WIE KRUGT
DE BABY
GUSTAAF VERMEERSCH:
1!
FILM BIJ ONS
FRANS DE KONINCK MET VERF EN MUZIEK VERGROEI
VIDEO-WEEKEND MET
NEW REFORM
«OUDE GARDE» HULDIGDE
JUBILARISSEN
24 - 6/12/74 - De Voorpost
HIJ OVERLEED 50 JAAR GELEDEN TE AALST, VERGETEN EN MISKEND
AKTIVIST EN NATURALISTISCH SCHRIJVER
Op 10 december is het een halve eeuw geleden dat te Aalst de Vlaamse
schrijver Gustaat Vermeersch overleed. Reeds tijdens zijn leven werd
Vermeersch op wie Douwes Dekkers pseudoniem «die veel gedragen
heb» volkomen van toepassing is op zijn minst over het hoofd gezien en
miskend. Waarom? Omdat hij aktivist was? Omdat hij een realist-naturalist
was, die slechts de kwade zijde van de realiteit beschreef: de zelfkant van
het leven waar armen, onaangepasten, dronkaards en psychopaten elk
beetje levensvreugde, elk beetje zon verdrijven. Omdat zijn schrijftaal
wemelt van dialectisch woordgebruik en van stillistische onnauwkeurighe
den? Wellicht brengen al die redenen samen het antwoord? Misschien ligt
de oorzaak ook wel in de tragiek van zijn levensloop: kind van onbemid
delde ouders, telegrambesteller, treinwachter, autodidact, aktivist, arme
dolaard na 1918, gevangenisstraf en vroegtijdige dood in 1924.
Vanuit bepaalde hoek wordt
beweerd dat de Katoliek-
vlaamsnationalistische kritiek
het literair werk van hun mede
stander hebben doodgezwe
gen «omdat hij een slechte
schrijver en een sociaal
voelend schrijver was». Dat hij
hierdoor definitief in de verge
telheid geraakte is klinkklare
onzin. Want een schrijver die
door de ene bewust wordt
doodgezwegen, wordt door de
alternatieve groep naar voren
geschoven. De voorbeelden
hiervan zijn legio: Buysse,
Walschap, De Pillecijn, Ver-
schaeve, Boon en anderen.
Gustaaf Vermeersch' onbe
kend blijven heeft naar ons ge
voelen andere oorzaken: hij
was een arme drommel, een
"berooide, die behalve het
"kkeltje gebrek aan onbetwist
baar groot talent dat bijvoorbe
eld die andere aktivisten Van
Ostayen en Moens, naast een
Walschap, De Pillecijn en
Buysse wél bezaten er niet
in geslaagd is zichzelf te laten
promoveren, noch door de
katolieke-vlaamsgezinde kri
tiek, die zijn naturalisme wel
licht niet waardeerde, noch
door de socialistische kritiek,
die zijn aktivisme niet nam.
Waaruit dan weer blijkt dat men
een heel groot kunstenaar
moet zijn om de politiek-
sociale machtsgroepen te
kunnen negeren.
Gustaaf Vermeersch werd ge
boren te Veurne op 20 mei
1877. Hij kon slechts lagere
■school lopen, maar vormde
zich zelf als journalist en als
romancier. Van beroep was hij
eigenlijk treinwachter op de
zwarte Belgische spoorwe
gen (1). Toen hij hoofdtrein
wachter werd op de vaste lijn
Aarlen-Charleroi, vestigde hij
zich te Monceau-sur-Sambre.
Hij trachtte de uitgeweken
Vlamingen te verenigen en
«stambewust» te maken. Hij
stichtte er een Vlaamse
Bond, met ziekenfonds en
boekerij, een Letterkundige
Afdeling in de schoot van het
Algemeen Nederlandsch
Verbond, richtte Vlaamse
feesten in en liet voordrach
ten en lezingen houden door
bekende Vlamingen, die hem
tussen de hoge sintelbergen
en kronkelende spoorsta
ven, onder de benauwende
damp van fabrieksschoor
stenen kwamen opzoeken;
hij legde er een geweldige
aktiviteit aan de dag (2).
Tijdens Wereldoorlog I trad hij
in het aktivisme, langs zijn
journalistieke arbeid en als on
vermoeibaar organisator van
het Vlaams verenigingsleven.
In 1918 moest hij daarom de
ongenadig ontketende repres
sie ontvluchten. Reeds in 1917
was zijn aanbeden vrouw ge
storven, zij die hem een bui
tengewone steun was geweest
toen hij in het donkere land
van Wallonië verbleef. Hij
woonde nu als banneling te
Utrecht en kende er diepe mo
rele en materiële nood Om
streeks midden 1920 besloot
hij naar Vlaanderen terug te ke
ren De vier maanden gevan
genisstraf die daarop volgden
en de ontzetting uit zijn ambt,
sleurden hem totaal in de el-
Week van vrijdag 6 tot en met donderdag 12 december
1974
Alvast één verlenging deze week: in cinema Feestpaleis wordt
«THE STING», een bijzonder goede film van George Roy Hill
nog een week doorgespeeld. Een buitenkans dus voor de
mensen die Robert Redford en Paul Newman, de nieuwe
Amerikaanse supersterren, nog niet samen aan het werk ge
zien hebben. De film vertelt de ingenieus opgezette oplichterij
van een beginneling in het vak die zich op een rijke bankier wil
wreken door hem in samenwerking met enkele doorwin
terde kanpen een enorme som geld afhandig te maken.
Deze film kreeg niet minder dan zeven Oscars, en als dat geen
referentie is dan weet ik het ook niet meer. in ieder geval is het
slot onverwacht geestig en onvoorzien. Aangeraden.
In cinema Palace wordt «The Exorcist» misschien doorge
speeld en indien dit niet het gaval zou zijn kan u gaan kijken
naar «WESTWORLD», een debuutfilm van de Amerikaanse
romancier en scenarist Michael Crichton. Vmornaamste ak-
teur is Vul Brynner. Hoewel «Westworld» een science-fiction-
film is heeft hij toch heel wat verrassends: om te beginnen
speelt het verhaal zich nu eens niet af in het verdoemde jaar
2000, doch in een niet nader genoemde toekomst, en vervol
gens is het dekor eerder ongewoon, althans wat betreft het
s.f.-genre. Het dekor van «Westworld» is immers de West, dat
is een soort Disney-land voor grote mensen, waar zij eens
lekker kunnen gaan relaxen en zich terug in de periode van de
verovering van het Westen wanen. Het ganse paradijs is be
volkt met robotten en alles en iedereen is tot in de puntjes
geprogrammeerd. Op een bepaald ogenblik, komt er echter
een kink in de kabel en het systeem begint te falen: allerlei
fouten doen zich vooor op een onverklaarbare manier De
robotten komen in opstand en Yul Brunner is zowat de heftig
ste revolutionair die er schoon genoeg van heeft en zich tegen
de ontwerpers van de robottenwereld keert. De reeds her
haaldelijk gestelde vraag, wie uiteindelijk de bovenhand zal
halen, de robot of de mens is ook hier weer aan de orede.
Boeiende film, vooral voor doorwinterde (of zijn dat nu doorre
gende?) cinefielen die deze film kunnen gaan vergelijken met
andere sf-films zoals daar zijn: '2001, A Space Odysse' (Ku
brick), 'Solans' (Tarkovsky) enzovoort.
In cinema Alfa: «LES DURS», politiefilm met Lino Ventura.
In de Tuf Tuf Klub. op zaterdag 7 december: «KRETEN EN
GEFLUISTER», jongste film van Ingmar Bergamn, zoals men
van Bergman kan verwachten een nogal zwaar op'de maag
liggp de probleemfilm. Bergman kan ik kort voorstellen als die
Zweedse kineast die in katholieke middens werd aanvaard
toen duidelijk werd (voor wie? door wie?) dat hij naar God
zocht. Al de rest nam men er toen bij en van dan af is hij zowat
de schutsheilige van de zoekers geworden. Ook in deze film is
hij op zoek: hij zoekt een verklaring voor de eenzaamheid van
demmens, het gebrek aan kommunikatie, het lijden en de
machteloosheid van de mens hiertegenover. Een hele boter
ham dus, en beslist niet voor gevoelige kijkertjes.
In jeugdklub Dido, eveneens op zaterdag 7 december, een
Charles Chaplin topper: «MODERN TIMES», met zijn typisj-
che ironische situatie-humor. Wat Chaplin aan de kaak stelt
zal u vlug duidelijk zijn zodra u de film gezien heeft: voorname
lijk gaat het over een wereld die omwille van de industrialise
ring en de steeds toenemende drang naar produktie, de mens
en de menselijkheid uit het oog verliest.
GUY DE LOMBAERT
lende. Van zijn geneesheer
vernam hij dat hij ongeneeslijk
ziek was en dat hij niet lang
meer leven kon. Dat was in
1923, toen hij in Brussel een
kamertje huurde in het nummer
187 van de Vlaanderenstraat.
In de lente van 1924 kwam hij
als een menselijk wrak te Aalst
aan, waar hij werd opgenomen
in het gezin van de Vlaamsge
zinde en kunstzinnige lerares
Louise Pelicaen. In de kleine
ville Rozenoord een ken
merkende fin-de-siècle woning
aan de Veldstraat, naast de
spoorberm van de lijn Aalst-
Gent moet hij nog gelukkige
dagen gekend hebben: hij her
stelde langzaam en vatte er
zijn laatste en onafgewerkt
gebleven roman Aan de
zelfkant aan. Tegen de winter
aan verslechterde zijn toe
stand echter opnieuw en op 10
december 1924 overleed hij,
nauwelijks 47 jaar oud.
Behalve de romans De last,
Mannenwetten, Nazomer,
Het wederzien en Het Rol
lende leven, publiceerde Gus
taaf Vermeersch tientallen
korte verhalen die zowel in
Noord- als Zuidnederlandse
tijdschriften verschenen. De
beste onder die korte verhalen
werden enkele jaren geleden
door Heideland gebundeld in
een Vlaamse Pocket.
Over die Gustaaf Vermeersch
schreef Louis-Paul Boon ooit:
Gustaaf sterf gerust, 'k zal
uw boeken voortschrij-
ven (3). En inderdaad, wie
Abel Golaerts, De voorstad
groeit en Vergeten straat
leest, ontmoet de schim van
Gustaaf Vermeersch
FRANS-JOS VERDOODT
(1) Frans Leclair in de inlei
ding tot Klosjes, Klosjes
en andere verhalen, Heidelan
Hasselt 1964, 162 blz., blz. 7
(2) Ibid. blz. 7.
(3) Louis-Paul Boon, Reser
vaat, Arbeiderspers, Amster
dam 1955, 303 blz., blz. 16.
Hier overleed Gustaaf Vermeersch. De woning wordt over kort
gesloopt omwille van de er geplande wegaanleg. (Ib)
Een eerste kontakt met de kunstenaar Frans De Koninck deed ons onmiddellijk de
opmerking maken hier voor ons zit een bescheiden fijn mens, een kunstenaar in hart
en ziel.
Inderdaad, Frans De Koninck, alhoewel op diverse terreinen erg kreatief, houdt er
helemaal niet van in de bloemetjes gezet te worden of tijdens een vernissage het
middelpunt van de nochtans zeer verdiende belangstelling te zijn. Frans De Koninck
is een kunstenaar die inderdaad bescheiden zijn gang gaat, schildert wanneer het
hem aanspreekt en hij innerlijk de noodzaak voelt, en helemaal niets speciaal
onderneemt om met zijn werk in de kijker te komen.
Niettegenstaande hij geboren werd in 1927 en aan verschillende groepstentoonstel
lingen deelnam is de expositie in het Kultureel Centrum te Affligem zijn eerste
individuele.
OOM ALS
VOORBEELD
Frans was nog maar een on
volwassen jongetje toen hij
reeds voortdurend met een te
kenpotlood in de hand liep. Hij
was als het ware betoverd door
het werk van een oom, leraar
aan het V.T.I. die pretentieloze
werkjes borstelde. Kleine
Frans speelde heel veel met
diens zoontje en zo groeide
een meer dan normale belang
stelling voor tekenen die vol
daan werd in de zondagmor-
genschool in de Aalsterse
Akademie waar toen Jan Van
Malderert bloemen en dieren
leerde tekenen. Dit was een
eerste stap op de weg van het
systematisch tekenen en het
tekenonderricht.
In de Sint-Thomasschool te
Brussel verwonderde zijn te
kenleraar Jan Heuninck er zich
steeds weer over Frans in een
normaalschool te zien en niet
waar hij thuishoorde: in een
school voor architekten.
Tijdens de vakantieperiode
volgde hij kursus bij Dolphijn.
In 1946 behaalde Frans zijn di
ploma van onderwijzer en
weinige maanden later stapte
hij opnieuw de Aalsterse aka
demie binnen om zich te ver
volmaken onder de kundige
leiding van leermeesters J
Mulder en M. Van Mulders.
Alsof dit nog niet genoeg was
volgde hij tegelijkertijd een kur
sus voor tekenleraar, en be
haalde er het diploma met
grote onderscheiding. In de in
timiteit van een echt schilder
satelier dat van Modest Van
Mulders, leerde hij de techni
sche knepen van het vak. Mo
dest Van Mulders, zo zegt
Frans, Het op mij een zeer
diepe indruk na.
MUZIEK
ALS HOBBY
Een hele periode zette De Ko
ninck het schilderen stop. An
dere belangstellingskernen
slorpten hem volledig op. Als
muziekliefhebber zag hij het
vooral in het zingen. In een pa
rochiale school te Aalst gaf hij
les. «De Sooi», zijn roepnaam
bij de scouts, had een koor ge
sticht. Hij mijmert nu nog wat
gelukzalig weg bij de gedachte
aan dat koor van zomaar even
tjes zestig man met een orkest
erbij dat hij dirigeerde. Het blijft
voor mij nu nog een raadsel
hoe ik dat toen aangedurfd
heb, zegt Frans.
Van 1950 tot 1957 was hij lei
dervan een knapenkoor dat bij
elke hoogdag of andere plech
tigheid optrad en meestal gre
goriaanse muziek bracht. Als
leraar aan het Sint-
Maartensinstituut nam hij eens
met het koor dat onder zijn lei
ding stond deel aan de wed
strijd voor radioschoolkoren
B.R.T. en het resultaat was een
onverwachte derde prijs.
Zelf zingt Frans veel en graag.
Hij is momenteel verbonden
aan het koor «Cantate Domi
no» onder leiding van E.H.
Ghys waarvan de faam zeer
bekend is.
Door zo n optreden in Affligem
is hij in kontakt gekomen met
Dom Bernard die hem trachtte
over te halen tot een expositie
wat hij prompt weigerde. Het
was Dom Idesbald die de kun
stenaar overtuigde tot de deel
name aan een groepstentoon
stelling, nu weer zes jaar terug,
tentoonstelling die suksesvol
eindigde. De mensen van de
abdij en de kollega's in de
school hebben Frans dusdanig
beïnvloed dat hij opnieuw aan
schilderen toekwam. En. zegt
Frans, de laatste jaren is daar
vooral mijn vrouw die mij volle
dig steunt en aan wie ik mijn
produktiviteit te danken heb.
OOK TONEEL
Wie nu denkt dat met schilde
ren en muziek naast zijn dage
lijkse bezigheden geen andere
belangstellingspunten kwa
men opduiken heeft het natuur
lijk mis. In toneelmiddens is
Frans helemaal geen onbe
kende. Verschillende dekors
en poppenspelen nam hij voor
zijn rekening. Steeds strevend
naar perfektie volgde Frans
ook nog een toneelkursus bij
Frans Roggen, Diane De
Ghouy en Carlos De Tremerie.
DETAILLIST
EN FANTAST
Frans De Koninck gaat zeer se-
lektief te werk. Hij wordt daarbij
geholpen door zoontje Jo, die,
hoe jong hij ook is, ook al oog
heeft voor het mooie en al heel
vlug aan papa weet te zeggen
of zijn werk goed of wel minder
goed geslaagd is.
Frans is een ontzettende detail
list en fantast. Wanneer hij een
indruk opdoet, dat kan op de
trein zijn, maakt hij soms een
vlugge schets op doek met
penseel. Zijn meest aan bod
komend tema is wel het land
schap. Dit landschap kan dan
even verwijzen naar het werke
lijke maar de omgeving, een
hoeve bijvoorbeeld, is dan
weer volkomen gefantazeerd.
Hoe ongelooflijk het ook mag
klinken, maar Frans werkt
soms aan verschillende schil
derijen tegelijk. Schilderen is
voor hem een passievolle be
zigheid die hem echter niet be
let tijdens het werk het gezel
schap van zijn huisgenoten te
dulden en er zelfs een normale
konversatie bij te voeren. Hij
gaat zelfs zo ver dat hij tussen
de soep en de aardappelen
nog gauw een paar borstel-
trekken aan een of ander werk
geeft.
ONBEKENDE
FACETTEN
In de tentoonstelling hingen in
een ietwat verlaten hoek twee
schilderijen die totaal afweken
van de andere. Maskarade en
Fantasia konden evengoed
door een heel iemand anders
gemaakt zijn. Frans zelf be-
rc
schouwt die zeer originele^
werken als het resultaat van
«ne keer zot doen» of als een'~
spel. Of hij het verder in dielij
richting zal zoeken weet hijj^,
niet. Als enige kommentaar
zegt Frans: ze werden heelj
vlug geschilderd. Maar wij vin- 0
den ze meer dan de moeite vanl
het bekijken waard. K
Vrij regelmatig maakt Frans®5
miniaturen in het gulden boekje
van het koor «Cantate Domi-"
no». Dit zijn dan werkelijk ju
weeltjes in bladgoud, ragfijne
schilderwerkjes die soms urenfêg
tijd vergen. Spijtig genoeg;
werd dit boek ontsierd door de'B
stickers die de Amerikaanse i
Universiteiten erop aanbrach- i
ten. Maar wat wil je, dit is nu I
eenmaal de mentaliteit. On-M
vergetelijke anekdote voor
Frans is de nacht in Tsjechos-feSS
lowakije toen een kunstenaar
in ditzelfde gulden boek op één
nacht tijd een akwarel schil
derde
OMTRENT
KULTUURBELEID
Zoals bij elke kunstenaarlu
draaide ons gesprek ook weerjni
de richting problemen rond de»rii
schilderkunst in. Vernissagesier
zijn er voor hem niet nodig. Hijlie
voelt zich het feestvarken, ge-ne
voel dat indruist tegen zijn be-|«
scheidenheid. Hij stelt zich di
kwijls de vraag of er nu echt
niets kan gedaan worden voor'
de beroepskunstenaar. De
meesten moeten er een
tweede betrekking bijnemenj
om de eindjes aan elkaar te
kunnen knopen. En lijdt de
kwaliteit van het kunstwerk niet
onder deze voortdurende
spanning? Het Aalsterse
stadsbestuur zou er moeten
voor zorgen dat een degelijk
ingerichte tentoonstellings-
ruimte, neem de kapel van het
oud hospitaal of een grondig
opgekalefaterde belfortkelder,
er komt.
ROEL VAN DE PLA
In de lokalen van het CSV. Wellekensstraat 45 te Aalst wordt
vanaf vandaag een video-weekend georganiseerd.
In een samenwerking met I.T. A. electronics uit Gent zal een bijna
volledig gama toestellen worden voorgesteld. Van wit-zwart tot
kleur.
In een gelegenheidsstudio zal iedereen kunnen experimenteren.
Verder zullen video-tapes van beeldende kunstenaars worden
vertoond.
De toegang tot deze manifestatie is vrij en kosteloos. Zij is
geopend op vrijdag vanaf'20 uur tot 23 uur. zaterdag van 15 tot 18
uur en van 20 tot 23 uur en op zondag van 15 tot 20 uur.
Een Ceciliafeest is voor een harmonie de ideale gelegenheid om
verdienstelijke leden te huldigen. Zo wil het de traditie qn zo is het
goed. Tijdens het jaarlijks banket van «De Oude Garde» bracht
de heer De Ridder, feestbestuurder. hulde aan de voorzitter
Gaston Van den Eede, tevens schepen van Aalst, die vijftig jaar
geleden ingeschreven werd als lid van de harmonie. Met de schets
van deze vijftig jaar lidmaatschap, eerst als spelend lid. later als
erelid, bestuurslid en tenslotte sedert 1961 als voorzitter
verkozen, werd ook een stuk geschiedenis van De Oude Garde
opgedist.
Voorzitter G. Van den Eede zelf bracht op zijn beurt hulde aan
zijn mede-jubilarissen de heer Edmond Neetens. voor zijn
jubileum als vijftig jaar spelend lid en de heer Albert Waegeman.
eveneens vijftig jaar trouw lid van De Oude Garde.
(jv)
Een geslaagde
«Bevalling»
te Herdersem
Toneelbond «De Vriendenk
ring» bracht met dit blijspel in
drie bedrijven de aanwezigen
de nodige pret. Een nokvolle
zaal keek, lachtte en applau-
diseerde spontaan. Het ganse
«doen» speelt zich af in de
werkkamer van een professor
en berust op een hele reeks
misverstanden. De inwonende
dokter onderzoekt eerst de
vrouw van de professor en dan
zijn jongste dochter. Deze laat
ste zou in gezegende toestand
«moeten» zijn, en werd hierom
van kostschool gehaald. Uit
een paar verkeerd verstane
woorden wordt heel het gezin
in rep en roer gebracht. Op een
bepaald ogenblik blijken meer
dere dames (de moeder, de
andere dochter Agnes en zelfs
het dienstmeisje in verwach
ting te zijn, zodat de verwarring
steeds groter wordt. Maar ja,
klassiek eind goed, al goed. Er
komt een baby, zij het dan voor
haar die het in het minst ver
wachtte: de vrouw van de pro
fessor.
De regisseur Jef De Jaegher
deed een beroep op Franpois
Hutsebaut, in de rol van de
temperamentvolle professor
Dr Lochus Koschmann, die
zich in de persoon heeft inge
werkt en een goede prestatie
leverde. Verder Ida (mevr.
Koschmann) gespeeld door
Christiane De Brucker, die bij
zonder goed kwaad kon zijn op
haar man en dochter Agnes.
die verpersoonlijkt werd door
Suzanne De Rop. Lieve De
Wolf als Paula, het dienst
meisje was soms zeer goed en
dan plots te «stijf» tegenover
haar tegenspelers, terwijl Jos
Lambrechts als Dr. Hans Lot-
cher (leraar) soms wat ver
flauwde. Een pluim op hun
hoed verdienen zeker Mieke
De Vliegher, in de rol van Elly,
de jongste dochter van de pro
fessor, om wie het hele ver
warde spel draaide, een rol die
zij met een verbluffende spon
taniteit vertolkte. Ook Herman
De Bruckner, de man van Ag
nes, die voor zijn monoloog,
een open doekje kreeg, dat hi^
meer dan verdiend had, tens
lotte Hugo Cooman, die vooijl
de vertolking van de inwo-^
nende arts Dr. Heinrich Flavius
instond en dit op zo'n maniei
deed dat men hem als onhan-r'
dige. roodwordende en aange-.
schoten dokter niet zo vlug zar®
vergeten. Van de regisseuf
mag gerust gezegd worden dar)'"
hij verantwoordelijk is voor dfljj*
merkbare vooruitgang die dfJ™
toneelkring gemaakt heefl
Voor het goed gekozen
simpele dekor zorgde
technische ploeg, ter terwij
Wilfried Moens en Wilfried Putj
temans instonden voor het gel
luid en licht.
Pf
Als voorzegster fungeerdP01
Yvonne Willems, die wel eerf®
tussen beide moest komen
Met «Wie krijgt de baby?» ber"
wees De Vriendenkring dat i
de kunst kennen om een pi
bliek te boeien, te doen lacheFM
en hen iets mee te geven, d^"
zij bij het volgende stuk op®"
nieuw zullen zijn. ll
E.V.D.0
ird