KULTUURKALENDE FILM BIJ ONS VAST ALS EIK OPENT TONEELSEIZOEN MET «BLAISE» PRO ARTE OPENT NIEUtl CONCERTSEIZOEN 24 - 17-10-75 - De Voorpost DOSSIER «KASTEEL VAN LEDE» Deel 3 «BETTE»: MARKIES - REUS - MISS Betekende de naam «Bette» het einde van onze bijdrage van vorige week, dan vormt de familie Bette anderzijds het begin van de Leedsegeschiedenis rondom het kasteel. Althans het gedeelte dat de Ledenaars het meest vertrouwd is. Bette was niet alleen in het verleden een steeds weerkerende naam in de Leedse geschiedenis. Ook nu komt deze naam nog voort durend op de proppen. In 1950 verscheen de reus Willem Bette en in 1951 zijn gemalin, markiezin Anne-Marie. In 1953 volgde de geboorte van het reuzenkind en in 1956 kreeg de JAAK BETTE Jaak Bette had dus de heerlijk heid Lede geërfd van Jan de Grutere. De grote waardigheid van de familie Bette (o.a. te Gent) blijkt uit het feit dat Kei zer Karei V bij het aanvaarden van het graafschap Vlaande ren de eed aflegde in de han den van ridder Joos Bette. Er is aardig wat keuze deze week: een gerenommeerd realisator (of moet ik zeggen 'auteur'), een luchtige Italiaanse kineast, en een nieuweling met kompleet te verwaarlozen, doch uitermate kommercieel werk. Laten we beginnen met 'de aanrader voor groot publiek', te weten «Sesso Matto». De Nederlandse titel zal U vast meer vertellen over deze film: «Dolle Sex» luidt die. Met een titel kan je natuurlijk nog alle kanten op. Dino Risi, de realisator van deze 'komedie' (of hoe moet je 't noemen) laat ons dan ook kennis maken met allerlei aspekten van het onderwerp 'sex'. En hij pakt het op ongeveer dezelfde wijze aan als Woody Allen in zijn «All you always wanted to know about sex, but were afraid to ask for». Oorspronkelijk telde de film van Risi negen sketches, doch om één of ander reden (die waarschijnlijk fatsoen heet) is er één uit verdwenen. De overige acht sketches vertellen ons iets meer over minder alledaagse vormen van sex. (Eigenlijk een gemakkelijk woord, drie letters en je weet nog niks). Gedurende twee uren laat Risi zijn fantasie de vrije teugel en voert een aantal personnages ten tonele die het bij vrijwel iedereen moeten doen. Dank zij de uitstekende vertolking van Giancarlo Giannini en Laura Antonelli (die reeds te bewonderen was in «Malicia» en «Peccato Veniale») lukt dat prachtig. (Feestpaleis). «II fiore delle mille e una notte», letterlijk vertaald «De bloem van duizend-en-één nachten», is het aanvanke lijk sterk omstreden derde luik van Pier Paolo Pasolini's trilogie omtrent de erotiek. Evenals voor de twee vorige delen zocht P.P.Pasolini inspiratie in de klassieke literatuur. In vijftien korte verhalen, die alles samen ruim twee uren duren, geeft hij zijn visie op de invloed van erotiek in het menselijk leven. Wie Pasolini vertrouwd is weet dat we hier met een (schijnbaar?) oppervlakkig werk hebben te doen, nauwelijks beter dan de doorsnee sex-filmerij. Daar worden echter zwaartillende theorieën aan verbonden die het geheel aanvaardbaar moeten maken als een filosofisch hoogstaand werk. Zelfs in katholieke kringen staat met enigzins wantrouwend tegenover de eertijds hoog aangeschre ven 'auteur'. De vertolking berust bij Ninetto Davoli, Franco Citti, Franco Merli en Tessa Bouchet. De muziek is van Ennio Morricone. (Alfa) «llsa, she - wolf of the ss» tenslotte is een op en top hypocriet geval van Don Edmonds, met Diane Thorne, Gregory Knoph en Tony Mumolo. Een kommerciële titel die het mogelijk maakt dat dit onding door sommige mensen als een 'must' beschouwd wordt, li- kan U beter een en ander over de inhoud vertellen, dan hoeft U geen geld in de goot te gooien, llsa is lid van een speciale afdeling van de gekende SS. Zij is - evenals haar mannelijke kollega's - gespecialiseerd in allerhande verfijnde marteltechnieken. Haar slachtof fers ondergaan en speciale behandeling, op sadistische seksuele evenementen Hiermee spekuleert Edmonds (en de producenten) uiteraard en hopelijk tevergeefs op de nieuwsgierig heid van een naiëf filmpubliek. (Palace) Guy Dele reuzenfamilie een gevolg van tien historisch uitgedoste kop pels en van een nar. De groep verdween maar het reuzenpaar bleef behouden en werd overgedragen aan de koninklijke harmonie St. Cecilia. Sinds vorig jaar kiest de Orde van de Leedse Hovaardige Boer rond karnaval bovendien een «Miss Bette». De Bette's waren dus voor alles en nog wat goed. Maar wat spookten de «echte» Bette's hier vroeger allemaal uit? Ridder Jaak Bette was heer van Muisbroek (Heusden), An- gereau (St. Pieters-Aalst te Gent), Autreppe, Hollebeke (Woubrechtegem), Schellebel- le, Wanzele, Essegem (Bale- gem), Peronne (Melantois), Fontaine, Warwanne, Croix, Gosette (kasselrij Rijsel), Clai- reau (Artesië). Een man die dus hier en daar wel een «lap je» grond had liggen! Hij kocht op 2 april 1579 voor zich en zijn opvolgers de hoge re, middele en lagere justitie, de gronden en de heerlijkhe den van Schellebelle en Wan zele. Zijn macht(was dus vrij wel onbeperkt. Uitzijn huwelijk met Isabella de Grutere werden vijf kinderen, waarvan Jan Bette in 1591 zijn vader Jaak zou opvolgen als heer van Lede. Deze werd op 22 juni 1607 baron van Lede benoemd. In die tijd heerste hier echter een verwoede godsdienststrijd die met de wapens werd uitge vochten tussen de Staten Ge neraal, onder leiding van Wil lem van Oranje en de Span jaarden. De kerk van Lede, zaosl trou wens het geval was met ver schillende andere kerken, was in staat van verdediging ge bracht en werd door soldaten, trouw aan de Spaanse koning, verdedigd. De verdedigers werden onder de voet gelopen en de kerk afgebrand. Terzelf- dertijd werd, naast talrijke wo ningen, ook het kasteel in puin gelegd. We schrijven 1581. Baron Jan Bette huwde met Joanna de Berghes en liet op het einde van de 16e eeuw het kasteel herbouwen. Hij liet eveneens, in 1615 de Grote Kapel, ook Bettekapel, langs de Ommegangweg oprichten. Hij overleed op 10 juni 1620. Eén van zijn beide zonen, Ad- riaan, trad toe tot de orde van de paters Kapucijnen en Wil lem studeerde te Gent en te Leuven, alvorens hij in het bezit kwam van de baronie Lede, de heerlijkheid Angereau, Au treppe, Hollebeke, Esegem en Muisbroek. Hij huwde Anne- Marie de Hornes de Baucig- nies. EEN «REUZENPAAR» Willem en Anne-Marie zouden meer dan 300 jaar later model staan voor het huidige Leedse reuzenpaar. En niet ten on rechte. Willem wierp zich im mers op tot één der merkwaar digste afstammelingen van het Bette-geslacht. Deze heer, die een groot veld heer was, en het grootste ge deelte van zijn leven onder de wapens doorbracht, liet tussen 1625 en 1635 belangrijke her stellingswerken uitvoeren aan het kasteel van Lede. De mar kiezin verbleef veel te Brussel, waar ze een woonst bezaten. Bij zijn huwelijk werden hem door de dorpen van het mar- kiezaat, nml. Lede, Hofstade en Impe 1700 gulden ge schonken. Op 2 februari 1630 verkreeg Willem de titel van raadslid van de krijgsraad van zijn konin klijke majesteit. Op 19 april van datzelfde jaar bekwam hij Hof- stade en Impe als leenpand. Op 26 juni 1631 werd hij aan het hoofd gesteld van een kompagnie van 200 Walen, terwijl hij op 12 april 1632 het bevel kreeg over de stad Maas tricht, die hij met lofwaardige moed verdedigde tegen de herhaalde en verwoede aan vallen van de Protestanten. Op 1 oktober 1632 bekwam hij zijn benoeming tot kolonel van een regiment Neder-Duitsers. De spaanse gezant te Brussel, markies d'Aytone, verzocht koning Filip IV aan Willem de titel te verlenen van graaf of markies, omwille van zijn belijd te Maastricht. Willem was dus blijkbaar een geduchte vech tersbaas. Op 3 augustus 1633 volgde de verheffing van de ba ronie Lede tot markizaat door Fi.ip IV koning van Spanje, en einde 1633, bij het overlijden van zijn broeder Adriaan, kwam hij aan de heerlijkheid Peronne. Op 3 november 1635 werd Wil lem bevorderd tot goeverneur van het Land van Limburg en van Over-Maas en verkreeg op 11 september 1637 de titel van gouverneur van de legers. Maar onze Willem was onver zadigbaar. Hij streed lustig verder en zijn Anne-Marie zal wellicht veel dagen en nachten alleen gesleten hebben in haar kasteel. Bij besluit van de kardinaal-infant werd hem op 24 december 1637 opgedra gen, de legers tussen Rijn en Maas te leiden, over dewelke hij op 16 mei 1639 de titel be kwam van gouverneur van de soldaten op oorlogsvoet. Op 1 januari 1640 werd hij benoemd tot gouverneur van Gelderland en trad als onderhandelaar op met de Nederlanders tot uit wisseling van gevangenen. Hij bekwam op 18 maart van het zelfde jaar de titel van bevel hebber der artillerie in het land van Luksemburg. Vanaf 1642 leidde hij persoonlijk de vloot en streed om voldoende... en kloeg over onvoldoende kre dieten tot het onderhoud van de schepen en van de beman ning. Onze Willem zou blijk baar goed overweg gekund hebben met Van Den Boey- nants! Op 6 januari 1946 kwam hij op de strijdpost Duinkerke, waar van hij het gouverneurschap weigerde, al verdedigde hij de vesting op 19 september tegen de legers van Condé. Blijkbaar had hij al genoeg zorgen om het hoofd. Op 11 oktober diende hij overigens de eer volle overgave te aanvaarden. Het ridderschap van het Gul den Vlies werd hem verleend omstreeks 1648. Als kapitein van het Spaanse voetvolk komt hij in de geschiedenisboeken voor op 6 januari 1646 en op 7 juni 1654. Hij voerde ook de titel van hoogbaljuw van Gent, was rid der van de militaire orde van Sint-Jakob, kommandeur van Biezna, zeeadmiraal en als dusdanig opperbevelhebber van de krijgsvloot in de Neder landen, surintendant van de zeestèden en van het West- Kwartier van Vlaanderen. Hij had dus net zo goed van de strategie te land als ter zee kaas gegeten. DEVOOT STRIJDER Willem Bette was een vertrou weling van de nieuwe aartsher tog Leopold-Willem, die er in 1651 aan dacht hem tot gou verneur van Luksemburg en van het Doornikse te benoe men en in 1652 hem de be noeming voorstelde tot alge meen kwartiermeester van het leger. Beide posten werden door de markies afgewezen. In 1655 trok hij als bijzonder gezant naar Londen, om er aan Cromwell de gelukwensen van Filip IV aan te bieden. Willem overleed op 23 juni 1658 aan de gevolgen van kwetsuren opgelopen bij de verdediging van Duinkerke en Zuid-Vlaanderen tegen de Franse maarschalk Turenne. Met zeer veel toewijding heeft hij steeds de belangen van de koning behartigd, zodat hij zelfs zijn zilveren vaatwerk naar de smeltkroes bracht om er geld uit te slaan en dit uit te delen aan de soldaten, die voor de verdediging van Duinkerke instonden Hiervoor werd hij door de koning niet eens ver goed. Hij toonde zich tevens innig verbonden met de volkse devotte tot Onze Lieve Vrouw van Lede. Ter harer ere liet hij in 1642 door Jan Jansen vijf schilderijen maken voor de Ommegang te Lede. Aan To bias Oosterlinck van Gent gaf hij in 1652 opdracht het huidige koor van de Leedse parochie- kerkte bouwen, terwijl L. Pollijn van Gent in 1656 gelast werd met het vervaardigen van een zilveren Mariabeeld in 2 zilve ren kandelaars om te plaatsen op het hoogaltaar van de St. Maartenskerk te Lede. Zijn tes tament bevestigde zijn Maria- devotie Hij schonk hierbij op 15 juni 1657 aan zijn parochie kerk 4.000 gulden tot oprich ting van het nu nog bestaande hoogaltaar «ter ere van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ont vangen» en stichtte een fonds van 5.000 gulden tot aanstel ling van een kapelaan, om da gelijks de HMis op te dragen in de kapel van de «Nood Gods» en verder nog twee wekelijkse missen. Tengevolge van het overlijden van markies Willem Bette werd de kerk van Lede in grote rouw gesteld: het koor ghedurende een gans jaar, evenals de tre den van het hoogaltaar en zelfs de stoelen. Gedurende zes weken werden de doodsklok ken dagelijks geluid te Lede, De handtekening van Mar kies Willem Bette Hofstade en Impe. Dodenmis sen ter intentie van de markies werden bij diverse kloosteror den opgedragen. Uit zijn huwelijk met Anne- Marie werden vijf kinderen ge boren: Honorina-Maria trad in het klooster in de orde der ku- nunnikessen van S. Waudru te Bergen. Frangois-Gerolf en Frangois-Paul-lgnace erfden een paar heerlijkheden en ver trokken in Lede, Eugene- Ernest werd aut-kommandeur van Notre-Dame de Rossières de St. Pierre te Kassei. De oudste zoon, Ambroise- Augustinus-Frangois zou hier zijn vader opvolgen. Verwierf Ambroise niet zoveel lauweren op het slagveld, hij bleef toch een geduchte vech tersbaas in dienst van de ko ning van Spanje. Bij de terugkomst van de mar kies uit Spanje, begin 1670, werd hem door de inwoners van het dorp een geschenk aangeboden waartoe bij de kerk een lening van 600 gulden werd aangegaan. Het dorp werd, zoals blijkt uit de parochierekening van 1670, verplicht een nieuwe toren te laten bouwen aan het kas teel.... en deze ook verder te onderhouden. Markies Ambro ses huwde met Dorothea de Croy-Solre in 1671. En dat scheen nogal een bezorgde echtgenote te zijn. Vooral de strijdlust van de markies greep haar soms om het hart. Dit blijkt uit het feit dat er te Lede plech tige missen werden opgedra gen ter intentie van de markies, terwijl deze op het slagveld verbleef. Intussen zijn we al een heel tijdje aan de tachtigjarige oor log bezig (1643 - 1715). In 1677 werd de toestand steeds erger voor de inwoners van het dorp. De graaf van Luksem burg, die met zijn troepen bin nen Ninove lag, verbleef te Lede op het kasteel van de markies van 17 juni tot 16 juli. Het land van Aalst, en dus ook het markizaat bleven onder Frans bewind, tot in 1678 de vrede, voorlopig, werd her steld. RUZIE MET PASTOOR Maar onze dierbare Ambrosius maakte niet alleen amok op het slagveld. Hij kreeg het ook een paar maal aan de stok met de pastoors van Lede. En is het verwonderlijk dat de ruzie meestal ging over geldzaken? Maar over deze verbale vecht partijen tussen markiezen en pastoors zullen we het vol gende week uitgebreider heb ben. Want ook zijn opvolgers hadden het geregeld aan de stok met kerkelijke overheid in Lede. Vermelden we nog dat markies Ambrosius overleed op 8.12.1677 op de grens van Hol land en in Lede begraven werd. Uit zijn huwelijk met Dorothea-Brigitte-Ferdinande de Croy-Solre werden gebo ren: Jean-Frangois-Nicolas, die zijn vader zou opvolgen; 2) Philip-Emmanuel, ridder van Lede, in 1711 luitenant- generaal in dienst van de ko ning van Spanje, ridder en kommandeur van de orde van Sint Jakob, kommandeur van de kommanderie van de ge bouwen van Kastilië, erfge naam van de goederen van zijn oom Frangois-Gerolf, verbleef in 1725 bij de paters Lazaristen te Barcelona, waar hij als lid van deze kongregatie staat in geschreven. 3) Alfons- Joseph-Rudolf-Lambert, Abbé van Lede, erfde de goederen van zijn oom Frangois-Paul- Ignace. In juli 1696 tot kanun nik van de Sint Lambertuska- tedraal te Luik benoemd, waarvan hij later schatbewaar der werd. 4) Honorata-Marie- Theodora, huwde Carolus de Bourgogne en vertiuisde naar Brussel. 5) Marie-Theresia, gezegd van Lede, kanunnikes van het koninklijk kapittel van Sint Waudrute Bergen. Was gehuwd geweest met Franciscus-Claudius Coloma, graaf van Bornem (zonder na komelingen). Deze laatste zal de zaken van de markies te Lede waarnemen en ook her haaldelijk botsen met de pas toor. Maar die ruzies bewaren we voor volgende week. Vrijdag 17 oktober AFFLIGEM Nog tot 26 oktober in het Kultureel Centrum, tentoonstelt» Bert De Keyser en Mike Vanderstappen. Open op zaterd. van 14.30 u. tot 20 u. en op zondag van 11 tot 13 u. en v< 14.30 u. tot 20 u. Zaterdag 18 oktober AALST 20 u.: Van 18 tot 26 oktober elke avond om 20 uur in Nc.. Reform, Wellekensstraat, film- en dia-projekties van Hel mut Schweizer (Karlsruhe). Zondag 19 oktober AALST 13.30 u.: vertrek aan postgebouw Nieuwstraat door d< WAK voor uitstap naar Hekelgem en Affligem voor bezoi aan Frans De Block, abdij, en opgravingen. LEDE 20 u.: in de Volkskring, koncertavond met het Westvlaai ©rkest en het koor Cantabile. Maandag 20 oktober AFFLIGEM 20 u.: in "het Kultureel Centrum, voordracht door de h Pollin over «U bent wat U eet». Donderdag 23 oktober AALST 21 u.: in New Reform, Wellekensstraat 45, presentatie vl. «Philip Glass by records» (revelatie jongste Holland Festi val). De Hofstaadse toneelgroep «Vast als Eik» opent het nieuwe seizoen met het blijspel van Claude Magnier: «Blaise». Van deze auteur konden de Hofstaadse toneelliefhebbers een paar jaar geleden reeds «Oscan bewonderen. In tegenstelling met Oscar die vooral steunde op een leuk en origineel verhaal is dit bij «Blaise» minder het geval. Het verhaal zelf, een in geldnood verkerende jongeman die zijn bankrekening] wil spijzen door met een rijke en uiteraard dommt partij te huwen en die tenslotte op een arm meisji verliefd wordt, is reeds talloze malen in allerlei komedies uitgewerkt. Het leuke van «Blaise» zijn echter de talrijke visuele] gags die er in voorkomen en het snelle ritme waarai ze de toeschouwer voorgeschoteld worden. Al bij ga. het om een stuk dat van de spelers een uitersti vlotheid vergt en van de toeschouwers voldoendt zelfbeheersing om tijdig op te houden met lachen oi de volgende gag niet te missen De regie is in handen van Dirk Daelman en ah voornaamste vertolkers vermelden we Ann Daelmai en William Cuns. De opvoeringen hebben plaats in het Patronaat op het Dorpsplein op vrijdag 17 oktober oi 20 uur, op zaterdag 18 oktober om 19.45 uur en o| zondag om 19 uur. ledereen hartelijk welkom! Dirk Daelemansl ESTA. p het t :heppt in Gat liizen Thardi sprek st. ee iens gr ordt. vi aarin ngshet enteel Op donderdag 6 november zet Pro Arte een glansvd traditie verder met de opening van een nieuw concern zoen. Van meet af aan, een soliste met wereldfaam: Met Miyazawa. Onlangs nog verwierf ze met een integr plaatopname vap Haydns piano-sonaten de «Grand Prix Disque»in Japan. Een referentie van allerhoogste belang. )eh.\ v/erker Meiko Miyazawa vatte de pianostudie aan bij haar moeder die zelf concert-pia niste was. Dit gebeurde toen ze 3 jaar was. Nadien volgde ze les aan het «Toho-conser- vatorium» te Tokio. Op 19-jarige leeftijd ging ze naar de Verenigde Staten om gedurende twee jaar te studeren aan de befaamde «Juilliard School of Music» te New-York, en dit onder leiding van professor Qoro- dnitzki. Resultaat van dit alles: de hoogste onder scheidingen en de «Piano- Prize». Nadien, reisde Meiko Miya zawa naar Europa om na te Genève met Bela Siki ge werkt te hebben, naar België te komen om te studeren bij de betreurde Belgische pia nist Alex de Vries. Ze behaalde reeds talrijke prij zen in Japan en was eerste laureate van de «Internatio nale Wedstrijd voor piano» te Genève. Tevens werd ze eerste laureate bij de «Inter nationale Jeugdwedstrijd te itojti Bayreuth. In Italië werd de gouden medaille op «Internationale Viotto Wefci; strijd» toegekend. Op discjw; grafisch gebied tellen meer dan dertig opnai door verschillende gro firma's. Ze gaf concerten in Japa België, Frankrijk, Duit j', land, Italië, Tsjechoslov kije, Hongarije en Grc Brittannië. Onlangs speel ai ze te Hong-Kong, Seoel Okinawa. Momenteel reidt ze een nieuwe concepn ti reis door Europa voor. Op donderdag 6 noveml 1975 te 20.30 uur treedt op in de feestzaal van stadhuis. Op het progr. ma staat werk van Hayd Schubert, Chopin en Volgende week zal in blad een gedetailleerde g ram ma-or»sch rij ving een uitgebreider biografi; beeld der pianiste nen. ndustri Ie land ipgetek JE 'as me ictreft'e ni netterti traatbc )iezelt'c iens i naande tngron torte ti lerden, in Aa [ewaagi TEGE> Ra< h 'lal.. P' brenger André De Gr lormt c met de gen, cel vermeld Minim. nuns v voorde zijn aar jferhard van dit nette st

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 24