VIJFHONDERD JAAR DIENSTBETOON DOOR DE «ZWARTE ZUSTERS» VAN AALST ORGELKONCERTEN MIDDELBURG - NEDERLAND LUISTERRIJKE AVOND MET VAN INGELGEM ■if De Voorpost - 29-8-75 - 5 Ter gelegenheid van de 500ste verjaardag van «'t Zwartzusterhuis» gaat gedurende de maand september in het Belfort te Aalst een ten toonstelling door van het kunstpatrimonium van deze kongregatie. Naast talrijke dokumenten en archiefstukken die de vijf eeuwen ge schiedenis van de orde schetsen, wordt een rijke en prachtige verza meling van kostbare schilderijen, meubelen, glasramen, unieke beel den, kerkelijke voorwerpen en zilverwerk in het bezit van de orde tentoongesteld. Het voormalige kloosterpand van de Zwarte Zusters te Aalst, nu het kabinet van de schepen van Openbare Werken in de Kapellestraat (el) In 1475 werden door de Aals- terse stadsmagistraat, twaalf zwarte zusters ter stede uitge nodigd «die gehouden worden alle manieren van zieken, zon- derlinghe vander pestilentie (pest), bi te staene, hanthie- rende, visentherene, dies be- gheren toter doot». Hun benaming «Zwartzusters» werd hen door de volksmond gegeven naar het zwarte kleed en schapulier welke zij droe gen. De stad schonk hen ook «een scone hofstede ende bo- gaert, bi der Capellestraetpor- te» tot heden door de stadsbe volking genaamd: 't Zwartzus terhuis». Het was dus in 't bij zonder de verzorging en be strijding van de vreselijke pest die aan de zusters werd opged ragen. De zusters waren ver plicht «bistand te doene toten uutersten hende, alle manieren van zieken, arm of rijke, zij in pestilentiën of anders.» De stad van haar kant schoot in haar verplichtingen jegens het onderhoud van de gemeen schap nimmer tekort. Zo kan je lezen dat in 1635 de Zwarte Zusters het recht kregen op bezit van 25 zakken baktarwe, een gelijke hoeveelheid brouwgraan, en op het drie vierde van een vat wijn, per jaar. Deze «gunst» werd hen toe gestaan gezien de armoedige toestand van de gemeenschap en voor de uitstekende dien sten die ze altijd vooral gedu rende de pest, hadden bewe zen. Enkele jaren later, in 1671, werd van regeringswege te vens de zorg voor de doden aan de Zwarte Zusters overge laten. In Aalst mocht namelijk geen enkel lijk worden begraven dat niet vooraf door de zusters was onderzocht. Gedurende de 17de en 't grootste deel van de 18de eeuw gebeurde er weinig noemenswaardig in de neder ige en armoedige kloosterge meenschap. Op het einde van de 18de eeuw, toen de republi keinse slogan: «liberté, égalité, fraternité» ook in onze gewes ten klonk, braken enkele be narde jaren aan voor de orde. Het kwam zover dat, vooral onder impuls van een zekere Van der Stokken, hoedenmaker-politicus, de gemeenschap door het repu blikeins bestuur gedwongen werd het huis te verlaten. De zusters bleven echter samen en werden in 1806 dankzij de hulp van pastoor-deken De Hert weer ingericht. Aanvankelijk bestond de kloos tergemeenschap uittwaalf zus ters in 1540 uit achttien, een getal dat lange tijd ongeveer ongewijzigd bleef, maar tijdens de tweede helft van de 19de eeuw opliep tot veertig en meer. Thans zijn er een tiental nog steeds dag in dag uit begaan met ziekenzorg in de O.-L.- V.-Kliniek - Mijlbeek. BOEK De historische evokatie over vijf eeuwen sociaal dienstbe toon van de kongregatiege- meenschap wordt in een prachtig boek uitgegeven, sa mengesteld door Karei Baert, stadsarchivaris te Aalst en Jef Dauwe, archivaris te Lebbeke. De tekst is begeleid met foto's van dokumenten uit het kloos terarchief en kunstpatrimo nium, die een visie geven op hun doelstelling, apostolaat en leerscholen van geneeskunde te Aalst, Geraardsbergen, van hun hulp en gezondheidszorg voor de lijdende mens, te Mal- degem en Lede. Karei Baert en Jef Dauwe zijn tevens de op stellers van een volledige in ventaris van het archief der Zwarte Zusters. Voor het res tauratiewerk en de opstelling van de tentoonstelling moch ten de zusters rekenen op de hulp van pater Maes uit Den- dermonde. Hetfeestgebeuren op zaterdag 30 augustus zal als volgt verlo pen: Om 10 u. wordt een dankmis opgedragen in de Sint- Martinuskerk. De akademi- sche zitting in de feestzaal van het stadhuis volgt om 11 u. waarna om 12 u. een receptie, aangeboden door het stads bestuur in de lokalen van het gewezen Zwartzustershuis in de Kapellestraat. De tentoonstelling wordt om 18 u. officieel geopend in de Be lfortzalen. Het kunstpatrimo nium krijgt een wetenschappe lijke beschrijving samengevat in de katalogus van het jubi- Kristiaan Van Ingelgem gaf ter gelegenheid van de zomer-avond orgelkoncerten in de Nieuwe Kerk te Middelburg een overzicht van de ontwikkeling van de Duitse Orgelsonate. Een aangelegenheid boeiend genoeg om even de Westerschelde over te steken Zoals verwacht kregen we een auditie van het hoogste gehalte. Naar een koncert van onze stadsgenoot kan je steeds met een gerust geweten heengaanmet ongelooflij ke souplesse wordt de muziek onder zijn handen tot leven gewekt en vaak heb je de indruk dat de noten rechtstreeks uit het brein van de komponist de ruimte worden ingestuurd, zonder dat er mensenhanden aan te pas komen. Het begrip «sonate» is afkomstig uit Italië. Be doeld werd hiermede: een suite-achtige kompositie voor strijkinstrumenten waarvan de verschillende onderdelen (dansen) een langzaam-vlug-langzaam- vlug-vorm hadden. Er was een onderscheid tussen de kamersonate (sonata da camera) en de kerksonate (sonatadi chiesa). De eerste publikatie van een sonate voor toetsin strument komt waarschijn lijk van Sijbrand van Noordt, organist van de Oude Kerk te Amsterdam. Dit gebeurde in 1690. Voor de ontwikkeling van de sonate als vorm wijzen we op de verdiensten van de Italiaan Pasquini (1637- 1770). Hij werkt reeds bi-thematisch en met pri mitieve reprises, een aan loop tot de «sonatevorm» die tot ver in de roman tische periode als vorm schema werd gebruikt. Zelfs bij Gustav Mahler (1860-1911) vinden we nog sporen van dit aloude schema. Van Ingelgem zet te de avond in met de Triosonate Nr. 6 in sol groot van Johan Sebastian Bach (1685-1750). Het pre cedent «trio» slaat niet één stem per hand en één in het pedaal. Bachs triosonates behoren tot het moeilijkste wat de meesters voor orgel schreef. Ze waren namelijk opgevat als oefenmateriaal voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann. Bo vendien eisen deze werken van de uitvoerder een grote nauwgezetheid in de regis tratie en dit omdat het frisse en speelse karakter onherroepelijk zou verloren gaan. Dit impliceert tevens de noodzaak te beschikken over een goed instrumentk en een niet storende akoes- tiek. Al deze voorwaarden waren grotendeels aanwe zig te Middelburg al bleken de fijne hoge registers van het tongwerk een enigzins troebel klankbeeld te geven zij het dan enkel in snel passagewerk. Dit storend element is toe te schrijven aan de akoestische om standigheden. Dit belette ons in geen geval te genieten van de rijke muzi kale stroom, door Van Ingelgem met verbijste rende vlotheid naar voor gebracht. Van Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) hoorden we de Sonate in D, uit een bundel geschreven voor Prinses Amalia van Prui sen. Deze muziek is van een gans ander karakter dan die van zijn beroemde vader en evolueerde reeds in de richting van de romantiek. Men noemde hem niet ten onrechte de «eerste romanticus», want in sommige mineur-pas sages en adagio's klinkt reeds de sfeer die we terug vinden in werken van de late Mozart en Beethoven. Door een iets zwaarder aandoende registratie wist Van Ingelgem zich op nieuw in te leven in de sfeer die het werk vraagt. Het adagio e mestro mocht naar mijn bescheiden me ning wel iets trager uitge voerd worden. Met de derde Orgelsonate van Paul Hindemith kwamn we terecht in een wereld vol spiritualiteit. Reeds eerder besprak ik het werk en dit ter gelegenheid van een koncert door van Ingelgem te De Panne. Ook nu kwamen alle aspekten van de kompositie aan bod. We hoorden een echte Hinde mith. De avond werd besloten met de Sonate in c-moll over Psalm 94 van Julius Reubke (1834-1858). De psalmtekst vormt het uit gangspunt van de muziek zodat we met recht kunne spreken over een sympho- nish gedicht voor orgel. Klaarblijkelijk is dit een erfenis van Franz Liszt die trouwens de leermeester van de al te jong gestorven Reubke was. Het werkW werd op uitzonderlijke wij ze naar voor gebracht. Een enorme spanning die het ganse stuk beheerst en naar het einde toe kulmi- neert tragisch aandoende mineur.-akkoorden, werd konstant volgehouden. Grote zorg werd besteed aan de registratie. Elke muzikale zin werd als het ware gedeklameerd. Me vrouw Van Ingelgem in Nederland beschikte is gebouwd door W. van Leeuwen uit Leiderdorp in 1954. De bouw getuigt van een grondige kennis der mogelijkheden en staat wegens zijn weliswaar niet extreem barok-karakter ver boven de romantische nei ging (die bij ons helaas nog diep ingewordteld zit) tot bouw van monsterinstru menten. Deze gelukkige omstandigheden droegen bij tot een avond die zowel voor de uitvoerder als voor het publiek grote tevreden heid bracht. ANDREDEGROEVE leumboek. Dit boek gedrukt op zwaar ge koetst papier en rijk geïllus treerd met een 100-tal foto's zal tijdens de tentoonstelling te koop worden aangeboden. Het kan ook besteld worden bij de Zwarte Zusters, Moorselbaan 166, 9300 Aalst, met vermel ding: «Boek-500» op P.C.R. 000-0473995-53. De tentoonstelling loopt van 31 augustus tot 28 september 1975 dagelijks van 14 u. tot 18 u. op zaterdag en zondag door lopend van 10 tot 18 u. HERMAN DE BOCK BAARDEGEM BEREIDT ZICH VOOR OP DE FAUBOURG-JAARMARKT MELDERT De omloop van de jaarmarkt-stoet De wagen van Hawaï-Baardegem in voorbereiding, (jm) Ook zij wachten op de Faubourg-jaarmarkt(jm) De Fribbeleir uit het Dorp, bakken de ajuinen vast en zeker een poets, (jm)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 5