ONZE POPULAIRSTE VORST
KONING ALBERT I:
6 - 4-4- 75 - De Voorpost
ENKELE DATA
UIT HET LEVEN
EN DE REGERING
VAN KONING ALBERT
1875 Geboorte
1891 Dood van prins Boudewijn.
Intrede in de Militaire school.
1892 Eedaflegging, als onderluitenant,
bij het regiment der Grenadiers.
1898 Reis naar de Verenigde Staten.
1900 Huwelijk met prinses Elisabeth, her
togin in Beieren.
1901 Geboorte van prins Leopold
1902 Grote staking voor het algemeen
stemrecht.
1903 Geboorte van prins Karei.
1906 Geboorte van prinses Marie José.
1909 Reis naar Kongo.
Dood van Leopold II.
Troonbestijging.
1910 Internationale tentoonstelling van
Brussel.
Koloniaal Museum te Tervuren.
Albertpark in Kivu (Kongo).
1911 Ontslag van de katholieke regering
Frans Schol laert.
Katholieke regering Charles de Bro-
queville.
Maeterlinck Nobelprijs letterkunde.
1912 Wet op de jeugdbescherming.
1913 Algemene militaire dienstplicht
Algemene staking voor het alge
meen stemrecht.
1914 Verplicht onderwijs.
Duits ultimatum (2 augustus).
Inval der Duitse troepen (4 augus
tus).
De forten van Luik bieden weer
stand.
Verdediging van Antwerpen.
Slag aan de IJzer.
1914-1918 IJzerfront.
Werkloosheidsvergoeding.
1916 Ministers van Staat uit de oppositie
in de (drieledige) regering.de Bro-
queviile.
Administratieve scheiding inge
voerd door de Duitsers
1917 Onttakeling van de fabrieken door
de Duitsers
Wegvoering van arbeiders door de
Duitsers.
Eerste kolen uit het Kempisch be
kken.
1918 Dneledige regering Gérard Coor-
eman.
Groot offensief.
Wapenstilstand (11 november).
Raadpleging te Loppem.
Drieledige regering Léon Delacroix.
1919 Algemeen stemrecht.
Belasting op het inkomen.
Wet Vandervelde houdende rege
ling van het alkoholverbruik.
Nationale Maatschappij voor de
Huisvesting.
Nationale Maatschappij voor Kre
diet aan de Nijverheid
Eerste produktie van radium te
Olen.
Conferentie van Parijs. Verdrag van
Versailles.
Terugkeer van de Oostkantons aan
Belgic.
Voogdijschap van België over
Ruanda-Urundi.
Professor Bordet, Nobelprijs ge
neeskunde.
Tweede (drieledige) regering Dela
croix.
1920 Universitaire Stichting.
Academie de languc et de littérature
fram,aise.
Drieledige regering H. Carton de
Wiart.
1920-1921 I Icrziening van de Grondwet.
1921 Nationaal koloniaal congres.
Eerste (katholiek-liberale) regering
Georges Theunis.
1922 Landjuweel (wedstrijd voor
Vlaamse toneelliefhebbers).
Belgisch-Luxemburgse Economi
sche Unie.
Conferentie van Washington.
Begraving van de Onbekende Sol
daat.
1923 Egyptologische stichting Koningin
Elisabeth.
Sabena.
1923-1932 Vervlaamsing van de Univer
siteit Gent.
1924 Tweede (katholiek-liberale) rege
ring Georges Theunis.
Radio-Brussel.
1925 Katholieke minderheidsregering
Aloys Van de Vyvere.
Katholiek-socialistische regering P.
Poullet.
Verdrag van Locamo, Europese so
lidariteit voor veiligheid en vrede.
Vlucht België-KongodoorThieffry
1926 Huwelijk van prins Leopold met
prinses Astrid van Zweden.
Medische Stichting Koningin Elisa
beth.
Nationale Maatschappij dei Belgi
sche Spoorwegen.
Maatregelen tot stabilisatie van de
frank.
Drieledige regering Henri Jaspar.
1927 Geboorte van prinses Josephine-
Charlotte.
Tweede (katholiek-liberale) rege
ring Henri Jaspar.
1927-1928 Nationaal Fonds voor Weten
schappelijk Onderzoek
1928 Inhuldiging van het Paleis voor
Schone Kunsten te Brussel.
Inhuldiging van de spoorweg van
Beneden-Kongo naar Katanga
Reis van de Koning en de Koningin
naar Kongo.
Kruisschanssluis te Antwerpen in
gehuldigd.
- Bankfusies.
1929 Muziekstichting Koningin Elisa
beth
1930 Honderdste verjaardag van de Be
lgische onafhankelijkheid.
Huwelijk van prinses Marie José
met prins Umberto van Italië.
Geboorte van prins Boudewijn
Internationale tentoonstelling te
Antwerpen en te Luik.
Verdrag van Oslo, tarievenakkoord
tussen de Skandinavische landen,
Nederland en België,
Nationaal Instituut van Radio-
omroep (N.I.R.)
Werken van het Albertkanaal inge
huldigd.
Economische wereldcrisis.
Gezinstoelagcn.
1931 Begin van de elektrificatie van de
spoorwegen (lijn Brussel-
Tervuren).
Katholiek-liberale regering Jules
Renkin.
1932 Tweede (katholiek-liberale) rege
ring Jules Renkin.
Eerste (katholiek-liberale) regering
de Broqueville.
Tweede (katholiek-liberale) rege
ring de Broqueville.
Gebruik der talen in het bestuuren in
het onderwijs bij de wet geregeld
Wetenschappelijke Stichting Franc-
qui.
Overeenkomst van Ouchy:
douane-unie tussen België en Ne
derland.
Fabelta, eerste Belgische fabriek
van kunstvezels.
1933 Tunnel onder de Schelde te Antwer
pen ingehuldigd.
1934 Dood van koning Albert
Portret van Koning Albert I door de fotograaf Speeckaert (april 1930)
Op 8 april 1875 werd te Brussel, in het Regentiepaleis op het Koningsplein, Albert-
Leopold-Clément-Maria-Meinrad geboren als vijfde kind van Prins Filips, Graaf van
Vlaanderen en van Prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen. Prins Filips was de zoon
van Leopold I en de broeder van Koning Leopold II.
Albert was de broeder van Prins Boudewijn en van de Prinsessen Henriette, Joséphine en
Josephine-Charlotte. Bij zijn geboorte liet niets voorzien dat dit jongste kind van de jongste
tak van de Koninklijke Familie ooit de troon zou bestijgen en dat zijn naam eens beroemd
zou worden in de geschiedenis van Belgie. Zo doordrongen van ernst als het karakter van
Boudew ijn was, zo spontaan was dat van Albert, die zich niettemin op de studie toelegde, in
het bijzonder op de aardrijkskunde en wetenschappen.
Het lot zou hem tot een geheel onvoorziene toekomst voorbestemmen. Koning Leopold II
verloor in 1869 zijn enige zoon, Leopold. Boudewijn, de oudste broeder van Albert, zou
normaal zijn oom zijn opgevolgd, maar hij stierf in 1891. Zo werd Albert Erfprins.
In 1890 had Koning Leopold II er prijs op
gesteld zelf zijn neef. Prins Albert, voor te
stellen bij diens intrede in de Militaire School.
Terwijl hij in het leger de graden doorliep,
voltooide de Prins ook zijn algemene ontwik
keling dank zij zijn belangstelling voor de in
dustrie en zijn reizen doorheen Europa.
De spoorwegen, de zeevaart, en later de lucht
vaart, trokken hem bijzonder aan.
De 2de oktober 1900 trad Prins Albert te Mün-
chen in het huwelijk met Prinses Elisabeth,
Hertogin in Beieren, die hij in Frankrijk had
ontmoet bij de begrafenis van de Hertogin van
Alen^on.
Het jonge paar nam zijn intrek in het «HötcF'
d'Assche» inde Wetenschapsstraat te Brussel.
Hun woning werd weldra een cultureel aan-
trekkingspunt, waar tal van kunstenaars met
begrip en belangstelling onthaald werden.
Op 3 november 1901 werd Prins Leopold ge
boren, vervolgens in 1903 een tweede zoon.
Karei, en drie jaar later Prinses Maric-José.
Prins Albert stichtte in 1906 het Instituut
«IBIS», dat terzelfdertijd een tehuis en een
schooi was voor wezen van vissers, en dat
werd begiftigd met een gelijknamig vaartuig.
Het inleggen van opleidingsschepen voor toe
komstige matrozen en officieren van de koop
vaardij was eveneens van hem uitgegaan.
In 1909 doorreisde hij geheel Kongo.
Op 23 december 1909 volgde hij de overleden
Koning Leopold II op.
In 1913 reeds, tijdens een reis in Duitsland,
gaf hij er zich rekenschap van dat de oorlog
nakend was.
De 31 ste ju 1 i 1914 werd de algemene mobi Ii sa-
tie van het Belgisch leger afgekondigd. Op 2
augustus nam de Koning, overeenkomstig ar
tikel 68 van de Grondwet, het effectief bevel
over het leger op zichDiezelfde dags avonds
richtte Duitsland tot België een ultimatum dat
evenwel verworpen werd door de Ministerraad
en de Kroonraad, die vergaderd waren onder
het voorzitterschap van de Koning.
Op 4 augustus vielen de Duitse legers Belgie
binnen. In militaire veldkledij begaf de Ko
ning zich naar het Parlement, waar hij een
redevoering uitsprak waarvan de laatste zin
historisch is geworden: «Een land dat zich
verdedigt, dwingt de eerbied af van allen; dat
land kan niet ten onder gaan».
Men kent het verloop van de gebeurtenissen
tijdens die tragische maanden van 1914: de val
van Luik op 7 augustus, de intrede van de
Duitse troepen te Brussel op 20 augustus, de
val van Antwerpen op 9 oktober. Van 15 okto
ber af kiest het Belgisch leger positie op de
IJzerlinie Op 18 oktober ontketenen de Duitse
divisies een grootscheeps offensief tegen deze
stellingen: verscheidene dagen lang woedde
deze gruwelijke strijd die de geschiedenis in
gegaan is als de «Slag aan de IJzer». Gebruik
makend van een onderbreking van 26 tot 29
oktober, liet Koning Albert de IJzervlakte on
der water zetten, zodat het Duitse leger geïm
mobiliseerd werd. De bewegingsoorlog was
vastgelopen in een stellingoorlog; uiteindelijk
speelden de economische reserves van de be
trokken tegenstanders een beslissende rol in de
afloop van de oorlog.
Afgezien van de enclave van Baarle-Hertog.
lag het enige onbezette deel van het Beltisch
grondgebied in West-Vlaanderen, achter de
IJzer en de Ieperlee.
Op het politieke vlak was de toestand zonder
voorgaande.
De Belgische regering had zich in oktober
1914 in Frankrijk gevestigd, en wel te
Sainte-Adresse, nabij Le Havre.
Koning Albert, die bij zijn leger wilde blijven,
verliet het onbezet grondgebied niet en resi
deerde te De Panne Onbetwistbaar beteken
den zijn aanwezigheid aan het front zelf en zijn
rechtstreekse contacten met de soldaten, een
kostbare morele steun voor de Belgische troe
pen.
Van zijn" kant was het Parlement niet meer in
de mogelijkheid te vergaderen, daar de grote
meerderheid van zijn mandatarissen zich in het
bezette gebied bevond. De parlementaire con
trole was onmogelijk. De Koning en de rege
ring oefenden de macht uit door middel van
besluitwetten.
De Koning speelde gedurende deze oorlogspe
riode een belangrijke rol in de politieke evolu
tie. De buitenlandse politiek van België
vormde een van de hoofdproblemen. De Ko
ning en de meeste ministers wensten trouw te
blijven aan het neutraliteitsverdrag van 1839,
en zij wilden deze politiek ook na de oorlog
voortzetten. Deze houding had een verstrek
kende betekenis daar zij uiteraard een onaf
hankelijke gedragslijn tegenover de Geallieer
den impliceerde. Een dergelijke politieke op
tie en de dagelijkse confrontatie met de ellende
van de soldaten, hadden tot gevolg dat Koning
Albert niet onverschillig bleef voor de pogin
gen die op het internationaal vlak werden ge
daan om de vrede tussen de oorlogvoerenden
te herstellen. Belgie heeft weliswaar niet uni
lateraal gehandeld naar aanleiding van de be
middelingspoging van de Amerikaanse Presi
dent Wilson op het einde van 1916, maar an
derzijds was het land van dichtbij betrokken
bij de onderhandelingen Briand-von der Lanc-
ken, die volgden op een oproep van Paus Be-
nedictus XV in 1917. De onderscheidene po
gingen liepen uit op een mislukking, wat
hoofdzakelijk te wijten was aan de onverzette
lijke houding van de grote mogendheden.
Een tweede ernstig probleem vond zijn oor
sprong in het bestaan van de «Frontbewe
ging»^ Tot het ontstaan van die beweging in
191*6 hadden Vlaamse intellectuelen de stoot
gegeven. Zij wilden in de eerste plaats reage
ren tegen de taaltoestanden in het leger. Het
prestige van de Koning vermocht, veel meer
Koning Albert in zijn kabinet op het Koninklijk Paleis te Brussel in 1912.
dan repressiemaatregelen, zware gevolgen tcj
vermijden. p
Een derde probleem was van sociale aard. De I
oorlog had weliswaar de strijd voor de sociale I
veroveringen onderbroken, maar het bestaan,!
noch de evolutie ervan werden er door ge-I\\\\\
smoord. Zo maakten vanaf januari 1916 ook
vertegenwoordigers van de Belgische Arbei
derspartij deel uit van de regering (cfr. fiche
342 van 1.5.1965 «De Grondwetsherzie
ning»).
Deze laatste twee problemen, een taalvraag-
stuk en een sociaal probleem, stonden op de
agenda van de vergadering van een Kroonraad
,die op 20 maart 1918 gehouden werd. Zijn
besluiten werden na de oorlog in concrete
maatregelen omgezet.
Intussen was de militaire toestand geëvolu
eerd. Het groot geallieerd offensief werd einde
september 1918 ontketend, Koning Alben
voerde het bevel over de Legergroep «Vlaan
deren», waarvan naast het Belgisch Leger,
ook het Zesde Franse Leger en het Tweede
Britse Leger deel uitmaakten.
Na de moorddadige slag van het Bos van Hou
thulst, heroverde deze legermacht half oktober
Oostende, Brugge en Kortrijk. Op 31 oktober
ontketende ze het offensief in de richting van
de Schelde. De wapenstilstand van 11 novem
ber maakte een einde aan de krijgsverrichtin
gen.
De 22ste november 1918 beleefde Brussel de
triomfantelijke terugkeer van Koning Albert,
die vergezeld was van Koningin Elisabeth en
de Prinsen.
Albert 1 kwam op diplomatiek vlak tussen
beide opdat België niet zou vergeten worden
bij de vredesonderhandelingen in 1919 te Ver
sailles in Frankrijk. J
Bij zijn menigvuldige contacten met de Belgi
sche soldaten in de loopgraven, was de Koning
zich steeds meer bewust geworden van de ver
langens van zijn medeburgers. Vandaar dat hi
zijn steun verleende aan de initiatieven dit
genomen werden op sociaal vlak en op taalge
bied. Zo werden onder meer het algemeer
stemrecht en de vrijheid van vakvereniginj
ingevoerd.
Op taalgebied werd de Universiteit van Gent in
1930 «vernederlandst» en trof de regering in
1932 wetgevende maatregelen om de gelijkbe
rechtiging van de twee nationale talen te ver
zekeren in de openbare besturen evenals in he
lager en het middelbaar onderwijs
Met een redevoering ter gelegenheid van d
110de verjaring van de Cockerill-fabrieken
gaf Albert I de stoot tot de oprichting van he
Nationaal Fonds voorwetenschappelijk Oiv
derzoek», dat zou bijdragen lot een nieuwe]
bloei van de industrie. Ook steunde hij de
regering in haar beslissing een vnfeiiuUtigsHpl
naai Maas-Schelde te graven dat trouwens zij
naam draagt.
De economische wereldcrisis die na 1930 ook
België trof, baarde de Koning zware zorgen
tijdens zijn laatste levensjaren.
Op 17 februari 1934 kwam de Vorst op tragi
sche wijze om het leven bij een rotsbeklim-
ming te Marche-les-Dames.
Door zijn houding tijdens de wereldoorlog en
door zijn eenvoud had Koning Albert, net als
Koningin Elisabeth trouwens, het hart ver
overd van alle Belgen, wier gevoelens tot ui
ting kwamen in een ontroerende nationale be
grafenis.
(Dokumentaire fiche van het «Belgisch Insti
tuut voor voorlichting en dokumentatie»