LEEDSE KUNSTENAARS IN KULTUREEL CENTRUM AALSTERSE AKKEFIETJES. 4de ORGELCYKLUS UNIEKE AUDITIE DOOR DORTHY DE ROOIJ WERKGROEP LEEFMILIEU ZIET GEEN HEIL IN STO OMLEIDING IN SIESEGEMKOUTER .To, LEEDSE FLODDERS FILM BD ONS 6 - 30-5-75 - De VOORPOST Vrijdag 20 juni wordt overgegaan tot de aanbesteding voor waterbeheersingswerken in hetstadspark-Osbroek, terwijl tevens de aanbesteding doorgaat voor de uitrustingswerken met parkeerplaatsen op het terrein «Oud Slachthuis» aan de Moorselbaan. Ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig pastoorschap van E.H. Verbraeken. verscheen een geïllustreerde brosjure over de St.-Jozefskerk. Het ontstaan van de kerk in 1868. de hele parochiegeschiedenis, de inventaris van kostbaarheden en een curriculum vitae van pastoor Verbraeken maken van deze brosjure een kompleet en afgewerkt geheel. Deze telt 32 pagina's en is van de hand van E.H. Mussche, oud-medepastoor, en de h. A. Machiels. Ze is nog steeds te krijgen aan honderd frank in het Klooster van de Zusters Franciskanessen. St-Jozefsstraatof bij de h. Machiels. Valerius de Saedeleerstraat 25 te Aalst. Op 7 juni e.k. richt de vzw «Vrede» in samenwerking met de Belgische Unie ter Verdediging van de Vrede en met medewerking van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Kuituur, (dienst ontwikkeling) een studiedag in over «Achtergronden van het Midden-Oosten-konflikt». Inleiders op het debat over de Arabische landen, Israël, Palestina, het petroleum vraagstuk ...zijn prof. J. Nagels (VUB), Michel Tanret, assistent RUB, Herman Talloen, orientalist (RUG) en André Plettincks, socioloog VUB. Het inschrijvingsrecht bedraagt 100 fr., studenten en «plus-3-pas» kunnen het voor 50 fr. Inschrijvingen kunnen worden gedaan tot bij het begin van de studiedag op zaterdag 7 juni om 9u30 in de stadslokalen, Kattestraat 33, Aalst. Bij een ruime belangstelling van L.S.W.-leden, P.V.V.-ers en sympatisanten had vrijdag jl. de heropening plaats van het L.S.W.-lokaal «SAF», Korte Zoutstraat te Aalst. Dit lokaal dat ingevolge de onbeschikbaarheid van Mevrouw Schockaert-De Schrijver tijdelijk gelsoten bleef, wordt nu open gehouden door Mevrouw J. Cleerbout-Van de Velde Godelieve. In een korte gelegenheidstoespraak stelde Staatssekretaris Louis D'haeseleer. voorzitter van de Liberale Sociale Werken drie dames in het licht van de schijnwerpers. Vooreerst Mevrouw Schockaert-De Schrijver, de plichtbewuste gerante die *oor rekening van de L.S.W. achtereenvolgend het lokaal «Centrum» en het lokaal «SAF» openhield en waarvoor iedereen de meeste lof heeft. Mevrouw Streulens-De Wolf die op het eerste verzoek berefd bevonden werd de opvolgster van eerstgenoemde te worden, maar ingevolge overmacht van deze taak moest afzien. En Mevrouw Cleerbout-Van de Velde van wie mag aangenomen worden dat zij tot ieders voldoening de niet zo lichte taak van lokaalhoudster zal waarnemen. Deze drie dames mochten van de heer Minister bloemen in ontvangst nemen, terwijl talrijke vrienden en verenigingen zich hierbij aansloten. Bij deze bloemenhulde werd ook Mevrouw Diane Van Rcnterghem-D'haeseleer betrokken. Zij is inderdaad de persoon op wiens schouders de grootste last van de L.S.W.-organisaties rust. sinds haar vader minister is. Oorspronkelijk was de datum van 25 mei voorbe houden aan de Japanse organiste Yuko Hayashi. Ze werd echter weerhouden op te treden wegens het uitstel len van haar koncerttournee doorheen West-Europa. Het is dus door een (gelukkig) toeval dat we met de uiterst begaafde Dorthy de Rooij kennis konden maken. Haar programma omvatte werken gaande van Bruhns (1665-1697) tot Messiaen (geb. 1908). Ondanks de grote verscheidenheid der gespeelde werken wist de organiste het recital tot een boeiende eenheid te brengen, sterk in de hand gewerkt door haar speci fieke interpretatieve vermo gens. Elke kompositie muntte uit door een streven naar stijlzuiverheid. Het spreekt vanzelf dat ze hierin beperkt werd door de aard en de toestand van het orgel. Een zorgvuldig uitge kiende registratie gaf hier voor een bevredigende op lossing, met name in het Praeludium en fuga in mi klein van Nicolaus Bruhns. Bijzonder smaakvol was ook de uitvoering van César Francks «Pière» opus 20, een sfeervol werk waarin hier en daar reeds de drie grote Orgelkoralen aange kondigd worden. Verfijnde registratie, zonder overdre ven koloristische benade ring, zorgde voor een glans rijk en evenwichtig klank beeld. Mendelssohns fuga in fa klein een totaal onbekend werk kreeg een bijzonder sobere voordracht. Hierdoor kwam de organiste tege moet aan de intenties van de toondichter die in het werk Nadat het jeugdhuis Leeuwerik reeds een paar jaar terug de Leedse kunstenaars samenbracht in een kollektieve tentoonstelling, had ditmaal het Feest- en Sportkomitee het Kultureel Centrum ter beschikking gesteld van alle Ledenaars die met een kunstwerk wilden naar buiten treden. Liefst elf Ledenaars boden zich aan. Onder hen een paar gevestigde waarden als een Germain Vermassen en een Albert Schatteman, en uiteraard Lieve Schatteman, beter gekend onder haar artiestennaam Lie, maar ook enkele nieuwe gezichten. Het mag voor de organisatoren van de jaarlijkse orgelcyklus in de Sint-Maartenskerk te Aalst een grote verdienste heten eens te meer werden de muziekliefhebbers vergast op een koncert dat door de aanwezigen unaniem als uitzonderlijk bestempeld werd. De organiste der Augustijnenkerk te Eindhoven, Dorthy de Rooij (geb. 1946) bracht een unieke auditie die velen nog lang in de oren zal blijven klinken. Ze is leerlinge van de befaamde Nederlandse organist Albert de Klerk en behaalde in 1972 op overtuigende wijze de «Prix d'Excellence», de hoogste orgelonderscheiding in Neder land. Ze bezit een interpretatievermogen, geladen met een dwingende kracht die onwillekeurig doet denken aan de imponerende stijl van de betreurde dirigent Otto Klemperer (1885-1973). verscholen zijn en zich enkel door een zuiver muzikale aanpak laten ontsluieren. Deze soberheid moge een voorbeeld wezen voor in strumentalisten die vaak een werk totaal uit zijn verband rukken door over dreven aandacht te schenken aan uiterlijk vertoon. Hetzelfde kan gelden voor Bachs Praeludium en fuga in do groot BWV 547. Dorthy de Rooij bracht een bevre digende interpretatie on danks het instrument dat naar de hedendaagse authenticiteit aanvechtende tendenzen voor Bachs muziek ongeschikt zou zijn. Met een strenge, haast statische doch evolutief op gevatte speelwijze wist de uitvoerende organiste de tekortkomingen van het in strument te kompenseren. Vrije teugel kreeg Dorothy in «Choral et Variations sur Ie Veni Creator» van Maurice Duruflé (1902) en in Olivier Messiaens derde meditatie uit «I* Ascension»: «Transports de joie d'une ême devant la gloire du Christ qui est la sienne». Hierin werden alle moge lijkheden benut. Steeds kwam een dwingende kracht op de voorgrond samen met een akkuratesse die getuigde van een volkomen beheers! ng der komposities. Graag noteren we nog en kele optredens van Dorothy De Rooij. Wie toevallig in de mogelijkheid verkeert een ervan bij te wonen raden we aan deze gelegenheid te baat te nemen. 14 juni te 20 uur in de Grote Kerk, Midwolda (Groningen) In zijn welkomswoord sprak dhr Julien DeCrenier. voorzitter van het Feest- en Sportkomitee de hoop uit. dat de aanwezigheid van deze elf kunstenaars een stimulans zou zijn voor de vele andere Ledenaars. die op één of andere manier stoeien met de muze van de kunst, om bij een volgende gelegenheid ook in de openbaarheid te treden. Dhr. Lowie Wijnants, die de tentoonstelling mocht inleiden, wees erop dat het niet in de bedoeling lag. de werken van deze elf mensen stuk voor stuk te gaan bespreken en ontleden. Dez.e tentoonstelling vormt ui teraard een heterogeen geheel en de vele werken maken toch op elke toeschouwer een verschil lende indruk. Spreker gooide het eerder over een filosofische boeg en vroeg zich af waarom de mens eigenlijk aan kunst doet. «Allicht om zich als mens beter te realiseren, en meer en beter mens te zijn. Onze brede mogelijkheden kunnen we in ons meestal gespecialiseerd werk milieu niet voldoende meer uitleven. We zijn enge taakuit voerders geworden, wde enige uitweg is, ergens in onze verbeelding, ons realiseren door ons met één of andere kunst vorm bezig te houden, hetzij door die kunst te ondergaan, hetzij door ze zelf te maken». Dhr. Wijnants opperde dat 22 juni te 20 uur in de Boomkerk te Amsterdam. 12 junli te 20 uur te Enschede in de Jacobskerk. 17 juli te 20 uur in de Janskerk te Gouda. Op 24 augustus te 17.45 koncerteert ze, evenals Kristiaan Van Ingelgem op 8 juni in de Notre-Dame te Parijs. Tenslotte op 8 september te 20 uur in de Laurenskerk te Rotterdam. Tenslotte op 8 september te 20 uur in de Laurenskerk te Rotterdam. De vierde orgelcyklus zal besloten worden met het optreden van Bert Lassing, organist van de Grote of Sint-Barbarakerk te Culem- borg (Utrecht). Was leerling van de bekende organist en improvisator Piet Kee. Momenteel studeert hij koor- en orkestdirektie bij respektievelijk Jan Pasveer en Anton Kersjes. Op zon dag 1 juni te 15.30 uur speelt hij in de Sint-Maartenskerk volgende werken: Sonate opus 65 nr. 2 in do klein van Mendelssohn. Twee koraalvoorspelen over «Herzlich tut mich verlangen» uit «Elf Choralvorspiele» opus 122 van Johannes Brahms. Sonate nr. 1 opus 122 van Johannes Brahms. Sonate nr. 1 opus 27 van Josef Rheinberger. Choral Dorien van Jehan Alain. «Dieu parmi nous» uit «La Nativité du Seigneur» van Olivier Messiaen. Een programma dat mooi aangepast is aan de moge lijkheden van het instrument en een boeiende namiddag kan verzekeren. ANDRE DE GROEVE gelijkaardige manifestaties in Lede meer aan bod moesten komen en verwees hierbij naar vele kleinere gemeenten die soms over veel minder geld beschikken en die lang niet zo goed behuisd zijn. maar waar in die kleine kulturele centra nagenoeg om de week iets te beleven valt. Hij hoopte dat deze tentoonstelling de inzet zou zijn van een brede gamma van kulturele manifestaties in dat gebouw, en deed hierbij een beroep op de organisatiezin van het Feest- en Sportkomitee en uiteraard op de financiële steun van het gemeentebestuur. Alles bij mekaar was het met de aanwezigheid van dit gemeente bestuur maar pover gesteld. Vermelden we tenslotte nog de deelnemende kunstenaars en de openingsuren de werken van Georges D'Haese, Paul Ghijssels. G. Hooft. Albert Schatteman, Robert Van Royen. Jan Van Weverberghe, Hugo Vereecken. Germain Vermassen. Mw. Lieve Wijnants-Schatteman, Stein Matthijs en Vergeylen zijn nog te bezichtigen in het Kultureel Centrum op zaterdag 31 mei van 18 tot 21 u en zondag 1 juni van 10 tot 12u30envan 15 tot 21 u. MARCOLE wijle Door de Werkgroep Leefmilieu-Aalst werd by het Aalsterst£e'9 stadsbestuur een bezwaarschrift ingediend tegen de voorge5eWl nomen aanleg doör de NV. Intercom van een bovengrondse^®- stoomleiding over de Siesegem- en Hoezebeek. Ten De Werkgroep Leefmilieu argumenteert dat de visuele hinder't Is steeds zal blijven bestaan daar het hier gaat om een konstruktieq6Zj die volledig vreemd is aan het landschap van deze twee bcekvalleien, meer nog, zegt de Werkgroep: de hinder wordt nog versterkt doordat de stoomleiding de alluviale vlakte van de Hoezebeek dwarst. Deze aanleg zou bijzonder spijtig zijn, aldus de Werkgroep Leefmilieu, gezien de voorgenomen bouw op de Sicsegemkouter van het nieuw K.O.O.-ziekenhuis, daar bij de inplanting van het nieuw ziekenhuis gestreefd wordt de onmiddellijke omgeving zo rustig mogelijk te houden. De inplanting van een bankkompleks vormt hiervoor reeds een bedreiging. Dit is dan ook een reden temeer, zo redeneert de Werkgroep opdat het weinige schaarse groen dat na de bouw van dit bankkompleks zal overblijven op een absolute wijze te beschermen en zelfs te revaloriseren. JOHAN VELGHE Veel volk op een opening van en tentoonstelling in Lede. Heb jij het al meegemaakt?...Ik ook niet. Maar dat was dan ook dik verdiend vanwe ge de organisatoren. De muziektentoonstelling in de zaal Volkskring is een verwezenlijking die nie mand voor mogelijk had geacht in Lede. En toch...de jongens van de harmonie (ditmaal samen met de Heemkundige Kring) hebben er nog maar eens voor gezorgd. We vallen weliswaar niet zo gauw meer achterover van verbazing omtrent hun mogelijkheden, maar ditmaal is het toch «het van het». Wie deze tentoonstelling tijdens de kermisdagen niet gaat bezoeken, moest op staande voet doof wor den en ten eeuwigen dage verstoken blijven van muziekklanken. Maar dat is weer ons slecht karakter dat bovenkomt. Het ware een te erge straf voor de vele gemeente raadsleden die op de opening van deze ten toonstelling...ontbra ken. Om nog niet te spreken voer de totale afwezigheid van het Feestkomitee. Waren Henri De Bruyne en Maurits Minnebo in de Volkskring, 's anderen daags was het met die aanwezigheid van de raadsleden in het Kultu reel Centrum al niet veel beter gesteld. Enkel Wil ly Ruyssinck, Aimé De Brouwer en Leonard Can- noot hadden de elf expo serende Leedse kunste naars een bezoek waar dig geacht. Het Feest komitee was er ditmaal wel...Ze organiseerden immers de tentoonstel ling! Terloops gezegd: ook deze tentoonstelling is een bezoekje waard. Zondag zullen de Lede naars zich weer moeten reppen om de «paarde- keutels» tijdig van de straat te halen tegen dat de processie voorbij komt. Driehonderd paar den hebben immers de slechte gewoonte, wan neer ze in groep de Leedse ommegang gaan, nogal wat «kermisvlaai- kes» achter te laten. Maar die zijn na de middag allemaal verdwenen. Je vraagt je warempel af, wat doen ze ermee, de mensen langs de omme- gangweg. Ziezo. Daarmee gaat de schrijfmachine weer dicht, en gaan wij ons lekker tussen de kermis- vierders begeven. Even tjes maar. Dat ze in Lede naderhand niet moeten zeggen, zoals van som migen, «hij is in zijn novene». Waarmee dan meestal niet bedoeld wordt dat je negen dagen de ommegang gaat, maar anders «kapellekes» be zoekt! Marcole Sine den: kree in zi te r mor hij f bee bele ooe ree< gru' ster mor ma< belt Der ui tg roe late Eér mo eer telc luis Zondagmorgen omstreeks 4 uur, slipte de wagen bestuurd door Frans WUlems uit Asse op de a5 ter hoogte van Aalst. De chauffeur was op slag dood. (hdw) WEEK VAN VRIJDAG 30 MEI TOT EN MET DONDERDAG 5 JUN11975 In cinema Alfa loopt deze week een bijzonder interessante film van Ralph Nelson: «Soldier Blue». De hoofdrollen worden vertolkt door Peter Strauss en de mooie Candice Bergen. Nelson realiseerde deze ongewone western in 1970 en de film ging in de Verenigde Staten niet onopgemerkt voorbij. Nu nog is «Soldier Blue» een klassieker op universiteiten. Wat is er dan zo bijzonder aan deze film? Het feit dat Nelson getracht heeft een meer getrouw beeld op te hangen van de verovering van het Wilde Westen! We kennen allemaal wel die goede westerns waarin een karavaan pioniers wordt aangevallen door een horde wil huilende Indianen die niets anders kunnen dan met pijlen schieten en scalpen veroveren. Haast niemand heeft daarbij gedacht aan het feit dat die Indianen niets anders doen dan hun grondgebied verdedigen en dat die brave pioniers er enkel op uit zijn om grond van de Indianen af te nemen. Daarbij komt dan nog dat de pioniers in alle omstandigheden kunnen rekenen op het Amerikaanse leger, de blauwhemden. Die hebben immers zowat overal forten gebouwd en komen de in moeilijkheden verkerende pioniers graag ter hulp (in de films meestal op het laatste nippertje maar toch nog net op tijd om de Indianen met hun trompetgeschal op de vlucht te jagen). Nelson vertelt in zijn «Soldier Blue» een aantal minder vleiende dingen over de Amerikaanse veroveraars van het Wilde Westen. Hij geeft een getrouw beeld van hetgeen zich heeft afgespeeld tijdens de voortdurende mini-oorlogen. Een film die u zeker moet zien of terug zien. De prachtige muziek is van de Amerikaanse folk zangeres Buö'y Sainte-Marie, zelf een Indiaanse die al heel wat heeft gedaan om de Indianenproble- matiek naar buiten te brengen. In cinema Feestpaleis loopt nog steeds de suksesfilm «Keetje Tippel». Nederlandse film van Paul Verhoeven, met Monique van de Ven en Rutger Hauer (om de twee bekendste maar te noemen). En terwijl ik mij verslik in een slok veel te sterke koffie herinner ik mij dat ik vorige week wat meer informatie over Neel Doff heb beloofd. Neel Doff, die zichzelf in haar boeken steeds Keetje noemt, werd in 1858 geboren ergens in Nederland. Haar vader was Jan Doff, een schone Fries. Haar moeder. Cato Paques, was kantwerkster uit het Luikse. Zij was de tweede dochter in het gezin Doff. Zij waren niet rijk doch hadden het evenmin slecht want vader, werkte als veldwachter en nadien als koetsier. Moeder Doff werkte thuis ook nog wat en verdiende zo een centje (ja, toen rekende men nog met centjes) bij. Aanvankelijk ging alles goed in het jonge gezin, maar lang duurde dat toch ook niet want vader hield wel van een borrel, wat tot gevolg had dat hij het bij geen enkele baas lang uithield. Ook met moeder Doff ging het bergaf: kantwerken was een passie voor haar zodat ze het huishouden wel eens uit het oog verloor. Bovendien gingen haar ogen haar in de steek laten en dan vlot het kantwerken niet zo best. Tot overmaat van ramp werd het gezin Doff gezegend met negen kinderen, iets wat in een tijd van hongeren ellende toch wel van het goede teveel is. Vader Doff besluit naar Amsterdam te gaan werken, daar zou het geld zomaar voor het oprapen liggen 'zegt men'. En jawel hoor, hij vindt werk en laat direkt vrouw en kinderen overkomen. Dan blijkt dat Amsterdam toch ook het paradijs niet is want wanneer de huur voor het hok betaald is blijft er niet veel meer over om eten en kleren te kopen. Dus is het ogenblik gekomen om de kinderen aan het werk te zetten. De oudste dochter Mina wordt naar een bordeel gestuurd en Keetje moet ook allerlei baantjes aannemen: dat ging dan van dienstmeisje tot hulpje in tal van winkels. De opbrengst van de zusjes blijkt echter niet voldoende te zijn om aan de levensbehoeften van het gezin te voldoen en dus stelt moeder Doff op een mooie dag een heer aan Keetje voor. Die heer wil natuurlijk wat meer dan Keetjes benen zien en zij gaat dus dezelfde stiel uitoefenen als haar zuster, zij het dan met moeder achter de hielen. Het gezin wijkt uit naar Belgic (eerst Antwerpen, later BrusseDen stilaan komt Keetje tot het besef dat er iets moet gedaan worden. Zij wil niet dezelfde weg opgaan als haar ouders, zij wil hogerop. En jawel hoor, zij wordt schildersmodel en ontmoet enige tijd later haar grote (en welstellende) liefde. Materieel gezien gaat het haar nu voor de wind. maar helaas sterft de grote liefde vrij vlug en Keetje staat weer alleen. Weliswaar heeft ze een aardig appeltje voor de dorst overgehouden maar de eenzaamheid drijft haar ertoe te hertrouwen. Deze keer is zij echter niet zo gelukkig in haar huwelijk. Op een dag begint zij haar levensgeschiedenis te schrijven: zij verhaalt haar triestige jeugdjaren in 'Jours de famine et de détresse'. Het boek verschijnt in Parijs en kent heel wat sukses. zij wordt zelfs voorgesteld als kandidaat voor de Prix Goncourt. Zij krijt echter maar drie stemmen, te weinig dus. Na nog een aantal boeken wordt haar naam zelfs genoemd in verband met de Nobelprijs voor litteratuur maar die hoge eer valt haar uiteraard ook niet te beurt. In 1942 sterft Neel Doff op vierentachtigjarige leeftijd te Brussel. Begin 1970 begint haar werk in Nederlandse vertaling te verschijnen en kijk, ene Paul Verhoeven maakt er een film van. Die film is uiteraard niet zo waarheidsgetrouw als Neel Doffs boeken, een groot gedeelte verloren in gezochte passages. Ook de figuur van Keetje komt anders over dan in de boeken: haar doorzettingsvermogen wordt verzwakt door de mooie plaatjes. Idem trouwens voor de speciale omstandigheden waarin Keetje heeft geleefd. De film getuigt weliswaar van een professionele en commerciële aanpak, doch daarmee is dan ook alles gezegd. In cinema Palace tenslotte «Towering Inferno», knappe rampenfilm van John Guillermin en Irwin Allen, met Steven McQueen. Paul Newman en nog een heleboel bekende namen. Goed genietbaar spektakel! GUY DE LOMBAERT

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 6