alle bezittingen moeten aangeven. Na een zogeheten Kulturele put in de Molenstraat, een achterklapcentrum voor kulturele aktiviteiten in de Keizershallen is Aalst nu ook een fluistermastodont rijk. Naar het heet bestaat de mogelijkheid om een volwaardig, nou ja, kultureel centrum in te bouwen in een bioskoop hier ter stede. Eerst de tussenkomst in de gemeenteraad afwachten. Misschien kan men daar de plannen die met duizelingswekkende snelheid op ons afkomen ook niet meer volgen. Intussen blijven de verenigingen die een wat ruimere zaal nodig hebben toch maar lekker in de kou. Nog een aflevering van het «Jackpot-vervolgverhaal». De gemeentewet van 15 februari '73 wordt herzien. Het voorstel komt erop neer dat «die in winst in geld toelaten» wordt geschrapt. Door weglating van deze termen zou men de kans hebben om degelijker en vooral gemakkelij ker kontrole en optreden te bewerkstelligen. Of men zich aan een tweede verbreking van het Hof van Kassatie tegen uitspraak van de korrektioneele rechtbank van Hoei kan optrekken om het pldsaatselijke reglement efficiënt te gaan toepassen moet normalerwijze op de eerstko mende vergadering van de gemeenteraad naar voren komen. HET VERANDERT MAAR HOE? De indeks der kleinhandels prijzen zet zijn opmars ver der. Na in april met 1,73 punt te zijn gestegen, en in mei met 1,80, verwacht men over het algemeen voor juni een stijging met 1,86 punt. Aan het huidige ritme zou de stijging der prijzen voor het jaar 1974zowat 17% kunnen bedragen. We gaan ons niet bezighouden met de lange reeks der waren die duurder zijn geworden, vermelden we alleen maar dat de minis tersvan Ekonomische zaken zelf enkele dagen geleden aankondigden dat de ko- lenprijs op 1 juli met 500 fr per ton zou verhoogd wor den... Een gepensioneerde stuur de aan onze KP—krant een briefje waarin hij zijn situa tie tengevolge van deze prij- zenstijgingen uiteenzet. Se dert januari 1974 werd zijn pensioen tengevolge van de koppeling aan de indeks twee maal (met vertraging weliswaar) verhoogd. In to taal bedroeg dit 699 f. Maar alleen reeds door de toege nomen afhouding aan de bron, de stijging van zijn huishuur (eveneens aan de indeks gebonden), wat hij meer te betalen kreeg aan elektriciteit, gaz en verwar ming, koffie en een paar andere onmisbare zaken, zonder het geheel van de eetwaren in rekening te ne men, krijgt hij op één maand 741 fr méér te betalen. Om 1974 niet slechter te leven dan in 1973, zo besluit hij, zou ik niet 699 fr méér moeten krijgen, maar het dubbele ervan! Maar de'regering onder de leiding van de man met wie het anders zou worden doet iets! Oh! ja, zo heeft ze de voorwarden voor de aanko pen op krediet verzwaard en worden alle aanvragen voor openbare bouwwerken voor vier maanden (van 1 juni tot einde september) in de schuif gelegd. Daar zijn inbegrepen, de schoolge bouwen en de sociale wo ningen. Men kan van de aankoop op afbetaling denken wat men wil, maar het is duidelijk dat het de kleine man moeilijker wordt gemaakt. Hij moet zijn spaarcentjes maar wat langer aan de spaarkas toe vertrouwen, waarbij hij dan tengevolge van de waarde vermindering van het geld veel minder aan intrest krijgt dan hij aan koopkracht ver liest. Hij krijgt 4 of wellicht 8 bij plaatsing op termijn, maar kan voor 1974 zowat 17% verliezen! Voor wat het bouwen betreft zijn de gevolgen niet minder erg. Betreft het een jong bouwlustig paar, de kans op een sociale woning wordt kleiner, het gespaarde geld verliest aan waarde, de grond wordt duurder, de vooraf ter beschikking te stellen som wordt verhoogd en de intrestvoet stijgt met de dag. Intussen zijn er op de 3,5 miljoen woningen in ons land 1,5 miljoen verbe- terbaar maar ongezond en 450.000 krotwoningen. Zelf de onvoorwaardelijke sup porters van Tindemans die de redaktie van «Het Volk» vormen, schrijven in hun nummer van 22 en 23 juni als titel aan een artikel dat protest van de Naionale Maatschappij voor de Huis vesting behandelt: «Bou wen is niet meer te betalen». En daar wordt nog aan toe gevoegd, dat op dit ogenblik in de totale kostprijs van een woning niet minder dan 22% aan belastingen en taksen zit, of voor een wo ning van 800.000 f (wie bouwt die?) niet minder dan 175.000 f, terwijl men dan een premie krijgt van 60 of 70.000 F. Maar intussen rijzen in Brussel en andere grote steden de torengebouwen als paddestoelen uit de grond en worden er met de grondspekulatie miljoenen en miljarden verdiend. Het zou anders worden en het wordt inderdaad anders, MAAR HOE?! Ray De Smet Senator Vernïmmen heeft bij de bespreking van de begroting van Middenstand op duidelijke wijze de poli tiek van de B.S.P. terzake toegelicht. Hij heeft er trouwens op gewezen dat de Midden standers zich door de stand punten van hun eigen orga nisaties opsluiten in een ghetto- sociale zekerheid Deze ghetto- sociale zeker heid is trouwens nu reeds de oorzaak van heel wat mis- noegheid - men vergelijkt de vergoedingen en toegeken de pensioenbedragen aan het werknemersstelsel en men schep, ik zou bijna zeggen, automatisch een klimaat van misnoegdheid. Daarom zijn wij trouwens de mening toegedaan dat de pensioenen zowal als ande re vergoedingen, moeten gekoppeld worden aan het inkomen. En de toekomst dat betekent voor ons hetzelfde pensioen voor iedereen, loontrekken- den en zelfstandigen. Dat is ook de reden waarom de basisprincipes dezelfde moeten zijn, dus het pen sioen en andere vergoedin gen koppelen aan het inko men. Ik stel echter vast dat ook de werkgroep belast met de studie van het sociaal sta tuut der zelfstandigen in zijn verslag over de sociale pro- grammatie 1975 - 1980 deze gedachtengang verwerpt. Ik meen dat de midden standsorganisaties op dit terrein een grote verant woordelijkheid nemen, de gevolgen ervan zijn dat het onbehagen nog verder zal toenemen en dat waar schijnlijk nog meer kleine handelaars het zelfstandig beroep zullen verlaten». Ten tweede meen ik dat wij moeten streven naar een werkelijke oriënteringswet opdat de zelfstandigen voor al in de distributiesektor steeds meer en meer be zorgt zijn over hun toe komst. Wij zijn steeds van oordeel dat de oplossingen, die aan de problemen van de distri butie moeten gegeven wor den, er niet mogen in be staan de problemen tot een later tijdstip te verdagen. Aldus handelen zou be drieglijk zijn en in het geheel niets oplossen. Het is daarentegen noodza kelijk de oriënteringen van de distributie voor de ko mende jaren vast te leggen 1) door het kommerciëel apparaat harmonieus te in tegreren in een koncept van ruimtelijke ordening waarin rekening wordt gehouden met de bestaande kommer- ciële centra; 2) door de mededinging te bevorderen en de zich afte kenende multinationale ten dens in de grote distributie de pas af te snijden; 3) door de zelfstandige han del de toegang tot de nieuwe distributietechnieken te ga randeren. Kortom, wij zijn van mening dat het Parlement een wet ter oriëntering van de distri butie moet stemmen. Ten derde: aansluitend daarbij is het probleem van de inplanting van grote ver koopruimte. Wijzijn voorstander van o- vergangsmaatregelen tot af remming van de inplanting van grote distributiebedrij ven, waarvan de totale be bouwde oppervlakte meer bedraagt dan 1.500 m2 Inderdaad, het plotselinge, zelfs tijdelijke - verbod van elke nieuwe inplanting van grote verkoopruimten houdt het risiko in verscheidene bedrijven te beletten een evenwicht te vinden tussen hun vestigingen in de stads centra en hun vestigingen in de periferie, wat tot hun verdwijning zou kunnen lei den. Een verdwijning die werk loosheid tot gevolg zou heb ben maar ook ernstige moei lijkheden voor de zelfstan dige handelaars van de stadscentra wier belangen gemeenschap met die be drijven niet meer hoeft aan getoond te worden. Bovendien zou de blokke ring de problemen van de zelfstandigen geenszins op lossen maar ze enkel in de tijd verschuiven. De blokke ring zou tevens de oligopo- lische tendensen in de grote distributie versterken door een wettelijke, niet te door breken dam op te werpen tegen de verschijning van nieuwe bedrijven op de markt. Het is duidelijk dat er geen sprake meer kan zijn van de grote distributiebe drijven toe te laten zich om het even wanneer, om het even hoe en om het even waar te vestigen. Een kon trole," een planning van de nieuwe inplantingen dringt zich op> Deze planning moet afgestemd zijn op de nieuwe te bevredigen behoeften en op de heropleving van de bestaande kommerciële centra. Deze planning zal de aanwijzingen van de ekono mische planning in de feiten moeten omzetten, rekening houdend met de stedebouw- kundige normen en de stad centra, wat inhoudt dat een instelling moet belast wor den met het opmaken van de inventaris van het huidige kommerciëel apparaat. Of de regering Tindemans in de geschiedenis van het land als een grote regering geboekt zal worden, kunnen we van zelfsprekend vandaag nog niet weten. In elk geval zal niet be weerd kunnen worden dat deze regering in de eerste maanden van haar bestaan geslapen heeft. Soms is de haast waarmee wetsontwerpen op papier ge zet worden, eerder van ver dacht allooi. Een voorbeeld hiervan is de voorlopige ge westvorming waarmee deze voorlopige regering deze pro blematiek voorlopig wil rege len. Kwatongen beweren dat zulks gebeurt op bevel van MPW-Minister Perin. Kwaton gen hebben niet altijd onge lijk Een ander voorbeeld van gauw-gauw-een-ontwerp is het «Ontwerp van wet tot instel ling van een gewaarborgd in komen voor eenieder» dat in de Senaat werd ingediend en dat de regering nog vóór de vakantie-periode gestemd hoopt te krijgen. Het is een schoolvoorbeeld van een Wet die niets oplost, maar die het prestige van deze regering op sociaal gebied moet omhoog helpen. Daarenboven pronkt deze regering in dit geval met andermans centen. Maar laten we op de uiteenzetting niet vooruitlopen en bedoeld wets ontwerp even van naderbij bekijken. De regering stelt voor dat in onze wetgeving het recht zou ingeschreven worden op een bepaald inkomen voor ieder een, uitsluitend op grond van het feit dat men onvrijwillig in staat van behoefte leeft. Voor bejaarden bestaat zulk recht reeds, voor minder-validen eveneens en een soortgelijke wet bestaat ook inzake kinder bijslag. Deze nieuwe wet moet dus aan alle volwassenen die onvrijwillig behoeftig zijn en van niemand iets kunnen krij gen, een minimum-inkomen waarborgen. Tot zover kunnen wij dat toejui chen. De Volksunie heeft trou wens op haar Kongres van 1971 de eis gesteld dat elkeen een minimum-inkomen zou hebben van 85.000 fr. per jaar. Voor een nationalist is het on aanvaardbaar dat de gemeen schap een deel van de bevol king uit de algemene welstand zou uitsluiten. Deze nieuwe wet lost echter niets op, zoals reeds gezegd. Een gezin bv. zal krachtens de nieuwe wet met ingang op 1 januari 1975 een maand inkomen ontvangen van 5.372 fr., hetzelfde bedrag I trouwens als voorzien is in het kader van het zgn. gewaar borgd inkomen voor bejaar den. Een alleenstaande be hoeftige de meerderheid zal 3.915 fr. per maand ont vangen. Wie kan daar mee rondkomen? Deze kleine bedragen zullen slechts voor de helft uit de staatskas komen. De helft van de financiële lasten die uit deze wet gaan voortvloeien, zullen door de plaatselijke COO moe ten gedragen worden. De rege ring pronkt hier dus met an dermans centen! Ons besluit over dit wetsont werp kan kort zijn: Alhoewel het hier in feite om een behar- tenswaardig initiatief gaat, lost deze wet het probleem van de armoede in België niet op. Daarenboven gebeurt dit dan nog gedeeltelijk met ander mans centen. De Volksunie blijft dus pleiten voor een gron dige en moedige aanpak van het probleem van de armoede in België. Tijdens haar Kongres van 1971 heeft de Vlaams- nationale partij een moedig voorstel terzake gedaan én bewezen dat het probleem kan opgelost worden. Op de steun van de Volksunie kan dus ge rekend worden! Dr. R. Van Leemputten, volksvertegenwoordiger. Na advies van de Aalsterse Koördinatie- en adviesraad voor de jeugd werd door leden van de politie in een aantal straten dezer stad een formulier rondgedeeld waarop drie vragen. Vindt U de idee van speelstraten goed? Vindt U dat uw straat hiervoor gepast zou zijn? Indien neen, waarom? Zonder daarbij in details te treden willen we de uitslag hier weerge ven: ongeveer de helft van de on dervraagden vindt de idee goed, de andere helft staat er negatief tegenover. Als het dan over de eigen straat gaat is er een ruime meerderheid die het speelstraten- spelletje niet zo best kan lijden. Daarbij dienen we dan op te mer ken dat bijna zeven tienden van de mensen die er absoluut geen gra ten in zien in dezelfde straat huist. Als we het goed hebben begrepen betekent ditook al kan een derge lijke mini-enquête voor die uit spraak geen borg staan, dat het merendeel der bevolking niet zo te vinden is om de kinderen hun ter rein, de straat, terug te geven. Wanneer we de redenen voor deze negatieve houding inzien dan rij zen er toch wel een paar vraagte kens. Zo komt overal 'rustversto ring' als neen-argument voor. Anderzijds treffen we ook overal aan: parkeerprobleem, verkeers moeilijkheden, verkeerde ge woonte. Of onze wagens dan wel de kinderen de grootste rustver stoorders zijn komt blijkbaar bij een ferm pak inwoners dezer goe gemeente niet op. En natuurlijk is op de straat spelen een verkeerde gewoonte, stel je maar eens voor dat er straks in een dergelijke straat een kleintje overhoop wordt gereden. Alsof dat nu minder ge beurt. Een paar argumenten kun nen wel door de beugel: BE ROEPSREDENEN, EVEN TUELE SCHADE. Maar is het er niet glad naast de kinderen te laten opdraaien voor een verkeerssitua tie die volwassenen hebben ge schapen. De mens centraal, het komt in ie dere toespraak, elk programma van mensen die het voor het zeg gen hebben voor. Als we dan even naar onze straten lonken wordt het toch wel een gevaarlijke slogan. Want daar kan je niet onderuitde straat is er voor de auto. Nu is neen-stemmen voor een speel straat in dat verband waarschijn lijk klein bier maar het tekent dui delijk een mentaliteit. En die men taliteit maakt de auto absoluut al leenheerser eens hij buiten onder dak komt. Wie het al te kras vindt moet maar eens verklaren waarom kinderen wel het verkeersregle ment mogen leren maar geen ruimte krijgen om te spelen. Er is niet zoveel speling mogelijk. Ook al komt het hier naar voren dat die speel stratenaffai re vooral ons op de maag ligt toch is er meer. Als we de auto zijn gang zo graag wil len laten gaan dan moeten we er alle risiko's maar bijnemen. Dus niet meer kankeren als straks een hoogvlieger de helft van een klas van de stoep maait. De auto is baas en wij hebben het gewild, willen het steeds meer. Dat leerde ons het enkwest hier ter stede uit gevoerd. Vermits de doos op vier wielen wat is jouw wagen meer? geen ruimte laat aan de kinderen is het minste wat we kunnen doen op zoek te gaan naar bcschermmaatrcgelen. Hard te gen hard. Stellen wij voor aan elke school remputten te graven, Dat zijn kuilen over de breedte van een straat waar je aan meer dan 30 per uur onvermijdelijk een stel assen breekt. Misschien helpt een agent met een paar schrijf boekjes en machinegeweren ook wel. Kan het in een stad waar de guillotine al zolang in de vergeet hoek is geplaatst nog doorgaan dat kleuters worden vermoord? Liefst dan nog onder het waakzame oog van mama aan de overkant. Hoe ver ligt het einde van het speel- straatje eigenlijk ANDRE HEYVAERT Mensen met een moederhart, mag ik een beroep op jullie doen. Mag ik jullie vragen in deze van onmogelijk te ver wijderen huisvuil —stinkende konsumptie-antimaatschappij de meest verheven gevoelens aan te spreken. En is het niet zo dat zorgzame, moederlijke intenties nog altijd op een van de hoogste trappen staan. Heren, kom en ga met me binnen in de nederige stulp die ik in afwachting van andere tijden voor die arme sloortjes heb laten klaarmaken. Het was burgemeester De Bisschop duidelijk aan te zien dat het hem hoog zat Aan hart en hoofd. En al zei hij niet woordelijk wat we hierboven neerpenden, het gelaat spreekt boekdelen. Om wat we een penibele situatie dun/en noemen duidelijker te situeren: de geheime zitting van de jongste Aalsterse gemeenteraad was net afgewerkt of onze eerste burger kwam, armen in de lucht, naar buiten gestormd. De schrijversbende stond, weg gedoken voor een onweer dat even voordien de openbare zitting was komen opfleuren, nog wat te kaarten. En plots was er midden die zwaar op de hand liggende problemen van poen tot poen een luchtige sliert. Alsof we daarmee voor de verschijning van de burgemeester iets nieuws zouden vertel len. Overkop als hij was stamelde hij een paar zinnen waar van we enkel ontcijferden: sloortjes, wichten, en zeggen dat ze d'r soms geld voor over hebben. Aaneenknopen bleek onmogelijk en vermits je waar dat niet absoluut noodzakelijk blijkt een stadhuisvader niet tegen de kar rijdt, zwegen we als een graf. Burgemeester in een niet nader te benaderen ge moedsgesteltenis de kletsende regen in. Met frisse tegenzin dachten we zo. We vermoeden zelfs dat het in de richting was van wat «de nederige stulp» werd genoemd. Zekerheid daaromtrent hadden we ook niet. Het kon zoveel verbergen. Waarom geen bewaarplaats voor op de stadhuistrappen te vondeling gelegde baby's. Vermits we het geboortecijfer en de op dat punt wel vrij bezorgde planning van de bewoners dezer stede ongeveer raden, beseften we zo direkt dat deze pronostiek slechts een geestesbuiteling kon zijn. Waren we reeds verzeild in een Aalst-2000-situatie? We dun/en het niet zo best neerschrijven recht op antwoord weet je wel MAAR IN VERBEELDING ZAGEN WE EIGENLIJK EEN OF ANDERE stadhuisspelonk met klandestiene mensproduktie. In flessen of zo. Ten einde raad wendden we ons dan maar tot de van dienst zijnde zaalwachter. De man voelde zich geen onrecht aangedaan omdat we zolang in het ijle hadden ge test. En het zat zo. Waren erin de buurt een paar habitués die al maandenlang onbetaalde kost en inwoon genoten. Vrou welijke kostgangsters echter en zoals dat wel meer gebeurt, de katjes waren in het donker geknepen. Met als uiteindelijk resultaat'een niet zo direkt voorziene bevolkingseksplosie. Drie kan je wel nog lijden maar plots veertien katten aan de bel hebben is wel wat van het goede teveel. Dat was nu echter precies het grote probleem op het Aalsterse stadhuis. Omdat de burgemeester geen officiële verklaringen aflegde hebben we hier de baan vrij. Onvermijdelijk, dat zijn we onze status van dierenvriend verplicht, zal het uitdraaien in een splijtend pleidooi voor de katten. Of waarom ze in hun zo vertrouwde omgeving moeten blijven. Vooreerst zijn deze blazende, spinnende, krollende, miauwende huisdiertjes voorbeelden van 'hoe je steeds op de pootjes moet vallen'en 'aan het potje likken'. Als de kat van huis is... lijkt ons al te ordinair maar de kat uit de boom kijken zal wel al eens van toepassing blijken te zijn. Sommige mensen die ook al niet zonder handschoenen aan te pakken vallen zullen ons denke lijk heel goed begrijpen. Met veertien eksemplaren in de buurt moet het ook niet zo bijster moeilijk zijn om de kat erin of gewoon te sturen. Duidelijk kan het nu worden welk onder scheid men mag, kan en moet maken tussen een kat een kat of een beest met vier poten te noemen. Dat alle katjes in het donker grauw zien is heus niet alleen van toepassing op het domein van de specimens waar we het over hebben. Even min dat men met veertien stuks zich wel zal zien te redden voor wat het verkopen IN zakken betreft. Dat we straks op het stadhuis zo welkom zijn als een kat in een bontwerkers winkel nemen we er graag bij, wie met de kat speelt wordt gekrabd. Ten slotte, de kat van de bakker heeft het toch steeds gedaan. Om niet helemaal lullig te eindigen willen we toch wel een serieuse raad meegeven: als het ginds op de grote Markt zo doorgaat met fokken van beestjes bedoelen we dan zou de kater wel eens de koord op kunnen. Als iemand het ons kwalijk neemt dat we de kat een bal aanbonden dan hebben we wel een afwimpeltje dat kan tellen: je moet ons evenmin bij het spek zetten als die lieve beestjes. ANDRE HEYVAERT

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 2