UW WOORD VRIJE TRIBUNE P.V.V. B.S.P. K.P. REGIONAAL EKONOMISCHE POLITIEK ANDERS BEKEKEN DE AANPAK VAN ONZE STREEKPROBLEMATIEK 2 14«3«75 De Voorpost |)i- rt'ilaklic hwfl hel rorhl dt'/t' tekstrn in li- korten Een jaar na de verkiezingen De laatste wetgevende ver kiezingen zijn één jaar vorbij. De verkiezingen wer den uitgelokt door de socia listen die om een Imbramco- eis de drieledige regering ten val hebben gebracht. De uitslag was niet gunstig voor de BSP in het Vlaamse land. Ook de V.U. kende een achteruitgang. En op het ogenblik dat een nieuwe regering tot stand kwam tekenden zich de eerste problemen van eko- nomische en finantiële moeilijkheden af. De lang durige regeringskrisis heeft de aanpak van de moeilijk heden en van de zware problemen niet mogelijk gemaakt. Vandaag wordt deze rege ring nog steeds gekonfron- teerd met de inflatie en de stijgende werkloosheid. Zo als overal stelt men ook bij ons het verslechteren van het klimaat op ekonomisch en finantiël vlak vast. Het is geen Belgisch feit, het is een Europees en Westers verschijnsel waaraan de ploeg Tindemans geen di- rekte oplossing kan geven. Wel heeft de regering met de middelen waarover ze be schikt getracht de moeilijk heden voor de inwoners op te vangen. De sociale poli tiek die de regering voert, belette dat wij midden de economische crisis teven een sociale krisis zouden kennen waardoor de minst- begoeden het ergst zouden getroffen worden. En midden die zware ekono- mische en financiële moei lijkheden stelt men vast dat de sociale onrust het peil van de stakingen heeft bereikt. Het zijn niet de minst bedeelde sektoren, inzake bezolding en werk- voorwaarden, die vandaag door hun akties moeilijkhe den meebrengen voor het economisch leven van het land midden de krisishoog- tepunten. Dat daarbij poli tieke overwegingen een be langrijke rol spelen is alleen betreurenswaardig en ge tuigt dat verantwoordelijk heid inzake welvaart van. onze gemeenschap onder geschikt is aan politieke part i joverweg i ngen Trouwens de herrie rond het Schaarbeekse loketten-pro bleem is voor bepaalde politieke groepen een kwes tie die zij willen opschroe ven om een regeringskrisis uit te lokken. Midden de internationale krisis op economisch en finantiël vlak is een buiten gewone voorzichtigheid ge boden, willen wij onze welvaart en ons welzijn niet kwijtspelen. De moeilijkhe den in honderd bedrijven zijn daarvan de uitdrukking. Daarom dient de regering onmiddellijk maatregelen te treffen. Vooreerst moet ze de wet inzake taairegeling toepassen op Schaarbeek en de andere Brusselse gemeentehuizen. Hier kan geen twijfel meer bestaan na het advies van de taaikom missie. Benevens een op lossing van het taalpro bleem moet de regering haar economische politiek, die in december werd uitgestip peld, doorvolgen en trach ten naast de afremming van de prijsstijgingen en tewerk stellingen moet zorgvuldig worden gevrijwaard, willen we morgen een relancepoli- tiek uitbouwen, gesteund op vaste grond. De politiekdiedoorde ploeg Tindemans, tot heden werd .gevoerd midden de moeilijk heden op wereldformaat is een garantie dat wij morgen betere tijden, zullen kennen van zodra enig licht in de huidige toestand zichtbaar is. De sociale houding van de regering en de maatrege len om het inflatiespook en de werkloosheid te bestrij den getuigen anderzijds van de inzet en de moed die wordt opgebracht om de moeilijkheden voor de be volking, en vooral voor de zwakkere sociale kategoriën te milderen. Diane D'Haeseleer litiek en het bundelen van alle arbeiders- en demokra- tische krachten. Het is nochtans hoog tijd. Ray De Smet Wachten op erger? Het feit dat de vakbonden in ons gewest eerder aarzelend staan tegenover het aktief verzet tegen de regeringspo- litiek, mag ons niet tot het besluit brengen dat dit over het ganse land of zelfs over gans Vlaanderen zo zou zijn. Integendeel, de werkers hebben ook reeds op heel wat plaatsen in Vlaanderen degrendel van de maximum loonsverhoging der 4% door het patronaat in de interpro fessionele onderhandelin gen gesteld, doen springen. We denken bijv. aan de scheepsherstellers, en ook aan de maritiemen in Ant werpen, maar daarnaast werd ook op verschillende andere plaatsen in deze muur een bres geslagen. De strijd tegen de werkloos heid heeft zich vooral in de streek van Charlerloi en in het Luikse ontwikkeld, ter wijl het de jongste weken vooral de agenten van open bare diensten die zich laten geldende postmannen, het onderwijzende personeel, gazen elektriciteit, radio en Tv, waterdiensten. Het wordt voor de regering wel een vervelende zaak. Tot nog toe hadden Tindemans en zijn ploeg het steeds klaar gekregen wanneer het spande op het ogenblik enkele voor hen minder erge toegevingen te doen, en aldus die grote botsing te vermijden. Het kwam er voor hen vooral op aan, de akties die meestal gezamenlijk door ABVV en ACV werden gevoerd, niet op de spits te drijven en aldus te voorko men dat grotere massa's zouden aangesproken en gemobiliseerd worden. Van daag echter wordt de toe stand ingewikkelder. Inderdaad, sedert enkele weken hebben de meest reaktionaire kranten een werkelijk offensief ingezet tegen het stakingsrecht. Er gaan geen twee dagen meer voorbij, of «La Libre Bel- gique» en «La Dernière Heure», om slechts deze te noemen, doen openlijke aanvallen tegen elke vorm van aktie van de arbeidersor ganisaties. Vinden zij ge hoor bij de regering? In elk geval heeft deze reeds haar toevlucht genomen tot de opeising van agenten der waterdienster\, heeft De Croo bedreigingen geuit aan het adres van het onderwij zend personeel, werd in Wallonië door de rijkswacht brutaal opgetreden tegen een stakingspiket, en legt dezelfde rijkswacht in som mige gewesten een zeer speciale ijver aan de dag om omtrent de werkersorgani saties en hun militanten allerlei inlichtingen in te zamelen. Het is trouwens opvallend, dat dit juist op het zelfde ogenblik komt waarop de Generale Bankmaatschappij haar jaarlijks verslag publi ceert, waarin zij het koppe len van de lonen en wedden aan de indeks weer in vraag stelt, verklarend dat dit wel aanvaardbaar is in normale omstandigheden, maar niet met de huidige inflatie. 'Blijkbaar zijn de geldmuur en de meest reaktionaire krachten in ons land, er vast van overtuigd dat de moei lijkheden nog lang niet achter de rug zijn, en voorzien zij nog harde strij den. Wellicht zijn zij zich daar beter van bewust dan sommige verantwoordelij ken in de arbeidersbewe ging die nog steeds blijven aarzelen inzake het aktief verzet tegen de regeringspo- DE WERKELIJKE SCHULDIGEN Door PVV- vertegenwoordigers en ook door CVP-kranten (ook bij de vertegenwoordigers van be paalde kristendemokraten) wordt de laatste dagen een goed overwogen offensief in gezet. Offensief dat er vooral op gericht is met allerlei midde len de arbeidende klasse te ontmoedigen en braaf te hou den. WAAROVER GAAT HET? U hoeft slechts radio en "TV- berichten te aanhoren om tot de konklusie te komen dat pa tronaat en regering op dezelfde golflengte spreken: de hoge lonen zijn de oorzaak van alle kwaad, en het patronaat is maagdelijk zuiver en vrij van alle zorlen. Men vergeet er bij te voegen dat de zogezegde hoge lonen alleen daar bestaan waar de loonlast zeer laag is in het ge heel van de produktiekosten, met vergeet er ook gewild bij te voegen dat onze produktiviteit wellicht de hoogste is van de wereld. DE VLAAMSE PVV TEGEN DE WERKMAN! Wie aandachtig de debatten volgt van Kamer en Senaat ziet zeer vlug dat de PVV voor standers van het privaat initia tief de leiding nemen in de strijd tegen de arbeidende bevol king. De vertegenwoordiger van ons Arrondissement Sena tor Cuvelier nüemde zelfs de recente loonsverhoging in de textielnijverheid als de ergste kwaal voor onze ekonomie. Vergelijkingen met andere lan den en ontwikkelingsgebieden zijn daarbij aan de orde: mis schien zouden sommigen wel licht terug de tijd willen kennen dat onze arbeiders terug voor hongerlonen de fabriek recht houden. WAAROVER MEN NIET SPREEKT! De PW brengt daarbij steeds hulde aan het privaat initiatief, zij vergeet er echter bij te zeg gen dat zeer vele sektoren in het bedrijfsleven bijna in hun totaliteit werken met centen van de gemeenschap waarop zij trouwens elke kontrole wei geren. Enerzijds de vrijheid voorstaan, anderzijds steeds meer en meer beroep doen op de centen van Jan en alleman, is de klassieke truk geworden in onze vrije marktekonomie. LEVE DE KONSUMPTIE MAATSCHAPPIJ! Terwijl men de arbeidende klasse tracht onmondig te ma ken drijft onze vrije ekonomie verder op de ongebreidelde konsumptiemaatschappij, mis leidende reklame, nutteloze produkten zijn verder schering en inslag. Voeg daarbij het aanmoedigen tot schulden maken en U krijgt een klassiek beeld van onze liberale eko nomie. Deze verschijnselen zijn trou wens klassiek in een periode van inzinking, de arbeidende klasse binden en ontmoedigen is de eerste en fundamentele opdracht van «het patronaat» en konservatieve regeringen zoals trouwens deze van Mr. TINDEMANS. EENSGEZIND OPTREDEN MEER DAN NOODZAKELIJK! Er werd de laatste jaren teveel gesproken over progressieve fronten en te weinig gehandeld om een werkelijk sterk georga niseerde weerbaarheid te or ganiseren. De oorzaken daar van zijn uiteenlopend, maar de huidige situatie zal er ons on getwijfeld toe dwingen andere overwegingen te maken, te genover een dergelijk offensief ware het een ramp in ge spreide orde de weerstand te organiseren. W. VERNIMMEN Senator (3de aflevering) BROUWERIJ ZEEBERG SLUIT NIET De direktie van de n.v. Brouwerij Zeeberg houdt er aan hier de juiste omschrij ving te geven van de herstrukturering van de brouwerij, waarover onjuis te berichten in dit land verschenen. De feiten zijn de volgende 1) de gebouwen naast de Dender werden inderdaad verkocht aan de Glucoserie Réunies. 2) de n.v. Brouwerij Zeeberg blijft echter verder Onafhan kelijk voorbestaan en zal al haar krachten richten op verdere kommerkciële ex pansie. 3) het Bergenbier zal verder gebrouwd worden onder kontrole van onze eigen specialisten, die tot taak hebben te waken over het voortzetten van de _hoge kwaliteit-traditie van Ber genbier. 4) wij blijven verder werken met onze eigen kommer- ciële en administratieve ploegons eigen wagenpark zal verder onze bieren, waters en limonades aan de kliènten afleveren. Bij deze herstrukturering werden van bij de aanvraag af, de vakbonden en perso neel betrokken, waarbij naar oplossingen gezocht wer den om de tewerkstelling praktisch niet te verminde ren. De bewering dat de brouwe rij zou onderhandelingen voeren om haar handels fonds over te laten, hetgeen hoofdzakelijk bestaat uit de kontraktuele bierafname in cafés, is op geen enkele grond gesteund. In tegendeel, meer dan ooit blijven wij verde kandidaat koper en kandidaat-hoofd huurder van goed gelegen eigendommen die zouden kunnen ingericht worden als café. On geacht kliënteel zal kunnen vaststellen dat de kwaliteit en verpakking van onze bieren géén wijzi gingen zullen ondergaan en dat zij verder zal kunnen rekenen op onze traditionele service. De productie verhuist slechts van plaats commerciële expansie blijft ons doel P. Keymeulen Handelsdirekteur M ..De Bruyn Beheerder-direkteur DEMONSTREREN Wat donderdagnamiddag, 7.3., een rustige en voorbeel dige betoging scheen te wor den, is op het einde toe dan toch, traditiegetrouw?, ontaard in een baldadige uitspatting. Ingrediënten van een uit de hand gelopen demonstratie kruiden onsmakelijk: het op breken van straten, het uitruk ken van verkeerspalen, het binnendringen en schenden van openbare gebouwen, het lastig vallen van voorbijgan gers of kijklustigen, het stoken van vuren (-tjes), het werpen van eieren, bommetjes en rookbussen, het ophouden van de demonstratie door zitsta- kingen en na de ontbinding het losbandig en soms geweldda dig geboemel Het wordt dringend tijd dat men leert demonstreren, wil men dit demokratisch recht niet onpo pulair maken en aldus zijn kracht breken. Het doel van demonstreren is het massaal kenbaar maken van een ongenoegen, van een eis of een solidariteitmen wil dus iets bereiken, .dit kan men echter niet als men zijn eisen niet met de nodige disci pline naar voor brengt Een sterke organisatie, die over het vlot verloop van de demonstra tie waakt, een eigen ordedienst die onrustzaaiers verwijdert of kalm houdt en het inzamelen van de demonstratie-attributen bij de ontbinding, hoofdpunten die zeker zullen bijdragen tot het waardebehoud van de verworvenheid «demonstre ren». Gustaaf D M Voor de aanpak van onze streek- problematiek bestaan geen won dermiddelen: geen enkele maatre gel is op zichzelf voldoende om het getij in gunstige zin te doen keren. Al evenmin kan één manswerk hier slagen. Alleen een eensgezinde en globale aanpak, zowel op lokaal, regionaal als nationaal vlak, waar bij alle kleingeestige persoonlijke rivaliteiten en partij-politieke bere keningen ondergeschikt worden gemaakt aan het streekbelang, kan borg staan voor een suksesrijk resultaat. Alle politieke macht cie in het arrondissement aanwezis is, dient hierbij eendrachtig gemobili seerd en in dezelfde richting aan gewend. 0.1. zouden in het raam van een globaal aktieprogramma (o.a.) vol gende aktiepunten dienen te fun geren: herziening van vigerende re gionale ekonomische politiek in de richting van een meer planmatig en op industriéle decentralisatie afge stemd beleid, zodat de oververhit ting in de natuurlijke groeipolen af gekoeld wordt en de werkeijke probleemgebieden, o.a. het Aals- terse, hun achterstand kunnen in lopen: het in dit kader ten uitvoer leg gen van de in de regeringsverkla ring voorziene maatregelen i.v.m. het overheidsinitiatief, o.a. ten bate van het Aalsterse; het voorbehouden van de no dige ruimten op onze industrieter reinen voor de vestiging van grote ondernemingen en van research- firma's; hierbij aansluitend een ak- tieve promotiepolitiek teneinde dergelijke ondernemingen naar ons arrondissement te krijgen; een werkelijke administratieve decentralisatie en dekoncentratie ten bate van de ekonomische pro bleemgebieden; de verplichte vestiging van de maatschappelijke zetel van onder nemingen bij de exploitatiezetel; het tot stand brengen van krachtige nieuwe gemeentelijke entiteiten binnen ons arrondisse ment door een vooruitstrevende fusie-politiek en het uitdunnen van de administratieve pyramide; een volwaardige infrastruktuur voor ons arrondissement, waarbij vooral het zuiden van het arrondis sement uit zijn isolatie dient ge haald. Bekijken wij nu voormelde aktie punten punt voor punt wat meer in detail. 1. HERZIENING VAN DE VIGE RENDE REGIONALE EKONO MISCHE POLITIEK EN INDUS TRIËLE DECENTRALISATIE A. HET HUIDIG REGIONAAL EKONOMISCH BELEID EN ZIJN RESULTATEN De vigerende Belgische regionale ekonomische politiek mist de doel treffendheid die men van een waarachtig regionaal beleid nor maal mag verwachten. Wat een speciale politiek zou dienen te zijn ten bate van die regionene die zonder een speciale expansiewet geving niet aan hun trekken zou den komen, is momenteel nog te veel een algemene politiek, waar van én probleemgebieden én groeipolen genieten. De toege kende voordelen staan niet in evenredigheid tot de noden van de betrokken gebieden. In deze kritiek op het Belgisch re gionaal ekonomisch beleid staan wij niet alleen Ook de Europese Gemeenschap is het sinds lang niet eens met de in België regionale ekonomische poli tiek In een recente E.E.G.- publikatie lezen wij: Het regionale beleid van Belgie kent geen steun welke varieert naargelang van het nijpend karak ter van de regionale problemen. Het sprak ongetwijfeld vanzelf dat de nieuwe onderneming die van deze steun wilde profiteren, zich vestigde op plaatsen welke, bij ge lijke steun, de grootste voordelen, met name op het gebied van regio nale uitrustingen, bieden. Het is dus normaal dat de vestiging van nieuwe ondernemingen heeft plaatsgevonden in gebieden welke met de minst ernstige problemen' hadden te kampen of waar geen echte moeilijkheden bestonden Het voornaamste probleem voor het regionale beleid van België is dat de aangewende middelen min der moeten worden versnipperd, zodat prioriteit moet worden ver leend aan gebieden welke met de grootste moeilijkheden hebben te kampen.» Volgens de Weekberichten van de Kredietbank heeft België sinds medio 1971 moeten en/aren dat de Commissie van de E.G. het lang niet eens was met de wet van 30 december 1970 op de ekonomi sche expansie Hierbij had de Kommissie het vooral gemunt op de afbakening van de probleem gebieden, op de overdreven hulp verlening daarbinnen en op de steuntoezeggingen daarbuiten. Vooral in het laatste geval eiste de Kommissie niet zelden de vooraf gaande kontrole van belangrijke door de lid-staten goed te keuren steunaanvragen (cf. het veto van de Kommissie tegen de subsidië ringen van twee raffinaderijen in het Antwerpse, veto waarmede staatssekretans DHOORE niet ak koord ging omdat «de door de E.G. ingeroepen ekonomische argu mentatie hem onvoldoende lijkt»), In essentie draait alle kritiek op het Belgisch regionaal ekonomisch be leid rond de omstreden algemene expansiewet van 17 juli 1959, die juist deze steuntoezeggingen bui ten de probleemgebieden, tot in de groeipolen Antwerpen en Gent toe, mogeijk maakt. Deze wet is in es sentie verantwoordelijk voor de ondoeltreffendheid van het regio naal ekonomisch beleid in België en is zowel in strijd met de geest als met de letter van het Europees re gionaal beleid, dat een beleid wil zijn ten bate van de achtergeble ven gebieden. Het resultaat van de huidige regio nale ekonomische politiek is dat een overkoncentratie van werkge legenheid, dus een oververhitting ontstaat in enkele groeipolen, en dat de periferische en verderaf ge legen regionenen herleid worden tot de passieve rol van arbeidsre- servoir en slaapgebied, met alle nefaste gevolgen vandien. We hoeven maar even na te gaan wat het arrondissement Aalst, waarvan een deel door de Euro pese Gemeenschap als pro bleemgebied werd erkend, genoot aan streekhulp in vergelijking met het arrondissement Gent, dat be zwaarlijk als probleemgebied kan beschouwd worden, om ons te overtuigen van de onlogica die het Belgische regionaal ekonomisch beleid kenmerkt. Tijdens de periode januari 1970- juni 1974 ontving het arrondisse ment Aalst, met een bevolking van ong. 264.500 inwoners (volkstel ling 31.12.70), voor 413,5 miljoen streekhulp; het arrondissement Aalst dat 20% van de bevolking van de provincie Oost-Vlaanderen vertegenwoordigt en bovendien gedeeltelijk officieel probleemge bied is, ontving aldus amper 12% van de streekhulp die in het totaal binnen de provincie Oost- Vlaanderen werd verleend. Tijdens diezelfde periode ontving het arrondissement Gent (ong. 472.000 inwoners per 31.12.70, hetzij 178% van de bevolking van het arrondissement Aalst) voor 1.748 miljoen van de streekhulp, hetzij meer dan 400% van de streekhulp van het arrondissement Aalst! Deze cijfers zijn dan al aanzienlijk beter dan de resultaten die voor dien werden geboekt: tijdens de periode juli 1959-juni 1968 ontving het arrondissement Aalst amper 4,5% van de investeringen die in Oost-Vlaanderen werden verricht; tijdens de regering EYSKENS (juli 1968-december 1971) verbeterde de toestand lichtjes: het arrondis sement Aalst, met een bevolking die 20% van de provinciebevolking vertegenwoordigt, ontving over deze periode 7% van de investe ringen die in Oost-Vlaanderen werden gedaan. Onze konklusie is dan ook dat wij steeds erg stief moederlijk zijn behandeld gewor den door Brussel blijkbaar niet zonder reden! Het Aalsterse moest immers een arbeidsreservoir blij ven voor Brussel! Wat Brussel betreft, was De Standaard dan ook radikaal in zijn stellingname: zonder omwegen blokletterde deze krant dan ook een paar jaar geleden: Groei van Brusselse industrie staat streekexpansie in de weg; tevens werd hierbij de pertinente vraag gesteld of een verhoogde indus triële aktiviteit te Brussel in over eenstemming te brengen is met hët leefmilieu van een stedelijke agg lomeratie van meer dan 1 miljoen inwoners Het Vlaams Ekonomisch Verbond is gekant tegen een verdere uit breiding van de sekundaire sektor in het Brusselse. Het tekort aan ar beidskrachten vormt de voor naamste hinderpaal. Het gaat im mers niet langer op te Brussel steeds meer ondernemingen op te richten, terwijl de arbeidskrachten van elders dienen aangetrokken te worden In zijn hoger geciteerd antwoord op de interpellatie van volksvertegenwoordiger W. VER NIMMEN in juni 1969, verklaarde minister VLERICK: «Het zou meer zin hebben dat degenen, die nu te Brussel nieuwe bedrijven oprich ten waar personeel van Aalst komt werken, zich in Aalst zouden gaan vestigen». Het zou m.a.w. veel lo gischer zijn de nieuwe werkgele genheid te kreëren daar waar ook de vereiste arbeidskrachten voor handen zijn; immers «een verdere expansie van de Brusselse indus trie zou bijzonder hoge sociaal- ekonomische kosten tot gevolg hebben en bovendien de werkver schaffing en de ekonomische ont wikkeling in de andere landsge deelten in de weg staan», aldus VLERICK. Als het bij de uitbouw van de Brus selse groeipool tot een keuze moet komen, dan meent het V E V. dat men rekening moet houden met het feit dat de expansie in stijgende mate voor bijna de helft steunt op een pendelstroom die voor 70% uit Vlaanderen komt. Om zo optimaal mogelijk ten funkfione- ren, kan de Brusselse agglomera tie zich best verder ontwikkelen tot een nationaal en internationaal dienstenknooppunt, zonder de ex pansie van andere Belgische ge biedsdelen te hinderen, aldus het V.E.V. M.a.w. een resolute indus triële decentralisatie dringt zich op. Wat voor Brussel geldt inzake in- dustriële decentralisatie, geldt o.i. evenzeer voor andere groeipolen als Antwerpen en Gent. Wij zijn het dan ook absoluut on eens met staatssekretans DHOORE wanneer deze in no- vember 1973 in de Senaat, als antwoord op een interpellatie van CVP-senator J VAN WATER- SCHOOT, betoogde dat de alge mene expansiewet van 17 juli 1959 moet blijven bestaan «als een al gemene maatregel om het ekono misch leven in ons land eventueel in bijzondere gevallen te stimule ren». B. HET ALTERNATIEF VOOR HET REGIONAAL BELEID Het enig valabel alternatief voor de aktuele zg. regionale ekonomische politiek, zo in België als in de gansse Gemeenschap, is een werkelijke selektieve politiek ten bate van de echte probleemgebie den, waaronder het Aalsterse. We erkennen graag dat het hier geen zuiver Belgische aangelegenheid betreft, maar een zaak waarbij Be- Igië moet rekening houden met de j toestand in andere lande, doch an- I derzijds betreft het hier toch ook geen aangelegenheid waaraan Be lgië vreemd is, maar een zaak waarbij de Belgische minister een vinger in de pap heeft! In de Bijlage bij de regeringsver klaring van 30 april 1974 lezen wij (blz. 14) i.v.m. de werkgelegen heid, dat het voornaamste doel blijft de totstandbrenging van vol- j ledige en goede werkgelegenheid. Hiertoe zou de regering de regio nale politiek verder stimuleren. Het soöaal-ekonomisch kernkabi net van 30 mei 1974 keurde in het kader van het anti-inflatieplan van de regering een aantal selektieve maatregelen goed op het vlak van de expansiewetgeving. Daarbij werd beslist het investeringsbeleid soepel genoeg te houden om de overheid in staat te stellen in te grijpen ten voordele van streken en gebieden die met problemen te kampen hebben. Hieirbij vragen we ons af waarom de regering van de gelegenheid geen gebruik maakte om eindelijk de stier bij horens te vatten en haar beloften inzake vol ledige werkgelegenheid, in het bij zonder wat de probleemgebieden betreft, waar te maken? Het Planbureau heeft in zijn re cente Opties voor het Plan 1976- 1980 gepleit voor een geregionali seerde en permanente volledige werkgelegenheid, en hierbij voor gesteld als norm aan te nemen «dat in geen enkel gewest van het land een werkloosheid van 2% van de beroepsbevolking zou mogen overschreden worden» (12). Wel nu, in het gewest Aalst kennen we reeds sedert 4 jaar een gemiddeld werkloosheidspercentage dat de 3%, hetzij 150% van het door het Planbureau gestelde maximum, ver overtreft! Teneinde haar beloften inzake vol ledige werkgelegenheid te be werkstelligen in de ekonomische probleemgebieden zoals het Aals terse, is in eerste instantie de op heffing van de algemene expan siewet van 17 juli 1959 vereist. Zonder deze maatregel komen we in België nooit tot de door de voor naamste internationale organis- i men aan aangeprezen «selektieve regionale politiek» (zie de E.E.G en de OESO (13). De door het kernkabinet van 30 mei 1974 in het kader van het anti-inflatieplan aangekondigde grotere selectivi teit zou anders wel eens synoniem kunnen zijn van «minder uitga ven», zonder dat geraakt wordt aan de belangen van de groeipolen, dit terwijl het juist de investeringen in j deze groeipolen zijn die de inflatie op velerlei gebied in de hand wer ken, omdat ze gebeuren in een schaarste-gebied waar de te beta len prijzen het hoogst zijn (zowel qua arbeidskrachten als qua indus- trieterreinen). Wanneer de opheffing van de al gemene expansiewet van 1959 de voorwaarde vormt om tot een wer kelijk geografisch-selektief beleid te kunnen komen, kan in het kader van een streven naar ekonomische decentralisatie nuttig gebruik ge maakt worden van de adviezen van het Planbureau In de Opties voor het Plan 1976-1980 stelt het j Planbureau dan ook: «Om de werkgelegenheid te her- verdelen tussen gewesten en birt- nengewesten, kan men hoofdzake- j lijk inwerken op de nieuwe onder nemingen of ook proberen som mige bestaande tewerkstellings- kapaciteiten te decentraliseren. Bij inspanningen inzake herverde ling van de werkgelegenheid ge richt op het verminderen van de pendel, stelt zich de keuze van de aktiemiddelen zoals in elke stnjd tegen een kollektieve hinder Het gaat er om de omstandigheden te wijzigen inzake lokalisatiebereke ningen, waarbij de onderneming de voordelen overweegt cie ze zal halen uit een vestiging in een dy namische pool. maar de kosten van haar keuze voor de gemeen schap verwaarloost. MARTIN HUTSEBAUT

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 2