OUER DE KHYBERPAS
STRALENDE VERTONING
DOOR «DE SCHAKEL»
LEEDSE FLODDERS
EREMBODEGEM
VERTOONT GEEN
ENTOESIASME OM MET
AALSTTE FUSIONEREN
AALSTENAAR JAN MATTHIEUBEROEPSREIZIGER
De Voorpost - 31-1-75 - 3
«Ciao» is een luchtige komedie van Marc Gilbert Sauvajon, één van
de meest gespeelde hedendaagse franse auteurs, ook in het
buitenland. Het stuk «Ciao» is één van zijn laatste kreaties.
leine (Nild Van Overstraeten).
Maar de jongelui nemen zo
Antoine Martinai (Paul Segers)
is bediende, hoofd van het
archief in het groot bedrijf van
Couficel (Tuur Van Den Brulle)
maar wordt na twaalf jaar
trouwe dienst aan de deur gezet
omdat een computer zijn plaats
inneemt. Zijn zoon Vincent
(Guido Klink), hip element, een
ietwat opstandige jongeman los
van burgerlijke traditie, muzi
kant in een groep die het vooral
moet hebben van de" nieuwe
«sound» voortgebracht door het
trommelen op deksels van
soepterrinen, neemt het niet zo
nauw met de liefde, heeft een
verhoudign met Minouchon
(Kris Verhoeven), tlirt er op los
en komt via een mondain feestje
in kontakt met Sophie (Francine
De Bolle) dochter van zijn vaders
vroegere baas. Na het feestje
maken Vincent en Sophie nog
een ommetje en belanden in een
baanhotelletje waar zij de nacht
doorbrengen. Sophie, de rijke
dochter, uiterst chic gekleed en
zwemmend in 't geld wordt
verliefd op Vincent die dit niet
zo prettig schijnt te vinden. Zij
verbreekt haar verloving met een
rijke relatie van pa. en vertelt
haar vader van haar nachtelijke
uitspattingen met de muzikant.
Heel wat minder zachte woorden
volgen met als resultaat het
besluit van Couficel Vincent
moet met Sophie trouwen. Hij
brengt een bezoek aan Antoine
Martinai en zijn vrouw Made
maar niet klakkeloos de beslui
ten van hun ouders over. Sophie
vertrekt heel opgewonden.
Vincent rent haar achterna, zij
rijdt in 't Water en Vincent redt
haar van de verdrinkingsdood.
De jongelui besluiten te gaan
samenwonen en liefst in een
woonwagen een trip te maken.
Toestand die de ouders vreselijk
vinden. Door het begrip van
Madeliene die de jeugd en haar
hedendaagse opvattingen goed
begrijpt stemmen de beide
vaders dan maar, zij het
hoofdschuddend toe. De zaken
krijgen voor Couficel weer hun
belangrijkheid en Martinai
wordt opnieuw in het bedrijf
opgenomen.
Voor de Schakel is het brengen
van dit werk een gok geweest.
Het is een zeer goed stuk maar er
hangt veel af van de manier
waarop het gebracht wordt. De
spelers hebben met de opvoering
ervan een hoog peil bereikt.
Regisseur Tuur Van Den Brulle
heeft zijn mensen hard laten
werken. Zelf bracht hij een zeer
knappe prestatie. Paul Segers
had een moeilijke rol te ver
werken. Een heel stuk lang
wrevelig moeten doen met
slechts enkele tedere momenten
is niet zonder gevaar voor
overdrijven. Maar hij kon het
aan: zegging, nuance in ekspres-
sie en in beweging.
talent en streelt terecht naar een
Francine De Bolle gaf het beste
van zichzelf, beleefde haar rol
door en door.
Nooit zagen wij de op de
amateursvoorstellingen een ge
voeliger spel. Zij typeerde zeer
duidelijk de rijke verwende
jonge dame en bracht spette
rende momenten in samenspel
met Tuur Van den Brulle en
Guido Klink. Deze laatste
vertolkte zijn rol met zwier en
volledige beleving, deze jonge
man bezit een benijdenswaardig
degelijke toneelkarrière. Kort
maar uiterst verzorgd was het
optreden van Kris Verhoeven.
Nild Van Overstraeten vertolkte
naar best vermogen de moeder
rol, maar was onzeker en de
zwakke schakel in het geheel,
vooral diktie en rolkennis lieten
te wensen over.
In de regie wist Tuur Van Den
Brulle prachtige beelden te
kreeren, hij haalde eer van zijn
werk. Het dekor was een staaltje
perfektie: sober, verfijnd, effi
cient met de beweeglijke oranje,
zwarte en beige vlakken. Een
pluim voor de medewerkers
achter de schermen die geluid
loos en snel de dekors wisten te
verwisselen.
De belichting was eenvoudig en
bijna foutloos, spijtig dat de
twee jonge mensen in de scene
rechts volledig in de schaduw
speelden. Misschien is dit te
wijten aan een verkeerde opstel
ling of misschien aan de lamp
die nu al wekenlang defekt is.
Kan het door het stadsbestuur te
tekenen bonnetje misschien wat
vlugger reizen? Wij hopen het.
ROEL VAN DE PLAS
De akteursploeg van De Schakel, (jm)
Zo. Hier zijn we dan te
rug. Met al dat Miss Bet-
te-gedoe zijn we even uit
de cirkulatie geweest. Je
zou het voor minder. Vijf
schattige dametjes die je
ineens overvallen. Je
ziet...er zijn heelwat pret
tige aspekten aan karna
val. Maar nu beginnen ze
het toch wat ver te drijven
met die pret.
Wie gaat er nu op zater
dagavond een karnaval-
stoet bekijken. Dat wordt
een wereld premiere: kar-
navalstoet bij kunstlicht.
En voor de verandering
wordt er nu de zondagna
middag met karamellen
gegooid. Nee, nee, nee...
nu gaan ze te ver. Je mag
voor wat variatie zorgen,
maar dit is te zot om los
te lopen. Of zou dat toch
een «drukkemel» zijn in
Leeds reklaamblad? De
zetter ervan dient in ieder
geval de prijs van de ori
ginaliteit.
Maar eerst gaan we een
prins kiezen. Het wordt
de meest beestachtige
verkiezing uit de geschie
denis. Na de stier van
Walter van vorig jaar, zul
len er nu niet minder dan
drie «kalveren» op het po
dium staan. Als je't ons
vraagt: van het goede
toch wat teveel. Dat je
een beestje meebrengt
naar de verkiezing...nou
goed dan als het niet an
ders kan. Maar meteen
drie gelijk op ons los la
ten...
Om iedereen tevreden te
stellen kunnen ze mis
schien een medaille uit-
dreiken voor «het beste
kalf», het «grootste kalf»
en het «vetste kalf». En
wij weten al wie deze
laatste titel met groot
verschil zal in de wacht
slepen!
Wie wat minder dierlijke
genoegens zoekt, kan
naar het ACV-CM feest
(daar geven ze ook al ere
tekens). Of naar het
Brouwershuis. Daar is er
het Socialistische Post-
bal. Tiens, zou het dan
toch waar zijn wat ze zeg
gen, dat de Post...
En intussen wacht Lede
met ongeduld op een
nieuwe burgemeester.
Maandag ging het «jaar
van de vrouw» van start.
Volgt ge nog? Neen?
We herhalen even. Ver
mits «madam Matthijs»
de enige dame in de ge
meenteraad is, zou Lede
wel eens zijn eerste vrou
welijke «üurgermoeder»
uit de geschiedenis kun
nen krijgen.
MARCOLE
In de gemeenteraad van woensdag was de fusie het be
langrijkste punt op de Erembodegemse agenda. Het
werd een eenparig pleidooi zowel door de burgemeester
als door de oppositie tegen de aansluiting bij Aalst. E-
rembodegem acht zichzelf voldoende leefbaar. Aan het
alternatief door de gemeenteraad voorgestelde, zal vol
gende week een artikel gewijd worden
Andere punten waren onder meer: de evolutie van de
bevolking gedurende 1974. Erembodegem telt momen-
AALSTERS KORT NIEUWS
GEMEENTERAAD
Op de dagorde van de begrotingsgemeenteraad nog een tweede
punt: het kollege vroeg en kreeg machtiging om eigendommen
aan de Hammestraat die openbaar verkocht worden te verwerven.
Mits goedgekeurde door de hogere overheid zou op die wijze het
bij K.B. goedgekeurde onteigeningsplan voor de niverheidszone
'Wijngaardveld' kunnen uitgevoerd worden.
Het aantal leerlingen aan de stedelijke onderwijsinrichting
loopt gevoelig terug. Cijfers: in '72: 1084 leerlingen, in '73: 944
leerlingen, en bij de aanvang van dit schooljaar nog 972. Als
oorzaken worden hier de doorstromingsmogelijkheden (of beter
het gebrek daaraan) en de daling van het geboortecijfer
aangegeven. Van oppositiezijde werd in dat verband
aangedrongen op een snelle beslissing én gewezen op de
mogelijkheden die het rijk biedt.
In datzelfde verband wordt door de diensten van schepen Van
den Ede, een onderzoek ingesteld naar de struktuur van het
gemeentelijk onderwijs van de kandidaten-gefusioneerden.
Het biblioteekfiliaal aan de Dr. De Moorstraat wordt
'doorgelicht'. Aangezien het huurkontrakt hier eind '75 eindigt
werd vroeger reeds beslist nieuwe gebouwen aan te kopen in de
Driesleutelstraat. De plannen voor het inrichten van dit nieuwe
filiaal worden nog deze week doorgestuurd naar de subsidiërende
overheid. In dezelfde stroming even overwippen naar de overkant
van de stad: het St. Job-filiaal krijgt een fikse nieuwbouwbeurt.
De Akademie voor Schone Kunsten lokt: bij het begin van dit
schooljaar mocht men, beperkt en volledig leerplan samen, 618
inschrijvingen noteren. In '72 waren er dat 376 en vorig jaar 503.
Uitgesteld lijkt soms toch niet verloren. De uitbreidingswerken
die voor '74 aan de muziekadademie werden gepland (en niet
uitgevoerd) kregen in de begroting '75 opnieuw een steuntje van 1
miljoen. Het mag wel. Een akademie die 1916 leerlingen telt
(centrale en filialen van Herzele, Erembodegem en Denderleeuw)
verdient beter.
Wie gelooft het nog, maar kom. Een vaste belofte zou zijn
gedaan voor de lening die het stadsbestuur moet toelaten de
tweede fase aan te vatten. Van het Kultureel Centrum, jawel.
Vorigjaar genoteerd in het archief: 263 bezoeken van speciaal
geinteresseerden, 183 schriftelijke vragen. 4 hogeschoolstudenten
deden naspeuringen om hun thesis voor te bereiden over de
geschiedenis van Aalst.
ANDRE HEYVAERT
teel 11786 inwoners (3 meer dan in '73)
Geboorten143 (in '73164), overlijdens118 (in '73129),
huwelijken 103(in '73:97), echtscheidingen 11 (in '73:12)
D'HOndt (VU) vroeg in verband hiermee gunstiger voor
waarden qua geboortepremies en bouwpremies om de
aangroei te bevorderen maar burgemeester Boel vond E-
rembodegem ideaal«groot genoeg en niet te groot»
De voorgestelde fikse stijging van de watertarieven werd
door de oppositie afgekeurd. Pyck (BSP) vroeg een even
tuele tussenkomst voor de ouden van dagen
Kabul, hoofdstad. Maar helemaal met als
een hoofdstad. Minder verkeer dan bij ons
in een provincieplaats. Florerend freak-toe-
risme. Ettelijke tientallen goedkope hotels en
zeer goede restaurants. Alles op zeer kor
te tijd uit de grond gestampt. Vijf jaar ge
leden kon je hier in twee restaurants een
echte biefstuk met frieten en groenten en
soep krijgen. Vandaag letterlijk overal. En
in 'Sigis' zelfs Wiener schnitzel mit Brat-
Wurst.
Jawolh! Het wordt ons alsmaar gemakkelij
ker gemaakt. Je kan hier zelfs 's avonds vei
lig over de straat. Jeanine kan zelfs voor
het éérst alleen uit winkelen. Het is een tof
fe, rustige stad. Geen zenuwgedoeWel
véél, veel Europeanen. Goede druiven, appel
en citroentaarten. Je zou haast vergeten dat
de Afghanis ook mohammedanen zijn. Maar
blijf natuurlijk op je geld letten. Het zijn
niet alleen de inboorlingen die stelen.
In 1969 trekt een magere Engelsman naar
India. Hij leert in Istanbul een sympathieke
Fransman kennen. De jongen heeft geen
Roger, de Engelsman, neemt zijn nieuwe
geld. Het kan bij de besten al eens gebeuren,
vriend op sleeptouw en betaalt transport,
hotels, voedsel. Kortom alles. Geld is op dat
moment geen probleem voor hem en vriend
schap koop je niet. Ze reizen drie weken
samen tot hier in Kabul. Dan, op een mooie
morgen, ontwaakt Roger en de Fransman
is verdwenen. Mét hem Rogers rugz.'k,
slaapzak, geld, zoivel cash als cheques, pas
poort, alles! Hij leent wat geld van zijn am
bassade en keert terug naar Europa om
nieuw geld te maken. Hij koopt een kilo of
twee hasj en smokkelt dan in Iran geholpen
door twee Iraanse beroepssmokkelaars (niet
bepaald snugger van hem, maar hij dééd
het). Ze worden gepakt nabij de Turkse
grens. De twee Iranezen krijgen de dood
straf en ze worden voor zijn ogen opgehan
gen. Hijzelf is intussen ziek geworden he
patitis. Zieken worden met ge-exekuteerd.
Je moet gezond sterven. Hij blijft drie maan
den met kettingen aan een ziekenhuisbed
vastgekluisterd gelukkig voor hem had de
Britse ambassade ook met stilgezeten. Ze
hielpen hem ontsnappen. Zo kwam zijn ver
haal naar ons in België. Dit maar als illus
tratie van hoe het kan verlopen als je hier
niet oppast. Op die manier zijn er al heel
wat Indiareizen voortijdig in de kiem ge
smoord, en het liep ook niet altijd even
goed af.
Kabul is meteen de laatste stopplaats voor
India. Een ideaal oord om uit te blazen en
eens lekker te eten, voor de finale plons
losdoorheen Noord-Pakistan, dat kwa be
volkingsmentaliteit en troubles met vrouwen
zo erg is (alweer de steden) dat ieder die
weet of al meegemaakt heeft er op minder
dan één dag doorheen raast. Het visum voor
India moet je in Kabul krijgen, want in Pa
kistan is dat een grote miserie en je weet
nooit of er niet weer een oorlog in de lucht
hangt en of er diplomatieke betrekkingen
bestaan en zo. Dan het road-permit. Voor
Pakistan géén visum- er wil over het alge
meen toch niemand langer blijven dan strikt
noodzakelijk is.
MAAR, wie overland naar India wil, moet
in de Pakistaanse ambassade om 'n spe
ciaal papier een toelating om de verboden
weg te gebruiken van Lahore naar Waga. De
enige open grenspost. Als dat allemaal in
orde is dan neem je de van vele dagen op
voorhand volgeboekte bus en je vertrekt in
de koude morgen naar de Khyberpas.
Het is nog relatief warm in de bergen. Bin
nen twee maanden ligt alles hier onder een
dik pak sneeuw en is de pas misschien ge-
sloten. Een strenge winter kan iemand in
Kabul maanden vasthouden of verplichten
een duur vliegtuig te nemen. Maar vandaag
brandt de herfstzon op de honderden don
kergroene vrachtwagens, tanks, tentenkam
pen en benzinedépots. Het Afghaanse leger
is glorierijk uit de revolutie tevoorschijn ge
komen. De officieren trots op hun kraak-
nieuwe groene uniformen met eindelijk éch
te gouden emblemen en sterren en balken
en kleurrijke onderscheidingstekens en lap
jes. En volbehangen met dekoraties boven
het Imker-vestzakje. De bus slingert zich
steeds trager en moeizamer omhoog. We
volgen een rivierbedding. Er zijn een paar
dammetjes en er is zelfs een helderblauw
meertje, waarin de heuveltoppen van het
hoogpiateau zich weerspiegelen, en, hoe
dichter bij Pakistan, hoe groener het land
wordt.
Eindelijk, na de dorre schrale Turkse vlak
ten, de Perzische rotsformaties en zoutwoes-
tijnen, het Afghaanse hoogland, waar al
leen geiten en schapen en af en toe een
kameel te zien zijn, komen er nu een paar
échte koeien. En Jeanine wacht in span
ning op 'haar" eerste waterbuffel.
Dan krijgen we de grens. Formaliteiten du
ren extra-lang. Geld moet ivorden aangege
ven. Geen douanekontrole gelukkig. Dat is
voor op de terugweg. Achter de douanege
bouwen, zoals aan alle grenzen trouwens,
een autokerkhof van aangeslagen of defekt
achtergelaten Europese wagens en busjes.
Zelfs een prachtige Mercedes 300 SL 1968.
Staat hier te vergaan, weggevreten door het
korrelige stuifzand en de snerpende berg
wind. Allemaal getuigen van kleine of gro
te drama's, maar niemand vertelde ons hun
verhaal. Het is ook niet nodig. De triestige
karkassen spreken voor zichzelf. De num
merplaten hier een Nederlander, een eend
je, nog ééntje, een Fransman, 'n rijke Duit-
Het spoor boort zich doorheen de kale stei
le rotswanden waar de weg roekeloos om
heen slingert. Hier en daar forten en bun
kers op rotsterrassen, schietgaten kijken
dreigend neer op Afghanistan. We kunnen
bijna de legers weer zien falen in hun po
gingen om Afghanistan te onderwerpen, de
roversnesten uit te roeien die telkens weer
langs deze pas de wankele veiligheid van de
Britse kolonisten in India kwamen verstoren.
Hun plundertochten zijn bekend in de hele
geschiedenis van de Indus-vallei.
En verderweg in de tijd, ver in de wrede
geschiedenis van dit woeste gebergtehet.
toen al haveloze en gedecimeerde leger van
de grote Alexander van Macedonië, op het
eind van zijn zegetocht... weldra zou hij
voorgoed gestuit worden door de krijgshaf
tige Ksatrya-stammen van Noord-India. De
olifanten der Punjabi's zouden zijn anders
onverschrokken soldaten de schrik op het
lijf jagen en zijn droom van wereldverove
raar onder hun logge poten voorgoed ver
gruizen.
Over diezelfde weg komen wij nu, en ter
wijl ik dit alles aan Jeanine vertel, realiseer
ik me dat ik even oud ben in jaren als de
ze grote Macedoniër toen. Amper 23 was
hij, toen hij stierf. Waarschijnlijk wel van
dysenterie zeker, vraagt Jeanine lachend.
Daar is de top. Nog een enorme rode ka
zerne met honderden venstertjes en twee
oude kanonnen voor de ingangspoort en een
Pakistaanse vlag op de top en de trage af
daling begint. We zakken zachtjes weg in
het groene land. Alles is ineens groen. En
daar zijn de waterbuffels.
Voor we het goed beseffen is daar in de
diepte de grijze vlek van Peshawar. Pakis
tan...
PAKISTAN DOORSPURTEN.
Het is maar vijfhonderd meter van de bus
stop tot het stadion. De koetsier probeert
Buiten is de avond aan het vallen. We wur
men ons tussen het volk naar een vrij hoek
je aan een enorme eikenhouten schrijftafel
die nog moet dateren van de tijd der Britse
overheersing. Overal struikel je over stoffe-
rige dossiers en dikke vieze boeken, tijdta-
bellen van 1947. Ik toon onze groene Bel
gische identiteitskaarten. 'Dit zijn studen
tenkaarten, onze Internationale kaarten wer
den gestolen.' 'OK, OK,' We betalen een
onvermijdelijke roepie 'bakshish' voor de
oude chef en krijgen het formulier. Dat re
duceert de prijs van 14 tot 8 rps. De man
van de wachtzaal blijft aandringen voor re
servatie bij hem en 'pay money now'.' We
sturen hem wandelen. 'Werkt u voor de
spoorwegen 'Yes, yes, please...'
'Dan wordt u ook betaald door de spoor
wegen' 'No, no, sir, please...' 'Dan werkt u
dus feitelijk niet voor de spoorwegen'Yes,
no, 1 mean...'
Sorry jongen, maar dan is er iets niet in
orde. Ik zal wel zelf zien voor die reserva
ties. Daarbij, vijf rps. is te veel. Ik laat me
niet bedotten. Hij achtervolgt ons handen
wringend tot in het stationsrestaurant, met
de verdacht dure maaltijden. Er hangt ner
gens een prijslijst... Als ik geen reservatie
van 5 rps. neem bij hem zal-ie aan de trein-
kontroleur zeggen dat we geen studenten
zijn dreigt hij. Ik verlies even mij geduld,
het is komedie, maar een Pakistani ziet niet
wanneer het voor een 'traveled echt menens
wordt, en de man verdwijnt, staart tussen
de poten. De kerel had blijkbaar een af
spraakje met de stationschefelk een roe
pie per persoondè één voor de koncessie,
de ander voor de reservatie... De avond valt
nog steeds. En de trein is inderdaad bomvol.
En als een trein in Pakistan vol is, dan kan
er echt geen luis meer bii. Zonder de reser
vatie. vind je geen plaatje, behalvehet
Vrouwen-kompartiment. Dit is, zoals ge-
ser. Een Amerikaan die zijn VW-bus kocht
in Miinchen...
DE KHYBERPAS
Eindelijk, op het heetst van de middag, in
een grote stofwolk, vervoegt de bus het
vrachtwagenkonvooi dat nu al zoveel jaren
de haarspeldbochten van de Khyberpas trot
seert. We halen ze in. Passeren. Scheren ra
kelings langs de rand van een alsmaar die
per wordende afgrond. We hebben van nu
af te doen met een Pakistaanse buschauf
feur. Bij mijn weten de gevaarlijkste ter
wereld. Een tegengif is nog niet uitgevon
den. Of ge moet het vliegtuig nemen. De
man neemt ontzettende risico's en de val
lei zakt steeds dieper. De grenspost is nu een
nauwelijks zichtbare verzameling speelgoed
huisjes. De schoonheid van de pas, het ge
vaar, de huiveringwekkende diepte... wel,
voor het eersi moet ik zeggen onbeschrijf
lijk. Sorry. Voor het eerst, maar niet voor
het laatst. Want morgen, als Allah het wil,
morgen zijn we in India.
Hoger en hoger klimt de zilvergrijze bus.
De motor gloeit, de chauffeur zweet uitbun
dig terwijl hij met zijn hele gewicht aan
het stuur sleurt. We rijden nu eens onder,
dan weer over de smalle spoorweg. Made by
Britain. Lang geleden. Maar voor de stenen
en rotsen die hier zijn sinds dit deel van
de wereld geboetseerd werd, is het een korte
flits in de eeuwigheid.
ons het vijfdubbele van de prijs te doen af
dokken. two miles... Sir, very far). In zo'n
geval bied je beter niet af. Neem de koets
en betaal een billijke prijs en laat de man
rustig alléén verdertieren. 'Three roepies, sir.
Three roepies!' Hij druipt wel af en zal zijn
woede verder botvieren op het magere kar
kas voor de koets. Dat heet in Pakistan
'paard'.
Na de fiere Afghaanse hengsten ziin het
maar triestige afzakkers. Wat de morele kant
van je manier van optreden betreftwees
gerust dat je zelfs nu nog méér dan de prijs
hebt betaald. De koetsier zou je anders zo
niet laten gaan.
Het volgende staaltje krijg je in het station.
Een man met onbetrouwbare ogen zegt me
dat ik bij hem moet wezen, wil ik goede
plaatsen reserveren. 'Geef me 5 rps. per per
soon en ik arrangeer jullie akkomodatie, het
is nodig, sir, ivant de trein is al vol.' We
zoeken naar een reservatieloket... niets te
vinden. 'OK, zeg ik, maar geef me een be
wijs van betaling.' Heeft hij niet. 'Komaan
sir, we geven u studentenkoncessie.' 'Kan
ik niet hebben, zeg ik, een beetje spijtig,
heb geen studentenkaart.' Geen nood. 'Heb
je niet vandoentoon gewoon eender wat;
zeg dat u student is. Kom met mij naar de
stationmaster. Neem uw reservatie met mij.
5 roepies please. Betaal nu.'
'Éérst de koncessie' zeg ik.
woonlijk leeg. Jeanine en een Frans meisje
leggen zich komfortabel op de houten ban
ken. Er is ook Claude, een jonge Fransman,
eerste reiszegt dat hij blij is dat-ie met ie
mand is die ervaringheeft. Volgt ons
overal. Maar niet bepaald een broekscheiter.
Je kunt erop rekenen. Mannen zijn volgens
de letter van het treinreglement in deze
vrouwenafdeling niet toegelaten. We hebben
echter niet veel keuze. Treinkontroleurs
dreigen met politie en stationschef en ver
banning als we niet naar een andere wagen
verhuizen. Het antword is steeds hetzeff-
de 'OK, als de laatste mannelijke Pakistani
dit coupé verlaat, gaan we ook.' Na een dik
half uur geven de treinmannen de ongelijke
strijd op het is onbegonnen werk om hun
opgefokte landgenoten uit de buurt van de
twee blanke schoonheden te houden. Ze rui
ken de europese vrouwen. Ze komen aan
zwermen als vliegen op een stront. En al
léén wij kunnen ze min of meer wegslaan.
We mogen uiteindelijk allebei in het ruime
bagagerek gaan liggen, boven onze vrouw
tjes, met een legerponcho over onze onzali
ge hoofden, zodat mogelijk later-opstappen-
de vrouwen niet kunnen zien dat we man
nen zijn. En na nog een half uur wordt het
stil. De trein vertrekt. We kunnen slapen.
De laatste mannelijke Pakistani is de deur
uit. We hebben 8 rps. betaald dank zij die
studentenvermindering. We hebben 'n gratis
bed. Een besparing van 10 rps.
Tegen tien uur 's morgens arriveert deze
trein in Lahore. Alweer een grote stoffe-
rig-hete stad. Bij het overvloedige verkeer
komen nu ook de eerste lichtbruine koeien
en zwarte en rose waterbuffels - zo'n Lever
den - én fiets- en motorrickshaws én osse-
wagens én zelfs een paar kamelen. We drin
ken een Coca-Cola. Kruipen dan op de bus.
Roekeloos is een zacht woord om de manier
uit te drukken waarop deze rammelkast
door de mensenmassa stuift. Misschien ben
je in Parijs aan veel gewoon geworden, maar
een doorsnee-Europees chauffeur kan zich
dit niet voorstellen. Regelmatig rijzen onze
haren ten berge, tot ze gewoon overeind blij
ven staan, want deze rit is een onafgebro
ken ketting van op-het-aller-laatste-nipper-
tje-vermeden ongevallen. Als er vijf eend-
meter overschiet tussen twee hooikarn n,
klieven we erdoor. Volk en vee voor ens
uitdrijvend. Geiten, koeien en kippen r< n-
nen voor hun leven. Paarden steigeren. Al
léén de geblokte buffels geven geen krit ip.
Met een schok komt de bus dan tot til-
stand. Getromp en getoeterop z'n dt oie
gemakje verplaatst het enorme dier Ic om
een paar zware hoeven. De motor weer op
gang brengen. Daar voor moeten ze vlak
voor onze voeten de motorkap openen, (de
ingang tot de motor is binnenin de bus,
naast de chauffeur, en wij zitten helemaal
vooraan, om niets van deze rit te missen).
Dan herbegint de dodenrit.
We zijn oprecht blij als het ding ons na een
laatste adembenemende zwaai-op-twee-wie-
len, achterlaat bij een groot bord'YOU
LEAVE PAKISTAN. THANK YOU FOR
YOUR VISIT.' 'COME AGAIN' en aan de
andere kant: 'WELCOME INTO PAKIS
TAN'. Hier nog eens het formaliteitencir-
kus. Naam en paspoortnummer tot in den
treure herhaald, even pissen, en dan...: de
slagboom onder...
Een lange laan ligt voor ons te schitteren
in de middagzon. Twee tweehonderd-meter-
lange duizendpoten wriemelen en 'golven,
gevangen tussen beide grenspostenover
hun ruggen, rood en blauw, bewegen ba
len goederen-
Honderden koelies draven van en naar
wachtende vrachtwagens. Geen kamion mag
onder de slagboom door. Alles moet aan
weerszijden afgeladen, op het hoofd gedra
gen, en tweehonderd meter verder weer in
geladen worden. Gewapende soldaten be
waken de klucht.
We sukkelen met de zware tassen, voor
ons geen koelies, in de hete zon. Een paar
reusachtige Singhs staan bij een soort van
houten triomfboog, waarvan veelkleurige
kermislichtjes omlaag bengelen. De Singhs
zijn duidelijk- geselekteerde eksemplaren
minstens twee meter groot en bijna even
veel in omvang. India wil indruk maken.
Kleurrijke tulbanden. De laatste meters in
Pakistan... Laatste stap. Daar is de groen-
rood-wit-blauwe lijn op het beton. 'Your
passports please We zijn in India. 24 ok
tober 1973. (wordt vervolgd)
Wat heeft dat grapje tot nu toe gekost
bus van Kabul naar Peshawar 75 BF
trein van Peshawar naar Lahore 32 BF
bus van Lahore naar Waga 3 BF
bus van Waga naar Amritsar 4 J BF
Totaal: Istanbul naar Amritsar 1157 BF
per persoon.
Totaal betaald in hotels (13 nachten) 566
BF per twee-persoonskamer.
Gemiddelde hotelprijzen 45 BF per twee
persoonskamer.
Algemeen totaal van uitgaven voor twee
personen België - India tussen 2 oktober
73 en 24 oktober 73 6844 BF (3422 per
pers.)