RIVAUTEIT AMST-DENDERMONDE
DORP DENDERMONDE
GROTE BOERENOMMEGANCK
iïjgriAi
NALEZING VAN HUN
RIJMELARIJ
DE POT VERWIJT DE KETEL...
VAN EZELS EN PAARDEN
AALSTERSE PROPAGANDA
VOOR DE OMMEGANG
25 ME11975
OP 13 KM. NOORDWAARTS
DER STAD AALST
2 - 23-5-75 - De Voorpost
XY M£é-
/iaJA^0^ U£V£N
MEN AM M£7"
?e s2f [TflUOOT
Draeckenier Daniël Jacobus als paarde-moderator (Ib)
Vorige week hebben we hier de tekst 'Van een schoon
legendeken' afgedrukt. In zwierige, hupse, speelse en
steeds klaterende klare verzen bezingen de Aalstenaars
daarin hun bevindingen van 1952. Een Dendermonds
rijmelaar zag zichzelf verplicht om ook even in de pen te
kruipen. Als we niet letten op de stroeve opbouw, de
eerder gebrekkige konstruktie, de vrij ouwbollige inhoud
en het totaal gemis aan ritme, dan rest er nog de
verbolgenheid van de Dendermondenaar. Bewogenheid
kan soms de resultaten leiden maar dan moet men wel
over een scherpere pen beschikken. Enfin, leest U zelf
maar....
Zo dachten nu de Aalstenaars, met hunne lege kop
(Want denken is voor hen iets raars, dat rijmt uit gans
dees mop!)
Welnu, o «Aalsterse vrienden», dan, 't is niet al wat hier is
Het eeuwenoude Ros, gewis, is reeds meer dan Aalst kan
Daar weet U dat onze Ommegang-Uren lang 'Folklore'-
Vermaard is, buiten Aalst, heelver, ja, dorpen, steden,
landen door?
En hier kan zeker Aalst niet aan. Maar ook, dat wist U
niet:
Dat wij ver aan de kop wel staan van wat ge in België ziet.
Onze Ommegang heeft derde plaats van kavalkade of
stoet,
Na Brussel en het 'Heilig bloed'...dat Aalst eens beter
doe!!!
Frans Wauters bij de beruchte affiche (Ib)
Waarom de Ajuinen, Ajuinboeren, Ajuinfretters en Ajulnpelders ook wel eens Aalstenaars
worden genoemd. Hoe de Dendermondenaars aan de spotnamen: kopvleesfretters scheepstrek-
kers en paffers ofte flauzen geraakten.
Waa
omd
miss
voor
De speech die Piet Moereels tijdens de paardenzitting van vorige vrijdag voor de voeten van
het publiek gooide was, hoe was hij... In ieder geval, een paar van de spitsvondigheden
zullen nog wel een tijdje meegaan. Een proeve tot weergeven van het gesproken woord maq
dan wellicht stroef klinken, we doen ons best. Kriskras door mekaar, zoals ons qeheuqen dat X
wil. Dem
Wie naar Dendermonde gaat moet het opmerken. Van waar men de stad ook binnenrijdt,
telkens duikt dat plakkaat op. 'Ik ben een ezel', luidt het welkomswoord. Wat de faam van
Dendermonde als paardenstad wel enigszins in het gedrang brengt. 'Ik ben een ezel... ik
draag geen schoenen van DV Een raad van Piet Moereels dus: Dendermondenaren let op
uw zaak, draag het juiste schoeisel.
Nog een fluisterstemmetje naar Frans Van Immerseel, je weet wel, de man die de stoeten
bouwt in Dendermonde. Frans is zelf geen inwoner van daar, hij heeft de stoet veel
verbeterd, (tussen haakjes: wie klein begint kan er nog iets van maken) Aanradertje voor
Frans van Piet: waarom er in het jaar van de vrouw geen merrie van maken?
Aalst is ontegensprekelijk een paardenstad. Komt men uit de richting Gent de stad binnen
dan valt al dadelijk het café «In de ruiter» op. Een andere invalsweg zal ingewijden direkt aan
die fameuse hengstenstoeterij doen denken. Bekend van dit etablissement is dat er, ook uit
het Dendermondse, heel wat merries ter dekking naar de Aalsterse instelling kwamen. Zo
dus: Vlaanderen zendt zijn zonen uit.
Piet moet in de voorbije weken wel eens in Dendermonde gepasseerd zijn. Hij wist alvast dat
er ergens 1 café met beschilderde ruiten bestond. Zo een beetje als de meeste Aalsterse
cafés met karnaval, je weet wel. Maar enfin, 't was niet slecht geschilderd, ze hadden hun
best gedaan. De tekst zou vermeld hebben dat de Aalsterse «grijnzen». Waarschijnlijk ging I
het hier om de Ommegang. Slechts één ding heeft men daarbij over het hoofd gezien dixit
Piet, dat de grijnzer altijd aan het langste eind trekt.
Terloops iets over de vier Heemskinderen. Volgens de traditie moeten de berijders van het
Ros vier broers zijn die allen in Dendermonde werden geboren, hun ouders moeten in
Dendermonde wonen enzovoort. Zegt Piet: wij maken daar zoveel tralala niet rond, da's dan
nog veel gemakkelijker ook. En, bijna smekend: zet er toch de mannen met het goeie gat op. I
Onvoorwaardelijk, Aalst mag zich met reden beroemen op een van zijn eretitels: Caput I
Flandriae Imperialae. Bert Peleman, dat is iemand uit het Rupelmonde, een bekend iemand
die door de Dendermondenaren werd gevraagd om ook eens even een handje toe te steken,
slaat er dus wel even naast in de tekst die hij voor deze Ommegang klaarstoomde. (Bert
noemt Dendermonde Keizerlijk en zo...) Met alle respekt voor Dendermonde, we kunnen I
best verdragemdat de tweede Denderstad ook iets doet, maar Keizerlijk dat is Aalst Het
wemelt hier van herinneringen daaraan. Onze Keizershallen, de Keizerlijke Plaats... de I
kleuren van Aalst zijn Keizerlijk, het wapenschild houdt die herinnering levendig.
Een zomaartje, zonder de taalkundige finesses die bij deze gelegenheid kwistig werden f
uitgestrooid: het Dendermondse Ros is eerder een strijdpaard, het zwaardere type, dat van
ons behoort tot het lichtere genre, is vooruitstrevender, een streef ros eerder....
Aalst is de Sint Maartensstad bij uitstek. Die goeie heilige zit hier bij ons nog altijd stevig te I
paard. Het spreekt bijna vanzelf dat de Aalstenaars bij hun heilige man een goed woordje I
zullen placeren voor de komende Ommegang. En, als we bij die heilige iets vragen voor de
kinderen, doet hij het altijd.
En verder nog veel «Peiresjans»
Kartonaanbidders en
paardedieven:
Om het reeksje rond te
maken moeten we hier twee
nog vrije jonge Sportnamen
vermelden. Hun betekenis
komt wel vrij goed naar
voren uit het verhaal dat
hiernaast staat.
gevf
1 stut*
Frans Wauters heeft zijn beste stiften bovengehaald om een beetje reklame te maken voor
de Dendermondse Ommegang. Het spreekt vanzelf, aldus de ontwerper, dat het allemaal
nogal simpel moest worden gehouden: zo hebben die mensen er ook nog iets aan. Een paar
richtlijnen bij deze affiche die, gezien het aantal te verwachten bezoekers, op een bijzonder 8 ji
klein aantal eksemplaren werd gedrukt. i derr
't Is een goeie affiche, want ze komt uit Aalst wor
't Is een eenvoudige want ze is voor Dendermonde jn
Let op de details: het koordeken is 1 symbool nl. de verbondenheid van mens en oeesf
wordt lichtjes aangegeven f
De bijna abstrakte achtergrond leert ons iets over het Dendermondse nogal wazige
leefmilieu, de onvatbare mentaliteit.
Om eventuele bezoekers gemakkelijk te maken werd op de richtingspaal het aantal
kilometer aangeduid. Gemakkelijk was dat niet: tot in Appels, zo bleek uit nametingen,
bedraagt de afstand 12 kilometer, met 14 kilometer zit men in Grembergen.
Ajuinen:
Een spotnaam die het in
geheel Vlaanderen doet. Zo
eentje heeft Dendermonde
niet! Waar de benaming
oorspronkelijk uiteraard
minder vleiend was bedoeld
heeft Aalst zich de laatste
tientallen jaren zowat met
Ajuinen vereenzelvigd, de
spottende bedoeling werd
als eretitel omgebogen.
komen. In 1890 reeds kon
elke rechtgeaard met de
eigen spotnaam een loopje
nemen, hem geestig vinden.
In een optocht van dat jaar
kon men een geweldige ui
zien die een niet minder
grote wortel (wortels van
ninove) voortstuwde. En dat
men het te Aalst serieus
meent met die spotternij
kan elk jaar op karnaval-
vanzelf dat heelwat mensen
uit een dorp dat bij de
samenvloeiing van twee ri
vieren ligt, aan de kost
kwam met het trekken van
schepen. En toch kan niet
iedereen aanzien hoe de
andere zijn boterham met
kopvlees en een kwak mos
terd d'r op verdient. Onze
voorouders waren niet die
brave lammetjes.
Paffers, flauzen, flauzen-
makers
Laten we vooraf zeggen dat
deze sportnamen synoniem
zijn van bluffers, snoevers,
•aanstellerige typekes...Het
zou, zoals hoger reeds
vermeld, een bijzondere ka
raktertrek van de Dender
mondenaren zijn zich hoog
en groot aan te stellen. Zo
zou het ginds heten: «Pa
rijs, Brussel...Dendermon
de...... De komplimente-
makervan Dendermonde die
met vijf vrienden op café
gaat en maar drie pinten
drinkt; die de flessen van
een of ander drankje of de
oesterschelpen bovenop de
vuilnisbakken legt.
De hele raadszaal
Naar het ontstaan ervan
moeten we niet zo bijster
verzoeken: de overvloedige
ajuinenteelt die het Keizer
lijk gebied en de omstreken
kende, ligt aan de basis. De
nog gekende uienmarkt van
in den tijd, de voormalige
Ajuinstraat (nu Felix de
Hertstraat) en het Ajuinveld
(wijk Watertoren) zijn
slechts enkele voorbeelden.
Een volksliedje dat in 1843
te Dendermonde werd opge
tekend verwijst voor het
eerst naar de Aelsterse
Ajuinpelders. Vijfenvijftig
jaar later noteert men in
was paard-achtig toegetakeld, tot de paardebloemen toe. (Ib)
maandag worden nage
gaan: de ajuinworp is
een sprekend voorbeeld van
'hoe een spotnaam een
eretitel wordt!
Vrij verspreid is de andere
verklaring van de benaming.
Als we even op de dialekt-
toer gaan dan moet het
duidelijk worden. Aalste-
naar, spreek Oilsjters! Het
bevestigend antwoord 'Ha,
ja hij' wordt dan 'ajoin'.
Heeft die betekenis niet zo
direkt een waardevolle in
houd dan stelt ze toch
duidelijk dat, zonder naar de
ware inhoud en achtergrond
te kijken, de Ajuinen Aalste
naars zijn.
(Bron: de rivaliteit tussen
Aalst en Dendermonde.
vroeger en nu: door H. Van
Hese
Denderleeuw steeds diezelf
de naam. Van ajuinpelders
naar de varianten - fretters
en boeren en ajuinen kort
weg is het maar een stapje.
En zelfs als de uienteelt in
dit gebied reeds enorm
geslonken is, de volksmond
behoudt de benaming, voor
al dan laatst geciteerde
variante. Verstaat men gin-
derachter, zeggen en schrij
ve te Dendermonde, dat
ajuinen zoiets als 'domkop
pen, dommerdjes' betekent,
dan is dat nog waar ook.
Althans volgens bepaalde
woordenboeken. Maar zo
laten de Aalstenaars het nu
precies niet aan hun hart
Kopvleesfretters:
Deze spotnaam wordt door
de Dendermondenaars met
even grote fierheid gedra
gen. Zelfs als men in Aalst
zegt dat de plaatselijke
kulinaire specialiteit wordt
bereid met hondenkrengen
die te Aalst in het water
gaan; zelfs als men in de
omgeving beweert dat het
zogeheten lievelingsgerecht
van de Dendermondse hon
den voorde mensen op tafel
komt; zelfs als hier een
bijzonder karaktertrek van
die van Dendermonde op de
korrel wordt genomen nl.
dat ze type zijn die op een
ander graag de grote jan
uithangen maar thuis kop
vlees fretten; zelfs als
Dendermonds kopvlees in
sommige omliggende ge
meenten zoveel betekent als
haringen....dan nog draagt
men die naam met fierheid.
Je zou voor minder wanho
pen.
Scheepstrekkers:
Erg origineel klinkt het
ditmaal niet maar het maakt
wel iets duidelijk. Zijn al de
troetelnaampjes waarmee
steden of dorpen mekaar op
dit ogenblik bedenken eer
der uitingen van lollige pret,
dan ging het er soms
vroeger wel broodnijdiger
aan toe. Het spreekt haast
Fr.De DrmK ZEGELVRIJ KULTURELE MANIFESTATIE