OUER DE KHYBERPAS STRALENDE VERTONING DOOR «DE SCHAKEL» LEEDSE FLODDERS EREMBODEGEM VERTOONT GEEN ENTOESIASME OM MET AALSTTE FUSIONEREN AALSTENAAR JAN MATTHIEUBEROEPSREIZIGER De Voorpost - 31-1-75 - 3 «Ciao» is een luchtige komedie van Marc Gilbert Sauvajon, één van de meest gespeelde hedendaagse franse auteurs, ook in het buitenland. Het stuk «Ciao» is één van zijn laatste kreaties. leine (Nild Van Overstraeten). Maar de jongelui nemen zo Antoine Martinai (Paul Segers) is bediende, hoofd van het archief in het groot bedrijf van Couficel (Tuur Van Den Brulle) maar wordt na twaalf jaar trouwe dienst aan de deur gezet omdat een computer zijn plaats inneemt. Zijn zoon Vincent (Guido Klink), hip element, een ietwat opstandige jongeman los van burgerlijke traditie, muzi kant in een groep die het vooral moet hebben van de" nieuwe «sound» voortgebracht door het trommelen op deksels van soepterrinen, neemt het niet zo nauw met de liefde, heeft een verhoudign met Minouchon (Kris Verhoeven), tlirt er op los en komt via een mondain feestje in kontakt met Sophie (Francine De Bolle) dochter van zijn vaders vroegere baas. Na het feestje maken Vincent en Sophie nog een ommetje en belanden in een baanhotelletje waar zij de nacht doorbrengen. Sophie, de rijke dochter, uiterst chic gekleed en zwemmend in 't geld wordt verliefd op Vincent die dit niet zo prettig schijnt te vinden. Zij verbreekt haar verloving met een rijke relatie van pa. en vertelt haar vader van haar nachtelijke uitspattingen met de muzikant. Heel wat minder zachte woorden volgen met als resultaat het besluit van Couficel Vincent moet met Sophie trouwen. Hij brengt een bezoek aan Antoine Martinai en zijn vrouw Made maar niet klakkeloos de beslui ten van hun ouders over. Sophie vertrekt heel opgewonden. Vincent rent haar achterna, zij rijdt in 't Water en Vincent redt haar van de verdrinkingsdood. De jongelui besluiten te gaan samenwonen en liefst in een woonwagen een trip te maken. Toestand die de ouders vreselijk vinden. Door het begrip van Madeliene die de jeugd en haar hedendaagse opvattingen goed begrijpt stemmen de beide vaders dan maar, zij het hoofdschuddend toe. De zaken krijgen voor Couficel weer hun belangrijkheid en Martinai wordt opnieuw in het bedrijf opgenomen. Voor de Schakel is het brengen van dit werk een gok geweest. Het is een zeer goed stuk maar er hangt veel af van de manier waarop het gebracht wordt. De spelers hebben met de opvoering ervan een hoog peil bereikt. Regisseur Tuur Van Den Brulle heeft zijn mensen hard laten werken. Zelf bracht hij een zeer knappe prestatie. Paul Segers had een moeilijke rol te ver werken. Een heel stuk lang wrevelig moeten doen met slechts enkele tedere momenten is niet zonder gevaar voor overdrijven. Maar hij kon het aan: zegging, nuance in ekspres- sie en in beweging. talent en streelt terecht naar een Francine De Bolle gaf het beste van zichzelf, beleefde haar rol door en door. Nooit zagen wij de op de amateursvoorstellingen een ge voeliger spel. Zij typeerde zeer duidelijk de rijke verwende jonge dame en bracht spette rende momenten in samenspel met Tuur Van den Brulle en Guido Klink. Deze laatste vertolkte zijn rol met zwier en volledige beleving, deze jonge man bezit een benijdenswaardig degelijke toneelkarrière. Kort maar uiterst verzorgd was het optreden van Kris Verhoeven. Nild Van Overstraeten vertolkte naar best vermogen de moeder rol, maar was onzeker en de zwakke schakel in het geheel, vooral diktie en rolkennis lieten te wensen over. In de regie wist Tuur Van Den Brulle prachtige beelden te kreeren, hij haalde eer van zijn werk. Het dekor was een staaltje perfektie: sober, verfijnd, effi cient met de beweeglijke oranje, zwarte en beige vlakken. Een pluim voor de medewerkers achter de schermen die geluid loos en snel de dekors wisten te verwisselen. De belichting was eenvoudig en bijna foutloos, spijtig dat de twee jonge mensen in de scene rechts volledig in de schaduw speelden. Misschien is dit te wijten aan een verkeerde opstel ling of misschien aan de lamp die nu al wekenlang defekt is. Kan het door het stadsbestuur te tekenen bonnetje misschien wat vlugger reizen? Wij hopen het. ROEL VAN DE PLAS De akteursploeg van De Schakel, (jm) Zo. Hier zijn we dan te rug. Met al dat Miss Bet- te-gedoe zijn we even uit de cirkulatie geweest. Je zou het voor minder. Vijf schattige dametjes die je ineens overvallen. Je ziet...er zijn heelwat pret tige aspekten aan karna val. Maar nu beginnen ze het toch wat ver te drijven met die pret. Wie gaat er nu op zater dagavond een karnaval- stoet bekijken. Dat wordt een wereld premiere: kar- navalstoet bij kunstlicht. En voor de verandering wordt er nu de zondagna middag met karamellen gegooid. Nee, nee, nee... nu gaan ze te ver. Je mag voor wat variatie zorgen, maar dit is te zot om los te lopen. Of zou dat toch een «drukkemel» zijn in Leeds reklaamblad? De zetter ervan dient in ieder geval de prijs van de ori ginaliteit. Maar eerst gaan we een prins kiezen. Het wordt de meest beestachtige verkiezing uit de geschie denis. Na de stier van Walter van vorig jaar, zul len er nu niet minder dan drie «kalveren» op het po dium staan. Als je't ons vraagt: van het goede toch wat teveel. Dat je een beestje meebrengt naar de verkiezing...nou goed dan als het niet an ders kan. Maar meteen drie gelijk op ons los la ten... Om iedereen tevreden te stellen kunnen ze mis schien een medaille uit- dreiken voor «het beste kalf», het «grootste kalf» en het «vetste kalf». En wij weten al wie deze laatste titel met groot verschil zal in de wacht slepen! Wie wat minder dierlijke genoegens zoekt, kan naar het ACV-CM feest (daar geven ze ook al ere tekens). Of naar het Brouwershuis. Daar is er het Socialistische Post- bal. Tiens, zou het dan toch waar zijn wat ze zeg gen, dat de Post... En intussen wacht Lede met ongeduld op een nieuwe burgemeester. Maandag ging het «jaar van de vrouw» van start. Volgt ge nog? Neen? We herhalen even. Ver mits «madam Matthijs» de enige dame in de ge meenteraad is, zou Lede wel eens zijn eerste vrou welijke «üurgermoeder» uit de geschiedenis kun nen krijgen. MARCOLE In de gemeenteraad van woensdag was de fusie het be langrijkste punt op de Erembodegemse agenda. Het werd een eenparig pleidooi zowel door de burgemeester als door de oppositie tegen de aansluiting bij Aalst. E- rembodegem acht zichzelf voldoende leefbaar. Aan het alternatief door de gemeenteraad voorgestelde, zal vol gende week een artikel gewijd worden Andere punten waren onder meer: de evolutie van de bevolking gedurende 1974. Erembodegem telt momen- AALSTERS KORT NIEUWS GEMEENTERAAD Op de dagorde van de begrotingsgemeenteraad nog een tweede punt: het kollege vroeg en kreeg machtiging om eigendommen aan de Hammestraat die openbaar verkocht worden te verwerven. Mits goedgekeurde door de hogere overheid zou op die wijze het bij K.B. goedgekeurde onteigeningsplan voor de niverheidszone 'Wijngaardveld' kunnen uitgevoerd worden. Het aantal leerlingen aan de stedelijke onderwijsinrichting loopt gevoelig terug. Cijfers: in '72: 1084 leerlingen, in '73: 944 leerlingen, en bij de aanvang van dit schooljaar nog 972. Als oorzaken worden hier de doorstromingsmogelijkheden (of beter het gebrek daaraan) en de daling van het geboortecijfer aangegeven. Van oppositiezijde werd in dat verband aangedrongen op een snelle beslissing én gewezen op de mogelijkheden die het rijk biedt. In datzelfde verband wordt door de diensten van schepen Van den Ede, een onderzoek ingesteld naar de struktuur van het gemeentelijk onderwijs van de kandidaten-gefusioneerden. Het biblioteekfiliaal aan de Dr. De Moorstraat wordt 'doorgelicht'. Aangezien het huurkontrakt hier eind '75 eindigt werd vroeger reeds beslist nieuwe gebouwen aan te kopen in de Driesleutelstraat. De plannen voor het inrichten van dit nieuwe filiaal worden nog deze week doorgestuurd naar de subsidiërende overheid. In dezelfde stroming even overwippen naar de overkant van de stad: het St. Job-filiaal krijgt een fikse nieuwbouwbeurt. De Akademie voor Schone Kunsten lokt: bij het begin van dit schooljaar mocht men, beperkt en volledig leerplan samen, 618 inschrijvingen noteren. In '72 waren er dat 376 en vorig jaar 503. Uitgesteld lijkt soms toch niet verloren. De uitbreidingswerken die voor '74 aan de muziekadademie werden gepland (en niet uitgevoerd) kregen in de begroting '75 opnieuw een steuntje van 1 miljoen. Het mag wel. Een akademie die 1916 leerlingen telt (centrale en filialen van Herzele, Erembodegem en Denderleeuw) verdient beter. Wie gelooft het nog, maar kom. Een vaste belofte zou zijn gedaan voor de lening die het stadsbestuur moet toelaten de tweede fase aan te vatten. Van het Kultureel Centrum, jawel. Vorigjaar genoteerd in het archief: 263 bezoeken van speciaal geinteresseerden, 183 schriftelijke vragen. 4 hogeschoolstudenten deden naspeuringen om hun thesis voor te bereiden over de geschiedenis van Aalst. ANDRE HEYVAERT teel 11786 inwoners (3 meer dan in '73) Geboorten143 (in '73164), overlijdens118 (in '73129), huwelijken 103(in '73:97), echtscheidingen 11 (in '73:12) D'HOndt (VU) vroeg in verband hiermee gunstiger voor waarden qua geboortepremies en bouwpremies om de aangroei te bevorderen maar burgemeester Boel vond E- rembodegem ideaal«groot genoeg en niet te groot» De voorgestelde fikse stijging van de watertarieven werd door de oppositie afgekeurd. Pyck (BSP) vroeg een even tuele tussenkomst voor de ouden van dagen Kabul, hoofdstad. Maar helemaal met als een hoofdstad. Minder verkeer dan bij ons in een provincieplaats. Florerend freak-toe- risme. Ettelijke tientallen goedkope hotels en zeer goede restaurants. Alles op zeer kor te tijd uit de grond gestampt. Vijf jaar ge leden kon je hier in twee restaurants een echte biefstuk met frieten en groenten en soep krijgen. Vandaag letterlijk overal. En in 'Sigis' zelfs Wiener schnitzel mit Brat- Wurst. Jawolh! Het wordt ons alsmaar gemakkelij ker gemaakt. Je kan hier zelfs 's avonds vei lig over de straat. Jeanine kan zelfs voor het éérst alleen uit winkelen. Het is een tof fe, rustige stad. Geen zenuwgedoeWel véél, veel Europeanen. Goede druiven, appel en citroentaarten. Je zou haast vergeten dat de Afghanis ook mohammedanen zijn. Maar blijf natuurlijk op je geld letten. Het zijn niet alleen de inboorlingen die stelen. In 1969 trekt een magere Engelsman naar India. Hij leert in Istanbul een sympathieke Fransman kennen. De jongen heeft geen Roger, de Engelsman, neemt zijn nieuwe geld. Het kan bij de besten al eens gebeuren, vriend op sleeptouw en betaalt transport, hotels, voedsel. Kortom alles. Geld is op dat moment geen probleem voor hem en vriend schap koop je niet. Ze reizen drie weken samen tot hier in Kabul. Dan, op een mooie morgen, ontwaakt Roger en de Fransman is verdwenen. Mét hem Rogers rugz.'k, slaapzak, geld, zoivel cash als cheques, pas poort, alles! Hij leent wat geld van zijn am bassade en keert terug naar Europa om nieuw geld te maken. Hij koopt een kilo of twee hasj en smokkelt dan in Iran geholpen door twee Iraanse beroepssmokkelaars (niet bepaald snugger van hem, maar hij dééd het). Ze worden gepakt nabij de Turkse grens. De twee Iranezen krijgen de dood straf en ze worden voor zijn ogen opgehan gen. Hijzelf is intussen ziek geworden he patitis. Zieken worden met ge-exekuteerd. Je moet gezond sterven. Hij blijft drie maan den met kettingen aan een ziekenhuisbed vastgekluisterd gelukkig voor hem had de Britse ambassade ook met stilgezeten. Ze hielpen hem ontsnappen. Zo kwam zijn ver haal naar ons in België. Dit maar als illus tratie van hoe het kan verlopen als je hier niet oppast. Op die manier zijn er al heel wat Indiareizen voortijdig in de kiem ge smoord, en het liep ook niet altijd even goed af. Kabul is meteen de laatste stopplaats voor India. Een ideaal oord om uit te blazen en eens lekker te eten, voor de finale plons losdoorheen Noord-Pakistan, dat kwa be volkingsmentaliteit en troubles met vrouwen zo erg is (alweer de steden) dat ieder die weet of al meegemaakt heeft er op minder dan één dag doorheen raast. Het visum voor India moet je in Kabul krijgen, want in Pa kistan is dat een grote miserie en je weet nooit of er niet weer een oorlog in de lucht hangt en of er diplomatieke betrekkingen bestaan en zo. Dan het road-permit. Voor Pakistan géén visum- er wil over het alge meen toch niemand langer blijven dan strikt noodzakelijk is. MAAR, wie overland naar India wil, moet in de Pakistaanse ambassade om 'n spe ciaal papier een toelating om de verboden weg te gebruiken van Lahore naar Waga. De enige open grenspost. Als dat allemaal in orde is dan neem je de van vele dagen op voorhand volgeboekte bus en je vertrekt in de koude morgen naar de Khyberpas. Het is nog relatief warm in de bergen. Bin nen twee maanden ligt alles hier onder een dik pak sneeuw en is de pas misschien ge- sloten. Een strenge winter kan iemand in Kabul maanden vasthouden of verplichten een duur vliegtuig te nemen. Maar vandaag brandt de herfstzon op de honderden don kergroene vrachtwagens, tanks, tentenkam pen en benzinedépots. Het Afghaanse leger is glorierijk uit de revolutie tevoorschijn ge komen. De officieren trots op hun kraak- nieuwe groene uniformen met eindelijk éch te gouden emblemen en sterren en balken en kleurrijke onderscheidingstekens en lap jes. En volbehangen met dekoraties boven het Imker-vestzakje. De bus slingert zich steeds trager en moeizamer omhoog. We volgen een rivierbedding. Er zijn een paar dammetjes en er is zelfs een helderblauw meertje, waarin de heuveltoppen van het hoogpiateau zich weerspiegelen, en, hoe dichter bij Pakistan, hoe groener het land wordt. Eindelijk, na de dorre schrale Turkse vlak ten, de Perzische rotsformaties en zoutwoes- tijnen, het Afghaanse hoogland, waar al leen geiten en schapen en af en toe een kameel te zien zijn, komen er nu een paar échte koeien. En Jeanine wacht in span ning op 'haar" eerste waterbuffel. Dan krijgen we de grens. Formaliteiten du ren extra-lang. Geld moet ivorden aangege ven. Geen douanekontrole gelukkig. Dat is voor op de terugweg. Achter de douanege bouwen, zoals aan alle grenzen trouwens, een autokerkhof van aangeslagen of defekt achtergelaten Europese wagens en busjes. Zelfs een prachtige Mercedes 300 SL 1968. Staat hier te vergaan, weggevreten door het korrelige stuifzand en de snerpende berg wind. Allemaal getuigen van kleine of gro te drama's, maar niemand vertelde ons hun verhaal. Het is ook niet nodig. De triestige karkassen spreken voor zichzelf. De num merplaten hier een Nederlander, een eend je, nog ééntje, een Fransman, 'n rijke Duit- Het spoor boort zich doorheen de kale stei le rotswanden waar de weg roekeloos om heen slingert. Hier en daar forten en bun kers op rotsterrassen, schietgaten kijken dreigend neer op Afghanistan. We kunnen bijna de legers weer zien falen in hun po gingen om Afghanistan te onderwerpen, de roversnesten uit te roeien die telkens weer langs deze pas de wankele veiligheid van de Britse kolonisten in India kwamen verstoren. Hun plundertochten zijn bekend in de hele geschiedenis van de Indus-vallei. En verderweg in de tijd, ver in de wrede geschiedenis van dit woeste gebergtehet. toen al haveloze en gedecimeerde leger van de grote Alexander van Macedonië, op het eind van zijn zegetocht... weldra zou hij voorgoed gestuit worden door de krijgshaf tige Ksatrya-stammen van Noord-India. De olifanten der Punjabi's zouden zijn anders onverschrokken soldaten de schrik op het lijf jagen en zijn droom van wereldverove raar onder hun logge poten voorgoed ver gruizen. Over diezelfde weg komen wij nu, en ter wijl ik dit alles aan Jeanine vertel, realiseer ik me dat ik even oud ben in jaren als de ze grote Macedoniër toen. Amper 23 was hij, toen hij stierf. Waarschijnlijk wel van dysenterie zeker, vraagt Jeanine lachend. Daar is de top. Nog een enorme rode ka zerne met honderden venstertjes en twee oude kanonnen voor de ingangspoort en een Pakistaanse vlag op de top en de trage af daling begint. We zakken zachtjes weg in het groene land. Alles is ineens groen. En daar zijn de waterbuffels. Voor we het goed beseffen is daar in de diepte de grijze vlek van Peshawar. Pakis tan... PAKISTAN DOORSPURTEN. Het is maar vijfhonderd meter van de bus stop tot het stadion. De koetsier probeert Buiten is de avond aan het vallen. We wur men ons tussen het volk naar een vrij hoek je aan een enorme eikenhouten schrijftafel die nog moet dateren van de tijd der Britse overheersing. Overal struikel je over stoffe- rige dossiers en dikke vieze boeken, tijdta- bellen van 1947. Ik toon onze groene Bel gische identiteitskaarten. 'Dit zijn studen tenkaarten, onze Internationale kaarten wer den gestolen.' 'OK, OK,' We betalen een onvermijdelijke roepie 'bakshish' voor de oude chef en krijgen het formulier. Dat re duceert de prijs van 14 tot 8 rps. De man van de wachtzaal blijft aandringen voor re servatie bij hem en 'pay money now'.' We sturen hem wandelen. 'Werkt u voor de spoorwegen 'Yes, yes, please...' 'Dan wordt u ook betaald door de spoor wegen' 'No, no, sir, please...' 'Dan werkt u dus feitelijk niet voor de spoorwegen'Yes, no, 1 mean...' Sorry jongen, maar dan is er iets niet in orde. Ik zal wel zelf zien voor die reserva ties. Daarbij, vijf rps. is te veel. Ik laat me niet bedotten. Hij achtervolgt ons handen wringend tot in het stationsrestaurant, met de verdacht dure maaltijden. Er hangt ner gens een prijslijst... Als ik geen reservatie van 5 rps. neem bij hem zal-ie aan de trein- kontroleur zeggen dat we geen studenten zijn dreigt hij. Ik verlies even mij geduld, het is komedie, maar een Pakistani ziet niet wanneer het voor een 'traveled echt menens wordt, en de man verdwijnt, staart tussen de poten. De kerel had blijkbaar een af spraakje met de stationschefelk een roe pie per persoondè één voor de koncessie, de ander voor de reservatie... De avond valt nog steeds. En de trein is inderdaad bomvol. En als een trein in Pakistan vol is, dan kan er echt geen luis meer bii. Zonder de reser vatie. vind je geen plaatje, behalvehet Vrouwen-kompartiment. Dit is, zoals ge- ser. Een Amerikaan die zijn VW-bus kocht in Miinchen... DE KHYBERPAS Eindelijk, op het heetst van de middag, in een grote stofwolk, vervoegt de bus het vrachtwagenkonvooi dat nu al zoveel jaren de haarspeldbochten van de Khyberpas trot seert. We halen ze in. Passeren. Scheren ra kelings langs de rand van een alsmaar die per wordende afgrond. We hebben van nu af te doen met een Pakistaanse buschauf feur. Bij mijn weten de gevaarlijkste ter wereld. Een tegengif is nog niet uitgevon den. Of ge moet het vliegtuig nemen. De man neemt ontzettende risico's en de val lei zakt steeds dieper. De grenspost is nu een nauwelijks zichtbare verzameling speelgoed huisjes. De schoonheid van de pas, het ge vaar, de huiveringwekkende diepte... wel, voor het eersi moet ik zeggen onbeschrijf lijk. Sorry. Voor het eerst, maar niet voor het laatst. Want morgen, als Allah het wil, morgen zijn we in India. Hoger en hoger klimt de zilvergrijze bus. De motor gloeit, de chauffeur zweet uitbun dig terwijl hij met zijn hele gewicht aan het stuur sleurt. We rijden nu eens onder, dan weer over de smalle spoorweg. Made by Britain. Lang geleden. Maar voor de stenen en rotsen die hier zijn sinds dit deel van de wereld geboetseerd werd, is het een korte flits in de eeuwigheid. ons het vijfdubbele van de prijs te doen af dokken. two miles... Sir, very far). In zo'n geval bied je beter niet af. Neem de koets en betaal een billijke prijs en laat de man rustig alléén verdertieren. 'Three roepies, sir. Three roepies!' Hij druipt wel af en zal zijn woede verder botvieren op het magere kar kas voor de koets. Dat heet in Pakistan 'paard'. Na de fiere Afghaanse hengsten ziin het maar triestige afzakkers. Wat de morele kant van je manier van optreden betreftwees gerust dat je zelfs nu nog méér dan de prijs hebt betaald. De koetsier zou je anders zo niet laten gaan. Het volgende staaltje krijg je in het station. Een man met onbetrouwbare ogen zegt me dat ik bij hem moet wezen, wil ik goede plaatsen reserveren. 'Geef me 5 rps. per per soon en ik arrangeer jullie akkomodatie, het is nodig, sir, ivant de trein is al vol.' We zoeken naar een reservatieloket... niets te vinden. 'OK, zeg ik, maar geef me een be wijs van betaling.' Heeft hij niet. 'Komaan sir, we geven u studentenkoncessie.' 'Kan ik niet hebben, zeg ik, een beetje spijtig, heb geen studentenkaart.' Geen nood. 'Heb je niet vandoentoon gewoon eender wat; zeg dat u student is. Kom met mij naar de stationmaster. Neem uw reservatie met mij. 5 roepies please. Betaal nu.' 'Éérst de koncessie' zeg ik. woonlijk leeg. Jeanine en een Frans meisje leggen zich komfortabel op de houten ban ken. Er is ook Claude, een jonge Fransman, eerste reiszegt dat hij blij is dat-ie met ie mand is die ervaringheeft. Volgt ons overal. Maar niet bepaald een broekscheiter. Je kunt erop rekenen. Mannen zijn volgens de letter van het treinreglement in deze vrouwenafdeling niet toegelaten. We hebben echter niet veel keuze. Treinkontroleurs dreigen met politie en stationschef en ver banning als we niet naar een andere wagen verhuizen. Het antword is steeds hetzeff- de 'OK, als de laatste mannelijke Pakistani dit coupé verlaat, gaan we ook.' Na een dik half uur geven de treinmannen de ongelijke strijd op het is onbegonnen werk om hun opgefokte landgenoten uit de buurt van de twee blanke schoonheden te houden. Ze rui ken de europese vrouwen. Ze komen aan zwermen als vliegen op een stront. En al léén wij kunnen ze min of meer wegslaan. We mogen uiteindelijk allebei in het ruime bagagerek gaan liggen, boven onze vrouw tjes, met een legerponcho over onze onzali ge hoofden, zodat mogelijk later-opstappen- de vrouwen niet kunnen zien dat we man nen zijn. En na nog een half uur wordt het stil. De trein vertrekt. We kunnen slapen. De laatste mannelijke Pakistani is de deur uit. We hebben 8 rps. betaald dank zij die studentenvermindering. We hebben 'n gratis bed. Een besparing van 10 rps. Tegen tien uur 's morgens arriveert deze trein in Lahore. Alweer een grote stoffe- rig-hete stad. Bij het overvloedige verkeer komen nu ook de eerste lichtbruine koeien en zwarte en rose waterbuffels - zo'n Lever den - én fiets- en motorrickshaws én osse- wagens én zelfs een paar kamelen. We drin ken een Coca-Cola. Kruipen dan op de bus. Roekeloos is een zacht woord om de manier uit te drukken waarop deze rammelkast door de mensenmassa stuift. Misschien ben je in Parijs aan veel gewoon geworden, maar een doorsnee-Europees chauffeur kan zich dit niet voorstellen. Regelmatig rijzen onze haren ten berge, tot ze gewoon overeind blij ven staan, want deze rit is een onafgebro ken ketting van op-het-aller-laatste-nipper- tje-vermeden ongevallen. Als er vijf eend- meter overschiet tussen twee hooikarn n, klieven we erdoor. Volk en vee voor ens uitdrijvend. Geiten, koeien en kippen r< n- nen voor hun leven. Paarden steigeren. Al léén de geblokte buffels geven geen krit ip. Met een schok komt de bus dan tot til- stand. Getromp en getoeterop z'n dt oie gemakje verplaatst het enorme dier Ic om een paar zware hoeven. De motor weer op gang brengen. Daar voor moeten ze vlak voor onze voeten de motorkap openen, (de ingang tot de motor is binnenin de bus, naast de chauffeur, en wij zitten helemaal vooraan, om niets van deze rit te missen). Dan herbegint de dodenrit. We zijn oprecht blij als het ding ons na een laatste adembenemende zwaai-op-twee-wie- len, achterlaat bij een groot bord'YOU LEAVE PAKISTAN. THANK YOU FOR YOUR VISIT.' 'COME AGAIN' en aan de andere kant: 'WELCOME INTO PAKIS TAN'. Hier nog eens het formaliteitencir- kus. Naam en paspoortnummer tot in den treure herhaald, even pissen, en dan...: de slagboom onder... Een lange laan ligt voor ons te schitteren in de middagzon. Twee tweehonderd-meter- lange duizendpoten wriemelen en 'golven, gevangen tussen beide grenspostenover hun ruggen, rood en blauw, bewegen ba len goederen- Honderden koelies draven van en naar wachtende vrachtwagens. Geen kamion mag onder de slagboom door. Alles moet aan weerszijden afgeladen, op het hoofd gedra gen, en tweehonderd meter verder weer in geladen worden. Gewapende soldaten be waken de klucht. We sukkelen met de zware tassen, voor ons geen koelies, in de hete zon. Een paar reusachtige Singhs staan bij een soort van houten triomfboog, waarvan veelkleurige kermislichtjes omlaag bengelen. De Singhs zijn duidelijk- geselekteerde eksemplaren minstens twee meter groot en bijna even veel in omvang. India wil indruk maken. Kleurrijke tulbanden. De laatste meters in Pakistan... Laatste stap. Daar is de groen- rood-wit-blauwe lijn op het beton. 'Your passports please We zijn in India. 24 ok tober 1973. (wordt vervolgd) Wat heeft dat grapje tot nu toe gekost bus van Kabul naar Peshawar 75 BF trein van Peshawar naar Lahore 32 BF bus van Lahore naar Waga 3 BF bus van Waga naar Amritsar 4 J BF Totaal: Istanbul naar Amritsar 1157 BF per persoon. Totaal betaald in hotels (13 nachten) 566 BF per twee-persoonskamer. Gemiddelde hotelprijzen 45 BF per twee persoonskamer. Algemeen totaal van uitgaven voor twee personen België - India tussen 2 oktober 73 en 24 oktober 73 6844 BF (3422 per pers.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 3