Wie d
rivaliti
en D
tands
was.
«Kais
reine
nierer
Ros B
a s. tc
schikl
roemr
eens
wensl
tijdsg
ken t
tige 2
denzi
zaal.
16 m
24 - 2-5-75 - De Voorpost
Enerzijds financiële beslommeringen en anderzijds pracht en praal waren er de
oorzaak van dat de strengheid van de regel en de eenvoud van de eerste monni
ken teloorgingen.
Abten van Affligem gaan zetelen in de Brabantse Staten en hun invloed vergroot
doch vaak ten koste van het leven van hun gemeenschap die ze enigszins ver
waarlozen en waar de studie- en offergeest gestadig verminderen.
Abt Jan van Alphen komt zelfs met zijn geestelijken, kort voor zijn abdikatie, over
een de bezittingen te verdelen in drie delen een deel voor de abt zelf en zijn
opvolgers, een tweede deel voor de prior en de gemeenschap en een derde deel
voor de (kerk)fabriek voor onderhoud van gebouwen en goederen.
Wat ook weinig bevorderlijk was voor de geest van onthechting was het toekennen
van een lijfrente aan dignitarissen en gewone broeders, hoe klein ze voor de
gewone broeder dan ook mocht zijn. Door het toekennen van een aanzienlijke
rente aan waardigheidsbekleders werden deze posten geambieerd ook door men
sen die met het kloosterleven geen uitstaans wensten te hebben. Keizers en konin
gen matigden zich het recht aan de titel van abt te geven aan wereldlijke
personen die niet veel meer deden dan de inkomsten verbonden aan het ambt te
genieten.
AFFLIGEM
GOSWIJN HERDINCKX
Nadat de hertog van Boergon-
diê beslag had laten leggen op
de goederen van de abdij,
speelde abt Goswijn een be
langrijke rol. zij het dan een
totaal wereldse. Wegens talrij
ke interessante familierelaties
en anderzijds door zijn diplo
matieke handigheid werd hij
vaak met belangrijke zendingen
belast. In 1480 werd hij belast
met een onderhandeling no
pens een wapenstilstand met
Frankrijk. In 1483 was hij één
der ondertekenaars van het
verdrag van Atrecht. In 1484
onderhandelde hij namens Ma-
ximiliaan van Oostenrijk met
opstandige Vlamingen en in
1489 trachtte hij Brussel met
Maximliaan te verzoenen. Ge
storven te Brussel werd hij er
in 't volstrekste geheim begra
ven zodat niemand wist of hij
inderdaad overleden was en zo
ja, waar zijn overblijfselen rus-
- ten.
ABT WILHELMUS MICHIELS
Nadat Giselbert de Maerselaer
wegens gezondheidsredenen
en minder bevoegdheid gewei
gerd had abt van Affligem te
worden kwam deze eer toe aan
Willem Michiels die van Rome
volledige ontslaging van het
bisschoppelijk gezag bekwam.
Toen echter de bisschop van
Kamerijk. die met die ontsla
ging niet gediend was, op in-
spektiebezoek kwam te Affli
gem, leek hem het tijdelijke
deel beter verzorgd dan het
geestelijke. Paus Julius M en
Keizer Maximiliaan bevestigden
hem evenwel in zijn waardig
heid en de abdij werd als een
arena van misnoegdheid. Na
dat de abt, onvrijwillig alles
zins, met een stokslag een kind
had gedood en nadat hij te
kennen had gegeven te willen
opgevolgd worden door de ge
weldige Daniël, kwam de
kloostergemeenschap tegen
hem in passief verzet.
Tegen de zin in van de kloos
tergemeenschap en met behulp
van een leugenachtig schrijven
naar Rome, gelukt de abt erin
Willem de Croy als opvolger te
doen aannemen.
WILLEM DE CROY
Geboren in België in 1498, als
telg uit het adellijk geslacht de
Croy, werd hij reeds op 14 jaar
monnik te Affligem en sprak er,
na ontslaging door de paus,
aanstonds zijn geloften uit.
Naar Leuven gezonden, werd
hij door Karei V weldra met tal
van waardigheden overladen.
Op achttienjarige leeftijd werd
hij bisschop van Kamerijk en
op 19-jarige leeftijd werd hij
kardinaal-diaken, aartsbisschop
van Toledo en primaat van
Spanje. Vervolgens maakte 'de
keizer Willem de Croy tot kan
selier van Castillië en abt van
de H. Petrus te Gent Twintig
jaar oud werd hij abt van Affli
gem doch liet het bestuur van
de abdij over aan proost Wil
lem van Ghoer. Na de eed van
gehoorzaamheid van deze
proost te hebben ontvangen,
verliet Willem de Croy, Affli
gem dat hij nooit meer zou
weerzien.
Door het lot steeds bevoorde-
ligd en een geweldige opgang
gemaakt hebbend in een mini
mum van tijd, werd het lot hem
nu ongunstig. Op 23-jarige
leeftijd deed hij op tocht naar
een rijksdag in Worms een zo
ongelukkige val van zijn paard,
dat hij nog dezelfde dag (6
jan. 1521) stierf en te Leuven
werd begraven.
KAREL DE CROY
Nog bijna een kind trad de
broeder van de overleden abt
nu in het klooster als monnik,
deed er bij ontslaging door de
paus zijn geloften en kreeg de
titel van abt van Affligem tot
de tijd zou gekomen zijn
waarop hij zijn verplichtingen
als abt zou kunnen vervullen.
Nu werd Affligem verbonden
met de kongregatie van Burs-
feld en Karei de Croy werd
bisschop van Doornik met be
houd evenwel van zijn titel van
abt van Affligem, zodat men in
Affligem de moed opgaf nog
ooit een eigen abt te hebben.
In deze periode leende Affli
gem herhaalde malen grote
sommen geld aan de vorstin
1512 600 pond, doch in 1539
11.200 pond, die de keizer be
loofde terug te betalen in drie
jaarlijkse stortingen.
Niettegenstaande de afwezig
heid van de abt bloeide Affli
gem. Edelen van de hoogste
rang stuurden er hun zonen en
aanzagen Affligem als een
voorbereidingsschool tot de
universiteit. Philips, prins van
Oranje, Karei van Aarschot en
de prins van Barbanpon ver
toefden er lang gedurende hun
jeugd.
In 1564 stierf Karei de Croy,
bouwer o.a. van het water
kasteel van Moorsel, en van
de paus had hij toelating beko
men bij testament te beschik
ken over zijn eigen goederen
en over die van de abdijen.
Daar zijn gedrag verre van
voorbeeldig was bekioeg het
kapittel van Bursfeld zich over
de lichtvaardige wijze waarop
hij de proosten Vandevelde en
Cools had afgezet. De abt had
nog maar pas de ogen geslo
ten of de kloostergemeenschap
verenigde zich in kapittel en
verkoos Arnold Motmans als
proost. De paus leek echter
niet akkoord en bij de intrede
van de hertog van Alba in onze
gewesten werd de abdij in de
handen gegeven van gezanten
van Granvelle. Motmans werd
uit zijn macht ontzet en werd
prior te Waver en te Frasnes.
LOS VAN T AARTSBISDOM
Wanneer in 1577 de Spanjaar
den de Nederlanden hadden
verlaten, bekioeg men zich te
rug van de band die Affligem
aan het Aartsbisdom bond. Don
Juan van Oostenrijk deed deze
kwestie onderzoeken doch de
gebeurtenissen van die periode
droegen ertoe bij deze zaak op
de lange baan te schuiven.
SOLDATEN TE AFFLIGEM
Gedurende de godsdiensttroe
belen wekten de rijkdommen
van het klooster de begerigheid
en inhaligheid van de soldaten
van beide partijen. In 1576 wer-
De huidige refter
den monniken gemarteld om
hen de plaats waar de schatten
van de abdij zouden te vinden
zijn te tonen. Prior en onder
prior werden meegenomen naar
Aalst en slechts vrijgelaten na
vier dagen en met veel goud
als losprijs.
Ook troepen van de staten na
men deel aan plunderingen en
baldadigheden, inzonderheid
de zwarte bende(zo ge
noemd naar hun zwarte vlag).
Bij hun plundering van de ab
dij vluchtten de monniken over
de muren, verscholen zich in de
bossen en trokken zich terug
te Aalst en anderen te Dender-
monde.
In 1580 deed Cleemgat, bevel
hebber van het kasteel van
Moorsel, de grote abdijkerk in
brand steken en het vuur ver
schillende dagen onderhouden,
zodanig dat van de mooie kerk
nog enkel muren en gewelven
overbleven. Van de gewelven
die wel weerstaan hadden aan
het vuur restte ook niets meer
vermits ze door regen en
sneeuw achteraf instortten.
weg afschaffen, doch na vraag
bij aartshertog Albrecht werd
een missie van Affligem ge
stuurd om er de toestand van
de abdij te onderzoeken. Al
hoewel de monniken van Affli
gem te Rome niet zonder steun
waren, trokken ze toch aan het
kortste eind. De aartsbisschop
was reeds begonnen met de
restauratie der gebouwen en
stelde monniken van Sin-Jan
bij leper aan het hoofd van de
gemeenschap van Affligem.
WEER ONAFHANKELIJK
Bij de dood van de aartsbis
schop meenden de monniken
het ogenblik gunstig om te
trachten hun autonomie te her
overen. Proost Van Haeften
vroeg aan aartshertog Albrecht
te willen tussenkomen te Rome
om hun zelfstandigheid te her
overen, doch ondertussen werd
druk uitgeoefend op de aarts
hertog om vlug een opvolger
voor de aartsbisschop aan te
stellen. Afgevaardigden van de
abdij trokken bij Jaak Boonen,
de nieuwe aartsbisschop, en
bekwamen van deze kerkvorst
dat hij al wat door Affligem zou
gevraagd worden, en dat recht
vaardig en redelijk was, zou
steunen.
Er werd teruggegrepen naar de
Regel van Benediktus zoals die
toegepast werd in de kongrega-
ties van St. Vith en van Lor-
reinen.
Nu leefde de Affligemse ge
meenschap weer in peis en
vree, doch met het aartsbisdom
was er nog voortdurend be
twisting over de verdeling van
de goederen. Volgens een ak
koord gesloten in 1650 en door
de koning in 1652 bevestigd,
kreeg de gemeenschap het
recht haar eigen proost aan te
stellen die door de aartsbis
schop enkel om geldige rede
nen uit zijn ambt zou kunnen
ontzet worden. Deze proost
zou dan op zijn beurt de an
dere taken verdelen. Aan de
toegewezen tot aanduiding van
gemeenschap was ook, de taak
priors, tot aanneming van no
vicen en tof in ontvangst ne
men van de pastorijen van Es-
sene. Hekelgem, Meldert. Baar-
degem, de kapelanie van Wa-
vre, de pastorijen van Bornem
en Frasnes. De helft van de
goederen kwam ook aan de
gemeenschap toe, evenals een
som van 25.000 florijn in ruil
voor de woonst te Brussel die
nu eksklusief eigendom werd
van het aartsbisdom.
TERUG KRIJGSGEWOEL
Gedurende de winter 1667-68
bevond de abdij zich in een
zeer gevaarlijke situatie, name
lijk tussen twee oorlogvoeren
de legers. Een detachement
Fransen dat te Meldert moest
vluchten, beschuldigde de ab
dij van steun aan de Spanjaar
den door het bezorgen van eet
waar. Een deel van het garni
zoen van Ath verscheen plotse
ling in het klooster, plunderde
het en wilde slechts vertrekken
na 4000 florijn te hebben gekre
gen. Meermalen in de loop der
Volgende week:
Affligem
na de
Franse
Revolutie
Het Bisschoppenhuis te Affligem
andere steden, waren akkoord
met deze beroving. Door het
Brussels garnizoen werden
even vroeger drie monniken ge
dood en andere gevangen ge
nomen en slechts tegen beta
ling van 3000 florijn vrijgesla-
ten tijdens de inname van
Aalst.
Tijdens het beleg van Antwer
pen streek een detachement
Italiaanse troepen in dienst van
de koning neer in de bossen
van Affligem en velde er niet
minder dan 500 eiken die zou
den dienen voor de konstruktie
van de beruchte brug door de
prins van Parma over de Schel
de geworpen.
MONNIKEN OP DOOL
Na de inneming van Aalst trok
ken de monniken zich terug te
Doornik en daarna te Bergen.
Wanneer Brussel zich aan de
koning had onderworpen was
het Broeder Lemmens die als
eerste terugkwam naar de ab
dij en terug bezit nam van de
goederen en de bossen. Hij
verwittigde zijn medebroeders,
doch deze kwamen slechts te
rug in 1605. Ondertussen had
den ze verbleven gedeeltelijk
te Brussel in het klooster der
Rijke Klaren en de andere te
Mechelen, waar de aartsbis
schop hen van het nodige
voorzag. Bij de dood van de
aartsbisschop kwamen ook de
Brusselse monniken naar Me
chelen en allen vestigden zich
in het Keysers-Hof.
Men wilde de abdij eenvoudig-
Het Kultureel Centrum met Keramiekb&nd en kaart met wandelwegen VTB.
DE CALVINISTEN
De machtige Calvinisten wilden
het lot van de abdij bezegelen
door haar goederen als belo
ning voor bewezen diensten te
schenken aan de Prins van
Oranje. De edelen van Brabant
(1582) en, op vraag van de
hertog van Alenpon ook de
De eenvoudige begraafplaats van de monniken in de abfj. Men herkent oa.
musicus)
de graven van Dom Augustinus Verhaegen(debek
tijden moest de abdij schatt
betalen. Zo 6728 florijn na
brand in de abdij in 1684,
dere lasten in 1689 en 1691
in 1695 toen, gedurende
bombardement van Brussel,
Bisschoppenhuis AffUgi
waar de aartsbisschop loge
de bij zijn verblijf in de
bij vergissing in brand raa
18e EEUW
Weinig nieuws in de achttie
eeuw vóór de Franse Omw
teling met opheffing van ge
telijke orden en kloosters
zij het bezoek van de Fran
koning Louis XV met zijn zo<
op 16 augustus 1745.
De Franse Omwenteling
echter diep ingrijpen in het
ven van abdij en monniken
gedurende lange tijd haar ste'
pel drukken op onze oude
dij Affligem.
foto's Jan Muylae
Een
/um
teksl
«In 'I
mag
ken
«Dac
de»
rlum
De F
Odili
se a
ters
held
emir
Bala
voor
even
strijc
er v
zit.