GROOTHEID VAN ONS 'KLOOTJESVOLK'
UIT HET ARCHIEF VAN AALSTENAAR FRANS CORNIERE
löDEW'JK V4f1 OF DEN BOSCH
SOCIOLOOG MARTIN HUTSEBAUT
OVER DE AALSTERSE STADSKERNVER
NIEUWING
«DE MENS TERUG NUMMER ÈÈN, I.P.V. DE
AUTO»
KATALOGUS
BOEREN BETOOGDEN IN ARR. AALSf
L
10-16/8/74 - De Voorpost
Die namiddag was Hij dé man. Een Vlaming die
troonde boven zijn leermeesters, zijn vrienden,
zijn makkers. Hoewel niet helemaal Want al
gooide hij met vaste heersershand fragmenten
Joe English, brokstukken Guldensporen, prikjes
Grammens, deuntjes Veremans en streepjes
Rubens voor ons uit, hij was en bleef de 'knecht'.
Iemand die de zware taak op zich geladen heeft
een eerlijk man te zijn. Iemand ook die van geen
ophouden weet als het er om gaat de grootheid,
roem en rijkdom van het Vlaamse verleden te
prediken. Frans Corniere is, zoals men dat met
een lekkere maar toch juiste gemeenplaats
pleegt te noemen, nog een van die echte. Eigen
lijk heb je hem nu ten voeten uit. Als het om
zomaar een ventje zou gaan slaagden we er, mits
enige verbeelding, nog in het verhaaltje met een
paar zinnen te rekken: Frans Corniere is vijfen
zeventig jaar jong, woont aan de IJzerenweg-
straat te Aalst. Die woonplaats lijkt ons vrij onbe
langrijk en de kaap der 75 bereiken is ook wel
geen unieke prestatie. Uniek echter is de doku-
mentatietentoonstelling die Frans wist samen te
brengen. Een uitgebreid overzicht van de
Vlaamse beweging in foto's, galerijen, albums,
biografieën en boeken. Vlaanderens kunst, we
tenschap, kuituur in beeld en schrift. En als je je
dan de moeite getroost om ginds naar de Sint-
Annabrug af te zakken dan krijg je van Frans
Corniere gratis voor niks nog een boel wetens
waardigheden mee. Wat zou je minder verwach
ten van iemand die een ferm pak van zijn tijd
tussen Vlaanderens Grote Koppen vertoeft?
Dergelijke verzameling krijg je
uiteraard niet in een ik-en-jij
samen en bovendien moet een
stevige overtuiging je werk
schragen. Vooral dan als je
met eigen ogen gezien hebt
hoe verzorgd, uitgepluisd, vol
ledig het allemaal is en op
welke overtuigende wijze de in
formatiemisschien ware het
woord'getuigenis' hier beter
overkomt. Over de groeipe
riode en het latere staven van
overtuiging zegt de Heer Cor
niere: «Eigenlijk ligt het begin
punt van mijn levenswerk ver
weg. Het is moeilijk precies te
bepalen waarom je ermee be
gint: omdat het verzamelbloed
in je aderen zit, omdat je al die
schone Vlaamse mensen sti
laan leert kennen en gaat
waarderen, omdat ik Vlaming
ben.» De hoffelijke en liefelijke
woordenschat die officieren
overhadden voor de Vlaamse
IJzerjongens in het algemeen
en eigen ook al niet zo roos
kleurige ervaringen deden dan
de rest. «Als men de gebeurte
nissen nagaat waaraan Vlaan
deren vanaf 1830 tot heden
door alle regeringen werd on
derworpen dan moet men wel
tot deze konklusie komen: wat
zou één bewuste Vlaming Be
lgië nog in het hart kunnen dra
gen als hij weet hoe men hier
werd vernederd, miskend
Indien het motto 'Alle Belgen
zijn gelijk voor de wet* geen
dikke leugen ware geweest
dan had men in dit land geen
betere Belgen gevonden dan
de Vlamingen».
JEUGD
Eigenlijk hadden we een beetje
de indruk dat Frans Corniere
over een periode verweg praat
te, dat zijn motiveringen niet zo
direkt meer van kracht waren
voor deze huidige tijd. «Toch-
wel», klinkt het een tikkeltje
verontwaardigd om zoveel
jonge onwetendheid, «ik ben
aktivist gebleven, ik vecht ver
der voor Vlaamse gelijkberech
tiging. Het was, is en zal altijd
mijn bedoeling blijven te getui
gen voor alle Vlamingen, niet in
de laatste plaats voor de jeugd,
hoe groot en rijk dat verleden
(JÉVéZÊH VOlKSV'e Rï E'Qsfl VO 0'RT)|
Frans Corniere. (Ib)
zegde Vlaamse leiders van nu,
laat me even lachen, dat zijn
geen leiders. Laten echte grote
figuren door zo'n ventje, je
weet wel, van het kastje naar
de muur spelen. Zoiets vraagt
een opstand, een vlammende
opstand. Zijn dat geen redenen
om verder te gaan, om onze
jonge mensen een stukje be
wustzijn te schoppen?». Wij
kunnen het dan ook niets meer
dan konsekwentie noemen als
Frans Corniere naast de reeds
genoemde bedoelingen er nog
een andere op nahoudt. De
gelden die hij via inkom bij zijn
tentoonstelling samenhaalt
gaan naar Vlaamse scholen en
peutertuinen in Brussel.
TOEKOMST
Frans Corniere is er niet hele
maal gerust in. Wat gebeurt er
met mijn levenswerk achteraf?
Feit is dat de waarde van het
materiaal voor een deel wordt
uitgemaakt door de samen
hang met alle andere unieke
bijdragen. Misschien een wenk
naar het archief Maar lang
kan hij er niet bij in de rats zit
ten. «Het is jammer dat nog
maarzo weinigen alles hebben
gezien. Ik vraag niet meer dan
elke week ergens te mogen
eksposeren. In scholen bij
voorbeeld, dat zou een prach
tig werkterrein zijn
Wij zijn dezelfde mening toe
gedaan op dat punt: de hele
verzameling loont de moeite,
ook voor mensen die niet zo'n
rotsvaste Vlaamse overtuiging
hebben.
ANDRE HEYVAERT
van ons wel is geweest. Mijn
tentoonstelling en de vele uren
die ik ervoor overhad willen de
mensen hier een stukje fierheid
bijbrengen om all es wat goed is
geweest in dat kleine Vlaande-
REPRESSIE
Het is mogelijk dat sommigen
dit verhaal als niet-terzake
klasseren. Ons leek het onont
beerlijk omdat het waarschijn
lijk een van de stevigste scha
kels is in de Vlaamse ketting
die Frans Corniere zich in de
loop van zijn leven heeft ge
smeed. Hoewel het hier om
een samenvatting gaat menen
we toch de juiste toedracht te
formuleren: «Na de tweede we
reldoorlog ging ik erachter. En
kel en alleen op grond van een
Vlaamsnationale, aktivistische
overtuiging want misdaden kon
men mij in 't geheel niet ten
laste leggen. Nu is tien jaar
toch heel wat als het alleen
maar om een overtuiging gaat.
Na twee jaar zitten kreeg ik een
herziening en dadelijk daarop
werd mede kans geboden voor
vermindering tot vijf jaar. Toen
het bijna zover was, de man die
de verhoring leidde ging vooral
af op het feit dat ik niks had
geloochend, vroeg men mij of
ik dan geen spijt had van wat
was gebeurd. Natuurlijk kon ik
daar niet bevestigend op ant
woorden Het dossier klapte
onmiddellijk dicht en ik hield
wat ik had gekregen.
Uiteindelijk heb ik nog vijf en
een half jaar 'gezeten'. Geloof
me, zoiets vergeet je niet. Door
een overtuiging zulke dingen
oplopen, dat is de grootste
schande die er bestaat»
AKTUEEL
Ongemerkt schuiven we dan
naar aktueler gebieden. Kan
Frans Corniere zijn werk in de
huidige politieke kontekst nog
even vurig verantwoorden?
«Waarom niet!». Het klinkt
driemaal opnieuw haast bul
derend door de kamer. «Je
leest toch ook de kranten. Wij
Vlamingen laten ons nog altijd
in het hoekje drummen, een
klootjesvolk zijn wij. Die zoge-
Wanneer urbanisatie heden ten dage aktueel is, is dit te verklaren door de wijzigingen die
zich in de struktuur en het leven zelf van onze westerse samenlevingen heeft voorgedaan en
nog steeds voordoet. Wij maken momenteel inderdaad een strukturele evolutie door van een
(vroeger) essentieel ruraal-agrarische samenleving naar een stedelijke en industriële samen
leving. Deze omschakeling gaat gepaard met een wijziging in de manier van leven. Het is nu
juist in de steden dat de belangrijkste sociale veranderingen plaatsvinden, die onze overgang
bewerkstelligen van de huidige samenleving naar de samenleving van morgen. De stedelijke
centra zijn de wieg van technologische innovaties, van nieuwe organisatievormen, van
nieuwe aktiviteiten, van nieuwe sociale betrekkingen en van nieuwe vormen van kuituur.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat ten gevolge van alle voornoemde sociale verander
ingen de stedelijke centra voortdurend gekonfronteerd worden met belangrijke problemen
die een oplossing vergen zo men wil bewerkstelligen dat het mogelgk blijft in deze steden te
wonen en te leven.
Een van deze problemen is de leefbaarheid van het stadscentrum.
De problematiek van het stadscentrum
is heden ten dage zowat in alle stede
lijke centra aan de orde van de dag
Dat Aalst daaraan niet ontsnapt, werd
nogmaals bewezen tijdens de gemeen
teraad van 10 maart 1974, waar Bert
Van Hoorick een pleidooi hield voor
het behoud van de oude straatjes van
onze stad op hun huidige breedte en
voor een sanering (langs restauratie en
aanpassing van de betrokken wonin
gen) en revalorisering (nieuwe aange
paste funkties) van deze straatjes. Op
deze wijze zouden volgens Van Hoor
ick deze straatjes niet alleen nieuw
leven worden ingeblazen (wat hun
leefbaarheid en aantrekkingskracht
stellig zou verhogen), maar wordt me
teen een bijdrage geleverd tot het kreë-
ren van een intieme sfeer in het stads
centrum. Het is dan ook verheugend
vast te stellen dat dit voorstel de volle
dige goedkeuring wegdroeg van de
heer Schepen van Openbare Werken,
wat voor ons een aanwijzing te meer is
dat de Heer Schepen, net als zovele
andere van zijn kollega's van voor
aanstaande Vlaamse steden, zich ter
dege bewust is van de problematiek
van het stadscentrum en hiervoor dan
ook een passende oplossing wil zoe
ken.
De sociologie van de stedebouw en
de ruimtelijke ordening kan op dit ter
rein een zeer waardevolle bijdrage le
veren. Immers, de studie van het
stadscentrum staat in vele gevallen in
het teken van de renovatie. Deze re
novatie van het centrum vertrekt van
de idee dat de invloed, die uitgaat van
uiterlijke vormen in de stad op de psy
che van de mens als één van de voor
naamste beginselen van de stedebouw
moet worden beschouwd. M a w. het
gaat hier niet enkel om stenen, maar
om een uitgesproken dialoog tussen
stenen en mensen.
HET WEZEN
VAN HET STADSCENTRUM
Binnen het geheel van de stedebouw-
kundige problematiek verdient het
stadscentrum een speciale aandacht.
Globaliserend kan men echter zeggen
dat aan het stadscentrum ruimtelijke,
historische, kommerciële, sociale en
psychologische aspekten verbonden
zijn. Meteen zijn de voornaamste
funkties van het centrum aangestipt.
Bepaalde auteurs omschrijven het
stadscentrum als een ruimtelijk gege
ven, een duidelijk afgebakende zone
-in het midden van de totale stad- In
deze optiek bestaat de ruimtelijke
struktuur van de stad uit twee delen:
centrum en niet-centrum. Aldus be
schouwd, vormt het stadscentrum het
geometrisch zwaartepunt van de ge
hele stad.
Talrijke auteurs stellen bij de studie
van het stadscentrum de historische
elementen centraalVastgesteld wordt
dat vaak de huidige stadscentra sa
menvallen met de oudste kern van de
stad. Dat historisch centrum bepaalt
volgens deze auteurs het gelaat van de
stad, individualiseert aldus elke stad
en heeft aldus een historisch-
symbolische waarde
In het huidige stadscentrum is de
kommerciële faktor van essentieel be
lang. Boutiques en winkels vormen
een onmisbaar element voor het nor
male leven van het centrum. Dat cen
trum is immers doorgaans het stads
deel waar de koncentratie van het
winkclequipement het grootst is. De
uitstraling van dit winkelcentrum be
strijkt dan ook niet alleen de ganse
stad. maar tevens de omliggende ge
meenten en in sommige gevallen zelfs
.vftfrfS DE ZWARE MISDAAD HET DOE li
tllTHAIT^Etl VAM "DE LEELlWEflVLAé OF
M 'JULI 4<32.5
Niets ontbreekt in het archief van Frans Corniere. (Ib)
Hierbij een erg bondig gehouden overzicht van de dokumen-
tatietentoonstelling. Wie deze katalogus doorneemt dient er
rekening mee te houden dat bij elke naam of gebeurtenis die
wordt vermeld telkens een pak illustraties, teksten hoort. Het
geheel wordt dan nog eens duidelijk uit de doeken gedaan in
meer dan 750 boeken en brochures. Zelfs met deze bijko
mende inlichtingen houden we het voor onmogelijk hier meer
dan een flits neer te pennen van de werkelijke waarde van het
Comiere-archief.
1) Portretten van beroemde Vlamingen uit de 12e eeuw (en
opvolgers).
2) Primitieve- en Renaissanceschilders. (Afzonderlijke be
handeling van Van Eyck, Rubens, Memling, Van Dijck,
Brueghel en anoniemen)
3) Vlaanderens roem, wetenschapsmensen van bij ons.
4) Strijd voor zelfbehoud.
5) Groeninge 1302.
6) Zannekin en de vrijheidsstrijd van het kustland.
7) Van Artevelde.
8) Boerenkhjg.
9) Oostenrijk, Spanje, Frankrijk.
10) Portretten van de pioniers uit de Vlaamse beweging.
11) Verhandeling: Vlaamse beweging en Sociale kwestie.
12) IJzertragedie en haar symbolen.
13) Werk, leven, dood van Joe English IJzerfrontbelevenis-
sen.
14) Puinen van Diksmuide.
15) Diksmuide 14118 en Ijzerbedevaarten.
16) De eerste IJzertoren.
17) Onze huidige wetenschapsmensen (afzonderlijke belich
ting van Prof. Heymans en Daels, Dr. Gravez.
18) Het Aktivisme 14118.
19) Huidige Vlaamse toondichters, muziekwaranda (meto.m.
Peter Benoit, Em. Hullebroeck, Renaat Veremans, Jef Van
Hoof, Gaston Feremans, Armand Preud'homme).
20) Galerijen Vlaamse schilders (Servaes, Opsomer, Ost,
Speybroeck
21) Beeldhouwers, kunstsmeden, sierkunst.
22) Vlaamse weelde, schrijvers van eigen bodem (afzonder
lijke behandeling Conscience, Streuvels, Nahon).
23) Vlaamse geestelijken (Priester Daens, Guido Gezelle,
Hugo Verriest, Cyriel Verschaeve, Pater Callewaert.
24) Vlaams nationale strijders.
25) Dr. August Borms.
26) Geston/en, gevallen, vermoord onder de leuze AVV-WK.
27) Uit leven en dood van Berten Fermont en Herman van Den
Reeck.
28) Ten huize van Lodewijk Dosfel, Jeroom Leuridan, Flor
Grammens, Wim Maes en anderen.
29) Vlaams nationale zangfeesten.
30) Marsjen op Brussel en Antwerpen.
31) Abdijen en Begijnhoven in Antwerpen.
32) Vlaanderen, land van kerken en kapellen Wandeling
door de Driezustersteden Oud Aalst Kastelen uit het
feodaal tijdperk.
33) Wandeling langs straten en pleinen van mooi (maar arm)
Vlaanderen.
34) Fotoreeksen: Vlamingen van betekenis, verdienstelijke.
35) Plusminus 750 boeken en brochures.
™Srr
een nog veel ruimer gebied. Dit doet
er dan ook bepaalde auteurs op wijzen
dat de monumenten van heden eerder
de boutiques en grote magazijnen zijn
dan de kathedraal of het stadhuis.
Bij dit alles is het klaar dat daar waar
landbouwers een belangrijke bijdrage
leveren tot de landschapszorgde
middenstanders aldus een aanzienlijke
bijdrage leveren tot de zorg voor het
centrum.
HET STADSCENTRUM
ALS BRANDPUNT
VAN SYMBOLIEK EN VAN
HET SOCIALE LEVEN
Wanneer het stadscentrum binnen het
geheel van de stedebouwkundige pro
blematiek een speciale aandacht ver
dient, is dit niet in het minst omwille
van de specifieke dialoog die er zich
ontwikkelt. Daar waar bv. de volks
buurten gekarakteriseerd worden door
face-to-face relations, ontwikkelt het
stadscentrum eerder anonieme rela
ties, naast een belangrijke symboliek.
Zo wordt het gezag gesymboliseerd
door het stadhuis en het politickom-
missariaat; de scholen, bibliotheken
en musea symboliseren het kulturele
leven; de reisbureaus, cinema's en
theaters zijn de verafbeelding van de
evasie; de banken symboliseren het
gouden kalf en zijn macht, net als de
majestueuze zetels van vakbonden en
sociale organisaties doen denken aan
het belang van de faktor «arbeid- in
onze huidige samenleving; de kerken,
tenslotte, symboliseren voor de gelo
vigen het spirituele leven, net als de
markten, grote magazijnen, winkels
en boutiques de aardse dagelijkse be
hoeften representeren.
Belangrijk is tevens dat het symbo
lisme in het centrum niet enkel ver
bonden is aan gebouwen en monu-
SUSP utare Hiiifef ebs
Aan krachtige slogans geen gebrek (hdw)
Ook hier is de emancipatie doorgebroken (hdw)
Een tomaat als presentje (hdw)
menten, maar ook aan de open ruim
ten.
Het stadscentrum is tevens het focus
punt van een brede waaier van sociale
betrekkingen, konversatie, diskussie,
shopping, flaneren en het gehele
«dolee far niente- in zijn fijnste bete
kenis. De psycho-socialc funktie van
het centrum dient begrepen te v
in termen van attraktiviteit. Het ko^
tot uiting in het feit dat heel wat ir
sen vaker in het centrum komen d|
strikt noodzakelijk is. Het ccntnf
moet immers de mogelijkheid biedt
om er te zijn, te verwijlen, te gei
zonder meer. vervolQll
De parking van de Pontstraat als voorbeeld (Ib)