IOKTER NIMIRE OMVEZ Al WK 5 Een Aalstenaar over heel Vlaanderen gekend De Voorpost - 5-7-74 -19 Aalsterse daensisten (ei gen nota van steller van dit arti kel; zie ook Lode Wils 'Fla- menpolitik en Activisme, blz. 214) Bij het uitbreken van laatste of fensief (1918), werd Hilaire Gravez teruggeroepen naar het front. Toen hij van zijn legeroverste afscheid nam, bekende deze dat zijn wegroeping van het front inderdaad als een straf maatregel was bedoeld. Daar Gravez die overste eens in een moeilijke situatie hulp had ge boden, durfde deze nu ver trouwelijker spreken; men had Gravez niet erger durven straf fen omdat hij reeds tweemaal op de dagorder was geplaatst en omdat hij zelfs een medaille had ontvangen na de red ding van de soldaat in de bran dende schuurJoris Van Severen bijvoorbeeld was in tussen gedegradeerd. Na de wapenstilstand zette Gravez zijn studies in de ge neeskunde verder te Gent. Terwijl hij in Gent zijn laatste jaar geneeskunde af maakte toen de oorlog uitbrak had hij het vierdé jaar beëindigd was hij omringd door velen die met hem in de frontbeweging hadden gestaan. Hij werd nu medestichter van de V.O.S. In tussen herorganiseerde Rik Borgignon de frontbeweging tot de frontpartij die zoals ho ger gezegd van 1919 af de vlaamsnationalisten in het par lement vertegenwoordigde, naast het daensisme. De popu lariteit van de frontpartij en het feit dat de daensisten op Van Opdenbosch na over geen lei ders meer beschikten, was er de oorzaak van dat de fronters en daensisten te Aalst met el kaar versmolten.' Hilaire Gravez zetelde twee maal als senator van de front partij: 1929-1932 voor Aalst- Ronse en 1936-1939 voor Gent-Eeklo. Alhoewel hij gedu rende al die jaren opnieuw eerst geneesheer was en pas nadien politicus hij liet zich trouwens voordragen in de verwachting te zullen aftreden ten voordele van een niet ver kozen geraakte nationalist; wat dan weer niet nodig bleek, vermits de personen voor wie hij zou ruimen telkens verko zen werden kan hij toch bo gen op enkele belangrijke poli tieke verwezenlijkingen: de uitbetaling van invaliditeitsgel- den aan gewezen frontsolda ten en de oprichting van de Orde van Geneesheren. DE TWEEDE WERELDOORLOG 1940. Opnieuw oorlog. Hilaire Gravez, sinds 1919 genees heer te Aalst, bleef als enige geneesheer achter in een stad die zich moeizaam herstelde na een hevig bombardement. Er waren tenminste tien doden te betreuren en er waren hon derden gekwetsten. Toen kwamen de Duitsers. Door de enkele achtergebleven autori teiten van het stadsbestuur en door de inwoners van de stad zelf, werd aan Gravez ge vraagd de Duitsers tegemoet te gaan. De bezetter belastte hem met een bijzondere opd racht: het verzorgen van ge slachtszieke vrouwen die met de bezettende soldaten in aan raking waren gekomen. Velen hebben hem dit kwalijk geno men, de weerstanders be schouwden het als verre gaande kollaboratie. Bij de be vrijding werd hij zelfs met de dood bedreigd. Daarom verliet hij Aalst. Hij kwam in het Noordduitse Lüneburg aan, waar hij zich bezighield met de verzorging van Nederlandse vluchtelingen. Omstreeks Kerstmis konden die Neder landers echter allen naar hun land terugkeren zodat hij voortaan werkloos bleef. Niet voor lang echter. Het Vlaamse Legioen (Langemarck- Divisie), dat in de omgeving van Lüneburg verbleef, had plots geen dokter meer omdat de hiervoor aangestelde Duitse dokter, die zich schuldig had gemaakt aan plichtsver zuim hij had geweigerd een stervende burger te verzorgen zelfmoord had gepleegd en kele ogenblikken vóór hij te genover de krijgsraad zou ver schijnen. HET OOSTFRONT Zo verzeilde Hilaire Gravez tenslotte op het slagveld aan het Oostfront. Op dit slagveld voerde hij een bloedtransfusie uit, rechtstreeks van donor naar gekwetste. Die ingreep leverde hem een vermelding 1974: Hilaire Gravez, 86 jaar, nog steeds aanwezig op de IJzervlakte. Zestig jaar eerder was hij er eveneens. DE DROOM VAN DE VLAAMSGEZINDE Hilaire Gravez is nog altijd de Vlaamsgezinde die hij steeds geweest is. Maar hij blijft ook de dokter die hij altijd was: eerst geneeskunde beoefe nen, pas nadien zich interesse ren voor de politiek. De ge neeskunde blijft de 85-jarige Gravez meer dan ooit boeien. Zodat de belangstelling voor het politieke gebeuren van vandaag de dag haast nihil is. Hij kent slechts hier en daar een aktusle naam uit het hoofd en de partij-politieke verhou dingen van vandaag zijn on- dooczichtig geworden. Maar toch ontdekt hij daarin één grote krachtlijn: de zwakheid van de Vlaamse politici, de verkeken kans op een werkelijk zelfbestuur voor Vlaanderen. Hilaire Gravez: tien jaar geneesheer in het Belgisch Leger. Frans-Jos VERDOODT Toen Koning Albert I de vuurlijn op het IJzerfront bezocht, drukte hij zijn verwonde- ring erover uit dat hij franssprekend door de soldaten niet begrepen werd. Hierop moest de bevelhebber dfe hem te woord stond antwoorden dat zich in de i vuurlinies bijna uitsluitend Vlaamse jongens bevonden, de enkele Waalse onder hen voerden daarenboven gevaarvrije jobs uit: administratie, keuken enz.De jonge intellektuelen aan het front moesten niet meer overtuigd worden van de diskriminatie die ten opzichte van de Vlamingen steeds bestaan had, maar nu begrepen ook de eenvoudige volksjongens hoe erg het met de Vlaamse rechten in België gesteld was |n dit klimaat ontstond en groeide de beweging die geen enkel rechtstreeks politiek i- doel had, doch na het einde van de oorlog zou uitgroeien tot de tweede vlaamsna- n lionalistische partij het daensisme was de eerste de frontbeweging. J De Aalsterse geneesheer Hilaire Gravez heeft een merkwaardige rol gespeeld in die brok nationale geschiedenis Hilaire Gravez was hulpdokter aan het IJzerfront, onder- e scheidde zich meermaals door r~ gewaagde hulpakties, stichtte de frontbeweging, vertegen ré woordigde de frontpartij ge- >r durende twee zittijden inde Be- iu Igische Senaat, stichtte het ts 'Vlaams Geneesherenverbond 5- en nam een parlementair initia- r" tief tot stichting van de Orde ir van Geneesheren. De thans 86-jarige Gravez was een r vooruitstrevend flamingant, maar een vooraanstaand poli- 9. tiek leider is hij eigenlijk nooit »r igeweest: hij voelde niet erg if veel voor de politiek en daar- enboven heeft hij in zijn leven ïf alles geofferd aan de Vlaams- igezindheid en de geneeskun- de: binnen die twee polen be- r_ weegt zich het ganse verhaal van zijn merkwaardige leven- sloop. Linie. De gevolgen van de zware gevechten omheen Ha len maakten diepe indruk op de jonge geneesheer. Maar korte tijd nadien maakte hij in de om geving van Leuven reeds een tweede slag mee. Tijdens die gevechten redde hij een ge wonde luitenant op spektaku- laire wijze uit de handen van de Duitsers. Hij ontving daarvoor een vermelding op de dagorder van het Belgisch Leger. Via Antwerpen ging het nu naar de I Jzer toe, waar spoedig nadien de Slag aan de IJzer plaats had. moest hijzelf gehospitaliseerd worden. Een en ander veroor zaakte nu dat vfienden die op of om het front verbleven, het adres van Hilaire Gravez op vingen en kontakten gingen leggen. Daar hij als legerarts over veel bewegingsvrijheid beschikte, kon hij zich vlot van het ene adres naar het andere begeven. Hij wisselde bood schappen, verzamelde inlich tingen, kwam in Alveringem bij Verschaeve en bereidde aldus de frontbeweging voor. Het doel was de soldaten bewust te maken van hun toestand en op de legerdagorder op, de Duitse ditmaal. Toen de Langemarck-divisie moest wijken, bleef Gravez ge ïsoleerd achter te Schwane- beck. Toch kon hij zich weerom nuttig maken. Bombardemen ten hadden er veel slachtoffers onder de burgerbevolking ge ëist, Gravez begon hen stel selmatig te verzorgen. Een tijd lang bleef hij er, als een soort plaatselijk verantwoordelijk dokter. Door het aantrekken van burgerkleding, ontsnapte hij een eerste maal uit de han den van de Russen. Hij suk kelde verder naar het zuiden en werd op een bepaald ogen blik opgenomen in een kolonne Franse soldaten. De Fransen lieten hem echter gauw aan zijn lot over en meteen werd hij door de Russen gevangen ge nomen. Hij werd overgebracht naar het kamp van Mariën- bourg. Op dat ogenblik was zijn afzondering totaal, sinds zijn vertrek uit Aalst, had hij geen kontakt meer gehad met fami lieleden of vrienden. Toen ver nam hij dat de Nederlandse koningin een oproep deed voor dokters die wilden vertrekken naar Indonesië, waar het oor logsgeweld nog niet uitgewoed was. Hij besloot zich hiervoor aan te melden, het zou hem de gelegenheid bieden kontakt te zoeken met zijn familie. De Russen stemden toe in zijn ver trek. Zo belandde hij te Am sterdam. VEROORDEELD OM MEDEWERKING MET DE VIJAND Hilaire Gravez verbleef nu in Amsterdam. Daar werd hem gevraagd zich als geneesheer ter beschikking te stellen van een Belgisch genie-bataljon. Hij aanvaardde en hernam zijn taak als hulpdokter in het Be lgisch leger. Op een dag werd het heimwee naar zijn vrouw en zijn familie hem te sterk. Hij ging de aalmoezenier van het bataljon opzoeken, vertelde hem zijn wedervaren en vroeg hem hulp om met zijn familie in kontakt te kunnen komen. Na het gesprek zei de aalmoeze nier: ik ben eerst officier, na dien aalmoezenier. Dus werd Hilaire Gravez gearresteerd. Hij werd van kamp tot kamp gesleept en kwam tenslotte te recht in de gevangenis van De Nieuwe Wandeling te Gent. Daar kon hij eindelijk achter tralies zijn vrouw terugzien. De repressie had pas haar hoogtepunt bereikt. Legerarts Hilaire Gravez werd veroor deeld tot 10 jaar gevangenis straf, een termijn die overeen kwam met zijn diensttijd in het Belgisch leger. Na zijn veroordeling werd Gra vez opgesloten in een Brus selse gevangenis. Hij kreeg vermindering van straf en kwam na een paar jaar vrij. Na zijn vrijlating mocht hij zich ech ter niet dadelijk als geneesheer te Aalst vestigen. Op zijn huis was beslag gelegd door de diensten van het sekwester, het werd daarenboven gebruikt door een openbare dienst. Na een korte praktijk aan de Belgi sche kust, vestigde Gravez zich eindelijk opnieuw als ge neesheer te Aalst. HET GEVECHT MET DE KANKER Hilaire Gravez is nog steeds voltijds geneesheer. Hij oefent de algemene geneeskunde uit, maar de opsporing en de be strijding van de kanker is zijn bijzondere zorg. Gravez is na intensief onderzoek en kontak ten met binnen- en buiten landse geneesheren tot op zienbarende bevindingen ge komen i.v.m. het bloed van de kankerlijders. Reeds vóór de Tweede Wereldoorlog publi ceerde hij die bevindingen in het Belgisch Tijdschrift van de Geneeskunde. Toen Gravez nog studeerde te Leuven, had hij reeds het on derzoek van het bloed van de kankerlijder in vraag gesteld: zijn taak was het opsporen van de mythochondrié, een ele ment in het bloed; in het bloed van de kankerlijder bleek dat element evenwel niet aanwe zig te zijn. Van Duitse geleer den vernam Gravez later dat de mythochondrié' niet aanwe zig kan zijn in het bloed van de kankerlijder omdat ze er ver nietigd wordt door een schim mel, de Syfospora Polymorp- ha Die schimmel veroorzaakt dat de cel, waarvan de mytho chondrié de long is, niet meer kan ademen en vergist. Door vergisting ontstaat kerndeling, door kerndeling ontstaat celde ling, door celdeling ontstaat celwoekering. Celwoekering leidt tenslotte tot het gezwel. Een Duitse dokter stelde op basis van die wetenschap een entstof voor de bestrijding van de kanker samen. Later ont moette Gravez een geneesheer-professor uit Dijon, die eveneens dergelijke entstof wilde samenstellen, doch hiervoor geen toelating kreeg van de Franse regering. Daarom liet die Fransman de entstof in Ukkel vervaardigen, in een laboratorium waar Gra vez zelf veel studie-uren heeft doorgebracht. Toen de eige naarvan het laboratorium over leed, kocht hij dat laboratorium en vertrouwde het toe aan een familielid die laborante is en gehuwd is met een genees heer. Zodoende kon Gravez verder blijven beschikken over de entstof. Dit gevecht met de kanker heeft van Gravez een geneesheer gemaakt met pa tiënten uit zowat alle streken van het land. VAN GRAVER TOT GRAVEZ De grootvader van Hilaire Gra vez heette Graver. Hij woonde 'in Twee Acren en was er graver van witte stenen, waarmee in die dagen kerken en stadhui zen werden gebouwd. Toen een van zijn zonen Henegou- wen verliet om in Brabant een betrekking te aanvaarden bij de spoorwegen, werd Graver ivertaald als Gravez. En zo j bleef het. Want Gravez' groot- ouders waren eenvoudige mensen die zich tegen die naamverdraaiing niet konden verzetten. Hierdoor horen Gra vez van Aalst en de Graver's van Twee Acren tot dezelfde familie Hilaire Gravez werd op 8 april 1888 geboren te Gijzegem, In het station, want zijn vader was er stationschef. De kinderjaren ivan Gravez waren dezelfde als de kinderjaren van elke jongen jin het Gijzegem van toen: la- igere school bij de zusters en in de gemeentelijke jongens- jschool, opgroeien in de wei- iden, bossen en landerijen van |een agrarische gemeenschap. Elf jaar oud, werd Hilaire door 1 vader in het internaat van eer- waarde heer Van Impe ge plaatst. Hij studeerde er Frans en bereidde zich voor op de middelbare studies die hij in het Sint-Jozefskollege te Aalst zou aanvangen en beëindigen. Op het kollege te Aalst werd Gra vez Vlaamsgezind, mede on der de invloed van de paters Stracke, Bauwens en Roe- jlants. Reeds in 1901 verloor Hi- I laire zijn vader, die overge- plaatst was naar Herzele om daar de aan tyfus bezweken 1 .stationschef op te volgen, zich 1 jletterlijk uitsloofde in die taak hij was stationsverantwoor- jdelijke van de eerste trein in de iochtend af, tot de laatste, diep jin de avond en tenslotte leveneens door tyfus overleed. HOGESCHOOLSTUDENT EN HULPDOKTER AAN HET FRONT In 1909 behoorde Hilaire Gra vez tot de laatste lichting solda ten die door loting werden aan geduid Hij trok een laag num mer. Het kostte hem 10 jaar mi litaire dienst, waarvoor hij later 10 jaar gevangenisstraf zou krijgen vanwege het Belgisch Krijgsgerecht. Gravez werd soldaat te Leuven én student geneeskunde te Leuven. In 1911 was hij er medestichter van de bekende studentenver eniging Amicitia. In datzelfde jaar beantwoordde hij de op- roep van de Koning om aan te sluiten bij de medische dienst van het leger. Het gewicht van de dienstplicht werd nu minder zwaar, maar naast de kursus- sen aan de universiteit, volg den nu de wekelijkse instruktie van de militaire geneesheer. Die instrukties waren een nut- tige voorbereiding op de taak J die hem wachtte: HELPEN OP r HET oorlogsveld. Hilaire Gra- t vez maakte de eerste oorlog- dagen de slag van Halen mee als hulpdokter van de 27* Dr. Hilaire Gravez. AAN DE IJZER Toen de slag aan de IJzer woedde, was Hilaire Gravez gekazerneerd te Sint-Joris bij Nieuwpoort. De nacht vóór de slag bracht hij na een verken ningstocht twee gewonde Duitse soldaten mee. De vol gende dag vroeg de generaal hem naar het slagveld te trek ken. Hij aanvaardde, hoewel de opdracht niet tot zijn taak hoorde en dus kon geweigerd worden. Terwijl de jonge arts daar in een ruine vijf betrekke lijk zwaargewonde soldaten verzorgde, sloeg een obus in. De voorlopig verzorgde solda ten wisten echter te ontkomen en lieten de gewonde dokter al leen achter, wellicht vermoe dend dat hij gesneuveld was. Na een eindeloze tocht onder een regen van kogels, kon Gravez Sint-Joris bereiken. Niemand van de verpleeg- dienst was daar aanwezig en Hilaire Gravez sukkelde per fiets naar Veurne, waar hij ein delijk de eerste zorgen kon ontvangen. Daarop werd hij naar een gewonden-trein ge bracht. Die trein bereikte slechts anderhalve dag later Kales, nauwelijks veertig kilo meter van Veurne verwijderd. Toen de trein in Kales aan kwam, waren reeds enkele gewonden overleden. Na die onmogelijk lange reis, zonder geneeskundige hulp en zonder eten of drinken, kon Gravez eindelijk ernstig verzorgd wor den en kon hij ook helpen verzorgen. Enkele dagen na dien vertrok hij opnieuw naar het front, in de plaats van de aangeduide dokter die gewei gerd had. Nu stond Gravez in voor verschillende regimenten. Tijdens een spreekuur in de vroege ochtend brak brand uit in een schuur waarin verschei dene soldaten nog aan het sla pen waren. Gravez waagde er zijn leven en kon een soldaat redden die door het vuur inge sloten was. Dit feit bracht hem een tweede maal op de dagor der van het leger, maar door de verstikkende rook bevangen, hun ellendig lot zoveel mogelijk, te verzachten. DE FRONTBEWEGING Met de hulp van Verschaeve en van de koster-drukker van Alveringem werden de eerste «front-blaadjes» gedrukt en verspreid. Gunstig voor de be weging was dat Gravez als le gerarts en Adiel De Beucke- laere die de beweging ver der zou uitbouwen als lid van het vervoerkorps zich ge makkelijk konden verplaatsen, over het ganse front klandes- tien een organisatie konden uitbouwen en ze tegelijk kon den leiden vanuit één punt, de Legervergadering, waarvan De Beuckelaere de leider was. Gravez' bekendheid als stichter van het radikale Amici tia was zo groot, dat De Beuc kelaere het nuttfger achtte zelf de leiding in handen te nemen. (Bron H.-J. Elias, Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging, blz. 117). In 1916 kwam Frans Van Cau- welaert voor een bemidde lingsvergadering naar het front. Gravez was daar natuur lijk bij aanwezig en als indirekt gevolg hiervan, werd hij op nieuw naar Kales gezonden en onmiddellijk nadien zelfs van het front verwijderd en naar een hospitaal voor t.b.c.-lijders in Folkenbau overgeplaatst. Ook een vriend, met wie Gra vez over de vergadering met Van Cauwelaert had gespro ken, werd naar een verafgele gen hospitaal verplaatst. Wel licht had een officier hun ge sprek afgeluisterd. De verwijdering van het front bracht nu ook de verwijdering tussen Gravez en de overige leiders van de beweging met zich. De beweging was intus sen versterkt door Rik Borgig non, die in 1919 te Aalst als volksvertegenwoordiger var de fronters zou verkozen wor den. Anderzijds werd zij vanuit Brussel bevochten door man nen als de katholieke volksver tegenwoordiger Renkin, die in 1896 kamerlid was geworden, mede dank zij de steun van de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 19