r
MANCHESTER YOUTH ORCHESTRA
TEGENVALLER VAN FORMAAT
DE KALE ZANGERES
KULTUURKALENDER
FILM BIJ ONS
OPEN DOEK
VOOR EEN BOEK
24 - 18-4-75 - De Voorpost
De Theaterafdeling van de Pan
presenteert begin mei
van Eugène lonesco
In februari '68 bracht de Nieuwe Pan zijn eerste opvoering met
een beroemde, absurde dame genaamd de kale zangeres
voor het Aalsters publiek. Voor de dertien man die het toen
gezien hebben hoeft het dus niet, wel voor diegenen die sa
men met Pan het vijfde speeljaar van de Pan willen toelachen.
Het sukses van de Les ligt nog vers in het geheugen of reeds
laten wij het gekste, meest idiote, burleske en oerkomische
gedrocht op de toeschouwers los een geheimzinning wezen,
wiens zangtalent en speciale coiffure menigeen de stuipen zal
bezorgen.
Met:
Mrs. Smith, de oerdegelijke, breiende dame, die bij volle maan
mensenoffers brengt en glas eet, kortom een dame met pit en
haar op de tanden gespeeld door onze lieftallige Hilde Gilbos,
die kwistig blauwe ogen uitdeelt in de Pan.
Mr. Smith, de oerdegelijke, maar adders-onder - het - gras
hebbende Engelsman un peu sérieux et preux gespeeld door
de alom bewonderde ster van onze supergroep Hugo Ma-
thieu.
Mary, het dienstmeisje, de reïnkamatie van Marlène Dietrich,
aardig op weg het nieuwe sexsymbool te worden van mening
gefrustreerd huisvader gespeeld door onze superstar: Lily
Vande Maele.
Mrs. Martin, de kwaadaardige, gevaarlijke, zich nooit iets her
innerende maagd, die vergeten is dat ze niettegenstaande
alles getrouwd is. Gespeeld door onze leading lady Hélène
Corthals.
Mr. Martin, een man met een reukje aan, misschien wel van de
verkeerde kant, gespeeld door, zo is het toevallig nog een keer
Lieven Mathieu.
De brandweerkommandant: de komiek, die nooit komisch is,
volledig in het rood gespeeld door onze blauwe jongen Jan
Doorns, en uiteraard de rol der rollen,
en uiteraard de rol der rollen
De Kale Zangeres
gespeeld door een beroemde travestie uit Hamburg
MISS DARLING DOLLY DANE
Er zullen plaatsen te kort zijn, dat weet u dus - telefoneer (053)
70.28.71
1ste voorstelling: zondag: gala - première.
2e voorstelling: daarop volgende zondag
3e voorstelling: maandag nadien
4e voorstelling: woensdag
5e voorstelling: donderdag
voorstelling: vrijdag
Een produktie van een supergroep, met supersterren in een
superbe regie van Joachim van Sint-Vaast met superbe
Costumes en dekors van Anita Breek ons internationaal
symbool).
Goede start Pan.
VRUDAG18 APRIL
Aalst
20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45, voordracht over «Racisme
en Fascisme bij ons» door Stichting Leon Lesoil.
Affligem
20 uur: in Kultureel Centrum, vooropening tentoonstelling Luk
De Block en Hugo Clocheret. Inleider prof. dr. fr. Vyncke. De
tentoonstelling loopt tot 4 mei a.s., en open op zondagen van 11
tot 13 uur en van 14.30 tot 20 uur. Op zaterdagen van 14.30 tot 20
uur. Op 1 mei van 14.30 uur tot 20 uur.
Aalst
20.30 uur: in Pan, Wellekensstraat 45, filmvertoning van «Brown
Alle With G.»
20 uur: in lokaal Gulden Vlies, Esplanadestraat 13, voordracht
door Piet De Pauw, van het Tak over de Vlaamse aanwezigheid te
Brussel. België en Europa.
20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45 avond over progressieve
frontvorming met sprekers van jong socialisten, ral, kristenen
voor het socialisme en werkgroep arbeid.
Tot 2 mei in de Belfortzalen, Grote Markt tentoonstelling Jonge
Ekonomische Kamer met Martin Baeyens, Raf Cleeremans,
Maurice De Clercq, Felix Everaert, Viviane Laurence, Guy
Leclercq, Wilhelm Mechnig, Frans Minnaert, Roland Monteyne,
Yves Rhayé, Franine Urbin Choffray, Anne-Marie Van Hoorick
enMauritsVan Saene. De tentoonstelling is open van 10 tot 12.30
uur en van 14 tot 18 uur.
Nog tot 27 april in New Reform, Wellekensstraat 45,
tentoonstelling Ken Friedman (USA) en William Louis Sorensen
(Denemarken). Open op woensdag, donderdag, vrijdag van 17 tot
18.30, zaterdagen van 15 tot 17 uur en van 20 tot 21 uur. Op
zondag van 11 tot 12.30 uur.
Nog tot 28 april in Galerij Valerius De Saedeleer, Keizerlijk Plein
53, tentoonstelling «Oude Kunst uit Egypte» en «Byzantijnse en
Russische ikonen». Open op zon- en weekdagen van 10 tot 12 uur
en van 14tot 19uur. Gesloten opdinsdag.
Aalst
20 uur: In de St.-Annazaal, Roklijfstraat optreden van het
kreatief teater Krejalaboo o.l.v. Ton van Ark met «Cirkus van de
Onmacht» ingericht door jeugdklub Terlinden en jeugdatelier
Joepie.
20 uur: in Stadsschouwburg, Vredeplein opvoering door 't Land
van Riem van «De Kribbebijter».
ZONDAG 20 APRIL
Aalst
19 uur: inzaai H. Hart, Dr. De Moorstraat opvoering van «Gieren
op 't veilig nest» door Nieuw Leven.
20.30 uur: in Pan. Wellekensstraat 45, filmvertoning van
«BrownAle with G.»
20 uur: in Stadsschouwburg, Vredeplein opvoering door 't Land
van Riem van «De Kribbebijter».
MAANDAG 21 APRIL
Affligem
20 uur: voordracht over «De Streek van Aalst en Asse tijdens de
Ijstijden door lie. E.P.M. Vertonghen. In het Kultureel Centrum.
Aalst
20 uur: in Stadsschouwburg. Vredeplein opvoering door 't Land
van Riem van «De Kribbebijter».
DONDERDAG 24 APRIL
Aalst
20 uur: in filmzaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat vertoning door
KFI. van Dood in Venetië van L. Visconti.
Ondanks alle voorbereiding en de ongetwijfeld dynamische
inzet der jonge orkestleden, zal hun optreden in de Sint.
Martinuskerk te Aalst niet bepaald hun aangenaamste herin
nering zijn. Hun koncert liep uit op een nietszeggende aange
legenheid. De geprogrameerde werken, op zichzelf interes
sant genoeg voor een boeiende koncertavond, groeiden uit
tot een verwarde en vaak irriterende klankenmassa. Verschil
lende feiten hebben hierin een rol gespeeld.
Vooreerst waren er de slechte
akoestische omstandigheden,
die een gevolg waren van de
uiterst minieme publieke op
komst. Zouden er evenveel
toehoorders geweest zijn als
uitvoerders?
Dit alles had natuurlijk een heel
slechte demping van de door
het orkest geproduceerde
klanken tot gevolg. Neem
daarbij het feit dat het ensem
ble erg weinig nuance bracht,
geen zin had voor kodoristi-
sche close-up-werking en te
vens de indruk gaf van een ze-
Week van vrijdag 18 tot en met donderdag 24 april 1975.
De hoofdvogel wordt deze week afgeschoten in cinema
Feestpaleis. Reeds geruime tijd aangekondigd en door
vele mensen verwacht is daar «Jonathan Livingstone
Seagull» te gast. Aan de basis van de film ligt het boek
van Richard Bach, een bestseller in de Verenigde Staten
en sedert enkele maanden ook bij ons. (Het boekje werd
immers ook in het Nederlands uitgegeven, geïllustreerd
met fraaie foto's). In zijn meeuwen-roman geeft Bach
(gewild?) een vrij goed beeld van de Amerikaanse
opvatting over de verhouding individu-maatschappij. De
meeuwengemeenschap die hij voorstelt voldoet aan het
beeld dat wij Amerikaanse samenleving hebben. In onze
ogen leven en werken Amerikanen enkel om
te konsumeren. Om dat doel te bereiken (de hoogste
ÜE KLEINE RUDOLF
De eenzaat Rudolf is bedien
de op een verzekeringsmaat-
(schappij. Het loon is er aan
de lage kant de arbeidsom
standigheden zijn somber en
enig menselijk kontakt onder
de personeelsleden is er ook
al niet aanwezig. Maar al blijkt
dit alles de kenschetsende
leefsfeer van iemand als Ru-
dolf. Hij is klein van gestalte
en schichtig in zijn bewegin
gen zijn kledij is armzalig
en valt buiten de gemiddelde
smaak en heel zijn verschij
ning waartoe ook een vale
kantoorkleur en angst-ogen
horen wekt tegelijk deernis
en lachlust op. Bovendien is
Rudolf jonggezel gebleven na
een jeugd waarin hij als wees
door eigen familie is opge
licht, zodat hij zijn hogere
studies moet onderbreken en
noodgedwongen een voor zijn
verstandelijke mogelijkheden
minderwaardige job heeft
aanvaard met de eraan ver
bonden sobere levenswijze.
Als De kleine Rudo\l (Aart Van
der Leeuw, Uitg. Nijgh en Van
Ditmar, 's-Gravenhage) aan
vangt is Rudolf net op zoek
naar een andere woning die
weer eens bespottelijk arm
zalig zal zijn en dus de glim
lach van zijn omgeving zal
verwekken. Een glimlach
Alsof iemand, hij mag dan
een verweerde flambard op
hebben, die hem, omdat hij
bovendien nog onder de maat
is, op een paddestoel doet lij
ken hij mag dan aan de knie
uitgezakte broekspijpen dra
gen, een vaal kantoorgezicht
vertonen, en vingers, waarvan
de inktvlekken niet helemaal
af zijn gewassen, niet een
dak boven zijn hoofd zou
moeten hebben, wat vuur als
hij koud thuiskomt, en een
bed voor de nachturen.
Rudolf, die voortdurend flar
den zelfspot-dialoog voert met
de personages uit zijn gesplit
ste ik, is eigenlijk het Laer-
mans-type van Elsschot dat in
een amechtige Chaplin-rol is
gedrongen en voorlopig geen
gevecht meer levert met zich
zelf, dit wil zeggen met zijn
karikaturaal uitzicht en met
zijn materieel falen. De levens
filosofie die hij tenslotte op
bouwt is die van Goethe's
Ich hab' mein Sach auf Nichts
gestellt, ik verwacht niets
meer in dit leven, het slecht
ste is mij goed genoeg.
Vanuit de instelling gaat hij
een huwelijk aan met Jeanne,
de dochter van zijn hospita en
een wanstaltig meisje eigen
lijk dat daarenboven lelijk,
dom is. Maar al bij al schenkt
het vooruitzicht op het stil
huwelijk met de inmiddels
zwangere Jeanne, Rudolf toch
enig geluk en vooral zelfver
trouwen. Op kantoor dwingt
hij promotie af en het leven
blijkt hem minder toonloos.
Want dit is de eerste maal,
God weet sinds hoeveel ja
ren, dat iemand er behoefte
aan voelt, zich bij me aan te
sluiten. En Ik dank je zegt
mijn kollega, en een hand, die
ik tot nu toe als een aanhang
sel van een vulpen beschouwd
heb, drukt de mijne.
Toch blijft Rudolf erin gelo
ven dat geluk nooit zijn deel
kan zijn. Bijna stoïcijns
schrijft hij aan nicht Martha
het verrukkelijke natuur
kind met wie hij vakantieda
gen vol verliefdheid heeft
doorgebracht die ertoe bijge
dragen hebben dat Martha ter-
wille van Rudolf haar eigen
verloving verbreektHet is al
les voorbij en veranderd. Ik
ga trouwen. Neen, niet uit
liefde. Vergeef me. En als er
grote zorgen komen, mag ik
je dan bij me roepen
Die grote zorgen komen
reeds spoedig nadien De
zwakke Jeanne brengt een le
venloos kind ter wereld en
overlijdt enige tijd daarna.
Het doodsbed scheidt nu Ru-
dolf en Martha nadien is tus
sen hen de tafel waar zij bei
den aanzitten na de begrafe
nis van Jeanne. Maar ook de
afstand van de piëteit en het
ongeloof in het voor de hand
liggende geluk scheidt bei
den. Want voor Rudolf blijft
het 'Ich habmein Sach auf
Nichts gestellt.
Jaren later zijn Martha en Ru-
dolf echter wél man en vrouw.
Rudolf heeft zijn onderbroken
studies afgewerkt en is in
middels gepromoveerd tot
doctor in de geschiedenis. De
schichtige kantoordwerg is nu
de gewaardeerde heer op een
groot landbouwbedrijf. Hij
leeft er in een klank met het
geluk van elke dag, het ge
luk van gehuwd te zijn met
de verrukkelijke Martha, het
geluk twee aanhankelijke kin
deren te bezitten, het geluk
welgevallig te kunnen neerkij
ken op de hele doening van
dieren en gewassen Maar
toch houdt Rudolf nog reke
ning met de onkans die hem
misschien slechts voorlopig
ontziet. Die instelling blijkt
bijvoorbeeld uit de namen die
hij zijn kinderen geeftze
herinneren aan zijn wederva
ren in het eerste dompige
sous-terrain dat hij bewoonde.
FRANS-JOS VERDOODT.
graad van konsumptie, dikwijls verward met de hoogste
graad van geluk) doen zij alles en nog wat. Zo is het ook
met de meeuwen gesteldhun enige doel schijnt te zijn
zich zo goed mogelijk vol te vreten, waarbij zij hun
soortgenoten geen kans laten. Daartegen komt Jonathan
in opstand. Hij is van mening dat er een andere zin moet
zijn die het meeuwen bestaan kan beheersen. Aanvanke
lijk zoekt hij het in het vliegenhij wil hoger, sneller en
sierlijker dan de andere meeuwen vliegen. Daardoor komt
hij in konflikt met de troep. Omwille van zijn vermeende
hoogmoed wordt hij verbannen (dat schijnt zo de
strengste straf te zijn die een meeuw kan krijgen).
Op zijn toch door Gods wijde natuur maakt hij kennis met
hoogstaande soortgenoten die hem de essentie van het
meeuwen-bestaan meedelen. Met die wijsheid
keert hij dan naar zijn eigen troep terug om er zijn
vrienden deel aan te laten hebben. Tot daar de kern van
het verhaal, dat het minst interessante deel van de film
uitmaakt. De film draait immers op het gebied van
de vertelling. Men kan zich de vraag stellen waar de fout
ligt, bij het verhaal of in de vorm die Barlett eraan gaf. Het
verhaal zelf is naïef van het begin tot het einde en geeft -
filmisch gezien - weinig aanleiding tot boeiende
momenten. Bartlett maakt het de kijker niet gemakkelij
ker door de meeuwen een menselijke stem aan te meten
Wat de film echter tot een belevenis maakt is de oneindig
mooie fotografie (van Jack Couffer), die de vlucht van
Jonathan prachtig reveleert. De natuur krijgt andere,
ongekende dimensies wanneer men die vanuit de lucht
bekijkt. Bovendien zijn de makers van de film erin
geslaagd de indruk te wekken dat Jonathan en zijn
vrienden 'akteren' als het ware. Een andere noemens
waardige kwaliteit van «Jonathan Livingston Seagull» is
de kombinatie beeld-muziek. Deze vormen op sommige
ogenblikken een prachtige kombinatie die je ademloos in
je zetel drukt, waarbij je enkel nog ondergaat, kijkt en
luistert. Voor de muziek zijn Neil Daimond en Lee
Holdridge verantwoordelijk. Hall Barlett realiseerde deze
mooie, poëtische film, die weliswaar enige zwakke
punten heeft doch zekerde moeite loont,
weliswaar enige zwakke punten heeft doch zeker de
moeite loont.
In cinema Palace wordt «Airport '75» nog een week
doorgespeeld. Het is een film van Jack Smight, met veel
gekende namen: Charlton Heston, Karen Black, Gloria
Swanson, Georges Kennedy, Linda Blair en Ellen Reddy.
Het scenario van Don Ingalls is eens te meer gemaakt
naar de roman 'Airport' van Arthur Hailey. Merkwaardig
voor deze film is het feit dat een aantal mensen gewoon
zichzelf zijn in de loop van het verhaal. Zo is Gloria
Swanson inderdaad een beroemde actrice en kweelt
Ellen Reddy vermomd als non enige chansons. Dat hoeft
echter geen negatief aspekt van de film te zijn. In wezen
brengt Airport '75' niets nieuws: gewoon een lekker
verhaal waarvan je van tevoren weet dat het goed afloopt,
maar er toch enige tijd de spanning inhoudt. In het begin
laat niets een drama vermoeden. Alles lijkt op een
gewone vliegtuigreis en dus worden de meest typische
passagiers van de jumbo-jet even voorgesteld. Door het
overwippen naar de haastige zakenman komt er stilaan
een zekere spanning op gang die iets laat vermoeden. Die
spanning loopt na de -net-niet-fatale- botsing door en
verhoogt natuurlijk naarmate de situatie meer en meer
uitzichtloos gaat lijken. Van begin tot einde geen
buitensporige verrassingen dus, maar wel een boeiend
spektakel.
Het grootste tekort aan deze film is dan ook niet op
gebied van vormgeving te vinden maar ligt bij de akteurs.
Die presteren wel erg weinig, doch dat is een indruk die
men bij veel grote produkties opdoet: één voor één
moeten de sterren eens op de voorgrond treden en een
nummertje ten beste geven. Voor minder persoonlijke
realisators kan dit wel problemen scheppen, dat
illustreert deze «Airport '75' wel goed. Toch aanbevolen
voor een regen-en-wind avond
In cinema Alfa deze week: «Touch Guys», een film van
Duccio Tessari, met Lino Ventura en Isaac Hayes (die
tevens de muziek schreef). Nogal zwakke historie over
een zieleherder die mond vol heeft van geweldloosheid
doch zijn opvattingen hieromtrent niet in praktijk omzet.
Hij neemt het daadwerkelijk op tegen de zware jongens
die zijn parochie onveilig maken.
Bij de Katolieke Filmliga komt Luchino Visconti's «Death
in Venice» als sluitstuk van het filmseizoen aan de beurt.
Visconti ging voor deze film te rade bij Thomas Mann
(Duitse schrijver, Nobelprijswinnaar), die zich op zijn
beurt liet inspireren door het tragische einde van Gustav
Mahler. De film verhaalt de laatste dagen van een
komponist die in Venetië een rustkuur doet. Tijdens die
'retraite' komt de kunstenaar tot de vaststelling dat hij
anders had moeten leven, dat hij bepaalde dingen gemist
heeft. Zijn schoonheidsideaal ziet hij verpersoonlijkt in
de figuur van een jonge knaap (wanneer men de lijn met
Mahler doortrekt kan men het ook als verliefheid
opvatten). Voor wie van Visconti houdt een buitenkans.
Dirk Bogarde vertolkt de figuur van de aftakelende man
op een meesterlijke manier
Filmklub Pan brengt op vrijdag 18 en zondag 20 april een
dubbelprogramma met films van jonge kineasten. De
eerste film is «The Crystalline Marriage», een film van Ed
Harker die handelt over twee neurotische personnages:
een Vietnamveteraan enerzijds en een jonge Amerikaan
se nymfomane.
De tweede film is het debuut van Alan Brown: «Brown
Ale with Gertie», een film waarvoor Brown van het British
Film Institute volledige vrijheid kreeg voor wat zijn
kreativiteit betreft. «Brown Ale with Gertie» handelt over
een jongeman die zijn persoonlijke vrijheid wil waar
maken in een stad vol geweld en wreedheid.
Guy De Lomba^rt
kere onmacht. Reeds vlug wa
te merken dat de avond alle
behalve representatief zot
worden. Het werden inderdaai
effektloze interpretaties.
Verder hadden we de indni
dat de organisatie «Azymuth
koncerten inricht, meer on
zichzelf een bepaald image op
te schroeven dan de muziek-
liefhebbersjen dienste te zijn.
Verder is «Azymuth» er ook
van overtuigd dat in Vlaande
ren Engels en Frans de mees
gesproken talen ?ijn. Daarom
dan maar een supplementaire
brochure in bovengenoemde
talen om de meer taalvaardige
muziekliefhebber alle gewen
ste informatie te verschaffen in
verband met The City o!
Manchester», haar muzikale
jeugd, haar orkest en... de ge
programeerde werken.
Een podium was blijkbaar ook
overbodig. Van het orkest was
vrijwel niets anders te zien dan
enkele strijkers.
Verder bleef de kerk onver
warmd. De kou dwong dan ook
verschillende mensen tijdens
de pauze huiswaarts te keren,
en bracht de dirigent (Victor
Fox) ertoe het werk van Gabriël
Fauré, een Pavane, te schrap
pen.
Al deze spijtige toevallen
beletten me niet de program
makeuze interessant te noe
men.
Er werd ingezet met de «Ou
verture tot een Romeins Kar
naval» van Hector Berlioz.
Deze bekende, zelfs populaire
bladzijden, waarin Berlioz en
kele fragmenten uit zijn opera
«Benvenuto Cellini» aanhaalt,
zijn een representatief voorbe
eld van diens exuberante en
veelkleurige schrijfwijze. In ze
kere zin is dit werk met zijn vele
onverwachte wendingen
harmonie en orchestratie het
prototype van het latere sterk
koloristisch orchestraal
van Richard Strauss.
Als tweede werk hoorden we:
«Petite Suite pour Orchestre»!
van Claude Debussy. Ik wil ec z'Jd
wel de aandacht on~»««>tioe®
dat dit werk oorspronkelijk voc*
piano gekomponeerd was en...
niet door Debussy zelf geor-j piai
chestreerd werd maar door Bel
Henri Paul Busser 1872).
Busser, een Frans komponist
en operadirigent, werd voor
drie jaar ter gelegenheid van
zijn honderste verjaardag be
dacht met de uitvoering van; verl
een zijner opera's, een °nc
wetenswaardig feit dat toch wel
even mocht aangestipt wor
den!
Werd vervolgt met werken van
twee Engelse toondichters,
namelijk de «Variaties op een
thema van Thomas Tallis» van
Ralph Vaughan Williams, er
«Engelse Dansen» van Mal-
coin Arnold.
Het werk van Vaughan Wil
liams, enkel voor strijkers be
dacht klonk door zijn bezetting
enigzins beter in de grote ker
kruimte. Toch diende de diri
gent voor meer spankracht in
dit breed opgezette adagio te
zorgen. Verder wijs ik er op dat
de benaming. Variaties over
een thema van Tallis onjuist is.
Het gaat wel over een «Fanta
sie over een thema van Tallis»
Het werk werd gekomponeerd
in 1910.
Meer populariserend en met
veel orchestraal bravour was
het werk van Malcolm Arnold.
Spijtig genoeg verviel alles te
rug in een bombastisch en on
genuanceerd geheel. Van sa
menspel was geen sprake.
Het tweede deel voorzag naast
de «Pavane» voor orkest van
Gabriel Fauré, die zoals eerder
gezegd wegens de kou werd
afgelast een belangrijk werk
van Francis Poulenc; namelijk
diens suite uit het ballet
Biches» gecomponeerd
1923.
Het is onder andere met dit
werk dat de toen 24-jange
toondichter zijn eerste grote
suksessen oogstte.
Deze uitermate verfijnde, vaak
spirituele en humoristische
elementen bevattende muziek
verdiende hier wel een andere
aanpak. Alle wezenlijke stijl
kenmerken werden als het
ware verdoezeld, om niet te
zeggen over het hoofd gezien.
Een beleefd applaus (om de
jonge musici niet al te zeer te
ontmoedigen) bracht dan een
einde aan een avond die mits
betere voorbereiding, zowel
qua organisatie als op muzi
kaal - technisch en esthetisch
vlak, zeker vruchtbaar had
kunnen zijn.
Wanneer brengt Azymuth een
volgend jeugdorkest naar
Aalst?
André De Groeve
Vol
het
den
van
stri
wee
kan
Urs
het
Kat
nee
win
zijn
onp
sen
sm«
Zou
sen
sch
plet
stra
Op
Bae
was
Alfr
de
nun
pari
zijn
boe
In c
ach'
plaa
Sint
tota
Zou
min
waa
gezi
vooi
Mar
mak
Vro<
Het
rinn
van
vroe
king
juni
huic
Kult
zeve
den
stra:
stra:
Tot i
autc
de t;
Pleii
hera
plaa
sing
van
aant
verrr
van
Grae
sen