r MANCHESTER YOUTH ORCHESTRA TEGENVALLER VAN FORMAAT DE KALE ZANGERES KULTUURKALENDER FILM BIJ ONS OPEN DOEK VOOR EEN BOEK 24 - 18-4-75 - De Voorpost De Theaterafdeling van de Pan presenteert begin mei van Eugène lonesco In februari '68 bracht de Nieuwe Pan zijn eerste opvoering met een beroemde, absurde dame genaamd de kale zangeres voor het Aalsters publiek. Voor de dertien man die het toen gezien hebben hoeft het dus niet, wel voor diegenen die sa men met Pan het vijfde speeljaar van de Pan willen toelachen. Het sukses van de Les ligt nog vers in het geheugen of reeds laten wij het gekste, meest idiote, burleske en oerkomische gedrocht op de toeschouwers los een geheimzinning wezen, wiens zangtalent en speciale coiffure menigeen de stuipen zal bezorgen. Met: Mrs. Smith, de oerdegelijke, breiende dame, die bij volle maan mensenoffers brengt en glas eet, kortom een dame met pit en haar op de tanden gespeeld door onze lieftallige Hilde Gilbos, die kwistig blauwe ogen uitdeelt in de Pan. Mr. Smith, de oerdegelijke, maar adders-onder - het - gras hebbende Engelsman un peu sérieux et preux gespeeld door de alom bewonderde ster van onze supergroep Hugo Ma- thieu. Mary, het dienstmeisje, de reïnkamatie van Marlène Dietrich, aardig op weg het nieuwe sexsymbool te worden van mening gefrustreerd huisvader gespeeld door onze superstar: Lily Vande Maele. Mrs. Martin, de kwaadaardige, gevaarlijke, zich nooit iets her innerende maagd, die vergeten is dat ze niettegenstaande alles getrouwd is. Gespeeld door onze leading lady Hélène Corthals. Mr. Martin, een man met een reukje aan, misschien wel van de verkeerde kant, gespeeld door, zo is het toevallig nog een keer Lieven Mathieu. De brandweerkommandant: de komiek, die nooit komisch is, volledig in het rood gespeeld door onze blauwe jongen Jan Doorns, en uiteraard de rol der rollen, en uiteraard de rol der rollen De Kale Zangeres gespeeld door een beroemde travestie uit Hamburg MISS DARLING DOLLY DANE Er zullen plaatsen te kort zijn, dat weet u dus - telefoneer (053) 70.28.71 1ste voorstelling: zondag: gala - première. 2e voorstelling: daarop volgende zondag 3e voorstelling: maandag nadien 4e voorstelling: woensdag 5e voorstelling: donderdag voorstelling: vrijdag Een produktie van een supergroep, met supersterren in een superbe regie van Joachim van Sint-Vaast met superbe Costumes en dekors van Anita Breek ons internationaal symbool). Goede start Pan. VRUDAG18 APRIL Aalst 20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45, voordracht over «Racisme en Fascisme bij ons» door Stichting Leon Lesoil. Affligem 20 uur: in Kultureel Centrum, vooropening tentoonstelling Luk De Block en Hugo Clocheret. Inleider prof. dr. fr. Vyncke. De tentoonstelling loopt tot 4 mei a.s., en open op zondagen van 11 tot 13 uur en van 14.30 tot 20 uur. Op zaterdagen van 14.30 tot 20 uur. Op 1 mei van 14.30 uur tot 20 uur. Aalst 20.30 uur: in Pan, Wellekensstraat 45, filmvertoning van «Brown Alle With G.» 20 uur: in lokaal Gulden Vlies, Esplanadestraat 13, voordracht door Piet De Pauw, van het Tak over de Vlaamse aanwezigheid te Brussel. België en Europa. 20 uur: in C.S.V., Wellekensstraat 45 avond over progressieve frontvorming met sprekers van jong socialisten, ral, kristenen voor het socialisme en werkgroep arbeid. Tot 2 mei in de Belfortzalen, Grote Markt tentoonstelling Jonge Ekonomische Kamer met Martin Baeyens, Raf Cleeremans, Maurice De Clercq, Felix Everaert, Viviane Laurence, Guy Leclercq, Wilhelm Mechnig, Frans Minnaert, Roland Monteyne, Yves Rhayé, Franine Urbin Choffray, Anne-Marie Van Hoorick enMauritsVan Saene. De tentoonstelling is open van 10 tot 12.30 uur en van 14 tot 18 uur. Nog tot 27 april in New Reform, Wellekensstraat 45, tentoonstelling Ken Friedman (USA) en William Louis Sorensen (Denemarken). Open op woensdag, donderdag, vrijdag van 17 tot 18.30, zaterdagen van 15 tot 17 uur en van 20 tot 21 uur. Op zondag van 11 tot 12.30 uur. Nog tot 28 april in Galerij Valerius De Saedeleer, Keizerlijk Plein 53, tentoonstelling «Oude Kunst uit Egypte» en «Byzantijnse en Russische ikonen». Open op zon- en weekdagen van 10 tot 12 uur en van 14tot 19uur. Gesloten opdinsdag. Aalst 20 uur: In de St.-Annazaal, Roklijfstraat optreden van het kreatief teater Krejalaboo o.l.v. Ton van Ark met «Cirkus van de Onmacht» ingericht door jeugdklub Terlinden en jeugdatelier Joepie. 20 uur: in Stadsschouwburg, Vredeplein opvoering door 't Land van Riem van «De Kribbebijter». ZONDAG 20 APRIL Aalst 19 uur: inzaai H. Hart, Dr. De Moorstraat opvoering van «Gieren op 't veilig nest» door Nieuw Leven. 20.30 uur: in Pan. Wellekensstraat 45, filmvertoning van «BrownAle with G.» 20 uur: in Stadsschouwburg, Vredeplein opvoering door 't Land van Riem van «De Kribbebijter». MAANDAG 21 APRIL Affligem 20 uur: voordracht over «De Streek van Aalst en Asse tijdens de Ijstijden door lie. E.P.M. Vertonghen. In het Kultureel Centrum. Aalst 20 uur: in Stadsschouwburg. Vredeplein opvoering door 't Land van Riem van «De Kribbebijter». DONDERDAG 24 APRIL Aalst 20 uur: in filmzaal Sint-Jozefskollege, Pontstraat vertoning door KFI. van Dood in Venetië van L. Visconti. Ondanks alle voorbereiding en de ongetwijfeld dynamische inzet der jonge orkestleden, zal hun optreden in de Sint. Martinuskerk te Aalst niet bepaald hun aangenaamste herin nering zijn. Hun koncert liep uit op een nietszeggende aange legenheid. De geprogrameerde werken, op zichzelf interes sant genoeg voor een boeiende koncertavond, groeiden uit tot een verwarde en vaak irriterende klankenmassa. Verschil lende feiten hebben hierin een rol gespeeld. Vooreerst waren er de slechte akoestische omstandigheden, die een gevolg waren van de uiterst minieme publieke op komst. Zouden er evenveel toehoorders geweest zijn als uitvoerders? Dit alles had natuurlijk een heel slechte demping van de door het orkest geproduceerde klanken tot gevolg. Neem daarbij het feit dat het ensem ble erg weinig nuance bracht, geen zin had voor kodoristi- sche close-up-werking en te vens de indruk gaf van een ze- Week van vrijdag 18 tot en met donderdag 24 april 1975. De hoofdvogel wordt deze week afgeschoten in cinema Feestpaleis. Reeds geruime tijd aangekondigd en door vele mensen verwacht is daar «Jonathan Livingstone Seagull» te gast. Aan de basis van de film ligt het boek van Richard Bach, een bestseller in de Verenigde Staten en sedert enkele maanden ook bij ons. (Het boekje werd immers ook in het Nederlands uitgegeven, geïllustreerd met fraaie foto's). In zijn meeuwen-roman geeft Bach (gewild?) een vrij goed beeld van de Amerikaanse opvatting over de verhouding individu-maatschappij. De meeuwengemeenschap die hij voorstelt voldoet aan het beeld dat wij Amerikaanse samenleving hebben. In onze ogen leven en werken Amerikanen enkel om te konsumeren. Om dat doel te bereiken (de hoogste ÜE KLEINE RUDOLF De eenzaat Rudolf is bedien de op een verzekeringsmaat- (schappij. Het loon is er aan de lage kant de arbeidsom standigheden zijn somber en enig menselijk kontakt onder de personeelsleden is er ook al niet aanwezig. Maar al blijkt dit alles de kenschetsende leefsfeer van iemand als Ru- dolf. Hij is klein van gestalte en schichtig in zijn bewegin gen zijn kledij is armzalig en valt buiten de gemiddelde smaak en heel zijn verschij ning waartoe ook een vale kantoorkleur en angst-ogen horen wekt tegelijk deernis en lachlust op. Bovendien is Rudolf jonggezel gebleven na een jeugd waarin hij als wees door eigen familie is opge licht, zodat hij zijn hogere studies moet onderbreken en noodgedwongen een voor zijn verstandelijke mogelijkheden minderwaardige job heeft aanvaard met de eraan ver bonden sobere levenswijze. Als De kleine Rudo\l (Aart Van der Leeuw, Uitg. Nijgh en Van Ditmar, 's-Gravenhage) aan vangt is Rudolf net op zoek naar een andere woning die weer eens bespottelijk arm zalig zal zijn en dus de glim lach van zijn omgeving zal verwekken. Een glimlach Alsof iemand, hij mag dan een verweerde flambard op hebben, die hem, omdat hij bovendien nog onder de maat is, op een paddestoel doet lij ken hij mag dan aan de knie uitgezakte broekspijpen dra gen, een vaal kantoorgezicht vertonen, en vingers, waarvan de inktvlekken niet helemaal af zijn gewassen, niet een dak boven zijn hoofd zou moeten hebben, wat vuur als hij koud thuiskomt, en een bed voor de nachturen. Rudolf, die voortdurend flar den zelfspot-dialoog voert met de personages uit zijn gesplit ste ik, is eigenlijk het Laer- mans-type van Elsschot dat in een amechtige Chaplin-rol is gedrongen en voorlopig geen gevecht meer levert met zich zelf, dit wil zeggen met zijn karikaturaal uitzicht en met zijn materieel falen. De levens filosofie die hij tenslotte op bouwt is die van Goethe's Ich hab' mein Sach auf Nichts gestellt, ik verwacht niets meer in dit leven, het slecht ste is mij goed genoeg. Vanuit de instelling gaat hij een huwelijk aan met Jeanne, de dochter van zijn hospita en een wanstaltig meisje eigen lijk dat daarenboven lelijk, dom is. Maar al bij al schenkt het vooruitzicht op het stil huwelijk met de inmiddels zwangere Jeanne, Rudolf toch enig geluk en vooral zelfver trouwen. Op kantoor dwingt hij promotie af en het leven blijkt hem minder toonloos. Want dit is de eerste maal, God weet sinds hoeveel ja ren, dat iemand er behoefte aan voelt, zich bij me aan te sluiten. En Ik dank je zegt mijn kollega, en een hand, die ik tot nu toe als een aanhang sel van een vulpen beschouwd heb, drukt de mijne. Toch blijft Rudolf erin gelo ven dat geluk nooit zijn deel kan zijn. Bijna stoïcijns schrijft hij aan nicht Martha het verrukkelijke natuur kind met wie hij vakantieda gen vol verliefdheid heeft doorgebracht die ertoe bijge dragen hebben dat Martha ter- wille van Rudolf haar eigen verloving verbreektHet is al les voorbij en veranderd. Ik ga trouwen. Neen, niet uit liefde. Vergeef me. En als er grote zorgen komen, mag ik je dan bij me roepen Die grote zorgen komen reeds spoedig nadien De zwakke Jeanne brengt een le venloos kind ter wereld en overlijdt enige tijd daarna. Het doodsbed scheidt nu Ru- dolf en Martha nadien is tus sen hen de tafel waar zij bei den aanzitten na de begrafe nis van Jeanne. Maar ook de afstand van de piëteit en het ongeloof in het voor de hand liggende geluk scheidt bei den. Want voor Rudolf blijft het 'Ich habmein Sach auf Nichts gestellt. Jaren later zijn Martha en Ru- dolf echter wél man en vrouw. Rudolf heeft zijn onderbroken studies afgewerkt en is in middels gepromoveerd tot doctor in de geschiedenis. De schichtige kantoordwerg is nu de gewaardeerde heer op een groot landbouwbedrijf. Hij leeft er in een klank met het geluk van elke dag, het ge luk van gehuwd te zijn met de verrukkelijke Martha, het geluk twee aanhankelijke kin deren te bezitten, het geluk welgevallig te kunnen neerkij ken op de hele doening van dieren en gewassen Maar toch houdt Rudolf nog reke ning met de onkans die hem misschien slechts voorlopig ontziet. Die instelling blijkt bijvoorbeeld uit de namen die hij zijn kinderen geeftze herinneren aan zijn wederva ren in het eerste dompige sous-terrain dat hij bewoonde. FRANS-JOS VERDOODT. graad van konsumptie, dikwijls verward met de hoogste graad van geluk) doen zij alles en nog wat. Zo is het ook met de meeuwen gesteldhun enige doel schijnt te zijn zich zo goed mogelijk vol te vreten, waarbij zij hun soortgenoten geen kans laten. Daartegen komt Jonathan in opstand. Hij is van mening dat er een andere zin moet zijn die het meeuwen bestaan kan beheersen. Aanvanke lijk zoekt hij het in het vliegenhij wil hoger, sneller en sierlijker dan de andere meeuwen vliegen. Daardoor komt hij in konflikt met de troep. Omwille van zijn vermeende hoogmoed wordt hij verbannen (dat schijnt zo de strengste straf te zijn die een meeuw kan krijgen). Op zijn toch door Gods wijde natuur maakt hij kennis met hoogstaande soortgenoten die hem de essentie van het meeuwen-bestaan meedelen. Met die wijsheid keert hij dan naar zijn eigen troep terug om er zijn vrienden deel aan te laten hebben. Tot daar de kern van het verhaal, dat het minst interessante deel van de film uitmaakt. De film draait immers op het gebied van de vertelling. Men kan zich de vraag stellen waar de fout ligt, bij het verhaal of in de vorm die Barlett eraan gaf. Het verhaal zelf is naïef van het begin tot het einde en geeft - filmisch gezien - weinig aanleiding tot boeiende momenten. Bartlett maakt het de kijker niet gemakkelij ker door de meeuwen een menselijke stem aan te meten Wat de film echter tot een belevenis maakt is de oneindig mooie fotografie (van Jack Couffer), die de vlucht van Jonathan prachtig reveleert. De natuur krijgt andere, ongekende dimensies wanneer men die vanuit de lucht bekijkt. Bovendien zijn de makers van de film erin geslaagd de indruk te wekken dat Jonathan en zijn vrienden 'akteren' als het ware. Een andere noemens waardige kwaliteit van «Jonathan Livingston Seagull» is de kombinatie beeld-muziek. Deze vormen op sommige ogenblikken een prachtige kombinatie die je ademloos in je zetel drukt, waarbij je enkel nog ondergaat, kijkt en luistert. Voor de muziek zijn Neil Daimond en Lee Holdridge verantwoordelijk. Hall Barlett realiseerde deze mooie, poëtische film, die weliswaar enige zwakke punten heeft doch zekerde moeite loont, weliswaar enige zwakke punten heeft doch zeker de moeite loont. In cinema Palace wordt «Airport '75» nog een week doorgespeeld. Het is een film van Jack Smight, met veel gekende namen: Charlton Heston, Karen Black, Gloria Swanson, Georges Kennedy, Linda Blair en Ellen Reddy. Het scenario van Don Ingalls is eens te meer gemaakt naar de roman 'Airport' van Arthur Hailey. Merkwaardig voor deze film is het feit dat een aantal mensen gewoon zichzelf zijn in de loop van het verhaal. Zo is Gloria Swanson inderdaad een beroemde actrice en kweelt Ellen Reddy vermomd als non enige chansons. Dat hoeft echter geen negatief aspekt van de film te zijn. In wezen brengt Airport '75' niets nieuws: gewoon een lekker verhaal waarvan je van tevoren weet dat het goed afloopt, maar er toch enige tijd de spanning inhoudt. In het begin laat niets een drama vermoeden. Alles lijkt op een gewone vliegtuigreis en dus worden de meest typische passagiers van de jumbo-jet even voorgesteld. Door het overwippen naar de haastige zakenman komt er stilaan een zekere spanning op gang die iets laat vermoeden. Die spanning loopt na de -net-niet-fatale- botsing door en verhoogt natuurlijk naarmate de situatie meer en meer uitzichtloos gaat lijken. Van begin tot einde geen buitensporige verrassingen dus, maar wel een boeiend spektakel. Het grootste tekort aan deze film is dan ook niet op gebied van vormgeving te vinden maar ligt bij de akteurs. Die presteren wel erg weinig, doch dat is een indruk die men bij veel grote produkties opdoet: één voor één moeten de sterren eens op de voorgrond treden en een nummertje ten beste geven. Voor minder persoonlijke realisators kan dit wel problemen scheppen, dat illustreert deze «Airport '75' wel goed. Toch aanbevolen voor een regen-en-wind avond In cinema Alfa deze week: «Touch Guys», een film van Duccio Tessari, met Lino Ventura en Isaac Hayes (die tevens de muziek schreef). Nogal zwakke historie over een zieleherder die mond vol heeft van geweldloosheid doch zijn opvattingen hieromtrent niet in praktijk omzet. Hij neemt het daadwerkelijk op tegen de zware jongens die zijn parochie onveilig maken. Bij de Katolieke Filmliga komt Luchino Visconti's «Death in Venice» als sluitstuk van het filmseizoen aan de beurt. Visconti ging voor deze film te rade bij Thomas Mann (Duitse schrijver, Nobelprijswinnaar), die zich op zijn beurt liet inspireren door het tragische einde van Gustav Mahler. De film verhaalt de laatste dagen van een komponist die in Venetië een rustkuur doet. Tijdens die 'retraite' komt de kunstenaar tot de vaststelling dat hij anders had moeten leven, dat hij bepaalde dingen gemist heeft. Zijn schoonheidsideaal ziet hij verpersoonlijkt in de figuur van een jonge knaap (wanneer men de lijn met Mahler doortrekt kan men het ook als verliefheid opvatten). Voor wie van Visconti houdt een buitenkans. Dirk Bogarde vertolkt de figuur van de aftakelende man op een meesterlijke manier Filmklub Pan brengt op vrijdag 18 en zondag 20 april een dubbelprogramma met films van jonge kineasten. De eerste film is «The Crystalline Marriage», een film van Ed Harker die handelt over twee neurotische personnages: een Vietnamveteraan enerzijds en een jonge Amerikaan se nymfomane. De tweede film is het debuut van Alan Brown: «Brown Ale with Gertie», een film waarvoor Brown van het British Film Institute volledige vrijheid kreeg voor wat zijn kreativiteit betreft. «Brown Ale with Gertie» handelt over een jongeman die zijn persoonlijke vrijheid wil waar maken in een stad vol geweld en wreedheid. Guy De Lomba^rt kere onmacht. Reeds vlug wa te merken dat de avond alle behalve representatief zot worden. Het werden inderdaai effektloze interpretaties. Verder hadden we de indni dat de organisatie «Azymuth koncerten inricht, meer on zichzelf een bepaald image op te schroeven dan de muziek- liefhebbersjen dienste te zijn. Verder is «Azymuth» er ook van overtuigd dat in Vlaande ren Engels en Frans de mees gesproken talen ?ijn. Daarom dan maar een supplementaire brochure in bovengenoemde talen om de meer taalvaardige muziekliefhebber alle gewen ste informatie te verschaffen in verband met The City o! Manchester», haar muzikale jeugd, haar orkest en... de ge programeerde werken. Een podium was blijkbaar ook overbodig. Van het orkest was vrijwel niets anders te zien dan enkele strijkers. Verder bleef de kerk onver warmd. De kou dwong dan ook verschillende mensen tijdens de pauze huiswaarts te keren, en bracht de dirigent (Victor Fox) ertoe het werk van Gabriël Fauré, een Pavane, te schrap pen. Al deze spijtige toevallen beletten me niet de program makeuze interessant te noe men. Er werd ingezet met de «Ou verture tot een Romeins Kar naval» van Hector Berlioz. Deze bekende, zelfs populaire bladzijden, waarin Berlioz en kele fragmenten uit zijn opera «Benvenuto Cellini» aanhaalt, zijn een representatief voorbe eld van diens exuberante en veelkleurige schrijfwijze. In ze kere zin is dit werk met zijn vele onverwachte wendingen harmonie en orchestratie het prototype van het latere sterk koloristisch orchestraal van Richard Strauss. Als tweede werk hoorden we: «Petite Suite pour Orchestre»! van Claude Debussy. Ik wil ec z'Jd wel de aandacht on~»««>tioe® dat dit werk oorspronkelijk voc* piano gekomponeerd was en... niet door Debussy zelf geor-j piai chestreerd werd maar door Bel Henri Paul Busser 1872). Busser, een Frans komponist en operadirigent, werd voor drie jaar ter gelegenheid van zijn honderste verjaardag be dacht met de uitvoering van; verl een zijner opera's, een °nc wetenswaardig feit dat toch wel even mocht aangestipt wor den! Werd vervolgt met werken van twee Engelse toondichters, namelijk de «Variaties op een thema van Thomas Tallis» van Ralph Vaughan Williams, er «Engelse Dansen» van Mal- coin Arnold. Het werk van Vaughan Wil liams, enkel voor strijkers be dacht klonk door zijn bezetting enigzins beter in de grote ker kruimte. Toch diende de diri gent voor meer spankracht in dit breed opgezette adagio te zorgen. Verder wijs ik er op dat de benaming. Variaties over een thema van Tallis onjuist is. Het gaat wel over een «Fanta sie over een thema van Tallis» Het werk werd gekomponeerd in 1910. Meer populariserend en met veel orchestraal bravour was het werk van Malcolm Arnold. Spijtig genoeg verviel alles te rug in een bombastisch en on genuanceerd geheel. Van sa menspel was geen sprake. Het tweede deel voorzag naast de «Pavane» voor orkest van Gabriel Fauré, die zoals eerder gezegd wegens de kou werd afgelast een belangrijk werk van Francis Poulenc; namelijk diens suite uit het ballet Biches» gecomponeerd 1923. Het is onder andere met dit werk dat de toen 24-jange toondichter zijn eerste grote suksessen oogstte. Deze uitermate verfijnde, vaak spirituele en humoristische elementen bevattende muziek verdiende hier wel een andere aanpak. Alle wezenlijke stijl kenmerken werden als het ware verdoezeld, om niet te zeggen over het hoofd gezien. Een beleefd applaus (om de jonge musici niet al te zeer te ontmoedigen) bracht dan een einde aan een avond die mits betere voorbereiding, zowel qua organisatie als op muzi kaal - technisch en esthetisch vlak, zeker vruchtbaar had kunnen zijn. Wanneer brengt Azymuth een volgend jeugdorkest naar Aalst? André De Groeve Vol het den van stri wee kan Urs het Kat nee win zijn onp sen sm« Zou sen sch plet stra Op Bae was Alfr de nun pari zijn boe In c ach' plaa Sint tota Zou min waa gezi vooi Mar mak Vro< Het rinn van vroe king juni huic Kult zeve den stra: stra: Tot i autc de t; Pleii hera plaa sing van aant verrr van Grae sen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 24