IN
ROND HET JEUGDTEATEI
TONEELGILDE
«HOGER OP» STELT!
PROGRAMMA VOOR
OPEN DOEK VOOR
EEN BOEK
ERIK
TONEEL BUITEN DE DENj
DERSTREEK
24 - 20/9/74 - De Voorpost
Suzanne Cassiman.(lb)
Wie bemerkte al de kleurige affiche van het «Vliegend tapijt»,
woordelijk geïllustreerd?
Het wonderbare sprookje uit «Duizend en een nacht» door
Klaus Eidam wordt in de regie van Frans Wauters op woens
dag 25, zaterdag 28, zondag 29 september en woensdag 2
oktober telkens te 14.30 uur een attraktie voor onze kinderen.
We maakten onlangs een stuk repetitie mee, praatten met
koördinator Frans Wauters en interviewden enkele mensen
die achter de schermen zeer bedrijvig zijn en aan wie een
groot deel van het sukses van het amateurstoneel te Aalst te
danken is.
Stedelijk Jeugdteater
Slechts drie Vlaamse steden kun
nen zich beroemen op een gezel
schap dat Stedelijk Jeugdteater
heet. Het zijn Gent, Antwerpen en
Aalst. De produktie wordt betaald
door het stadsbestuur en de me
dewerkers die afkomstig zijn uit
diverse amateursgezeischappen
worden voor deze prestatie met
een kleine vergoeding beloond.
Niettegenstaande de organisatie
van het stedelijk jeugdteater volle
dig bij het stadsbestuur berust
wordt niet veel meer gedaan dan
voor de andere gezelschappen.
Wel werd een omzendbrief aan de
schooldirekties toegezonden met
het doel de voorstelling in school
verband te bezoeken. Of dit zal ge
beuren betwijfelen we. De voorstel
lingen vallen op de vrije schoolda
gen zodat wij veronderstellen dat
slechts leerlingen van internaten of
volgensvolgers van de soao kultu-
rele aktiviteiten op woensdagna
middag in schoolverband kunnen
aanwezig zijn. Het kan ook moeilijk
anders gepland, vele akteurs moe
ten voor de woensdag reeds vrijaf
nemen op hun werk. In schoolver
band of niet, het wordt de moeite
waard, een uitje voor jongens en
meisjes van tien tot veertien jaar,
maar ook de ouderen zullen zich
weer in hun kinderjaren wanen en
volop meegenieten.
Vergroeid met toneel
Suzanne Cassiman houdt van to
neel. Ze voelt zich gelukkig, met
zozeer op de scène al doet ze dat
ook wel eens, maar vooral onzicht
baar, steeds bij de hand, achter de
koe lissen, de steun van de spelers.
Het is eigenlijk toevallig dat zij heel
wat jaren terug door vrienden bij 't
Land van Riem terecht kwam. Via
het Aalsters Toneel Verbond, to
neelgroep De Schakel en de to
neelklas aan de akademie be
landde zij in het gezelschap van
het stedelijk jeugdteater, waar zij
zich vooral met de keuze van de
kostumes en het opmaken van het
kapsel bezighoudt Het zijn deze
technische zaken die haar belang
stelling uitmaken. Zij is de dame
T die ook bij andere gezelschappen
de kostumes kiest, de rekwisieten
bijgestaan door haar uitgebreide
kennissenkring verzameld, to
neelmeesteres speelt en ook de
toeverlaat van de vergeters is.
Komt zij in kontakt met een be
roepsregisseur dan bedeelt die
haar met de rol van regieassisten
te.
Momenteel werkt zij meestal met
De Schakel. In «Een raar koppel-
moest zij warempel koken achter
scène Koken op zichzelf is nu wel
een typisch vrouwelijke aangele
genheid, maar achter scène is het
nu bepaald geen gemakkelijke job.
Enkel attentievolle medewerkers,
de mannelijk gezelschapsleden
dragen haar op de handen, namen
voor haar zelfs het woord toen we
een sappige anekdote wilden ho
ren. Eens greep de drang om toch
ook eens op de scène te staan haar
zo sterk aan dat zij improviserend,
geheel verkleed in de prinses alias
Assepoes, tevoorschijn kwam en
tot grote verwondering van regis
seur, alleen tuisen de akterende
dansende genodigden een ballet
om van te snoepen ten beste gaf
Suzanne houdt met van sterke
drank, maar 't is toch steeds zo
moeilijk om elke toost te weer
staan. Na een geslaagde vertoning
trakteerde de hele bende, Su
zanne dronk, werd ziek en
kreeg thuis nog eens het bezoek
van de medelijdende groep mikro-
ben die alles wat drinkbaars was
op de zieke Suzanne's gezondheid
leegden en haar aldus door hun
druk en plezierig gedoe gezond
kregen. Ook deze toneelbende
was het die na een voorstelling in
het kader van het Landjuweel een
Torhoutse herberg uitputte. Minder
prettige anekdote viel voor Su
zanne pijnlijk uit. Tijdens de opvoe
ring van «De Meeuw» was Be
ngaals vuur nodig. Dit blijkt nogal
gevaarlijk op scène zodat een
scheikundige samenstelling die
ongelukkiglijk van het brandbare te
veel had een vreselijke steekvlam
gaf zodat Suzannes hand brand-
staande hem weer op de planken
op de zolder van een boereschuur.
Wijlen Leo Sanders (afkomstig uit(
de Koolstraat) was daar pastoor,
schreef zelf de stukken, o.a. liturgi
sche stukjes en nam ook de regie
voor zijn rekening. Volgens Hubert
Janssens was deze pastoor één
van de grootste imitators en mi-
mespelers die hij ooit gekend
heeft. Later volgde Hubert regie-
school en deed een tijd lang veel
mooie zaken in samenwerking met
Frans Roggen, maar onenigheid
maakte een eind aan de samen
werking. Over de toenmalige Kern
63 weet Hubert Janssens niets dan
lof te vertellen. Het was dit gezel
schap dat de grondslag legde aan
de afwerking van het dekor, de be
lichting en de kostumes.
Gespecialiseerd in de lichtinstalla
tie en de goede werking ervan wil
len we juist daarover van Hubert
Janssens wel één en ander horen.
Het is te Aalst onvoldoende, geluk
kig knutselt hij zelf een en ander.
Maar om nu een voldoende en effi
ciënte belichting bij zware stukken
zoals «Sassafras» te garanderen is
het bestaande lichtorgel met zijn
acht kringlopen zeker te zwak. Er is
nog geen sprake van vernieuwing
trouwens de vervangingslampen
voor de projektoren laten regelma
tig op zich wachten. Hoe vat hij nu
de lichtregie op? In een gesprek
met de regisseur waar ze het
vooral over de inhoud en de sfeer
van het stuk hebben komt de opinie
van de regisseur naar voor, de
lichtstanden worden bepaald en
uitgetest, de elektrische rekwisie
ten die een onderdeel van Hubert's
job vormen, worden bekeken.
Het is dan aan de lichtregisseur om
zo nodig te improviseren, dit is ze
ker het geval bij amateursgezel
schappen. Vindingrijk moet zo'n
man ook zijn. In het spel «De vrouw
in de ochtend» door Kem 6 in de
regie van Frans Roggen moest een
deur opengaan om een Sint Jans-
vuur bij te pas kan komen. En toch
slaagde Hubert Janssens daar
wonderwel in. Hij nam een stuk
elastiek en bevestigde daar lange
spiralen gesatineerd zijden lint en
cellofaan aan. Dat gordijn bewoog,
licht erop en het publiek zou ge
zworen hebben dat het echt
brandde. Geestige anekdotes kan
Hubert met pakken vertellen. Ha
len we er één aan. In het stuk
Hendrik IV speelde zich een epi
sode af waarin Tuur Van Den
Hubert Janssens
wonden vertoonden van ae vierde
graad. Of er veel poetsen gebak
ken worden?
In ernstige stukken uiteraard niet
maar de lolbroeken laten zich niet
onbetuigd als het een blijspel be
treft kasseistenen komen dan
in een valies terecht, een kip wordt
pikant oneetbaar door een pili pili of
mosterd vulsel en noem maar op.
Maar Suzanne is er steeds bij, ern
stig bij het werk, ze leest brosjures
volgt repetities overlegt met de re
gisseur, kortom is onmisbaar voor
de goede gang van zaken.
Hubert Janssens, meestergast
elektrieker aan de stad was amper
14 jaar toen hij zich in de toneelmo
len wierp. Jeugdverenigingen,
skouts. KAJ, steeds was Hubert er
bij als het om toneel ging. Slechts
de tijd toen hij student was aan het
V.T.I. en alle naschoolse aktivitei
ten verboden waren stopte bij
noodgedwongen, maar na de
strenge V.T.I. zoals hij sppig zegt
was 't volle gas (wat zijn de tijden
verandert!) De eerste keer werkte
hij mee aan het stuk «Elckerlick»
In de naoorlogse periode was niet
veel materiaal te krijgen zodat hij
spots met konserveblikjes ineenk-
nutselde en door middel van een
zoutoplossing primitief de resulta
ten van wat nu een modem lichtor
gel doet kon bekomen.
Hubert Janssens speelde ook to
neel vroeger, in de vakbondver
eniging en vormde zelfs met oud
K.A.J-ers een soort kabaretgroep.
Na de oorlog ging hij te Immerseel
vrijen en ook daar bracht zijn aan-
Toen omstreeks Kerstmis 1971
de Haarlemmer Godfried Bo-
mans overleed, verloor de
Nederlandse literatuur plots
een heel merkwaardig verte
genwoordiger. Vooral boven
de Moerdijk was de scherp-
hekelendc en fantasie*rijke
humorist Bomans een ietwat
vreemde vogel. Hij was daar de
man die de «verlichte» schrij
ver-levenskunstenaar van de
negentiende eeuw het type
Hildebrand! verzoende met
de agressieve schrijver van
onze dagen, die zonder adem
pauze en afstandneming praat
met en over zichzelf en zijn
hele omgeving herleidt tot een
vijandige rotboel, een rotzooi
waarin iedereen behalve
hijzelf geil en fascistoïde is.
Kortom: Bomans was onder
hen een eiland van verbeelding
en milde schrijfkunst in de
door Amsterdam geleide
Noordnederl^ndse literatuur,
waarin literaire verbeelding en
de rustige verhaaltrant is
gestikt of de weg naar de lezer
niet meer vindt. Het fantastis
che is steeds de sterkste zijde
geweest van Godfried Bomans.
Net als Frederik Van Eeden
kontesteerde hij langs het
sprookje om het realisme in de
kunst, realisme dat in Noord-
Nederland allesoverheersend
is omdat de mensen zelf er de
warmte en de zin voor relati
veren van de Zuidnederlander
missen. Maar terwijl Frederik
Van Eeden zijn kuituur
sprookjes bitter-ernstig op
bouwt, vat Bomans zijn
sprookjes op als een spel, als
een schamper-zachtmoedige
glimlach om de stelregels en de
overtuigingen der mensen.
(Onzedelijk is als men bloot is»
«Dus ben ik onzedelijk?»
vroeg de slak. «Ja, precies weet
ik het ook niet, ik weet alleen
dat het bij een mens in eik
geval onzedelijk is, behalve ais
je in bad zit of pas geboren
ibent. Dan mag het.»
De beste Bomans blijft nog
steeds de Bomans die zijn
kleine ERIK liet binnentreden
in de wereld van de insekten:
Erik of het klein insek-
tenboek, een ontelbare malen
herdrukte uitgave van Het
Spectrum, Utrecht/Antwer
pen. Het doen en laten van de
mensen parafraseren langs het
leven van de dieren om is
weliswaar een oude en beproef-
Romain Mortier
Brulle (Hendrik IV) zich in het pik
donker met een olielamp moest
verplaatsen en die dan laten val
len. Door een opening in het ver
laagde plafond van de scène was
Hubert erin geslaagd.de akteur
met een spot te volgen. Maar op
het moment dat de lamp viel moest
ook alle licht gedempt worden, toe
stand die hij met zijn voet bedien
de. Alles was tijdens de repetitie
wonderwel geslaagd Stel je nu
de methode in de literatuur.
Vanpit India kwam zij in de
literatuur van de Klassieke
Oudheid en vond haar voort
zetting in de hele Westeuro-
pese kuituur. De auteurs
hemelen de dierenwereld ech
ter niet op, precies omdat die
wereld dezelfde gebreken
toont als die der mensen. Ook
de dieren zijn overmoedig,
barbaars en ijdel, ook onder
hen heerst een nooit eindi
gende klassenstrijd. Dat alles
ervaart het dromerige jongetje
Erik Pinksterblom, voor wie op
een avond de langbetrachte
droom in vervulling gaat: te
kunnen binnentreden in het
pastorale landschap van Wol-
lewei, het natuurtafereel op het
door hem zo geliefde schilderij
tegenover zijn bed. Nadat al de
figuren op de portretten aan de
wanden beginnen te spreken
en dus her-leven, wordt Erik
plots zeer klein. Doch bang
was hij niet. Hij begreep dat h(j
klein, verschrikkelijk klein was
geworden om in het land
Woilewei te komen.Erik heeft
zich nog maar pas over de
brede lijst van het schilderij
heengewerkt, als hij reeds
kennismaakt met de verwaan
de wespen, in wie hij meteen
het Hollandse kleinburgerlijk
milieu herkent. Nadien aan
hoort hij hommel-geleerdheid
en slakkenpraat, beleeft ver
rukkelijke uren in het gezel
schap van een vlinder, voert
met de doodgravers diepzinni
ge gesprekken over leven en
dood, slaat zich dank zij zijn
schoolse kennis van de insek
ten doorheen moeilijke om
standigheden die kennis
bezorgt hem in bepaalde
insektenkringen zelfs onge
hoorde populariteit en
neemt aktief deel aan een
vreselijke veldslag tussen twee
mierenlegers.
Als hij na die rampzalige
gebeurtenis plots uit zijn
droom ontwaakt en opnieuw
zijn plaats onder de mensen
moet innemen, vallen die
mensen hem bitter tegen.
Want. soms, als hij onder
zekere mensen vertoeft, kan h(j
niet nalaten aan bepaalde
kleine insecten te denken. En
vooral ontdekt hij dat de
miskenden met de dag veel-
vuldiger worden...
FRANS-JOS VERDOODT
voor dat Janssens tijdens de op
voering zijn evenwicht verliest, de
projekteur op de neus van Hendrik
IV terechtkomt en alles in het hon
derd loopt dan waan je je in een
stomme film en valt er lachen ge
blazen. Maar het gebeurde echt.
Romain Mortier ons aller bekende
stadsbediende bij de bevolking en
zoals hij zegt ook wat onderbe
taalde bediende aan de akademie.
sleurt maar steeds weer met b
dopnemers en koptelefoons.
In 1959/60 zat Kunst Licht
Vrijheid in de nesten met de klan||
en de kapotte bandrecorder,
neef Odilon Mortier kwam Rot
bij het toneel terecht en zit er n
steeds, en neemt er het jeugdtet
ter en de akademie bij.
Wat die mens allemaal bezit rr
elke muziekfan wel jaloers, evej)
opsommen: vier bandopnet
drie platendraaiers, een mer
neel (momenteel uitgebrand do<
de eksperimenten van zoonlief d
op de DJ. toer ging) een echokt
mer en een behoorlijk aantal platei
en banden. Ook hij hoort bij c
groep al is zijn werkwijze wel int
vidueel en geniet hij van een ver
gaande vrijheid. In de diskotet
noteert hij de nummers van de g
wenste geluidsplaten, koopt c,
zelf, maakt bandmontages op zt Ta
der, 's nachts tussen 12 en 2. G«
makkelijk denk je en plezant der
je. Het laatste, dat wel maar de liL
opnames brengen soms heel wi
moeiijkheden mee. Bij platei
keuze kan hij dan ook heel dikwijjl
rekenen op het deskundig adviej
en de steun van Bert Brauns va
de B.R.T. of van de direktie en
leerkrachten van de muzieks
demie.
Eens de montage klaar dan begi
het pas goed. Voor een toneelspl
volgt hij één repetitie om de sfeer p
kennen en de drie laatste herhal|n
gen speelt ook de klank een r
mee. Tijdens de opvoeringen voljg
1 hij op de brosjure, en in de kopteV d
foon maar gevaar bestaat dat C
band tussen de opnamekoppe
geraakt wat uiteraard noodlottig i
Daar Roman meestal in een dot
ker hoekje verborgen zit moest I
er iets op vinden om het einde vj jl. a
een montage te horen. Een vo R~
het publiek onhoorbaar fluittoont re
waarschuwt Romain als de moqa
tage ver afgelopen is
ROEL VAN DE PLAli.
De talrijk opgekomen aanwezigen, leden en belangstellen
den van toneelgilde «Hoger Op» werden verwelkomd door
voorzitter Louis Pauwels. Spreker haalde de loeilijkheden
aan die een toneelgroep ondervindt om zijn speeldata te
bepalen in goeie koördinatie met de diverse Aalsterse to
neelverenigingen. Alles valt samen, betere tijdstippen die
nen bepaald.
Op 6, 7, 12 en 13 april 1975 sta£,en
«Bemoeial» een komische trill
van Jack Popplewell op het pro
gramma In tegenstelling tot <re"
meeste trillers gaat het hier niet o£ch(
«Wie heeft het gedaan?» maar o >eb
«Wat zal de werkster nu weer vofuit
geks gaan zeggen.»
Met het probleem van akkomoda-
tie heeft «Hoger Op» heel wat te
kampen gehad. De toneelzaal van
het Instituut voor Verpleegkunde in
de Groenstraat wordt normaal niet
meer verhuurd. Slechts sporadisch
kan men nog gebruik maken van
de zaal maar dan tegen ontzettend
hoge huurprijzen.
«Hoger Op» is aldus tot inaktiviteit
gedoemd tot wanneer de paro
chiezaal van de Moorselbaan (Sint
Maarteninstituut) speelklaar is.
Taak die de «Hoger Op» leden wat
betreft de scène, de verlcihting, het
geluid en de dekors volledig op hun
schouders nemen. De zaal zelf zal
door de parochie opgevrolijkt wor
den.
Tweede verandering die als lo
gisch gevolg uit de eerste volgt. De
wisseling die elk jaar plaats heeft
gehad verleden jaar was «Ho
ger Op» te gast te Antwerpen en
Caritate in de Groenstraat kan
wegens de te kleine pubüekruimte
niet doorgaan.
Elke toneelproduktie wordt vier
keer opgevoerd in plaats van drie
keer zoals vorig jaar. De toegangs
kaarten worden niet gedateerd en
kennen geen prijsverhoging niet
tegenstaande de prijzen van ma
quillage, papier, drukwerk en to
neelbrochures ferm de hoogte zijn
ingegaan. Voorzitter Louis Pau
wels maakte het programma be
kend voor het soeeljaar 1974-75.
Voor lachbekken komt op 15 en 18
november «Muziek en ontspan
ning» een nieuw initiatief in sa
menwerking met de Koninklijke
fanfare «Kunst en vermaak». De
show omvat een reprise van de be
ste stukken uit Ho'35 van 1970.
De bestuursploeg van de toneelgilde «Hoger Op».(lb)
Op 1, 2, 7, 8 december start het
eigenlijk toneelseizoen met het vrij
onbekend spel «De rotsen luiste
ren» van Kate Lindsay in de regie
van Louis Pauwels. Twee tema's
«Liefde voor zijn streek» en «De
gehechtheid van het huweijk»
vormen een sterk toneelstuk, vol
variatie.
Op 3 mei 1975 danst «Hoger C
zijn speeljaar in travesti en kor
mediantenstijl, het privófeest vo<
abonnees en sympatisantei
waarvan de opbrengst de koste
voor de zaal moeten dekken
ROEL VAN DE PLA 5
Gents Voorstadteater, teater Vertikaal
Vertikaal blijft hardnekkig dezelfde weg volgen die jaren geleden werd v
uitgestippeld. Daarbij wordt niet gezocht naar de gemakkelijkste op-
lossing, maar wel naar de meest efficiënte volgens de mogelijkheden
waarover het teater beschikt.
Het Gents Voorstadteater blijft trouw aan zijn basisprincipes: uit het r
hedendaagse toneelrepertoire die stukken programmeren die een C
breed publiek aanspreken en bij voorkeur nog niet in het Nederlands s
taalgebied werden opgevoerd. Het is dan ook opvallend dat alle h
stukken uit het nieuw repertoire niet langer dan 5 jaar geleden voor het
eerst werden opgevoerd en dat alle eigen produkties .ederiandse
kreaties zijn.
Repertoire zestiende seizoen
Zoals tijdens de laatste jaren wordt ook nu iedere produktie op woens-
dag, zaterdag en de laatste vrijdagen van de reeks gespeeld. De
premières hebben nu op zaterdag plaats.
Het nieuwe speeljaar begint op zaterdag 28 september met twee
eenakters van De Obaküa: «Spook voor twee vrouwen» en «De baby
sitter».
Deze produktie van de Korrekelder kende verleden seizoen in Brugge
een enorme bijval en moest verschillende keren verlengd worden. In
een vertaling van Ma* Nord en een regie van Roger De Wilde kan het
Vertikaal publiek kennismaken met één van de grootmeesters van het
genre die hier op een ironische manier het huwelijk op de korrel neemt.
Reservering: elke weekdag van 16.30 tot 19.30: Tel. 091/30.85.83.
Teaterstraat 33, 9219 Gentbrugge.