STADSMAGAZIJNEN: NIEUWE LOKALEN VOOR BESCHUTTENDE WERKPLAATS OUDE GEBOUWEN EN ONDOELTREFFEND MATERIAAL, MAAR UITSTEKENDE VAKMENSEN LEVEREN ER DEGELIJK WERK De Voorpost - 3-1-75 - 11 De schrijnwerkerij levert net werk. sedert 1950 op de Hoge Ves ten te pronken in hun bijna ver gangen belangrijkheid. Het dient wel gezegd dat het woord vergangen natuurlijk op de ge bouwen slaat, en zeker niet op de dienst. De magazijnen roe pen bijna onmiddellijk een be eld op van de vroegere trooste loze fabriek - met - de - ver schillende - daakjes, de ge bouwen zitten er proppensvol met allerhande spullen die voor god - weet - wat - dan - ook, moeten dienen of reeds ge diend hebben en die liggen te wachten tot ze op een mooie, of misschien ook wel rege nachtige dag, op de een of an dere hoek van een straat of in één van de vele openbare ge bouwen opnieuw zullen verrij zen. Iemand van de magazij nen vertelde ons dat alles er twee of drie keer omgedraaid wordt om te zien of het niet meer bruikbaar is. Of deze uitspraak nu letterlijk of figuurlijk bedoeld is werd er ons niet bijverteld. Eén ding weten we zeker: als er in Aalst dan toch verspillingen gebeuren zal het niet aan de technische dienst liggen. «SIGAREN En toch is het altijd weer die zelfde dienst die de spreek woordelijke en evenzeer ge duchte sigaren mag roken. Wanneer er een bestelling moet worden gedaan is het noodzakelijk dat die eerst door het Schepenkollege bekrach tigd wordt, wat dan de al even spreekwoordelijke administra tieve rompslomp met zich meebrengt. Onlangs nog kreeg de dienst een enorme beris ping van de Aalsterse schepen van financiën, dit voor het her stellen van een vrachtwagen. Herstelling waarvoor geen voorafgaandelijke toelating werd gevraagd. Meestergast Janssens vertelt hierover het volgende: «Wanneer we hiervoor de j schepen zouden moeten ver wittigen, dan zou het misschien maanden en maanden duren j eer we de toelating zouden i hebben verkregen. Door het ontbreken van reservevracht- wagens kunnen we ons dat niet permitteren. Het valt daarom j ook niet zelden voor dat een gewone werkman een beslis- I sing moet nemen. Wat moeten we anders doen? De boel in het J honderd laten lopen is mis-" schien hetgeen gaat gebeuren na de «schepensigaar». Ik durf I hier een straffe bewering ver- dedigen: moest elke werkne mer uitsluitend doen wat hem is opgelegd, en zich reglemen tair voor niets anders bekom meren, dan ligt de helft van onze dienst stil, maar, als er dan geld bij te pas komt en het financiële schoentje van de stad te nauw wordt, dan zijn wij het altijd die een berisping krij gen. Dit terwijl het van onze kant toch enkel een demon stratie van goodwill is. Het is enkel onze bedoeling de dienst op gang te houden, dit spijts het tekort aan wagens en per soneel. Dit is dan ook de oor zaak waarom er hier dingen gebeuren die niet honderd pro cent in orde zijn. Er dient maar een band te springen van een van de vuilnisvrachtwagens of wij moeten bij een firma aan kloppen, want hier op de ma gazijnen hebben we geen en kele autokrik die meer dan tien ton trekt, dat kan toch zo niet verder...» Tot hier de jere miade van de heer Janssens. We mogen aannemen dat hij uit naam van het ganse perso neel spreekt. De garage van de magazijnen zou eigenlijk beter de naam 'staanplaats' verdienen, want veel meer is het niet. Langs de andere kant beschikt de stad Aalst over een wagenpark van tweeëndertig wagens. Er is wel een werkput voorzien, maar die staat het grootste gedeelte van het jaar onder water. Ge reedschappen voor de werk nemers zijn er wel voldoende, maar de werkbank is bijvoor beeld volledig geïmproviseerd. Het pleit wel voor de kunde van de stadsgaragisten dat zij met die om zo te zeggen primitieve middelen een dieselmotor zonder dralen uit elkaar halen en hem van op de grond weer op bouwen. Volgens de werk- leider was de garage wel doel treffend in de tijd dat de stad Aalst over paard en kar en slechts één auto beschikte. Het typeert de toestand wel enigs zins. TAAK Zoajs gezegd zijn de stadsma- gazijnen op de Hoge Vesten gehuisvest sedert 1950, voor dien waren ze te vinden op het Vredesplein. Een duidelijk om lijnde taak hebben zij eigenlijk niet. Er bestaan verschillende afdelingen zoals onder andere een smidse, een loodgieterij, een ververij, voornoemde ga rage en een afdeling elektrici teit. Wij zouden durven stellen dat de magazijnen in Aalst op het gebied van openbaar nut een voorname taak te vervul len hebben. Er wordt niet al leen gestockeerd, maar ook gerepareerd. Zo onder andere de verkeersborden. Bescha digde of overtekende verkeer stekens worden in de maga zijnververij overschilderd en wel op een heel simpele maar doeltreffende manier. De bor den worden met gewone verf herschilderd en terwijl ze nog nat zijn wordt er een wit poeder op gestrooid binnen een sja bloon. Wit poeder waarvan men ons vertelde dat het ge woon gemalen glas zou zijn. STOCK Buiten de herstellingswerk plaatsen is er de opslagplaats. «Hier liggen allerhande zaken van elektriciteit, loodgieterij, schrijnwerkerij en dergelijke dingen meer. Het is wel te ver staan dat het hier niet gaat over één of twee buisjes, want alles wordt in massa aangekocht. Het magazijn wordt ook regel matig aangevuld. Leverings bons gaan naar het Schepen kollege die ze dan bekrachtigd en naar de leverancier stuurt. Alleen aan hout al, ligt er hier voor een kapitaal van om en bij het anderhalf miljoen. Meestal wordt er Deens hout gebruikt. Normaal gesproken zouden we hier hout moeten hebben van eerste kwaliteit. Maar als we eerlijk zijn moeten we zeg gen dat de stadsfinanciën er niet zo goed voor staan, daarom krijgen we hier meestal ook slechts hout van tweede en derde kwaliteit. Eigenlijk is dit oude magazijn niet zo erg ge schikt om het hout te bewaren. Het regent hier regelmatig door, zodat we zelfs emmers op het hout moeten zetten om het water op te vangen, ledereen kan akkoord gaan dat we steeds in de weer zijn voor alles en iedereen, behalve dan voor<onze eigen werkplaatsen. Als we hiervoor iets vragen dan wordt het altijd uitgesteld: dat gaat dan van: «Wacht nog een beetje, we zitten er niet zo goed voor. Wij vroegen ook of er bepaalde eisen gesteld werden om in de magazijnen te mogen werken. Eigenlijk is dit wel het geval. Zo moeten de kandidaten de ver eiste psychische en lichame lijke kwaliteiten bezitten en moeten zij het grondgebied van de stad Aalst bewonen. Teoretisch althans, want het laatste wordt wel eens door de vingers gezien. Wanneer er veel werk is heeft dit automatisch voor gevolg dat er heel wat overuren gepres teerd worden, en dat men weinig of geen verlof neemt. Het wettelijk voorgeschreven verlof moet echter genomen worden vóór het jaareinde. Uit zonderingen voor een maxi mum van drie dagen kunnen echter verkregen worden mits een toelating van het schepen- Misschien komen ze nog in uw straat terrecht? Nu de Beschuttende Werkplaats aan het Wijngaardveld officieel werd geopend kunnen we zonder meer zeggen: in deze ruime, luchtige gebouwen zullen enorme stappen worden gezet voor wat een volkomen integratie van de mindervaliden betreft. Het is immers zo dat ginds midden de Aalsterse industrie meer dan 100 werkkrachten op beroepsvlak aan hun trekken zullen kunnen komen. De gloednieuwe Beschuttende Werkplaats mag zo'n beetje als uniek in haar genre worden gezien. Zeer ruime behuizing, volledig aangepast ingericht, praktisch tot in de puntjes op punt gesteld. Het kwam er uiteraard niet allemaal in een paar hoofdknikken. GROEI De bezielers van het hele opzet, verenigd in de VZW Beschuttende Werkplaatsen van Aalst foroen riaTo^ if? administratief van wal. Bedoeling van deze promotoren was er voor té a u mindervaliden in een heuse arbeidswereld zover dit mogelijk is tot teiSafl zouden komen. Praktisch werd die teorie omgezet in een lokaal aan de Driesieu- SSSm a3r ?e" twaal'tal arbeiders aan de slag togen. Dankzij de medewerking van tin nnnl H 'm hetaantai tewerkgestelden in enkele maanden naar vijfentwin- e?n?7? zn?n h f S arbeid,skraohten en een steeds groeiend werkaanbod was men !'e .ff vastlopen in de oude gebouwen. Werd dan uitgekeken naar mogelijkheden tot uitbreiding. Met het verwerven van grond aan het Wijnqaardveld en de wprknomL P fï Van inStantes kon men in 74 meteen zS mTndervalidl werknemers naar de aangepaste behuizing vertrekken. Moet men al ferm wat lef hebben om rifiinSf W Ult de 9rCLnd te stamPen dan 2it er n°g meer optimisme en durf in wanneer de initiatiefnemers menen binnen de kortste keren meer dan 100 werknemers te kunnen aantrekken. Hier knjgt de plaatselijke industrie dan een speciale rol toebedeeld- mits het inruimen van een kleine plaats kan aan de Beschuttende Werkplaatsen de qeleqenheid worden geboden alles aktief en efficiënt te laten verlopen. Onze medewerker in gesprek met de dlenstchef van de schrijnwerkerij Het lintje knippen hoort er nu eenmaal bij.(lb) se dilet- er bezit gere- I ledigs te stelling- onder- de 17de e eeuw, ;n. Wat rijn ge- I zijn in de stad, ulturele Wie in Aalst een wandelingetje maakt krijgt er regelmatig kleine witte Renaultjes te zien. Feit als een ander. Sommigen van deze wagentjes zijn eigendom van onze beroemde BOB, er is zelfs zo'n wagentje bij van ons aller Luk Buerman. Weer anderen dragen het opschrift: «Stad Aalst technische dienst», daar staat het, zwart op wit. Wat zijn ze, van waar komen ze, wie zit er in, waar rijden ze heen? Allemaal vragen die jan met de pet zich bijna nooit stelt of toch Sommige mensen weten wel dat deze wagentjes eigendom zijn van de stadsmagazijnen, of liever van de Stad Aalst, maar meer dan eens blijft het hier maar bij. Dit was trouwens iets dat ons in die befaamde magazijnen gezegd werd, toen we er met toelating van schepen Jan De Neve een bezoekje gingen brengen. De werkleider verklaarde dat heel wat belastingbetalers niet weten wat een enorm bedrijf de maga zijnen eigenlijk zijn, en welk nuttig werk er allemaal wordt verricht. Wat zeg je daar van? We weten niet eens wat er met onze node aan de belastingen afgestane centen gebeurd. Iedere knutselaar zou hier wel zijn gading vinden. Alles, van de kleinste schakelaar tot het grootste apparaat voor open bare verlichting is er te vinden. Vooral van verlichting is er heelwat voorhanden. Logisch, zouden we durven zeggen, als we weten dat Aalst bijna de Be lgische primeur heeft op het gebied van de meeste ver scheidenheid inzake appara ten voor openbare verlichting. Reden hiervoor: normaal wordt er voor iedere aankoop een aanbesteding geschreven waar wie dan ook mag aan mee doen. De verscheiden heid ligt dan ook voor de hand. Nochtans kunnen we dit door de vingers zien als we weten dat de stad Aalst, zoals trou wens iedere stad, kilometers en kilometers openbare ver lichting moet aanleggen met kabels, palen, én natuurlijk de apparaten. Wanneer we dan nog weten dat de laagste prijs voor een dergelijk apparaat rond de drieduizend schom melt kunnen we wel de reke ning van het stadsbestuur ma ken. De magazijnier himself hierover aan het woord: kollege. Er wordt door de Aalstenaars veel beroep gedaan op de technische dienst. Ten bewijze hiervan het volgende: er werd een woensdagronde ingericht voor de vuilnisdienst, met het doel het zogenaamde groot vuil op te halen, zodat hiermee het sluikstorten tegengegaan wordt. Volgens de werkleider zou deze ronde zich zo ver uit breiden dat een dag niet meer voldoende is. Misschien mag er ook wel even gezegd worden dat heel wat mensen gewoon vergeten hun rommel op woensdag buiten te zetten. Alles wordt gratis afge haald en ook de vuilnisemmers worden in de mate van het mo gelijke gratis hersteld. En ja, het staat er ook, hetgeen de Aalstenaars de moeder van het Ros Beiaard noemen en door de Dendermondenaars het veulen genoemd wordt: het Ros Balatum, het staat daar maar in zijn geraamte te pron ken tot het op een karnavaldag weer eens in ere hersteld Wie kent ze niet, de witte wagentjes? wordt KONSTRUKTIEF Ondanks de niet zo fantasti sche omstandigheden wordt er heel konstruktief gewerkt door de mensen van de stadsmaga zijnen. In de vroegere gebouwen van de Zwarte zusters in de Kapel- lestraat, die momenteel het kabinet van schepen De Neve vormen, werd de binnenhuisin richting volledig door mensen van het stadspersoneel ge daan, en waarlijk, het is een juweeltje. Ook de rekken van de stede lijke biblioteek en diskoteekzijn door de stadsschnjnwerkers in elkaar gestoken. Het dient evenwel gezegd dat diezelfde stadsschrijnwerkers van in den beginnen goed georganiseerd waren. Eigenlijk is dit wel een beetje logisch. Vroeger werd de reinigingsdienst door paard en kar verzekerd, toen al waren er dus timmerlieden nodig om die wagens te onderhouden. Momenteel bevat de stads- schrijnwerkerij alle moderne machines. Het dient gezegd: de mensen van het stadspersoneel ver dienen een pluimpje? Het werk dat ze leveren is heel degelijk. Tekst: J -P. DE LAMPER Foto's LUK BUERMAN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 11