VANVLOERBOLLEN
EN GERREBOLLEN OF
BAKBOLLEN OF
BAANBOLLEN ENZ...
Tweedaagse jumping te Belsele
VIERDUBBELE ZEGE
VOOR INGRID DAELEMAN
Hoogdag voor ruitersport op 9 en 10 augustus
Ponykoers te Buggenhout
JUMPING GIJZEGEM
MOTORCROSS
Wipschieten
Alfons De Pauw
koning bij Scheidezonen
VAN PIEREN, ELF HOUTEN,
EEN VENSTER EN NE ZOT...
De jonge doch dynamische „Gulden Sporen!" klub uit Belsele
welke reeds kan terugblikken op grote successen qua organisatie
van wedstrijden, staat weer paraat om ruiters en sympatisanten
een «ngenaam sportweek-end te bezorgen. Het terrein in de
Kouterstraat, bereidwillig ter beschikking gesteld door Dhr.
Bulteel, leent zich ideaal voor een jumping. Het is zeer gemak
kelijk bereikbaar langs de Rijksweg Antwerpen-Gent. Vanaf de
E3 langs uitrit Waasmunster de richtingsaanwijzers volgen. Op
het uitgestrekte terrein zelf is ruimte voorhanden voor piste,
paddock, bindplaas voor paarden, parking camions en personen
wagens. Ook voor de inwendige mens zal worden gezorgd. Er
is een ruime tent, voorzien van de nodige attributen. Op zaterdag
avond is er in die tent zelfs een danspartij.
Doch niet alleen de organisatoren
zijn bedrijvig; de sterke équipe
springruiters «Gulden Sporen» on
der geleide van leermeester Her
wig Bulteel is klaargestoomd en
is van plan geen geschenken uit
te delen.
Bij de scholieren zullen Ann
Buyse-Markies en Wendel Heu-
ninckx zich rvet onbetuigd laten,
terwijl er bij de juniores voor
Nadia Bulteel misschien een
overwinning inzH. Zij zal af te
rekenen hebben met Ronny en
Rudy Comu.
De seniores équipe zal ook haar
stempel drukken op het geburcn.
Er staan enkele zeer interessante
proeven op het programma, waar
onder een «Prijs der Kampioenen»
en een krachtproef. Wie wordt
de kampioen Guido Lenssens
i'n superfonme of Herwig Bu.teel
terug van weggeweest Of zei
Suzy Lammens er evenals te
St. Denijs Westrem en te Gij-
zegem in gelukken haar rivalen
achter zich te houden. Wie weet
wat Eddy Piron en Etierme Varr
dewalle in petto hebben
Voor de krachtproef mag WïHy
Hanssen zich b;j de kandidaten
rekenen. Hij -zai af te rekenen
hébben met Pierre Van De
Kerckhove, wiens superforme hem
met Barri reeds In Reeks C
deed belanden, en hem in deze
reeks zelfs een 2e plaats ople
verde te Gijzegem.
In reeks A is Waiter Beidé de
te kloppen man. Misschien kun
nen ook Nadia Bulteel en Suzy
Lammeng hem een voetje
lichten. Er zal ook moeten reke
ning gehouden worden met Gas
ton Van der Poorten. Nog andere
Gulden Sporenruiters die met
bginnende paarden aanzetten heb
ben de konditie. Sommigen zijn
nog maar aan hun 1e spring-
seizoen bezig, o.a. Jean Paul Van
Cutsem, Fred Maes, Etierme
Steghmans, Amedée Weemaes,
Dirk Samson.
Buiten de Gulden Sporenruiters
wordt ©en sterke delegatie ver-
waaht uit Aartselaar, De Hoef
slag Zwijnaarde, The Blue Birds
Zele, en niet te vergeten The
Paddock Waasmunster. Misschien
kr>jgen wij het wederoptreden van
Michel De Beule, wegens arm
breuk 2 maanden op non-activi
teit. Broer Filip zal allicht van
de partij moeten zijn om zijn
leiderschap ,!n de Blauwe Wimpel
Thorens Hi-Fi te verdedigen.
Ook de leider van de Gouden
wimpel Philippe Balthazar, uit
Wetteren komt evenals zijn
broer Guy.
Ponykoers te Buggenhout: 1. Sandra Van Riet (Buggenhout); 2. Vitesse; 3. Fany; 4. Pauline
Zoals werd verwacht, is de wedstrijd te Gijzegem bij de heren
Van Cakenbergh uitgegroeid tot een grootse sportmanifestatie.
.De puike organisatie en het prachtige domein van „Het Neerhof"
liggen aan de basis ervan.
De jeugdproeven, op zaterdag verreden, leverden 3 overwinningen
op voor Filip De Beule bij de scholieren, en 1 overwinning voor
Curd Gobert.
Bij de juniores Reeks A drongen slechts 2 combinaties door tot
de barrage, hetgeen uiteindelijk een overwinning opleverde voor
Trésor-Lebrun, die zijn rivaal Jan Pieters-Petra op de tijd wist
te kloppen.
Derde werd de rrieuwgekomen
Desseaux Mar,ie Paule op Daisy.
Ooch ook Ronny Comu. op Bicky,
schreef een overwinning op zijn
palmares in deze reeks; Hij bleef
als enige foutloos over na de
barrage terwijl Patrick Van Lan-
genhoveLucky Boy en Nadia
BulteelGaloup elk 3 strafpunten
opliepen en zodoende 2e en 3e
werden.
B,ij de juniores Reeks B was
weinig konkurrentie, en deelden
Philippe RosseelBlueberry en
Erwin De ClerqAmbassadeur de
overwinningen.
Des te groter was de belang
stelling In de reeks seniores A
Daar waar ,'n de eerste proef de
Waaslander Jan van der Eist, op
King, in de barrage de kortste
tijd liet afdrukken, was het op
merkelijk dat de eerste 4 plaat
sen van de volgende proef wer
den ingenomen door «Gulden
Sporenruiters», die hiermede be
wezen de forme te pakken te
hebben voor hun eigen wedstrijd
van volgend weekend te Belsele
De Ie en de 3e plaats werden
ingenomen door Bert Heunlnckx,
respectievelijk op Cinderella en
Klaas van Daknam, terwijl Gas
ton van der PoortenGaloup de
2e en Guido LenssensKapriool
de 4e plaats innamen. In deze
reeks totaliseerden de «Gulden
Sporenruiters» In totaal 9 klas
sementen.
Seniores Reeks B bracht W.Ufried
De Groeve aan de winst, die
met Tempête als enige foutloos
de barrage doorliep. Gobert Jo-
E| Torro had minder tijd nodig
om de barrage te rijden, doch
sprong ongelukkiglijk voor hem
een hindernis aan diggelen. Het
jachtparcours voor reeks B ken
de als eerste vertrekker Roland
Mastelinck op Ninette. Hij door
liep het parcours in een record
tijd. en kon het zich veroorloven
met zelfs een omvergeworpen
hindernis van oij de aanvang een
leidersplaats 'n te nemen, waar
van hJj niet meer zou verdrongen
worden.
De zwaarste reeksen Cl en C 2
leverden Ingrid Daeleman op
Millerole en Vandale 4 overwin
ningen op. Voor Barema A reed
zij als enige een foutloze barrage
Hetzelfde deed zij in het jacht
parcours. Velen reden een veel
kortere t'Jd doch maakten spring-
fouten, hetgeen hen straf secon
den opleverde.
Opmerkelijk was Hfet feit dat 'n
de hoogste reeksen vele paarden
sneuvelden op de sloot en de
butte Het zou misschien een
aanwijzing zijn voor de ruiters
hun paarden beter te trainen op
dergelijke natuurfvndernissen
De leiders van de Blauwe en
Gouden wimpels, gesponsord door
THORENS HI-FI blijft stevig in
handen van Filip De BeuleRed
Eagle bij de scholieren, en van
Phil.'ppe BalthazarMarco bij de
seniores en juniores.
Geert De Ruysscher, de jonge motocrosser uit Aalst, won te
Brakel zijn zoveelste wedstrijd. Minister De Croo schonk hem de
zegebloemen. (RVDV)
De 17-jarige Alfons De Pauw heeft zich zondagnamiddag
koning geschoten bij de handboogmaatschappij De Schel-
dezonen uit Dendermcnde. Ds prachtige kcnir.gsvogel ging
er af na een welgemikt schot in de zesde ronde. Door het
behalen van deze titel wordt de naam van de jonge koning
ook gegrift in de braak aangezien de traditie wil dat
slechts om de drie jaar wordt geschoten voor een officiële
titel. Vermelden we nog dat broer Achiel in 1970 eveneens
tot koning werd gekroond. Wanneer vader Gaston er nu
nog" in slaagt volgend jaar als eerste te eindigen is het trio
kompleet(gdp)
Vlaanderen loopt over van de bolders, maar je zag geen
twee dorpen verder gaan of het bollen verandert van naam.
Van een vriend kwamen we te weten dat vloerbollen iets te
maken had met twee koperen spijkers in de vloer. Hij kende
dat nog van in zijne «jongen tijd». Twintig jaar geleden.
Vindt dat nu nog. Een tip: «Het is wel mogelijk dat ze dat
nog doen op de «Hoge Vesten in Aalst, in kafee «t
caoutchouken.»
Waar we een ouder volkska-
fee met dito inrichting
verwachten, samen met de
scheldwoordenaanslag van
de magazijnmensen, had
den we ons deze keer ferm
misrekend, 't Caoutchouken
is volledig vernieuwd en is
een modern ingericht'kafee-
tje geworden. Mensen uit
de magazijnen waren er al
-evenmin. De bazin vertelde
ons dat ze dat vroeger wel
zien doen had, maar dat ze
toch niet wist waar dat nog
zou te vinden zijn. Het zat
ongeveer als volgt in elkaar:
in de vloer waren twee
koperen spijkers geslagen.
Het spel bestond erin zo
dicht mogelijk bij een van de
spijkers te bollen. Elke
speler beschikte hierbij over
één en slechts één bol.
Laat je nu niet beetnemen.
De bol heeft, of had,
helemaal geen bolle vorm,
zoals bijvoorbeeld een voet
bal, maar wel een vorm die
enigzinds met een bol kaas
kan vergeleken worden. Met
ander woorden, een platte,
ronde schijf, maar dan mét
de doormeter van ongeveer
12 centimeter en een viertal
centimeterdik.
Vloerbollen kan ofwel indivi
dueel ofwel in ploegen
gespeeld worden. Het komt
er op aan zo dicht mogelijk
bij de doelspijker te bollen.
De tegenstrever heeft noch
tans het recht te proberen
jouw bol van de spijker weg
te schieten zodanig dat jij
een eind verder komt te
liggen en hij dus automa
tisch dichter. Het is altijd
gevaarlijk vergelijkingen te
treffenmaar in dit geval kan
men met een gerust hart
stellen dat vloerbollen e-
nigszins kan vergeleken
worden met heden ten dage
nog veel beoefende petan-
que-spel.
Dit wat vloerbollen betreft.
In het streeknieuws van dit
blad vonden we nog een
Belgische kampioen gerre-
bollen, of stekbollen of
bakbollen, of baanbollen of
wat-weet-ik-nog-allemaal-,
in Berlare. Afin, de kam
pioen woont in Zele, maar
behaalde zijn titel in het
puitendorp. Zodoende arri
veerden we in een druilerig
weertje en met natte voeten
in het dorp. Vlug de café
binnen waar de kampioens-
bolling doorging. We visten
weer eens naast het net. Of
nee, deze keer toch niet. De
bazin, dat zijn al twee
bazinnen in het jaar van de
sekretaris van de lokale
boldersklub. De heer Gerard
Spaerkeer, wiens zoon
Franky in voornoemd kam
pioenschap derde eindigde.
Gerard stond met de vroe
gen op zijn werk, en aange
zien wij er pas 's namiddags
arriveerden...
Onmiddellijk vroeg hij ons
binnen. Wat opviel was de
mooie boldersmedaille van
Gerard die op de schouw
stond te pronken naast de
door zijn zoon behaalde
beker.
Gerrebollen kan je ofwel
binnen ofwel buiten beoefe
nen. De baan waarop gebold
wordt, met een bol van
dezelfde vorm als bij het
vloerbollen, in notelaar ge
maakt, maar wel iets kleiner
dan een vloerbol, is laat ons
zeggen dertig centimeter
breed en een meter of
acht-negen-lang. «Kom,»
we zullen ne keer gaan
kijken.» stelt Gerard voor.
Toen we de baan zagen werd
alles een stuk duidelijker.
Aan het einde van de baan
staat een bak, ook uit
redelijk hout. In die bak, die
stevig in de grond zit en
waarvan de bovenkant open
is, is een opening, een
gerre, gemaakt, waar de bol
juist door kan. Er moet wel
een opening, een gerre,
gemaakt, waar de bol juist
door kan. Er moet wel heel
precies gebold worden.
Naast de gerre zijn twee
rubberen lappen genageld,
voor het geval de bol naast
de gleuf op het hout terecht
komt. Bij gerrebollen heeft
iedere speler twaalf pogin
gen. Vier keer ruzie. Het spel
wordt vanin het schooljaar
tot het najaar elke week
gespeeld op één van de tien
bollebanen die Berlare rijk
is.
«Jonge mensen spelen het
haast niet meer», zegt Ge
rard, «althans niet wanneer
hun ouders zelf geen bol
ders zijn.» Gerrebollen
wordt zowel door mannen
als door vrouwen beoefend
en bij een prijsbolling ko
men steeds veertig tot vijftig
deelnemers opdagen. Ge
rard heeft zelfs eens een
bolling geweten met een
meer dan honderd deelne-'
mers.
Keren we terug naar de klub
dan zien we dat deze het
vierde jaar aktief is, alhoe
wel er in Berlare volgens de
heer Spaerkeer al meer dan
vijftig jaar gebold wordt.
Maar toch. we zegden het
reeds; bollen sterft uit,
zoals nog zovele andere
volkse, faire spelen, waar
niemand iets kan winnen of
verliezen behalve dan één of
twee pintjes....
Jean-Pierre De Lamper
Eigenlijk sterven ze een beetje uit, de volksspelen. Triestig
misschien, maar je kan op tien vingers, tellen hoeveel café's
er in jouw gemeente nog zijn waar een vogelpik, een
bakschietspel, of een pierbert voorhanden is. Biljart, ja dat
wel, en flipper, en kicker die vind je overal. Het val wel op dat
al die eerstegenoemde bijna folkloristische spelen die
spoorloos verdwenen zijn, ook juist diegene zijn waarop je
kan spelen voor één of twee of meer pintjes. Zonder dat je
d'er geld moest insteken. Nee, een gratis spel is taboe in
onze tijd, alles moet opbrengen en waar je er vroeger
tientallen vond, kan je nu nog slechts met moeite in één
enkele café een pitjesbak vinden.
Misschien keken sommigen onder U wel raar op en
schudden zij niet begrijpend het hoofd toen we een paar
regels hiervoor het woord «pierbert» uit onze machine lieten
geboren worden. Begrijpelijk. Het pierspel vindt men nog
wel te Moerzeke en te Kastel, en in mindere mate ook in
Hamme. Doch ook in de twee eerstgenoemde entiteiten is
het aan het uitsterven. Waar je er vroegere bij tientallen kon
vinden vind je er nu, zoals gezegd, misschien nog één of
twee in heel het dorp.
Maandagnamiddag. Onge
veer twee uur. Grauwe lucht,
zonder regen. Eigenlijk niet
koud, niet warm. Geen weer
om dorst van te krijgen. Ons
was gevraagd een artikel(tje)
te plegen over voornoemd
pierspel. En, zeg nou zelf,
waar kan je in zo'n geval
beter je informatie ophalen
dan in een of andere
drankgelegenheid waar een
dergelijk spel staat te pron
ken. Wij dus een café binnen
in het Centrum van Moer
zeke. Inderdaad, er stond
een pierbert. Tot hiertoe
waren we op het goede pad.
Toch visten we naast het
net. Iemand kon ons daar
wel met horten en stoten
uitleggen hoe het spel in
elkaar zat, maar ten lange
leste werden we toch maar
veiligheidshalve naar een
andere café op Moes ge
stuurd.
Naar die andere café dan
maar. Al onmiddellijk viel op
dat dit bert wel enigszins
verschilde met datgene dat
we op onze 1ste halte had
den gezien. Waar het eerste
een blad had, gemaakt van
één grote tripleks plaat, had
het tweede wel ongeveer
dezelfde afmetingen, maar
hier was de bodem niet van
tripleks maar van een aantal
naast elkaar getimmerde en
gladbeschaafde planken. E-
ventjes overviel ons de
schrik dat we ook hier op 'n
lege nest zouden vallen. We
vergisten ons. Een paar
minuten nadat de bel onze
komst had aangekondigd,
kwamen twee mannen op
redelijk gezette leeftijd ook
hun keelgat smeren. We
vroegen langs onze neus
weg of zij soms konden
uitleggen wat hét pieren
eigenlijk is.
«Allee, goe kijken hé, we
zullen het U ne keer voor
doen». Op 't pierbert, een
houten tafel van ongeveer
1,80 vierkante meter, om
ringd door een opstaande
houten lat van vijftien centi
meter hoog, zijn op regel
matige afstanden stippen
getekend. Drie rijen van drie
op ongeveer 20 centimeter
van elkaar, zodanig dat er
een vierkant gevormd wordt.
Een tiende stip staat een
beetje afzijdig, hij mag
precies geen deel uitmaken
van het gezelschap. Het is
misschien daarom dat hier
de «zot» geplaatst wordt.
Wie weet. In totaal zijn er
dus tien stippen getekend.
Hierop worden houten,
langwerpige smalle kegels
geplaatst. Kegels, die in de
volksmond gewoonweg
«houten» genoemd worden.
Nadat de twee mannen hun
vest hadden uitgedaan te
kenden zij op het pierbert
één vertikale lijn, en drie
horizontale lijnen die de
vertikale kruisen. Da's voor
de punten. Wie ne keer wint
mag een veeg utdoen.»
Iedere deelnemer heeft zijn
meten aan de linker of aan
de rechterkant van de verti
kale. «Da's nen boom, zjust
gelijk bij 't kaarten» zeggen
zij in koor.
De houten zijn nu opgesteld
en één van de mannen gaat
zijn kans wagen. Hij pakt de
bol Ie vast en probeert zoveel
mogelijk houten omver te
krijgen. Wat is nu een bolle?
Het is een houten halve bol,
met aan aan de bovenzijde
een gleuf om de duim in te
leggen als men opgaat.
Zoals gezegd bestaat het
spel erin zoveel mogelijk
houten omver te krijgen
Zoals alle spelen heeft ook
het pieren bepaalde regels,
alhoewel nergens een regle
ment uithangt. Vooreerst
kunnen er zoveel medespe-
les deelnemen als gewenst.
Het moet echter wel een
aarrtal zijn dat men, in één,
twee of meer ploegen kan
splitsen. Nu is het mogelijk
dat bijvoorbeeld twee goede
spelers en twee slechtere
gaan pieren. Dan is het pleit
al op voorhand beslecht en
de spanningdie iseruit. Om
dit euvel te voorkomen
wordt er door de spelers,
een kaart getrokken. Wie
een hoge kaart trekt, krijgt
als medespeler iemand die
ook 'n hoge kaart trekt. Bij
de speler die een lage kaart
trekt, komt dan ook de
andere die een lage kaart
getrokken heeft. De logika
zelf. Komen nu de goede
spelers nog in dezelfe
ploeg, dan'is het ook zo. Het
lot heeft beslist.
Per beurt mag iedere speler
tweemaal bollen. Hier dient
echer wel opgelet. «Alléé,
probeert gij ne keer», zeg
gen de twee mannen, maar
oppassen hé, wanneer ge
van den eerste keer de
zot neersmijt, heddegedoan
mee lachen, dan moogde
geenen tweede kier opdoen
en hedde geen enkel punt.»
Ook mijn vest maar uitge
trokken, de bolle genomen,.i
en proberen maar. De bolle
draait goed, afin, het is geen
'wiebelbolle' of een 'kakke-
leurrebolle'. Zes houten
sneuvelen. Niet veel, maar
ja, alle begin is moeilijk.
Twee poging, o ramp der
rampen. Het eerste hout dat
neervalt is...de zot. Geen
enkel hout dus bij de tweede
poging. Het blijft bij zes
punten.
Ik stop er mee. De twee
mannen spelen voort en
halen elk bij twe pogingen
negen houten. «Staak» zegt
de ene, waarop de ander
verduidelijkt «als ge even
veel houten hebt dan is
staak, en beslist een enkek,
bolle over de winnaar van
deze veeg.» Dus, wanneer
ge gewoonlijk twee pogin
gen krijgt moogt ge bij een
gelijk aantal punten slechts
één keer proberen. Vandaar
dan die «enkel bolle».
De twee mannen spelen
verder en plots gooit er een
van de eerste keer de tien
kegels omver, «nen bos,»
grinnikt hij, «elf punten».
«Hoe kunde nou elf punten
hebben als 't er maar tien
houten op staan?» vraag ik.
«ah. ja, jong da's zo hé, van
den eerste keer de tien
houten omver, dan krijgde
een punt bij en hedde elf
punten.» 't begint ingewik
keld te worden.
Een speciale kompetitie bij
het pieren is niet voorhan
den. Wel worden, of mis
schien beter werden, er
regelmatig vriendenwed
strijd ingelegd ten voordele
van een of ander goed doel
met als eerste prijs een
konijn, een kip, een kalkoen
of iets dergelijks. Bij zulke
wedstrijden werden de hou
ten wel verder uit elkaar
gezet en heeft elke deelne
mer meestal slechts één
poging per beurt.
We zijn ver aan het einde van
ons latijn.
«Als ge een artikel schrijft
moet je'r inzetten da ge niet
moog pieren gelijk als Door
De Clercq, «Jaja, replikeert
nummer twee, «die smeet
zijn bolle los door de
ruiten.»
J.-P. De Lamper