VERKEERSWEEK IE EREMBODEGEM
AALSTENAAR JAN MATTHIEU: BEROEPSREIZIGER
OPPERVLAKKIGE «MARIBEL» DOOR
«VOOR TAAL EN VRIJHEID»
DE RIVIER DOORWADEN
De Voorpost - 11-4-75 - 11
De komende boze blikken en woorden ten spijt, maar het moet ons
van het hart. Wat we maandagavond van «Voor Taal en Vrijheid» in
de Stadsschouwburg te zien kregen was een hutsepot, een
mengelmoes van kabaret, eirkusgedoe en poppenspel, maar globaal
ge/ien, alles behalve goed toneel.
irieste
sn late
geble
ld vat
eid di<
nense
ïre op
ïgrijke
v paro-
ote er
nde l
)k van
rk var
jt»
(AERf
•W ij geven graag krediet aan
kiniatcursgezelschappen en be-
onderen zeker hun werk tij
dens. de vele avonden die zij
hieraan besteden, als het resul
taat dan ook evenredig is.
«tor Taal en Vrijheid heeft hier
tellier nogmaals de bal misge
slagen. Ineen steengoed stuk als
Maribel waar het er vooral om
gaal de diverse karakters goed
naar voor te laten komen, gaven
/ij slechts een karikatuur van
wat hel zou moeten zijn. Van
portrettering was er in dit spel
hoegenaamd geen sprake,
illoeren aan de lopende band
hiel veel bloot en veel sex. met
schreeuwende stemmen, doen
het echt niet in zo'n stuk. Wij
willen graag geloven dat geen
kan de/e vier personages in staat
is om de geraffineerdheid van
«Ic/c lichte vrouwtjes zo naar
«oor te brengen dat het op een
minder ordinaire, ja zelfs min
der vulgaire wijze overkomt.
I n neem nu die twee jonge
oudjes. Ze moesten zowat in de
tachtig zijn. zelden zagen wij
joligere tachtigers, -zij vooral
moesten in het eerste bedrijf
sterk naar voor komen. Niets
daarvan, zij verdwijnen door
lmii ridikuul mat spel volledig
van het toneel. Hun woorden
boeien niet. hun verschijning is
kleurloos, hun typering is dat
•wat de amateurs onder de
amateurs nog zwak zouden
noemen. Wat stond er op het
programma? Een poëtisch-ko-
misch toneelspel? De poëzie
eing aan ons voorbij of was die
misschien te zoeken in het soort
plat Hollands-Vlaams met veel
iiei's en nou's en seg's?
liet komische waar was dat te
zoeken? Misschien bij tante
Paula, die elk woord met een al
■I niet bijbehorend gebaar
onderstreepte en dan een paar
pasjes verder huppelde, of het
kan natuurlijk bij de grove
woordenschat, de krasse taal
a n de lichte vrouwtjes te zoeken
zijn.
ij vonden niets... alleen on-
uewild kwam een onbehaaglijk
gevoei onze smaak verstoren.
I Jaar tussenin bewegen zich dan
ven jongen en een meisje, de
uiige die nog aanvaardbaar
kunnen genoemd worden. Hij
was ervoor geknipt en beleefde
zijn rol volledig evenals zijn
verhuilde Maribel. maar dan
alleen in het 2de en 3de bedrijf
waar ze zichzelf kon zijn: een
ie t wa t ontgoochelde jonge vrouw
die zocht naar een beetje geluk
«laar waar het volgens haar
vriendinnen onmogelijk te vin
den kan zijn.
M at we zeker niet kunnen
aanvaarden is de prestatie die
ycvraagd werd van een jonge-
au. hij moet zowaar een
stokoud mannetjes rol ver
tolken. en al was die uitbeelding
uiterlijk wel geslaagd, zijn
stemvervorming deed ons aan
onze jeugd denken: een poppen
kast. één per soon en vijf
personnages; Zijn er geen be
jaarde toneelspelers meer in
Aalst?
Di jonge regisseur Didier
Delmotte moet wel geaarzeld
hebben voor de aanpak van een
stuk uil dit genre. Hij dacht
w vllicht iets nieuws te brengen in
Aalst door begin en einde van
elk bedrijf en soms er tussenin,
ie werken met statische beelden.
Niet slecht bedacht, maar dan
totaal verbrod door een'gebrek-
kim- belichting. Trouwens van
lichtregie konden we niet be
speuren. Daar waar een black
out moest zijn. werd het een
si u ntelig dimmen der lichten.
V\ at zeker onvergeeflijk is voor
uii student konservatorium is
l ei doelloos over en weer laten
bewegen van zijn personnages.
dit is toch geen beweging. Er
sionden zelfs meer dan eens twee
personnages doellos voor elkaar.
I r stonden zelfs meer dan eens
twee personnages doelloos voor
elkaar. En het is om de stilte te
vullen of om de illusie van een
sneller tempo te wekken dat nu
eens de ene. dan weer de andere
U' duchtig op los schreeuwt? Dit
snik telde drie maal driekwart
uur. ons leek het een tragedie
v an uren!
I én verademing, een positief
•punt. het dekorwas goed!
I oneel is goed. het verruimt de
«eest. het is een kreatieve
vrijetijdsbesteding, wij be-
woiuleren nogmaals de mensen
die zich daar voor inspannen,
i aar kunnen niet aanvaarden at
hi t resultaat ontaardt in «Kunst
in Vliegwerk, want dat doet
tbrcuk aan de waarde van het
loneelsiuk en aan de naam van
«ie toneelvereniging!
I Je twee oudjes: Jeanne De
Sehaejxlrijver en Nicole Schel-
liuck
Maribel: Claudine Beeckman,
baar verloofde: Paul Sonck
I Je jonge oude man: Mare Buys
Andere spelers: Martine
I -.el bode. Jo Beeckman. Rosa De
Boom. Marleen Eeckhout.
I lïgrid Fiseher.
Icchnische ploeg: Carlos Rom-
haut. Marc Buys. Nelly Philips
n GhislainCornand.
ROEL VAN DE PLAS
ten deel van de akteurspioeg van «Voor Taal en Vrijheid», (jm)
Als we de balans van het aantal
verkeersongevallen opmaken,
krijgen we een triestig verslag.
Voor korte tijd hebben de
statistieken van 74 ons weer de
rauwe werkelijkheid
voorgeschoteld waarin ook het
aantal jeugdige slachtoffertjes
zeer groot was. De talloze
borden met de waarschuwingen
«Voor onze kinderen, rijdt
voorzichtig!» staan nochtans
overal verspreid langs onze
wegen. Maar we zijn er nu
stiTlaan al aan gewoon geraakt
«lat de moderne zakenman in
zijn snelle wagen van hier naar
daar raast, het hoofd vol cijfers,
zonder aandacht te geven aan de
kleine kleuter die met zijn bal op
straat loopt. Het verkeerspro
bleem wordt voor de kinderen
veel beter opgelost door het kind
zelf verkeersbewust op te voe
den. Het moet nu eenmaal leven
met de ontelbare wagens die
dagelijks voorbij zijn speelter
rein passeren. En als een kind
alleen maar op straat mag
komen veilig geëscorteerd door
een te bezorgde moeder die
steeds voor hem oplet, zal het
zich van de gevaren, die de weg
meebrengt, zeker niet bewust
zijn.
In verband met het verkeerspro
bleem wordt deze week een niet
alledaags initiatief genomen te
Erembodegem. Idee en uitvoe
ring is in handen van de
oudervereniging van de Kloos
terschool. Een bezoek tijdens de
verkeersweek aan de school
wordt aan allen aanbevolen. De
verkeersweek gaat door van 14
tot 18 april en voorziet in een rijk
gevuld programma. De politie-
kommissaris en het politiekorps
van Erembodegem verlenen
hieraan hun medewerking. Zij
zullen terplaatse aan de kinde
ren van het basisonderwijs
(4e. 5e.6e leerjaar)
«verkeersopvoeding» geven (1/2
uur theorie - 1/2 uur praktijk).
Zet uw kinderen aan om eens
een kijkje te gaan nemen. Alles
zal verlopen in een aangename
sfeer en de kinderen zullen er op
die manier veel van meedragen.
Het volledige programma ziet
eruit als volgt
Maandag 14 april
19 uur Welkomwoord aan de
genodigden. Rondgang door het
mobiele verkeerspark dat op de
speelplaats der meisjesschool
gedurende de ganse week zal
opgesteld zijn.
20.30uur Debatavond «Kind
in het verkeer». Vooral voor deze
debatavond rekent de ouder
vereniging op ieders medewer
king. Er zullen naast het
ou derspaneel, een
politiekommissaris, 2 agenten
en een rijkswachter van het
verkeerspark aanwezig zijn.
Woensdag 16 april Kinderna
middag
15 uurFilm Vroem-Vroem
Dia's W ij in het verkeer
Film van de school Hoe doen
wij in onze klas aan verkeers-
opvoeding. Hierin wordt duide
lijk gemaakt htie belangrijk het
v erkeersonderwijs wel is en hoe
dit probleem op een moderne
manier vandaag in de scholen
wordt aangepakt.
16 uur Debat met de politie
Kinderen stellen vragen...»
Vrijdag 18 april «Kind in het
verkeer»
20 uuruitreiking van de prijzen
der tekenwedstrijd
20u30 Dia's Een kleuterleid
ster vertelt welke middelen de
kleuterschool aanwendt om de
verkeersopvoeding van de kleu
ters te verzorgen.
20u45 Diaprojektie dia's
genomen in de eerste graad
B redestraat.
21u30 Kleurenfilm «Vroem-
Vroem» en «Hedendaags Ver
keer». Kleurenfilm «Verkeers
opvoeding doorheen de kleuter
school en de lagere school» met
band montage.
De oudervereniging Klooster
school Erembodegem rekent op
de medewerking van iedereen
om onze gemeente veiliger te
maken voor de jeugdige wegge
bruikers.
B.V.D.S.
droe
>aut er
i Maris
geze
jn visie
iieuw|
tmaal#
tionall
ior d«
n zal
it gee
iij wer
Iström
tide e
ons d<
Hernat
laatstt
(A.H.
aan d
loor de
i aan ttj
nenden
enkele
Jateren
vorige
ekende
Wq. hebben slechts één keer vis gekocht
van de vreemde wilde visser, want we
voelden dat Vasudev het niet graag had.
Hij zou niets gezegd hebben natuurlijk,
daarvoor respekteerde hij teveel onze op
vattingen. Maar het was duidelijk dat het
hem pijn deed. Dat we in zoveel dingen
met hem overeenkwamen en toch nog zo
iets vreselijks konden doen als een dier
eten
Op de terugweg van het strand zijn onze
gedachten meestal NIET. We hebben ge
baad en met het zweet en zand van ons
lichaam zijn ook de spoken uit onze geest
weggespoeld. We hebben uitgekeken naar
de visser maar hij is niet meer komen
opdagen. Het oversteken van de rivier
gaat nu haast moeiteloos. Het tij is zeer
laag en het waterpeil is haast anderhalve
meter gezakt In het midden van de
rivier is een geul, scherp uitgekertt in de
zandbodem, en alleen daarin staat nog een
zwakke stroom. Vanmorgen was het een
hardnekkige worsteling. Ik herinner me nog
goed de eerste keer. Jeanine was doods
bang. Ze kan niet zwemmen en is ooit es
een keer bijna verdronken in de Atlan
tische Oceaan. Sindsdien is ze bang van
elk waterplasje dat hoger komt dan haar
lenden.
Deze stroom is enorm sterk en ongeveer
50 meter breed. Het komt er op aan over
'o steken precies waar de stroom eindigt
en de zee begint. Daar vormt zich een
zandbank onder het wateroppervlak even
wijdig met de stroom, terwijl alle macht
van de rivier gebundeld ligt in een smalle,
ongeveer 15 meter brede geul. Tot aan de
rad van deze geul is het gemakkelijk vor
deren. Ik ga eerst even verkennen en de
sterkte van de watermassa testen. De eer
ste stappen zijn nog gemakkelijk, maar
dan zakken mijn voeten weg in het losse
zand op de bodem en het wordt lastig om
zelfs maar het evenwicht te bewaren met
het wegspoelende zand onder mijn voe
ten. Ik moet me schrap zetten en met de
linkerdij in de richting van de stroom me
zo smal mogelijk maken. Alleen rechtop
bli/ven is al een krachttoer. Ik vecht me
met moeite terug uit de stroom. We beslui
ten nog maar een halluurtje te wachten, en
zitten naast de rivier, met onze ruggen
naar een kleine tempel.
Het is een aantrekkelijke tempel die, onge
twijfeld om een goede reden, op dit sym
bolische punt werd neergezetprecies op
de plaats waar de rivier eindigt en de zee
begint. De tempel staat op een klein duin
en is tegen wegzakken beschermd door
een dijkmuur. Tussen de halt ronde muur
en de ronde tempel is een tussenruimte
van een anderhalve meter die stinkt naar
uitwerpselen van generaties honden en
hindoes. Links van ons, aan deze kant van
de rivier, beginnen de trappen, die van
de tempel een tweehonderd meter ver
evenwijdig lopen met de rivier.
Er zijn een twintigtal treden tot de bodem
waarvan nu de onderste vijf of zes onder
water. Op regelmatige afstanden worden ze
onderbroken door een bakstenen steiger
waarop ongeveer tien mensen kunnen zit
ten en vanwaar de heilige vissen gevoed
worden en Indiërs als kleine jongens ge
kleed en al het ondiepe water inspringen.
Bij hoogwater moet het hier ongeveer drie
vier meter diep zijn. De vissen kennen
deze plaats en weten dat ze er veilig
zijn. Ze worden hier al honderden jaren
gevoed. Het is een schone traditie.
De macht van de stroom ligt aan de over
kant. Hier is het water stilaf en toe reikt
een golf van de zee zelfs tot hier als de
tij nog niet te ver is weggeëbd. De heilige
vissen spartelen en spelen en duiken
voor de brokjes rijst die de pelgrims hen
toewerpen. Honderden grote, karperachtige
grijszilveren lichamen, als een wriemelen
de tros, een organische massa. Op de
andere uitspringende stijgers staan kleine
stenen paviljoenties. met de enige muur
naar de rivier toegericht. Er zijn twee
pilaartjes en een stolpdak. Binnenin is een
Shiva-lingam die voortdurend met water
overgoten wordt door pelgrims ol door
een heilige man.
Sommige van de kleine paviljoenen dienen
tot slaapplaats voor zonne-starende heilige
mannen, elke dag op de trappen zitten,
uren mediteren en recht in de zon kijken,
tot ze blind worden. De meesten hebben
dat al verwezenlijkt. Anderen wonen tegen
over de trap, een tiental meter meer land
inwaarts in grotere stenen gebouwtjes en
wat verweerd beeldhouwwerk. Ze hebben
allen haar tot op de grond dat in geen
twintig jaar werd gewassen, als een vorm
van boetedoening, en dat soms vier keer
rond hun lichaam is gewikkeld, teneinde
er niet over te struikelen. Ze zitten meestal
samen te praten en te lachen, en als we
voorbijwandelen roept de leider, een krach
tige man met slechts halflang wit haar
met een zwarte zonnebril en een afschu
welijke mond bruine stompjesHey
come in, and smoke ganja.Dit zijn geen
echte heiligen maar een groep langharige
komedianten die profiteren van de angst
en de onwetendheid van de gelovigen om
op hun kosten een lui leventje te leiden en
ganja te roken. We slaan telkens beleefd
elke uitnodiging af.
Het water schijnt intussen iets minder
woest en vermits enkele Indische toeristen
aanstalten maken om idiote vragen te ko
men stellen (het is iets dat ge voélt ko
men) stappen we maar vlug de zandbank
op die ondertussen ook iets verder is
blootgekomen en waden de eerste vijf
entwintig meter in een schuine lijn de zee
in naar een punt waar we denken de
echte strijd te kunnen beginnen met enige
kans op slagen. De truuk bestaat erin van
met de stroom mee te waden in de richting
van de zee, en tegelijk langzaam naar het
diepste en moeilijkste deel te vorderen.
Op die plaats moeten we dan in een hoek
van bijna 90° snel doorsteken en alle
opgespaarde energie gebruiken. Het blijkt
oneindig veel moeilijker dan we ooit had
den durven vermoeden. Jeanine is met zo
sterk en een stuk kleiner dan ik het
kolkende water komt bijna tot haar borst
jes. Ze is bang, maar kan nu niet anders
meer dan maar doorbijten. Ze zakt snel
weg in het zand. Ik moet nu ook haar
gewicht ondersteunen en kan zelf amper
blijven rechtopstaan. Voor enkele sekon-
don is de situatie hachelijk. „Kom voor
mij, kom voor mij, dan hebt ge minder van
de stroom, ik breek hem. Maar het is riiet
zoals het breken van de wind op een
motor. Ik kan de stroom niet mijn volle
rug toekeren, daarvoor ben ik zelf niet
sterk genoeg. En het water heeft nu een
put rondom onze voeten gegraven en
Jeanine zakt alsmaar dieper weg. Hou
verdomme vast, we moeten vooruit
NUhet vraagt een geweldige inspan
ning om onze voeten op te heffen, ik
verlies mijn evenwicht en voor een lange
sekonde is het Jeanine die mij recht
houdt. Het is nu of nooit. Even verslappen
is meegesleurd worden, een paar honderd
meter de diepe zee in. We besellen het
allebei op hetzelfde moment en.dan zijn
we een paar meter gevorderd. Komaan,
nog tién meter, nog vijf, het is nu niet
ver meer maar de stroom schijnt ook een
laatste inspanning te doen, hier in het
verst van de bocht bundelt hij nog eens al
zijn krachten, maar de kant is nu vlakbij.
We zijn volledig buiten adem, Jeanine's
ogen tranen volop, ze is lijkbleek. We
kruipen op handen en voeten de berm op
en Jeanine blijft hijgend naar adem snak
kend op het warme zand liggen. Haar
lungi is volledig doorweekt. Zelfs haar
zwarte haar hangt in natte slierten Ze is
twee keer kopje onder gegaan. Maar we
zijn erdóór. Onze benen wegen als lood.
Maar als we onze adem hebben terug
gevonden is er ook een gevoel van triomf.
Jeanine heeft haar eerste angst voor het
water overwonnen. En hoeZelfs een
goede zwemmer zou bang geweest zijn
in die kokende razernij.
We zetten ons in eerr geliefde duinpan en
staren over de turquoise-groene zee. We
mediteren een tijdje om te bekomen van
wat we zojuist hebben meegemaakt. Ik
weet niet of gij ooit een snelstromende
rivier hebt doorgewaad. Het is een gewel
dige ervaring. Al lijkt het niets als ge het
in de boeken leest. Of in een artikeltje
zoals dit. Het zegt niets als je het niet
zelf al eens hebt ervaren (dat is zo met
elke ervaring, nietwaar Het is uitein
delijk onkommunikeerbaar. Hebt ge ooit
meegemaakt hoe iemand naar U loerde
over de loop van een revolver Toch
hebt ge het honderd keer gelezen of ge
zien in films. Roept het echter iets in U
op Een gevoel van angst, een primitief
instinkt Dat is waar ik. komen wilde.
Het primitieve in deze act. Het was zo'n
fijne ervaring omdat het primitieve instink-
ten wakker maakte. Dingen, waarvan we
ons zelfs niet bewust waren dat ze ook
in ons bestonden. Het was een instinktieve
daad van mijn smalste zijde naar de
stroom toe te keren. Niet beredeneerd. Ik
wist plots dat dit de enige manier was
om mijn krachten te sparen voor het be
wegen van mijn benen. Het mag een piet
luttigheid schijnen, maar het is niet zo.
Op het moment zelf tijdens het gevecht
met het water, was er alleen die strijd, er
was niet ik of Jeanine, er was de kracht
meting van een mens met een natuur
kracht Daarom vonden we het zo'n gewel
dig fijn gevoel, toen we overgeraakten
We hadden gewonnen. Tegen de rivier en
onze westerse konditionnering die ons
bang maakt van alles wat we niet kennen.
Eéns in de rivier hér kenden we deze
krachtalhoewel we nooit voordien zoiets
gedaan hadden, toch wisten we precies
wat ons te doen stond. Ons lichaam han
delde en de geest keek toe in verbazing.
Zoals gezegd was het nu gemakkelijker
om terug aan de overkant te geraken.
Alleen de onderkant van mijn tot de
knieën opgeslootde brede oranje broeks
pijpen was zwaar on donker van het zee
water. Enkele schurftige honden achter
volgen ons dreigend grommend en blaf
fend. Maar ze verdwijnen als de bliksem,
staart tussen de poten, als we een buk
kende beweging maken. Ze kennen dat en
weten wat voor een pijnlijk effekt een
welgemikte steen kan hebben op hun uit
gemergelde karkassen. De Indiërs doden
weliswaar geen dieren, maar het resultaat
hiervan loopt uitgehongerd langs de stra
ten. En vermits medelijden niet bepaald
een algemeen beoefende deugd is krijgen
de sukkels meer stokken en stenen te
slikken, dan voedsel. Ze zijn dan ook
wantrouwend en gemeen. (Toen ik hier de
eerste dag een wandeling maakte werd ik
al door een teel met zogende jongen ge
beten. In mijn linkerkuit Ik kon meteen
kennismaken met het Indische hospitaal.
Zeven inspuitingen van 1500 cc elk, dat is
de tiendubbele dosis van een cholera-
pikuur onderhuids in de buik. Gelukkig
was het een knap en kompetent verpleeg
stertje. Ze kon pikuren zetten moet ik
toegeven. Maar ja, ze deed dan ook de
godganse dag niet anders.) De zon staat
al boven de zee en de roodwitte vuurtoren
is vaag en helemaal niet scherp afgete
kend, hij wordt eerder opgeslokt in de
vaalblauwe achtergrond. Er zijn nuances
van zachtgroen aan de onderkant van en
kele verre wolken, net boven de scheiding,
van water en lucht. Er krioelen massa's
vogels boven het wateroppervlak. Vooral
meeuwen op zoek naar hun avondmaal
DE GEHEIME AGENT
Als we aan ons huis komen ligt de zwarte
teef voor de deur. Ze maakt een klaaglijk
geluid terwijl ze onhandig rechtkrabbelt.
Haar staart veegt wolken zand en stof
over en weer. Ze kruipt naar ons toe als
een krokodil en likt mijn hand. Deze
hond zag er de gemeenste en afstotelijk-
ste uit van de hele bende in onze straat.
Sinds we haar onze etensresten geven,
kruipt ze letterlijk voor ons. Maar het is
meelijwekkend en degouterend. Deze hon
den verloren hun laatste greintje zelf-
respekt en zijn op die manier niet ver
schillend van de meeste bedelaars.
Het aandoenlijke tafereeltje wordt ver
stoord door de tussenkomst van een grote
witte gedaante. Hij moet eveneens op ons
hebben gewacht en begint het gesprek op
zeer on-lndiese manier met een uiteenzet
ting overhoe vreselijk, hoe schandelijk
het is dat deze honden zo kunnen blijven
rondlopen, dat zoiets hier geduld, ja, aan
gemoedigd wordt, dat ze een gevaar zijn
voor de hygiëne, ben ik verkeerd in
gelicht of heeft één van deze monsters
U gebeten Zonder op mijn antwoord te
wachten, vervolgt hij
Het wordt tijd dat hiertegen wordt op
getreden, beste heer, we moeten hier no
dig enige verandering brengen. Moest het
van mij afhangen, ik liet ze allemaal neer
schieten, die vieze bastaards. Een grote
kuis, dat is wat we hier dringend nodig
hebben.
Weet U wie ik ben, sir
Ik verzekerde hem dat ik niet het flauwste
idee had, en slikte de woorden het kan
me ook geen bal schelen nog net in.
Want ik was wel geintrigeerd door zijn
allesbehalve Dwarka-manier van optreden.
U bent zeker niet van hier, sir
Toch wel. Ik leef hier al jaren. Ik werk
voor de Secret Servicefluisterde hij,
hierbij een poging ondernemende om een
nog gewichtiger air aan te nemen dan hij
al had„Ik hou deze stinkers in het
oog, sir. Er broeit iets. We zullen het
kwaad bij de wortel uitroeien, sir. Ik ben
in regerings-dienst, sir. U hebt te maken
met een Regerings-Ambtenaar. Ik ben in
feite een zeer belangrijke persoon in deze
plaats. Maar ik opereer natuurlijk, uit
hoofde van mijn ambt, vooral in het Ge
heim. Daarom draag ik geen Uniform
Weinige mensen kennen mij hier in, wat
ik zou noemenmijn ware Gedaante.
Weet U waarom ik U dit allemaal vertel,
sir
Ik verzekerde hem dat ik geen idee had
waarom en dat het me hogelijk zou inte
resseren van het te weten.
Omdat ik U wilde verwittigen, sir
Kent U de Wetten van dit land Hebt U
zich reeds aangeboden op het politie
kantoor Zoals U zoudt moeten weten,
dient elke vreemdeling die langer dan 46
uren in deze stad, of in eender welke stad,
verblijft en die niet in een hotel woont
U woont toch hier dient die zich te
laten registreren. Bent U al ge-re-gis-
treerdsir
Tot mijn grote spijt moest ik toegeven van
niet, maar ik benadrukte het feit dat ik
totaal onwetend was van deze ongetwij
feld hoogstnoodzakelijke regeling.
Korrekt. Dat dacht ik al. Dat wist ik, sir.
Weet U dat ik U zou kunnen laten arres
teren De man wachtte even om te kij
ken of dit de gewenste indruk maakte, en,
ziende dat we blijkbaar de ernst van de
situatie niet tenvolle gevat hadden
Natuurlijk zou ik zoiets niet doen. Ik
beschouw U als Gasten van de Indiese
regering. Maar, als een Regerings-Ambte-
naar, ben ik voor U res-pon-sa-bel. Het
is mijn Plicht van U hierop te wijzen.
Wel, sir, dat is heel eenvoudig Morgen
laten we ons registreren en dan bent U
gerust. Ik had de deur intussen geopend
en Jeanine glipte vlug naar binnen. We
dachten er niet aan van dit individu bin
nen te vragen maar de man bleef hard
nekkig aanklampen. Ik begon het ridikule
van de situatie te smaken, en als altijd,
kwam het duiveltje van het sarkasme in
mij spreken
Uw Engels is wel zeer perfekt, sir. Ik
zou zeggen, zonder enig aksent. Niet zoals
de andere Indiërs
Het vleien trof doelde man haalde heel
diep adem door zijn lange gebogen neus,
trok de borstelige grijze- wenkbrauwen
even op, en wees met de vinger van zijn
rechterhand op zijn vooruitgestoken borst
Ik ben hier niet geboren, sir. Ik ben geen
Indiër zoals zij. Mijn familie woonde m.
Zuid-Afrika. Ik diende daar in het British
Army, meneer, jawel. Mijn rang was Ma
joor, Sirre. En nadien bij de Intelligence
Service in Palestina, sir. Ik ben een
BRITISH SUBJECT. A BRITISH SUBJECT.
Een onderdaan van Hare MajesteitHet
feit dat ik nu in dit gat leef is een zware
vernedering voor mij, sir. Ik hoor hier niet.
sir. Maar, de plicht gaat voor alles, sir.
Goedenavond.
Terwijl hij de woorden British Subject,
uitsprak, op typisch Indiese manier, overi
gens (de ish ingeslikt, met de nadruk op
sub en de kt van ject ergens ver vanachter
in de neusholte) was hij onbewust in de
houding gaan staan en het scheelde niet
veel of hij had het God Save the
Queen aangeheven. Ik kreeg plots heel
veel medelijden met deze Britse Onder
daan en sloot abrupt de deur.