DE MOLENVIJVER TE MELDERT It. De Voorpost - 23-8-74 - 23 or iemand van buiten deze gemeente roept de naam «Meldert» niet leen beelden op van kippen, prei, pikfeest en hop maar eerst en ioral van «devijver»! n wie spreekt van «de vijver» denkt dan ook automatisch aan het oude itijolenhuis waar eens de Mis werd gelezen doch dat nu een andere 'zeiêstemming heeft gekregen. ^wonderen doen de mensen immers dit mooi ouderwets gebouw met /Kt prachtig originele dak en de pittoreske aanblik. Geen enkele 'enfeemde bezoeker van Meldert kan van de vijver abstraktie maken en jen enkele rally, 't zij te voet, per fiets of met de wagen, kan zich de jjselde veroorloven deze vijver voorbij te rijden zonder een of andere tiiin of meer spitsvondige vraag testellen. ,^t jaartal in de gevel, «1638» verraadt reeds een oud verleden dat ihteraf nog veel ouder blijkt en tevens zeer boeiend nde d«£LANGRIJKE GEMEENTE ïal<ïldert, sinds de Franse ^mwentelling een Oost- 3et< amse gemeente, dooruit- X) sseling van Meldert en □r ardegem met het vanouds trgianderse Opwijk, behoor- ereu voordien tot Brabant als 5"2 el van het Land van Asse °i[ het kompleks Affligem it het middelpunt werd IJsen de vier parochieën isene, Hekelgem, Baarde- pen Meldert. I de 12e en 13e eeuw leefde J bevolking van Meldert pra! yan de uitbating van fsteengroeven en de zand den die er gepoeld werd in (putten («Putstraat» «Hof Putte») en door een vrij r dpzienlijk aantal Waalse oufenkappers bewerkt werd gebruikt werd om veel iev+ken in de omgeving te uwen (ook te Mechelen en twerpen). In die periode ibe!s Me'^ert de belangrijk- 'Ari lokaliteit tussen Aalst en fbaipssel en beide steden pben zich hardnekkig ver- (H tegen en belet dat Mel- (Left een wekelijkse markt sekt worden gevestigd. :T WATERNET ggegraat van het hele Idertse waternet is de lenbeek, ontspringend in «Graat» in het Kravaalvos "lopend langs de Putstraat de «Fallanten» of «Fal- htjes» (broeken en meer- S) via Moorsel naar de ider. Samen met een ik die van Essene voorbij jvel» en de «Bogaard» nt, met een uit Mazenzele de «Mutsereel» en een n waterloopje vanuit Jkerije» vormt de Molen- ter het knooppunt van de ise meldertse hydrogra- 36 oude Denderweg Hekel- n-Baardegem heet tot de Molen «Molenstraat» dan verderop «Hoog- 720feat» 915 '™LLUINTJES Pa" tuintjes, of Fallanten wa- D|i een lange uitgestrekte ;ks meersen en broeken gs de rechterzijde van de lenbeek gelegen tussen watermolen van Meldert de grens van Moorsel. in de 14e eeuw waren ze Jrieën verdeeldde «Op- ste» gelegen nabij de ermolen van Meldert, de legste» nabij de Watemo- van Moorsel en de «Mid- ',1ste». I 1377 waren de alleen 12 bunder Beda Regaus veron- dat de andere twee 6 bunder groot waren. aan de Abdij Affli- betekenden de Fallan- voor haar een van de bezittingen aldaar een grote kondern onder- Waarschijnlijk be de Fallanten tot de kern van Meldert. DE NEERMOLEN Reeds heel vroeg bestond er in Meldert een watermolen want toen de heer Berner van Moorsel zijn ruzie met de abdij besloot met een overeenkomst in het jaar 1151 was er al sprake van. Berner beloofde immers af te zien van de cijns van drie stuivers die hij wilde heffen op het hof van Affligem «aan - de molen van Meldert gele gen.» Onze gemeente was destijds een zeer dun be woond dorpje, omringd door uitgestrekte bossen. Wie bouwde die molen? De Heren van Meldert of de Heren van «Nivele»? Of de Paters van Affligem? In elk geval hadden deze laatste hem in hun bezit en waren er zeker aktief geweest want ze hadden er een boerderij. In 1160 volgt een nieuwe over eenkomst tussen Berner van Moorsel en de abdij bepa lend dat «het moeras van Meldert, belegen bij Nievel» gemeenschappelijke bezit blijft van beiden. Met dit moeras bedoelden ze weer de Falluintjes die zich des tijds uitstrekten van aan de «Kemptinne» tot aan de grens van Moorsel. De watermolen blijkt voor Affligem omwille van zijn nabijheid steeds zeer be langrijk geweest te zijn. Samen met de drie windmo lens, en wellicht nog meer vóór de bouw van deze laatste, diende hij als recht streekse bevoorrading van de abdij zelf. Nog in 1377 moest de maalder het koren malen voor de abdij en op zijn kosten de molen onder houden. Aan deze watermolen met hof waren volgende gronden gehecht: «Meulenmeersch» «Meulenveldeken», «'t Hof- eussen», «De Drooghe We- ijde», de «Kempinne» en «de Motte». DE MOLENVIJVER Het duurt tot in 1659 eer er een aanduiding over de vij ver te vinden is, nl. «ge- maekt werd 't nieuw molen huis en de stenen brug nabij den vijver». De houten brug op de weg Affligem-Baarde- gem werd vervangen door een stenen. De vijver ontstond door het aanleggen van een dam dwars door het moeras. Hij had een dubbele funktie: waterreservoir voor de mo len en anderzijds visvijver. Andere door de paters ge graven vijvers zijn te Meldert de «Meeters», te Essene de «Bellemolen» en te Hekel gem. Gezien het geheel van deze werken is het waar schijnlijk dat het aanleggen van de vijver te Meldert kan gesitueerd worden in de 14e eeuw en zelfs misschien nog vroeger. De dam werd regelmatig doorgestoken om droge gronden onder water te zeten en ze aldus te bemesten. rijke rol gespeeld want na de stopzetting van de ontgin ning van de zandsteen was men vooral op de landbouw overgeschakeld. Met de uit drijving van de monikken echter en de verkoop van hun goederen ging de Mel dertse molenvijver over in andere handen. Zo was in 1796 Jean C.M.M. Geéroult de eigenaar ervan, en in 1898 de heer de Formanoir de la Cazerievan Gent. De stoom- en watermolen (koren en olie) was eigen dom van de weduwe Rollier van Gent. In 1862 werd hij eigendom van de weduwe Frans Vandersmesen-Ver- smessen uit Beveren-Waas en in 1888van gravin Borluut d'Hoogstraete-Vander- plancke eveneens uit Gent. voozien van een dikke be- tonlaag en dit werd dan het deel dat diende als open luchtzwembad. De vijverm werd helemaal gekuist en errond werden wandelpaden aangelegd. Achter «de mooie molen» kwam dan een zeer mooie tuin met een openluchtdansvloer omge ven door stemmige prieel tjes. Sukses kende deze inrich ting veel vóór en tijdens de oorlog en vooral 's zomers en in de vakantieperiodes was er vaak een zeer grote toeloop van volk zodanig dat het voor de bezetter een doorn in 't oog werd, het cagé een poos gesloten werd en zelfs de Gestaop in de grote menigte baders Op deze oude foto, het rad van de watermolen. Buiten deze molen had Meldert er nog twee anderen, de ene, een houten korenwindmolen, was gelegen op de «vijfbunders» en behoorde oorspronkelijk aan molenaar Jan-Baptist De Vis. In 1916 volgde de totale afbraak (jm) Voor en tijdens de wereldoorlog was het voorste gedeelte van de vijver, ingericht als zwembad (jm) UITBATING Eerst baatten de monniken de vijver zelf uit met het molenbedrijf doch later lie ten ze het aan partikulieren over zoals ze trouwens even eens deden met andere be zittingen: de steengroeven van 't Kravaalbos, het Hof te Putte. Het bekende verhaal van Inerbertus van Herder- sem vertelt ons hierover: «De Heer van Herdersem, Ingerbertus, kon zijn taak als leenheer niet meer maan en trad in het klooster als broeder. Op een ezeltje ge zeten reed hij bijna dagelijks naar de molen om er op het werk toezicht te houden. Nederig als hij was deelde hij het eten met zijn helpers. De geestelijken van Affli gem waren zelf aan het werk in die molen. In 1337 echter is reeds een molenaar aangesteld die wel zelfstandig werkt maar toch voor de abdij koren moet malen en het meel bezorgen aan de bakker. Onderhoud van de molen geschiedt op zijn kosten doch herstel lingsmateriaal kan hij in het klooster krijgen. De eerste beschrijving van de vijver dateert uit het jaar 1659. De oppervlakte be droeg meer dan 8 dagwand en hij is gelegen ten oosten en noordoosten van de Kempinne, ten westen van de «meulendam», ten zuiden de pachting Wauters en tussen beide de Molenbeek. IN ANDERE HANDEN In de tweede helft van de 17e eeuw trokken verschillende malen Franse troepen plun derend door onze streken, o.a. in 1667. Tot dan toe had de molen zeker een belang- hoeft de hengelaars de weg naar de Meldertse vijver niet te vragen (jm) Het jaar 1921-22 brengt een gedeeltelijke afbraak en af schaffing van de drijfkracht. De molen worden nu om schreven als «korenwater molen». In 1936 werd hij verkocht aan R. Van Ginder- achter-Van Horebeke van Waterschoot en P. Van Gin- derachter- De Geest, inge nieur. Ouderen van Meldert heb ben nog weet van het feit dat de molenaar van de water molen nog eenwindmolen tot zijn beschikking had, gebouwd op een klein heu veltje op «Kokerije» aan «'s Mulders hof»! Ooorspronke- lijk was deze eigendom van molenaar Frank De Vos. Hij werd afgebroken in 1899. Nog niet zovele jaren gele den bleef het molenrad (waarvan hierbij een foto toen het reeds was afgeta- keld) stil DE MOOIE MOLEN Op initiatief van burgemees ter Arthur De Vis werd dan in de jaren 1936-37, in samen werking met de eigenaar rechter Van Ginderachter van Dendermonde en naar plannen van architekt De Ridder, het oude molenhuis helemaal niet alleen her steld doch omgevormd eerst tot een café en dit in het gedeelte aan het toenmalige molenrad. Uitbaatster was Maria Timmermans. Ook het molenrad werd in die perio de gerestaureerd en in staat tot f unktioneren gebracht Daarna werd het andere deel hervormd tot een typisch landelijk restaurant met daarbij niet minder dan veer tien kamers die later met stortbad en wastafel werden uitgerust. Ook het strooien dak werd helemaal ver nieuwd en is nog steeds een zeer in 't oog springend gedeelte van «de mooie mo len». Niet verwonderlijk is het dat de instelling aan de vijver, in de periode van de toenmalige «schlagers» «Twee ogen zo blauw» en vooral «Daarbij die molen, die mooie molen» de naam meekreeg van «De Mooie Molen», naam die voor wie niet te Meldert woont dade lijk verbonden is aan onze gemeentenaam. Eerste waardin was dan Jozefa, niet de waardin uit «Het Witte Paard», maar wel de dochter van de toenmalige burgemeester. De vijver werd voorzien van een ganse reeks grote roei boten en spelervaren op de Molenvijver was dan ook aan de orde van de dagEen deel van de vijver werd dan ook afgespannen, de bodem kwam zoeken naar «werkon- willigen.» 1960 de uitbating overnam vond hij veel in verwaar loosde toestand. De vijver was half leeg. De boorden werden helemaal rond afge vlochten en een halve meter verhoogd. Een reusachtig werk! Gehuld in een doorschijnen de regenjas trokken ze dan rond de vijver om het gras en de netelen ((op mans hoogte) te vernietigen en het geheel weer een mooi uit zicht te geven. De vijver zou nu vooral uitgebaat worden als visvij ver. Er werd en wordt vooral gevist op karper, voorn, Nog kun je prettig wandelen rond de vijver (jm) Van 8 ha was 'de vijver echter reeds herleid tot ongeveer dehelf. VERVAL Nadat Jozefa De Vis in 1945 de «Mooie Molen» echter verliet en andere uitbaters kwamen geraakte de instel ling in verval en was de toeloop, mee door de nieu we omstandigheden, veel verminderd. De familie Meu- leman en René Godts kon den het lot dan ook niet dwingen en de instelling stond dan een tij lang geslo ten, het molenrad geraakte weer in verval en verdween zelfs helemaal (niemand schijnt te weten hoe dit juist gebeurde, of was het enkel de «TAND DES TIJDS»?) en gras en onkruid schoten welig op. EXPO 58 In de periode van de wereld tentoonstelling 1958 te Brussel kende de Mooie Molen nog een heropflak kering daar vele buitenland se bezoekers werden gelo geerd, zogezegd in de om geving van Brussel. Van uit die periode dateren dan ook de namen «Alte Mühle», «Vieux Moulin», «Old Ma- nor», «Vecchio Moulino» op de houten balken van het stemmige restaurant. Een werkelijk internationale kliëntele was er dus 's a- vondstegast! VISVIJVER Als Marcel Rottiers van Win- tam, die vroeger reeds op een appartement boven het café had gewoond, dan in zeven bijgezet en krijgt hij er dadelijk twee zó in het net. Met de opening van de forel- visserij zijn dan ook de ruim tweehonderd visplaatsen volledig bezet en reeds van vrijdagavond komen de fer- venten af om een plaats te kunnen bemachtigen en aan te schuiven want vóór 5 uur mag er niemand op de vijver. <De mooie Molen» is dus een paradijs geworden !n voor liefhebbers van Je hen- nelsDort doch ook de lekker bekken die er zich <e goed doen aan een smake- lijke portie paling (in brasem, snoekbaars en ook snoek. 's Winters wordt er forel opgezet rond 20 september en het eerste weekend van oktober wordt de visserij op forel steeds geopend. Een paar honder kg. forel wordt op de vijver gezet en voor elke visser die zich achteraf aanmeldt worden er nog groen, in tomaat, gebakken) of aan een heerlijk? forel komen er ruim aan hun trekken. Hopelijk komt er nog eens een gloednieuw molenrad of zou dit slechts een vrome wens blijven??? Jos Muylaert Zo terugstappen in de tijd (jm)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1974 | | pagina 23