Arr. Aalst
VRIJE TRIBUNE
K.P.
P.V.V.
AALSTERS KORT
NIEUWS
B.S.P.
V.U.
SPEELSTRAATJE ZONDER EINDE
Zo zie je dan maar weer
Katten in 't stadhuis
2-29-6-74 - De Voorpost
De redaklie heeft hel reehl de/c teksten in te korten
DUIDELIJKE STANDPUN
TEN
Nadat de regering in de
voorbije week het vertrou
wen van de Senaat heeft
gekregen, is tijdens de daar
opvolgende dagen de poli
tieke toestand in dit land
duidelijker geworden. Men
is gaan beseffen, mede door
de uitspraken en stellingna
men van de verschillende
politieke partijen, dat op het
ogenblik geen andere rege
ringsformule mogelijk is.
Diudelijk is ook dat het
socialistisch argument, hun
zogezegde uitsluiting door
een anti-BSP frontvorming,
een middel is om de interne
verdeeldheid te verbergen.
Nochtans moet het land
geregeerd worden. De her
haalde regeringskrisissen
met onvermijdelijk de perio
den waarin een degelijk bes
tuur onmogelijk was, heb
ben de voorbije twee jaar de
bevolking veel gekost en
vandaag krijgen wij de weer
slag door de stijgende le
vensduurte. Inmiddels krij
gen de partijen de gelegen
heid om hun standpunten
met het oog op de belangrij
ke beslissingen van morgen
duidelijker te gaan bepalen.
Aan de zijde van de CVP
heeft de voorzitter resoluut
verklaart dat de kloof tussen
de socialisten en de CVP op
het ogenblik onoverbrug
baar is. Voor de grote knel
punten van vandaagge
westvorming, abortus, mde
pluralistische school in het
onderwijsbeleid staan deze
partijen regelrecht tegeno
ver elkaar.
De Waalse Socialisten ma
ken zich anderzijds klaar en
hun BSP-voorzitter Cools
opteert voor de lange oppo
sitie door reeds de rol van de
BSP als oppositiepartij vast
te leggen en de reorganisa
tie van LINKS te prediken.
Daarbij is het niet denkbeel
dig dat de stelligen van de
Socialisten voor de toe
komst verder gaan dan de
schuchtere pogingen die de
BSP in het verleden heeft
ondernomen met Baeyens
en consoorten op de weg
naar het staatskapitalisme.
Een positief geluid klonk
vanwege de voorzitters van
de Vlaamse regeringspartij
en nl. de heren Grootjans en
Maertens die opriepen tot
nieuwe besprekingen bin
nen het Vlaamse front dat te
Steenokkerzeel tot stand
kwam. Hoopgevend is het
akkoord van de V.U. om de
besprekingen te hervatten
waardoor men vaststelt dat
de bruggen niet zijn opge
blazen voor de tweederden-
meerderheid in de herfst,
noodzakelijk voor de defini
tieve regeling van de ge
westvorming.
Inmiddels tracht de ploeg
Tindemans de verloren tijd
van de voorbije crisissen in
te halen. Kordaat heeft de
huidige bewindsploeg de
strijd tegen de inflatie aan
gebonden. Daarnaast dient
de regering een ontwerp van
voorbereidende fase tot ge
westvorming in. De uit
spraak hierover door de par
tijen zal een richtlijn zijn
voor hun ingesteldheid te
genover de nieuwe geregio
naliseerde België, dat toch
door de kiezers wordt ge
wenst. Ee negatieve en af
brekende houding van om
het even welke partij of
groep tegenover de nieuwe
strukturen zal nu meer dan
ooit streng worden afge
keurd.
Het N.C.M.V. en het Algemeen Middenstandsverbond
van Aalst vormden een werkgroep samen met afgevaar
digden van de dekenijen om de mogelijkheid te
onderzoeken om snel tot een konkreet en realiseerbaar
plan voor stadskernvernieuwing te Aalst te komen. (cfr.
artikel «Wandelstraten laatste redplank voor kleinhandel
De Voorpost dd. 14/6/74). Recentelijk bracht de
werkgroep een bezoek aan de verkeersvrije centra van
Rijsel en Kortrijk. In september a.s. komt de werkgroep
opnieuw bijeen om de konklusies te trekken uit de
opgedane ervaring en te onderzoeken in hoeverre deze te
Aalst van nutte kunnen gemaakt worden.
Maandag a.s. krijgt de Grote Markt vijftien nieuwe
Heraldische vlaggen. Deze vlaggen, uitgevoerd naar de
oude ontwerpen, zullen zoals voorheen opgehangen
worden aan het Stadhuis, Graaf van Egmont, Krediet
bank, Beurs van Amsterdam. Ze vervangen de vlaggen
die het tijdens het Dirk Martensjaar begaven.
Burgemeester De Bisschop en Schepen Van Den Eede
hebben op maandag 24 juni 1974 de stichtingsvergade
ring bijgewoond van de vereniging van Historische
Steden van België.
De stichtende leden zijn: Aalst, Antwerpen, Binche,
Brugge, Brussel, Diest, Geraardsbergen, Hasselt, Hoei,
leper, Kortrijk, Leuven, Luik, Verviers, Bergen, Namen,
Nijvel en Oudenaarde.
Tijdens de daaropvolgende algemene vergadering werd
de heer Van den Abeele, schepen te Brugge, tot voorzitter
benoemd. De heer Save van Mons werd benoemd tot
ondervoorzitter. De heer Van den Eede, schepen te Aalst,
werd opgenomen in de beheerraad van de nieuwe
vereniging.
Een «aanval in regel» op het beleid van de KOO tijdens de
jongste vergadering van de Raad voor problemen van de
Derde leeftijd. Meer bepaald werd aan de kaak gesteld dat
bejaarden die in een rusthuis verblijven en een verlof
willen doorbrengen toch de volle pot voor verblijf moeten
neertellen. Ook kon men het daar niet zo goedkeuren dat
driemaalzestigers bij opname in een van de rusthuizen
alle bezittingen moeten aangeven.
Na een zogeheten Kulturele put in de Molenstraat, een
achterklapcentrum voor kulturele aktiviteiten in de
Keizershallen is Aalst nu ook een fluistermastodont rijk.
Naar het heet bestaat de mogelijkheid om een
volwaardig, nou ja, kultureel centrum in te bouwen in een
bioskoop hier ter stede. Eerst de tussenkomst in de
gemeenteraad afwachten. Misschien kan men daar de
plannen die met duizelingswekkende snelheid op ons
afkomen ook niet meer volgen. Intussen blijven de
verenigingen die een wat ruimere zaal nodig hebben toch
maar lekker in de kou.
Nog een aflevering van het «Jackpot-vervolgverhaal». De
gemeentewet van 15 februari '73 wordt herzien. Het
voorstel komt erop neer dat «die in winst in geld toelaten»
wordt geschrapt. Door weglating van deze termen zou
men de kans hebben om degelijker en vooral gemakkelij
ker kontrole en optreden te bewerkstelligen. Of men zich
aan een tweede verbreking van het Hof van Kassatie
tegen uitspraak van de korrektioneele rechtbank van Hoei
kan optrekken om het pldsaatselijke reglement efficiënt
te gaan toepassen moet normalerwijze op de eerstko
mende vergadering van de gemeenteraad naar voren
komen.
HET VERANDERT MAAR
HOE?
De indeks der kleinhandels
prijzen zet zijn opmars ver
der. Na in april met 1,73
punt te zijn gestegen, en in
mei met 1,80, verwacht men
over het algemeen voor juni
een stijging met 1,86 punt.
Aan het huidige ritme zou de
stijging der prijzen voor het
jaar 1974zowat 17% kunnen
bedragen. We gaan ons niet
bezighouden met de lange
reeks der waren die duurder
zijn geworden, vermelden
we alleen maar dat de minis
tersvan Ekonomische zaken
zelf enkele dagen geleden
aankondigden dat de ko-
lenprijs op 1 juli met 500 fr
per ton zou verhoogd wor
den...
Een gepensioneerde stuur
de aan onze KP—krant een
briefje waarin hij zijn situa
tie tengevolge van deze prij-
zenstijgingen uiteenzet. Se
dert januari 1974 werd zijn
pensioen tengevolge van de
koppeling aan de indeks
twee maal (met vertraging
weliswaar) verhoogd. In to
taal bedroeg dit 699 f. Maar
alleen reeds door de toege
nomen afhouding aan de
bron, de stijging van zijn
huishuur (eveneens aan de
indeks gebonden), wat hij
meer te betalen kreeg aan
elektriciteit, gaz en verwar
ming, koffie en een paar
andere onmisbare zaken,
zonder het geheel van de
eetwaren in rekening te ne
men, krijgt hij op één maand
741 fr méér te betalen. Om
1974 niet slechter te leven
dan in 1973, zo besluit hij,
zou ik niet 699 fr méér
moeten krijgen, maar het
dubbele ervan!
Maar de'regering onder de
leiding van de man met wie
het anders zou worden doet
iets! Oh! ja, zo heeft ze de
voorwarden voor de aanko
pen op krediet verzwaard en
worden alle aanvragen voor
openbare bouwwerken voor
vier maanden (van 1 juni tot
einde september) in de
schuif gelegd. Daar zijn
inbegrepen, de schoolge
bouwen en de sociale wo
ningen.
Men kan van de aankoop op
afbetaling denken wat men
wil, maar het is duidelijk dat
het de kleine man moeilijker
wordt gemaakt. Hij moet
zijn spaarcentjes maar wat
langer aan de spaarkas toe
vertrouwen, waarbij hij dan
tengevolge van de waarde
vermindering van het geld
veel minder aan intrest krijgt
dan hij aan koopkracht ver
liest. Hij krijgt 4 of wellicht 8
bij plaatsing op termijn,
maar kan voor 1974 zowat
17% verliezen!
Voor wat het bouwen betreft
zijn de gevolgen niet minder
erg. Betreft het een jong
bouwlustig paar, de kans op
een sociale woning wordt
kleiner, het gespaarde geld
verliest aan waarde, de
grond wordt duurder, de
vooraf ter beschikking te
stellen som wordt verhoogd
en de intrestvoet stijgt met
de dag. Intussen zijn er op
de 3,5 miljoen woningen in
ons land 1,5 miljoen verbe-
terbaar maar ongezond en
450.000 krotwoningen. Zelf
de onvoorwaardelijke sup
porters van Tindemans die
de redaktie van «Het Volk»
vormen, schrijven in hun
nummer van 22 en 23 juni als
titel aan een artikel dat
protest van de Naionale
Maatschappij voor de Huis
vesting behandelt: «Bou
wen is niet meer te betalen».
En daar wordt nog aan toe
gevoegd, dat op dit ogenblik
in de totale kostprijs van een
woning niet minder dan
22% aan belastingen en
taksen zit, of voor een wo
ning van 800.000 f (wie
bouwt die?) niet minder dan
175.000 f, terwijl men dan
een premie krijgt van 60 of
70.000 F.
Maar intussen rijzen in
Brussel en andere grote
steden de torengebouwen
als paddestoelen uit de
grond en worden er met de
grondspekulatie miljoenen
en miljarden verdiend. Het
zou anders worden en het
wordt inderdaad anders,
MAAR HOE?!
Ray De Smet
Senator Vernïmmen heeft
bij de bespreking van de
begroting van Middenstand
op duidelijke wijze de poli
tiek van de B.S.P. terzake
toegelicht.
Hij heeft er trouwens op
gewezen dat de Midden
standers zich door de stand
punten van hun eigen orga
nisaties opsluiten in een
ghetto- sociale zekerheid
Deze ghetto- sociale zeker
heid is trouwens nu reeds de
oorzaak van heel wat mis-
noegheid - men vergelijkt de
vergoedingen en toegeken
de pensioenbedragen aan
het werknemersstelsel en
men schep, ik zou bijna
zeggen, automatisch een
klimaat van misnoegdheid.
Daarom zijn wij trouwens de
mening toegedaan dat de
pensioenen zowal als ande
re vergoedingen, moeten
gekoppeld worden aan het
inkomen.
En de toekomst dat betekent
voor ons hetzelfde pensioen
voor iedereen, loontrekken-
den en zelfstandigen. Dat is
ook de reden waarom de
basisprincipes dezelfde
moeten zijn, dus het pen
sioen en andere vergoedin
gen koppelen aan het inko
men.
Ik stel echter vast dat ook de
werkgroep belast met de
studie van het sociaal sta
tuut der zelfstandigen in zijn
verslag over de sociale pro-
grammatie 1975 - 1980 deze
gedachtengang verwerpt.
Ik meen dat de midden
standsorganisaties op dit
terrein een grote verant
woordelijkheid nemen, de
gevolgen ervan zijn dat het
onbehagen nog verder zal
toenemen en dat waar
schijnlijk nog meer kleine
handelaars het zelfstandig
beroep zullen verlaten».
Ten tweede meen ik dat wij
moeten streven naar een
werkelijke oriënteringswet
opdat de zelfstandigen voor
al in de distributiesektor
steeds meer en meer be
zorgt zijn over hun toe
komst.
Wij zijn steeds van oordeel
dat de oplossingen, die aan
de problemen van de distri
butie moeten gegeven wor
den, er niet mogen in be
staan de problemen tot een
later tijdstip te verdagen.
Aldus handelen zou be
drieglijk zijn en in het geheel
niets oplossen.
Het is daarentegen noodza
kelijk de oriënteringen van
de distributie voor de ko
mende jaren vast te leggen
1) door het kommerciëel
apparaat harmonieus te in
tegreren in een koncept van
ruimtelijke ordening waarin
rekening wordt gehouden
met de bestaande kommer-
ciële centra;
2) door de mededinging te
bevorderen en de zich afte
kenende multinationale ten
dens in de grote distributie
de pas af te snijden;
3) door de zelfstandige han
del de toegang tot de nieuwe
distributietechnieken te ga
randeren.
Kortom, wij zijn van mening
dat het Parlement een wet
ter oriëntering van de distri
butie moet stemmen.
Ten derde: aansluitend
daarbij is het probleem van
de inplanting van grote ver
koopruimte.
Wijzijn voorstander van o-
vergangsmaatregelen tot af
remming van de inplanting
van grote distributiebedrij
ven, waarvan de totale be
bouwde oppervlakte meer
bedraagt dan 1.500 m2
Inderdaad, het plotselinge,
zelfs tijdelijke - verbod van
elke nieuwe inplanting van
grote verkoopruimten houdt
het risiko in verscheidene
bedrijven te beletten een
evenwicht te vinden tussen
hun vestigingen in de stads
centra en hun vestigingen in
de periferie, wat tot hun
verdwijning zou kunnen lei
den.
Een verdwijning die werk
loosheid tot gevolg zou heb
ben maar ook ernstige moei
lijkheden voor de zelfstan
dige handelaars van de
stadscentra wier belangen
gemeenschap met die be
drijven niet meer hoeft aan
getoond te worden.
Bovendien zou de blokke
ring de problemen van de
zelfstandigen geenszins op
lossen maar ze enkel in de
tijd verschuiven. De blokke
ring zou tevens de oligopo-
lische tendensen in de grote
distributie versterken door
een wettelijke, niet te door
breken dam op te werpen
tegen de verschijning van
nieuwe bedrijven op de
markt. Het is duidelijk dat er
geen sprake meer kan zijn
van de grote distributiebe
drijven toe te laten zich om
het even wanneer, om het
even hoe en om het even
waar te vestigen. Een kon
trole," een planning van de
nieuwe inplantingen dringt
zich op> Deze planning moet
afgestemd zijn op de nieuwe
te bevredigen behoeften en
op de heropleving van de
bestaande kommerciële
centra. Deze planning zal de
aanwijzingen van de ekono
mische planning in de feiten
moeten omzetten, rekening
houdend met de stedebouw-
kundige normen en de stad
centra, wat inhoudt dat een
instelling moet belast wor
den met het opmaken van de
inventaris van het huidige
kommerciëel apparaat.
Of de regering Tindemans in
de geschiedenis van het land
als een grote regering geboekt
zal worden, kunnen we van
zelfsprekend vandaag nog niet
weten. In elk geval zal niet be
weerd kunnen worden dat
deze regering in de eerste
maanden van haar bestaan
geslapen heeft.
Soms is de haast waarmee
wetsontwerpen op papier ge
zet worden, eerder van ver
dacht allooi. Een voorbeeld
hiervan is de voorlopige ge
westvorming waarmee deze
voorlopige regering deze pro
blematiek voorlopig wil rege
len. Kwatongen beweren dat
zulks gebeurt op bevel van
MPW-Minister Perin. Kwaton
gen hebben niet altijd onge
lijk
Een ander voorbeeld van
gauw-gauw-een-ontwerp is
het «Ontwerp van wet tot instel
ling van een gewaarborgd in
komen voor eenieder» dat in de
Senaat werd ingediend en dat
de regering nog vóór de
vakantie-periode gestemd
hoopt te krijgen. Het is een
schoolvoorbeeld van een Wet
die niets oplost, maar die het
prestige van deze regering op
sociaal gebied moet omhoog
helpen. Daarenboven pronkt
deze regering in dit geval met
andermans centen. Maar laten
we op de uiteenzetting niet
vooruitlopen en bedoeld wets
ontwerp even van naderbij
bekijken.
De regering stelt voor dat in
onze wetgeving het recht zou
ingeschreven worden op een
bepaald inkomen voor ieder
een, uitsluitend op grond van
het feit dat men onvrijwillig in
staat van behoefte leeft. Voor
bejaarden bestaat zulk recht
reeds, voor minder-validen
eveneens en een soortgelijke
wet bestaat ook inzake kinder
bijslag. Deze nieuwe wet moet
dus aan alle volwassenen die
onvrijwillig behoeftig zijn en
van niemand iets kunnen krij
gen, een minimum-inkomen
waarborgen.
Tot zover kunnen wij dat toejui
chen. De Volksunie heeft trou
wens op haar Kongres van
1971 de eis gesteld dat elkeen
een minimum-inkomen zou
hebben van 85.000 fr. per jaar.
Voor een nationalist is het on
aanvaardbaar dat de gemeen
schap een deel van de bevol
king uit de algemene welstand
zou uitsluiten.
Deze nieuwe wet lost echter
niets op, zoals reeds gezegd.
Een gezin bv. zal krachtens de
nieuwe wet met ingang op
1 januari 1975 een maand
inkomen ontvangen van
5.372 fr., hetzelfde bedrag I
trouwens als voorzien is in het
kader van het zgn. gewaar
borgd inkomen voor bejaar
den. Een alleenstaande be
hoeftige de meerderheid
zal 3.915 fr. per maand ont
vangen. Wie kan daar mee
rondkomen?
Deze kleine bedragen zullen
slechts voor de helft uit de
staatskas komen. De helft van
de financiële lasten die uit deze
wet gaan voortvloeien, zullen
door de plaatselijke COO moe
ten gedragen worden. De rege
ring pronkt hier dus met an
dermans centen!
Ons besluit over dit wetsont
werp kan kort zijn: Alhoewel
het hier in feite om een behar-
tenswaardig initiatief gaat, lost
deze wet het probleem van de
armoede in België niet op.
Daarenboven gebeurt dit dan
nog gedeeltelijk met ander
mans centen. De Volksunie
blijft dus pleiten voor een gron
dige en moedige aanpak van
het probleem van de armoede
in België. Tijdens haar Kongres
van 1971 heeft de Vlaams-
nationale partij een moedig
voorstel terzake gedaan én
bewezen dat het probleem kan
opgelost worden. Op de steun
van de Volksunie kan dus ge
rekend worden!
Dr. R. Van Leemputten,
volksvertegenwoordiger.
Na advies van de Aalsterse
Koördinatie- en adviesraad voor
de jeugd werd door leden van de
politie in een aantal straten dezer
stad een formulier rondgedeeld
waarop drie vragen. Vindt U de
idee van speelstraten goed? Vindt
U dat uw straat hiervoor gepast
zou zijn? Indien neen, waarom?
Zonder daarbij in details te treden
willen we de uitslag hier weerge
ven: ongeveer de helft van de on
dervraagden vindt de idee goed,
de andere helft staat er negatief
tegenover. Als het dan over de
eigen straat gaat is er een ruime
meerderheid die het speelstraten-
spelletje niet zo best kan lijden.
Daarbij dienen we dan op te mer
ken dat bijna zeven tienden van de
mensen die er absoluut geen gra
ten in zien in dezelfde straat huist.
Als we het goed hebben begrepen
betekent ditook al kan een derge
lijke mini-enquête voor die uit
spraak geen borg staan, dat het
merendeel der bevolking niet zo te
vinden is om de kinderen hun ter
rein, de straat, terug te geven.
Wanneer we de redenen voor deze
negatieve houding inzien dan rij
zen er toch wel een paar vraagte
kens. Zo komt overal 'rustversto
ring' als neen-argument voor.
Anderzijds treffen we ook overal
aan: parkeerprobleem, verkeers
moeilijkheden, verkeerde ge
woonte. Of onze wagens dan wel
de kinderen de grootste rustver
stoorders zijn komt blijkbaar bij
een ferm pak inwoners dezer goe
gemeente niet op. En natuurlijk is
op de straat spelen een verkeerde
gewoonte, stel je maar eens voor
dat er straks in een dergelijke
straat een kleintje overhoop wordt
gereden. Alsof dat nu minder ge
beurt. Een paar argumenten kun
nen wel door de beugel: BE
ROEPSREDENEN, EVEN
TUELE SCHADE. Maar is het er
niet glad naast de kinderen te laten
opdraaien voor een verkeerssitua
tie die volwassenen hebben ge
schapen.
De mens centraal, het komt in ie
dere toespraak, elk programma
van mensen die het voor het zeg
gen hebben voor. Als we dan even
naar onze straten lonken wordt het
toch wel een gevaarlijke slogan.
Want daar kan je niet onderuitde
straat is er voor de auto. Nu is
neen-stemmen voor een speel
straat in dat verband waarschijn
lijk klein bier maar het tekent dui
delijk een mentaliteit. En die men
taliteit maakt de auto absoluut al
leenheerser eens hij buiten onder
dak komt. Wie het al te kras vindt
moet maar eens verklaren waarom
kinderen wel het verkeersregle
ment mogen leren maar geen
ruimte krijgen om te spelen. Er is
niet zoveel speling mogelijk. Ook
al komt het hier naar voren dat die
speel stratenaffai re vooral ons op
de maag ligt toch is er meer. Als
we de auto zijn gang zo graag wil
len laten gaan dan moeten we er
alle risiko's maar bijnemen. Dus
niet meer kankeren als straks een
hoogvlieger de helft van een klas
van de stoep maait. De auto is
baas en wij hebben het gewild,
willen het steeds meer. Dat leerde
ons het enkwest hier ter stede uit
gevoerd. Vermits de doos op vier
wielen wat is jouw wagen
meer? geen ruimte laat aan de
kinderen is het minste wat we
kunnen doen op zoek te gaan naar
bcschermmaatrcgelen. Hard te
gen hard. Stellen wij voor aan
elke school remputten te graven,
Dat zijn kuilen over de breedte
van een straat waar je aan meer
dan 30 per uur onvermijdelijk een
stel assen breekt. Misschien helpt
een agent met een paar schrijf
boekjes en machinegeweren ook
wel. Kan het in een stad waar de
guillotine al zolang in de vergeet
hoek is geplaatst nog doorgaan dat
kleuters worden vermoord? Liefst
dan nog onder het waakzame oog
van mama aan de overkant. Hoe
ver ligt het einde van het speel-
straatje eigenlijk
ANDRE HEYVAERT
Mensen met een moederhart, mag ik een beroep op jullie
doen. Mag ik jullie vragen in deze van onmogelijk te ver
wijderen huisvuil —stinkende konsumptie-antimaatschappij
de meest verheven gevoelens aan te spreken. En is het niet zo
dat zorgzame, moederlijke intenties nog altijd op een van de
hoogste trappen staan. Heren, kom en ga met me binnen in de
nederige stulp die ik in afwachting van andere tijden voor die
arme sloortjes heb laten klaarmaken. Het was burgemeester
De Bisschop duidelijk aan te zien dat het hem hoog zat Aan
hart en hoofd. En al zei hij niet woordelijk wat we hierboven
neerpenden, het gelaat spreekt boekdelen. Om wat we een
penibele situatie dun/en noemen duidelijker te situeren: de
geheime zitting van de jongste Aalsterse gemeenteraad was
net afgewerkt of onze eerste burger kwam, armen in de
lucht, naar buiten gestormd. De schrijversbende stond, weg
gedoken voor een onweer dat even voordien de openbare
zitting was komen opfleuren, nog wat te kaarten. En plots was
er midden die zwaar op de hand liggende problemen van
poen tot poen een luchtige sliert. Alsof we daarmee voor de
verschijning van de burgemeester iets nieuws zouden vertel
len. Overkop als hij was stamelde hij een paar zinnen waar
van we enkel ontcijferden: sloortjes, wichten, en zeggen dat
ze d'r soms geld voor over hebben. Aaneenknopen bleek
onmogelijk en vermits je waar dat niet absoluut noodzakelijk
blijkt een stadhuisvader niet tegen de kar rijdt, zwegen we als
een graf. Burgemeester in een niet nader te benaderen ge
moedsgesteltenis de kletsende regen in. Met frisse tegenzin
dachten we zo. We vermoeden zelfs dat het in de richting was
van wat «de nederige stulp» werd genoemd. Zekerheid
daaromtrent hadden we ook niet. Het kon zoveel verbergen.
Waarom geen bewaarplaats voor op de stadhuistrappen te
vondeling gelegde baby's. Vermits we het geboortecijfer en
de op dat punt wel vrij bezorgde planning van de bewoners
dezer stede ongeveer raden, beseften we zo direkt dat deze
pronostiek slechts een geestesbuiteling kon zijn. Waren we
reeds verzeild in een Aalst-2000-situatie? We dun/en het niet
zo best neerschrijven recht op antwoord weet je wel
MAAR IN VERBEELDING ZAGEN WE EIGENLIJK EEN OF
ANDERE stadhuisspelonk met klandestiene mensproduktie.
In flessen of zo. Ten einde raad wendden we ons dan maar tot
de van dienst zijnde zaalwachter. De man voelde zich geen
onrecht aangedaan omdat we zolang in het ijle hadden ge
test. En het zat zo. Waren erin de buurt een paar habitués die
al maandenlang onbetaalde kost en inwoon genoten. Vrou
welijke kostgangsters echter en zoals dat wel meer gebeurt,
de katjes waren in het donker geknepen. Met als uiteindelijk
resultaat'een niet zo direkt voorziene bevolkingseksplosie.
Drie kan je wel nog lijden maar plots veertien katten aan de
bel hebben is wel wat van het goede teveel. Dat was nu
echter precies het grote probleem op het Aalsterse stadhuis.
Omdat de burgemeester geen officiële verklaringen aflegde
hebben we hier de baan vrij. Onvermijdelijk, dat zijn we onze
status van dierenvriend verplicht, zal het uitdraaien in een
splijtend pleidooi voor de katten. Of waarom ze in hun zo
vertrouwde omgeving moeten blijven. Vooreerst zijn deze
blazende, spinnende, krollende, miauwende huisdiertjes
voorbeelden van 'hoe je steeds op de pootjes moet vallen'en
'aan het potje likken'. Als de kat van huis is... lijkt ons al te
ordinair maar de kat uit de boom kijken zal wel al eens van
toepassing blijken te zijn. Sommige mensen die ook al niet
zonder handschoenen aan te pakken vallen zullen ons denke
lijk heel goed begrijpen. Met veertien eksemplaren in de buurt
moet het ook niet zo bijster moeilijk zijn om de kat erin of
gewoon te sturen. Duidelijk kan het nu worden welk onder
scheid men mag, kan en moet maken tussen een kat een kat
of een beest met vier poten te noemen. Dat alle katjes in het
donker grauw zien is heus niet alleen van toepassing op het
domein van de specimens waar we het over hebben. Even
min dat men met veertien stuks zich wel zal zien te redden
voor wat het verkopen IN zakken betreft. Dat we straks op het
stadhuis zo welkom zijn als een kat in een bontwerkers winkel
nemen we er graag bij, wie met de kat speelt wordt gekrabd.
Ten slotte, de kat van de bakker heeft het toch steeds gedaan.
Om niet helemaal lullig te eindigen willen we toch wel een
serieuse raad meegeven: als het ginds op de grote Markt zo
doorgaat met fokken van beestjes bedoelen we dan
zou de kater wel eens de koord op kunnen. Als iemand het ons
kwalijk neemt dat we de kat een bal aanbonden dan hebben
we wel een afwimpeltje dat kan tellen: je moet ons evenmin bij
het spek zetten als die lieve beestjes.
ANDRE HEYVAERT