VERKEERSWEEK IE EREMBODEGEM AALSTENAAR JAN MATTHIEU: BEROEPSREIZIGER OPPERVLAKKIGE «MARIBEL» DOOR «VOOR TAAL EN VRIJHEID» DE RIVIER DOORWADEN De Voorpost - 11-4-75 - 11 De komende boze blikken en woorden ten spijt, maar het moet ons van het hart. Wat we maandagavond van «Voor Taal en Vrijheid» in de Stadsschouwburg te zien kregen was een hutsepot, een mengelmoes van kabaret, eirkusgedoe en poppenspel, maar globaal ge/ien, alles behalve goed toneel. irieste sn late geble ld vat eid di< nense ïre op ïgrijke v paro- ote er nde l )k van rk var jt» (AERf •W ij geven graag krediet aan kiniatcursgezelschappen en be- onderen zeker hun werk tij dens. de vele avonden die zij hieraan besteden, als het resul taat dan ook evenredig is. «tor Taal en Vrijheid heeft hier tellier nogmaals de bal misge slagen. Ineen steengoed stuk als Maribel waar het er vooral om gaal de diverse karakters goed naar voor te laten komen, gaven /ij slechts een karikatuur van wat hel zou moeten zijn. Van portrettering was er in dit spel hoegenaamd geen sprake, illoeren aan de lopende band hiel veel bloot en veel sex. met schreeuwende stemmen, doen het echt niet in zo'n stuk. Wij willen graag geloven dat geen kan de/e vier personages in staat is om de geraffineerdheid van «Ic/c lichte vrouwtjes zo naar «oor te brengen dat het op een minder ordinaire, ja zelfs min der vulgaire wijze overkomt. I n neem nu die twee jonge oudjes. Ze moesten zowat in de tachtig zijn. zelden zagen wij joligere tachtigers, -zij vooral moesten in het eerste bedrijf sterk naar voor komen. Niets daarvan, zij verdwijnen door lmii ridikuul mat spel volledig van het toneel. Hun woorden boeien niet. hun verschijning is kleurloos, hun typering is dat •wat de amateurs onder de amateurs nog zwak zouden noemen. Wat stond er op het programma? Een poëtisch-ko- misch toneelspel? De poëzie eing aan ons voorbij of was die misschien te zoeken in het soort plat Hollands-Vlaams met veel iiei's en nou's en seg's? liet komische waar was dat te zoeken? Misschien bij tante Paula, die elk woord met een al ■I niet bijbehorend gebaar onderstreepte en dan een paar pasjes verder huppelde, of het kan natuurlijk bij de grove woordenschat, de krasse taal a n de lichte vrouwtjes te zoeken zijn. ij vonden niets... alleen on- uewild kwam een onbehaaglijk gevoei onze smaak verstoren. I Jaar tussenin bewegen zich dan ven jongen en een meisje, de uiige die nog aanvaardbaar kunnen genoemd worden. Hij was ervoor geknipt en beleefde zijn rol volledig evenals zijn verhuilde Maribel. maar dan alleen in het 2de en 3de bedrijf waar ze zichzelf kon zijn: een ie t wa t ontgoochelde jonge vrouw die zocht naar een beetje geluk «laar waar het volgens haar vriendinnen onmogelijk te vin den kan zijn. M at we zeker niet kunnen aanvaarden is de prestatie die ycvraagd werd van een jonge- au. hij moet zowaar een stokoud mannetjes rol ver tolken. en al was die uitbeelding uiterlijk wel geslaagd, zijn stemvervorming deed ons aan onze jeugd denken: een poppen kast. één per soon en vijf personnages; Zijn er geen be jaarde toneelspelers meer in Aalst? Di jonge regisseur Didier Delmotte moet wel geaarzeld hebben voor de aanpak van een stuk uil dit genre. Hij dacht w vllicht iets nieuws te brengen in Aalst door begin en einde van elk bedrijf en soms er tussenin, ie werken met statische beelden. Niet slecht bedacht, maar dan totaal verbrod door een'gebrek- kim- belichting. Trouwens van lichtregie konden we niet be speuren. Daar waar een black out moest zijn. werd het een si u ntelig dimmen der lichten. V\ at zeker onvergeeflijk is voor uii student konservatorium is l ei doelloos over en weer laten bewegen van zijn personnages. dit is toch geen beweging. Er sionden zelfs meer dan eens twee personnages doellos voor elkaar. I r stonden zelfs meer dan eens twee personnages doelloos voor elkaar. En het is om de stilte te vullen of om de illusie van een sneller tempo te wekken dat nu eens de ene. dan weer de andere U' duchtig op los schreeuwt? Dit snik telde drie maal driekwart uur. ons leek het een tragedie v an uren! I én verademing, een positief •punt. het dekorwas goed! I oneel is goed. het verruimt de «eest. het is een kreatieve vrijetijdsbesteding, wij be- woiuleren nogmaals de mensen die zich daar voor inspannen, i aar kunnen niet aanvaarden at hi t resultaat ontaardt in «Kunst in Vliegwerk, want dat doet tbrcuk aan de waarde van het loneelsiuk en aan de naam van «ie toneelvereniging! I Je twee oudjes: Jeanne De Sehaejxlrijver en Nicole Schel- liuck Maribel: Claudine Beeckman, baar verloofde: Paul Sonck I Je jonge oude man: Mare Buys Andere spelers: Martine I -.el bode. Jo Beeckman. Rosa De Boom. Marleen Eeckhout. I lïgrid Fiseher. Icchnische ploeg: Carlos Rom- haut. Marc Buys. Nelly Philips n GhislainCornand. ROEL VAN DE PLAS ten deel van de akteurspioeg van «Voor Taal en Vrijheid», (jm) Als we de balans van het aantal verkeersongevallen opmaken, krijgen we een triestig verslag. Voor korte tijd hebben de statistieken van 74 ons weer de rauwe werkelijkheid voorgeschoteld waarin ook het aantal jeugdige slachtoffertjes zeer groot was. De talloze borden met de waarschuwingen «Voor onze kinderen, rijdt voorzichtig!» staan nochtans overal verspreid langs onze wegen. Maar we zijn er nu stiTlaan al aan gewoon geraakt «lat de moderne zakenman in zijn snelle wagen van hier naar daar raast, het hoofd vol cijfers, zonder aandacht te geven aan de kleine kleuter die met zijn bal op straat loopt. Het verkeerspro bleem wordt voor de kinderen veel beter opgelost door het kind zelf verkeersbewust op te voe den. Het moet nu eenmaal leven met de ontelbare wagens die dagelijks voorbij zijn speelter rein passeren. En als een kind alleen maar op straat mag komen veilig geëscorteerd door een te bezorgde moeder die steeds voor hem oplet, zal het zich van de gevaren, die de weg meebrengt, zeker niet bewust zijn. In verband met het verkeerspro bleem wordt deze week een niet alledaags initiatief genomen te Erembodegem. Idee en uitvoe ring is in handen van de oudervereniging van de Kloos terschool. Een bezoek tijdens de verkeersweek aan de school wordt aan allen aanbevolen. De verkeersweek gaat door van 14 tot 18 april en voorziet in een rijk gevuld programma. De politie- kommissaris en het politiekorps van Erembodegem verlenen hieraan hun medewerking. Zij zullen terplaatse aan de kinde ren van het basisonderwijs (4e. 5e.6e leerjaar) «verkeersopvoeding» geven (1/2 uur theorie - 1/2 uur praktijk). Zet uw kinderen aan om eens een kijkje te gaan nemen. Alles zal verlopen in een aangename sfeer en de kinderen zullen er op die manier veel van meedragen. Het volledige programma ziet eruit als volgt Maandag 14 april 19 uur Welkomwoord aan de genodigden. Rondgang door het mobiele verkeerspark dat op de speelplaats der meisjesschool gedurende de ganse week zal opgesteld zijn. 20.30uur Debatavond «Kind in het verkeer». Vooral voor deze debatavond rekent de ouder vereniging op ieders medewer king. Er zullen naast het ou derspaneel, een politiekommissaris, 2 agenten en een rijkswachter van het verkeerspark aanwezig zijn. Woensdag 16 april Kinderna middag 15 uurFilm Vroem-Vroem Dia's W ij in het verkeer Film van de school Hoe doen wij in onze klas aan verkeers- opvoeding. Hierin wordt duide lijk gemaakt htie belangrijk het v erkeersonderwijs wel is en hoe dit probleem op een moderne manier vandaag in de scholen wordt aangepakt. 16 uur Debat met de politie Kinderen stellen vragen...» Vrijdag 18 april «Kind in het verkeer» 20 uuruitreiking van de prijzen der tekenwedstrijd 20u30 Dia's Een kleuterleid ster vertelt welke middelen de kleuterschool aanwendt om de verkeersopvoeding van de kleu ters te verzorgen. 20u45 Diaprojektie dia's genomen in de eerste graad B redestraat. 21u30 Kleurenfilm «Vroem- Vroem» en «Hedendaags Ver keer». Kleurenfilm «Verkeers opvoeding doorheen de kleuter school en de lagere school» met band montage. De oudervereniging Klooster school Erembodegem rekent op de medewerking van iedereen om onze gemeente veiliger te maken voor de jeugdige wegge bruikers. B.V.D.S. droe >aut er i Maris geze jn visie iieuw| tmaal# tionall ior d« n zal it gee iij wer Iström tide e ons d< Hernat laatstt (A.H. aan d loor de i aan ttj nenden enkele Jateren vorige ekende Wq. hebben slechts één keer vis gekocht van de vreemde wilde visser, want we voelden dat Vasudev het niet graag had. Hij zou niets gezegd hebben natuurlijk, daarvoor respekteerde hij teveel onze op vattingen. Maar het was duidelijk dat het hem pijn deed. Dat we in zoveel dingen met hem overeenkwamen en toch nog zo iets vreselijks konden doen als een dier eten Op de terugweg van het strand zijn onze gedachten meestal NIET. We hebben ge baad en met het zweet en zand van ons lichaam zijn ook de spoken uit onze geest weggespoeld. We hebben uitgekeken naar de visser maar hij is niet meer komen opdagen. Het oversteken van de rivier gaat nu haast moeiteloos. Het tij is zeer laag en het waterpeil is haast anderhalve meter gezakt In het midden van de rivier is een geul, scherp uitgekertt in de zandbodem, en alleen daarin staat nog een zwakke stroom. Vanmorgen was het een hardnekkige worsteling. Ik herinner me nog goed de eerste keer. Jeanine was doods bang. Ze kan niet zwemmen en is ooit es een keer bijna verdronken in de Atlan tische Oceaan. Sindsdien is ze bang van elk waterplasje dat hoger komt dan haar lenden. Deze stroom is enorm sterk en ongeveer 50 meter breed. Het komt er op aan over 'o steken precies waar de stroom eindigt en de zee begint. Daar vormt zich een zandbank onder het wateroppervlak even wijdig met de stroom, terwijl alle macht van de rivier gebundeld ligt in een smalle, ongeveer 15 meter brede geul. Tot aan de rad van deze geul is het gemakkelijk vor deren. Ik ga eerst even verkennen en de sterkte van de watermassa testen. De eer ste stappen zijn nog gemakkelijk, maar dan zakken mijn voeten weg in het losse zand op de bodem en het wordt lastig om zelfs maar het evenwicht te bewaren met het wegspoelende zand onder mijn voe ten. Ik moet me schrap zetten en met de linkerdij in de richting van de stroom me zo smal mogelijk maken. Alleen rechtop bli/ven is al een krachttoer. Ik vecht me met moeite terug uit de stroom. We beslui ten nog maar een halluurtje te wachten, en zitten naast de rivier, met onze ruggen naar een kleine tempel. Het is een aantrekkelijke tempel die, onge twijfeld om een goede reden, op dit sym bolische punt werd neergezetprecies op de plaats waar de rivier eindigt en de zee begint. De tempel staat op een klein duin en is tegen wegzakken beschermd door een dijkmuur. Tussen de halt ronde muur en de ronde tempel is een tussenruimte van een anderhalve meter die stinkt naar uitwerpselen van generaties honden en hindoes. Links van ons, aan deze kant van de rivier, beginnen de trappen, die van de tempel een tweehonderd meter ver evenwijdig lopen met de rivier. Er zijn een twintigtal treden tot de bodem waarvan nu de onderste vijf of zes onder water. Op regelmatige afstanden worden ze onderbroken door een bakstenen steiger waarop ongeveer tien mensen kunnen zit ten en vanwaar de heilige vissen gevoed worden en Indiërs als kleine jongens ge kleed en al het ondiepe water inspringen. Bij hoogwater moet het hier ongeveer drie vier meter diep zijn. De vissen kennen deze plaats en weten dat ze er veilig zijn. Ze worden hier al honderden jaren gevoed. Het is een schone traditie. De macht van de stroom ligt aan de over kant. Hier is het water stilaf en toe reikt een golf van de zee zelfs tot hier als de tij nog niet te ver is weggeëbd. De heilige vissen spartelen en spelen en duiken voor de brokjes rijst die de pelgrims hen toewerpen. Honderden grote, karperachtige grijszilveren lichamen, als een wriemelen de tros, een organische massa. Op de andere uitspringende stijgers staan kleine stenen paviljoenties. met de enige muur naar de rivier toegericht. Er zijn twee pilaartjes en een stolpdak. Binnenin is een Shiva-lingam die voortdurend met water overgoten wordt door pelgrims ol door een heilige man. Sommige van de kleine paviljoenen dienen tot slaapplaats voor zonne-starende heilige mannen, elke dag op de trappen zitten, uren mediteren en recht in de zon kijken, tot ze blind worden. De meesten hebben dat al verwezenlijkt. Anderen wonen tegen over de trap, een tiental meter meer land inwaarts in grotere stenen gebouwtjes en wat verweerd beeldhouwwerk. Ze hebben allen haar tot op de grond dat in geen twintig jaar werd gewassen, als een vorm van boetedoening, en dat soms vier keer rond hun lichaam is gewikkeld, teneinde er niet over te struikelen. Ze zitten meestal samen te praten en te lachen, en als we voorbijwandelen roept de leider, een krach tige man met slechts halflang wit haar met een zwarte zonnebril en een afschu welijke mond bruine stompjesHey come in, and smoke ganja.Dit zijn geen echte heiligen maar een groep langharige komedianten die profiteren van de angst en de onwetendheid van de gelovigen om op hun kosten een lui leventje te leiden en ganja te roken. We slaan telkens beleefd elke uitnodiging af. Het water schijnt intussen iets minder woest en vermits enkele Indische toeristen aanstalten maken om idiote vragen te ko men stellen (het is iets dat ge voélt ko men) stappen we maar vlug de zandbank op die ondertussen ook iets verder is blootgekomen en waden de eerste vijf entwintig meter in een schuine lijn de zee in naar een punt waar we denken de echte strijd te kunnen beginnen met enige kans op slagen. De truuk bestaat erin van met de stroom mee te waden in de richting van de zee, en tegelijk langzaam naar het diepste en moeilijkste deel te vorderen. Op die plaats moeten we dan in een hoek van bijna 90° snel doorsteken en alle opgespaarde energie gebruiken. Het blijkt oneindig veel moeilijker dan we ooit had den durven vermoeden. Jeanine is met zo sterk en een stuk kleiner dan ik het kolkende water komt bijna tot haar borst jes. Ze is bang, maar kan nu niet anders meer dan maar doorbijten. Ze zakt snel weg in het zand. Ik moet nu ook haar gewicht ondersteunen en kan zelf amper blijven rechtopstaan. Voor enkele sekon- don is de situatie hachelijk. „Kom voor mij, kom voor mij, dan hebt ge minder van de stroom, ik breek hem. Maar het is riiet zoals het breken van de wind op een motor. Ik kan de stroom niet mijn volle rug toekeren, daarvoor ben ik zelf niet sterk genoeg. En het water heeft nu een put rondom onze voeten gegraven en Jeanine zakt alsmaar dieper weg. Hou verdomme vast, we moeten vooruit NUhet vraagt een geweldige inspan ning om onze voeten op te heffen, ik verlies mijn evenwicht en voor een lange sekonde is het Jeanine die mij recht houdt. Het is nu of nooit. Even verslappen is meegesleurd worden, een paar honderd meter de diepe zee in. We besellen het allebei op hetzelfde moment en.dan zijn we een paar meter gevorderd. Komaan, nog tién meter, nog vijf, het is nu niet ver meer maar de stroom schijnt ook een laatste inspanning te doen, hier in het verst van de bocht bundelt hij nog eens al zijn krachten, maar de kant is nu vlakbij. We zijn volledig buiten adem, Jeanine's ogen tranen volop, ze is lijkbleek. We kruipen op handen en voeten de berm op en Jeanine blijft hijgend naar adem snak kend op het warme zand liggen. Haar lungi is volledig doorweekt. Zelfs haar zwarte haar hangt in natte slierten Ze is twee keer kopje onder gegaan. Maar we zijn erdóór. Onze benen wegen als lood. Maar als we onze adem hebben terug gevonden is er ook een gevoel van triomf. Jeanine heeft haar eerste angst voor het water overwonnen. En hoeZelfs een goede zwemmer zou bang geweest zijn in die kokende razernij. We zetten ons in eerr geliefde duinpan en staren over de turquoise-groene zee. We mediteren een tijdje om te bekomen van wat we zojuist hebben meegemaakt. Ik weet niet of gij ooit een snelstromende rivier hebt doorgewaad. Het is een gewel dige ervaring. Al lijkt het niets als ge het in de boeken leest. Of in een artikeltje zoals dit. Het zegt niets als je het niet zelf al eens hebt ervaren (dat is zo met elke ervaring, nietwaar Het is uitein delijk onkommunikeerbaar. Hebt ge ooit meegemaakt hoe iemand naar U loerde over de loop van een revolver Toch hebt ge het honderd keer gelezen of ge zien in films. Roept het echter iets in U op Een gevoel van angst, een primitief instinkt Dat is waar ik. komen wilde. Het primitieve in deze act. Het was zo'n fijne ervaring omdat het primitieve instink- ten wakker maakte. Dingen, waarvan we ons zelfs niet bewust waren dat ze ook in ons bestonden. Het was een instinktieve daad van mijn smalste zijde naar de stroom toe te keren. Niet beredeneerd. Ik wist plots dat dit de enige manier was om mijn krachten te sparen voor het be wegen van mijn benen. Het mag een piet luttigheid schijnen, maar het is niet zo. Op het moment zelf tijdens het gevecht met het water, was er alleen die strijd, er was niet ik of Jeanine, er was de kracht meting van een mens met een natuur kracht Daarom vonden we het zo'n gewel dig fijn gevoel, toen we overgeraakten We hadden gewonnen. Tegen de rivier en onze westerse konditionnering die ons bang maakt van alles wat we niet kennen. Eéns in de rivier hér kenden we deze krachtalhoewel we nooit voordien zoiets gedaan hadden, toch wisten we precies wat ons te doen stond. Ons lichaam han delde en de geest keek toe in verbazing. Zoals gezegd was het nu gemakkelijker om terug aan de overkant te geraken. Alleen de onderkant van mijn tot de knieën opgeslootde brede oranje broeks pijpen was zwaar on donker van het zee water. Enkele schurftige honden achter volgen ons dreigend grommend en blaf fend. Maar ze verdwijnen als de bliksem, staart tussen de poten, als we een buk kende beweging maken. Ze kennen dat en weten wat voor een pijnlijk effekt een welgemikte steen kan hebben op hun uit gemergelde karkassen. De Indiërs doden weliswaar geen dieren, maar het resultaat hiervan loopt uitgehongerd langs de stra ten. En vermits medelijden niet bepaald een algemeen beoefende deugd is krijgen de sukkels meer stokken en stenen te slikken, dan voedsel. Ze zijn dan ook wantrouwend en gemeen. (Toen ik hier de eerste dag een wandeling maakte werd ik al door een teel met zogende jongen ge beten. In mijn linkerkuit Ik kon meteen kennismaken met het Indische hospitaal. Zeven inspuitingen van 1500 cc elk, dat is de tiendubbele dosis van een cholera- pikuur onderhuids in de buik. Gelukkig was het een knap en kompetent verpleeg stertje. Ze kon pikuren zetten moet ik toegeven. Maar ja, ze deed dan ook de godganse dag niet anders.) De zon staat al boven de zee en de roodwitte vuurtoren is vaag en helemaal niet scherp afgete kend, hij wordt eerder opgeslokt in de vaalblauwe achtergrond. Er zijn nuances van zachtgroen aan de onderkant van en kele verre wolken, net boven de scheiding, van water en lucht. Er krioelen massa's vogels boven het wateroppervlak. Vooral meeuwen op zoek naar hun avondmaal DE GEHEIME AGENT Als we aan ons huis komen ligt de zwarte teef voor de deur. Ze maakt een klaaglijk geluid terwijl ze onhandig rechtkrabbelt. Haar staart veegt wolken zand en stof over en weer. Ze kruipt naar ons toe als een krokodil en likt mijn hand. Deze hond zag er de gemeenste en afstotelijk- ste uit van de hele bende in onze straat. Sinds we haar onze etensresten geven, kruipt ze letterlijk voor ons. Maar het is meelijwekkend en degouterend. Deze hon den verloren hun laatste greintje zelf- respekt en zijn op die manier niet ver schillend van de meeste bedelaars. Het aandoenlijke tafereeltje wordt ver stoord door de tussenkomst van een grote witte gedaante. Hij moet eveneens op ons hebben gewacht en begint het gesprek op zeer on-lndiese manier met een uiteenzet ting overhoe vreselijk, hoe schandelijk het is dat deze honden zo kunnen blijven rondlopen, dat zoiets hier geduld, ja, aan gemoedigd wordt, dat ze een gevaar zijn voor de hygiëne, ben ik verkeerd in gelicht of heeft één van deze monsters U gebeten Zonder op mijn antwoord te wachten, vervolgt hij Het wordt tijd dat hiertegen wordt op getreden, beste heer, we moeten hier no dig enige verandering brengen. Moest het van mij afhangen, ik liet ze allemaal neer schieten, die vieze bastaards. Een grote kuis, dat is wat we hier dringend nodig hebben. Weet U wie ik ben, sir Ik verzekerde hem dat ik niet het flauwste idee had, en slikte de woorden het kan me ook geen bal schelen nog net in. Want ik was wel geintrigeerd door zijn allesbehalve Dwarka-manier van optreden. U bent zeker niet van hier, sir Toch wel. Ik leef hier al jaren. Ik werk voor de Secret Servicefluisterde hij, hierbij een poging ondernemende om een nog gewichtiger air aan te nemen dan hij al had„Ik hou deze stinkers in het oog, sir. Er broeit iets. We zullen het kwaad bij de wortel uitroeien, sir. Ik ben in regerings-dienst, sir. U hebt te maken met een Regerings-Ambtenaar. Ik ben in feite een zeer belangrijke persoon in deze plaats. Maar ik opereer natuurlijk, uit hoofde van mijn ambt, vooral in het Ge heim. Daarom draag ik geen Uniform Weinige mensen kennen mij hier in, wat ik zou noemenmijn ware Gedaante. Weet U waarom ik U dit allemaal vertel, sir Ik verzekerde hem dat ik geen idee had waarom en dat het me hogelijk zou inte resseren van het te weten. Omdat ik U wilde verwittigen, sir Kent U de Wetten van dit land Hebt U zich reeds aangeboden op het politie kantoor Zoals U zoudt moeten weten, dient elke vreemdeling die langer dan 46 uren in deze stad, of in eender welke stad, verblijft en die niet in een hotel woont U woont toch hier dient die zich te laten registreren. Bent U al ge-re-gis- treerdsir Tot mijn grote spijt moest ik toegeven van niet, maar ik benadrukte het feit dat ik totaal onwetend was van deze ongetwij feld hoogstnoodzakelijke regeling. Korrekt. Dat dacht ik al. Dat wist ik, sir. Weet U dat ik U zou kunnen laten arres teren De man wachtte even om te kij ken of dit de gewenste indruk maakte, en, ziende dat we blijkbaar de ernst van de situatie niet tenvolle gevat hadden Natuurlijk zou ik zoiets niet doen. Ik beschouw U als Gasten van de Indiese regering. Maar, als een Regerings-Ambte- naar, ben ik voor U res-pon-sa-bel. Het is mijn Plicht van U hierop te wijzen. Wel, sir, dat is heel eenvoudig Morgen laten we ons registreren en dan bent U gerust. Ik had de deur intussen geopend en Jeanine glipte vlug naar binnen. We dachten er niet aan van dit individu bin nen te vragen maar de man bleef hard nekkig aanklampen. Ik begon het ridikule van de situatie te smaken, en als altijd, kwam het duiveltje van het sarkasme in mij spreken Uw Engels is wel zeer perfekt, sir. Ik zou zeggen, zonder enig aksent. Niet zoals de andere Indiërs Het vleien trof doelde man haalde heel diep adem door zijn lange gebogen neus, trok de borstelige grijze- wenkbrauwen even op, en wees met de vinger van zijn rechterhand op zijn vooruitgestoken borst Ik ben hier niet geboren, sir. Ik ben geen Indiër zoals zij. Mijn familie woonde m. Zuid-Afrika. Ik diende daar in het British Army, meneer, jawel. Mijn rang was Ma joor, Sirre. En nadien bij de Intelligence Service in Palestina, sir. Ik ben een BRITISH SUBJECT. A BRITISH SUBJECT. Een onderdaan van Hare MajesteitHet feit dat ik nu in dit gat leef is een zware vernedering voor mij, sir. Ik hoor hier niet. sir. Maar, de plicht gaat voor alles, sir. Goedenavond. Terwijl hij de woorden British Subject, uitsprak, op typisch Indiese manier, overi gens (de ish ingeslikt, met de nadruk op sub en de kt van ject ergens ver vanachter in de neusholte) was hij onbewust in de houding gaan staan en het scheelde niet veel of hij had het God Save the Queen aangeheven. Ik kreeg plots heel veel medelijden met deze Britse Onder daan en sloot abrupt de deur.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 11