PROGRAMMA HULDECONCERT JHR. PROSPER THUYSBAERT MET VZW AZYMUTH VAN LOKEREN PRESTIGIEUS HULDEKONCERT JONKHEER PROSPER THUYSBAERT 4-31-10-75- De Voorpst Het programma van het herdenkingsconcert werd geconcipieerd als een tryptiek. Het eerste gedeelte wil uitdrukkelijk een diepdoorvoelde religieuze posthume hulde brengen aan de gedachtenis van Jonkheer Thuysbaert. Het orgelkoraal «Nun komm der Heiden Heiland» drukt op een onevenaarbare wijze de gedachte uit van dood en Verrijzenis, de gedachte ook van weemoed en hoop, maar voor alles wordt hierin de stemming gevonden van piëteit waarin wij dit herdenkingsconcert willen laten verlopen. Het gregoriaanse communio van de 20ste zondag na Pinksteren brengt Psalm 118 verzen 49-50 en sluit aan bij dezelfde geestesgesteldheid. Het tweede deel wordt zuiver orkestraal. De Vlaamse muziek komt aan bodjnet de Symfonie van Pieter van Maldere een belangrijk Zuid Nederlands komponist die de herleving van de Vlaamse muziek realiseerde en ongeveer van dezelfde muziekhistorische betekenis is al s de werken van de school van Mannheim. Vervolgens komt het la mineur vioolconcert van Mozart waann Edith Volckaert colieert op haar Guarnerius van 1732. Dit vioolconcerto is één der gaafste vioolconcert van Mozart. De gevoeligheid en het rijke melodische materiaal verheffen dit werk tot één der mooiste stukken uit de ganse vioolliteratuur. Voor het derde deel van het programma worden de koren van de schola Cantorum Cantate Domino ingeschakeld. Het meesterwerk van Pergolesi, zijn monumentaal Stabat Mater is een ideaal te noemen werk voor een in memoriam De vokale solisten Jacqueline Sternotte en Margit Jeremias staan er borg voor dat de zeer belangrijke interpretatie die dit werk nodig heeft verzekerd is. De kinderstemmen versterken nog de serene sfeer waarin dit werk baadt. Deze kompositie sluit ideaal aan bij Mozarts vioolconcerto zoals Mozart is ook Pergolessi zeer jong gpstorven. Een specifiek aspekt reveleert zich in de monumentale behandeling van de koorstemmen. Vooral de trage maar uiterst breed uitgesponnen en lyrisch bewogen koren staan in schril kontrast met de sober gehouden orkestratie. De muziek van Pergolesi drukt als het ware de pijnlijke extase uit van Bernini's barokke beeldhouwwerken. Een dergelijk werk past dan ook bij de nagedachtenis van een groot man als Jonkheer Prosper Thuysbaert. Tenslotte wordt deze piëteitsvolle hulde besloten met de meditatie die Bachs motet Jesu meme Freude is. Een werk dat op symbolische wijze uitdrukt waar de essentie van het streven van Prof. Thuysbaert te zoeken was. was nooit zullen overgewaar deerd kunnen worden. Want een groot man was hij! Wie de talrijke «portretten» en «afscheidswoorden» bij zijn overlijden in november 1965 door diverse prominenten uit gesproken of neergeschreven doorneemt, wordt onmiddellijk getroffen door zijn veelzijdig ta lent, zijn ruime belangstelling en uitzonderlijke werkkracht, zijn sociaal engagement en zijn grootse vooruitstrevende kijk op de dingen die hij steeds kor daat aanpakte. Geboren te Lokeren uit een geslacht van notarissen was hij werkelijk de stichter en wekker van grote dingen onder zijn volk. Misschien ligt nergens zijn streven zo duidelijk geformu leerd als in zijn inleiding tot «Het Land van Waes. Bijdrage tot de geschiedenis der lande lijke bevolking in de 19® eeuw», het eerste Nederlandstalig doctoraal proefschrift dat aan de School voor Politieke We tenschappen sedert de oprich ting in 1891 door een Belgische doctorandus werd aangebo den. «Aan God moeten wij al de vruchten van onzen arbeid opdragen, en allereerst eene monografische studie, waar wij gedurig kwamen te staan voor de heerlijkheid Zijner werken. Moge Hij dit werk zegenen, op dat het niet alleen weze een verzameling van daadzaken, maar ook strekken zou tot de veredeling onzer medemen- schen, en tot versterking hun ner godsdienstige gevoelens.» Hij was een zeer gelovig man, bestendig in de weer om waar hij kon de volkscultuur op ho ger niveau te tillen. Vandaar ook zijn inzet, samen met oud-professor Coppieters, la ter bisschop van Gent, toen pastoor-deken te Lokeren, voor het plaatselijk amateurs toneel waarmee hij de basis legde voor een werkelijk theater-renouveau in Vlaande ren. Met hen bracht hij be paalde toneelwerken van Henri Ghéon, vaak in eigen vertaling. Doctor in de Rechtsgeleerd heid, kandidaat notaris, doctor in de Politieke Wetenschap pen, toen nog van de rechtsge leerde Faculteit te Leuven, was het hem gegeven te Parijs en later in Italië navormende con tacten te leggen met de ge leerden, die toen in de rechts- en maatschappelijke weten schappen de toonaangevende woordenspraken. Maar het was voor hem meer dan het aanhouden van voe ling met de officiële geleerd heid. Hij voelde zich aange trokken door het broeiende scheppen van kunstenaars en denkers die bij de aanvang van de twintiger jaren in de landen waarheen hij toog het intellec tueel cultuurleven de wending gaven naar de vormen waarin wij pas nu gaan denken en le ven. Terug in het land en benoemd tot notaris te Lokeren werd Prosper Thuysbaert genodigd om in het openbaar leven een funktie aan te nemen. Het voorzitterschap van de Provin ciale Raad van Oost- Vlaanderen, zijn verkiezing tot de wijze, de beradende en de verzoener in de organisaties waartoe hij zich bekende, zijn leidend voorzitterschap na het Congres van Mechelen, en voornamelijk het burgemees terschap dat hij in zijn stad van 1947 tot 1960 waarnam, ble ken zoveel hoogtepunten. Onder zijn leiding veranderde de aan zijn zorgen toever trouwde stad en ommeland van gestalte en uitzicht. Hoger gezag en ambtelijke overheid overtuigend dwong hij te vol gen waar hij nijverheid in de localiteit aantrok en hand haafde en verstrekte zo het voorbeeld van het beleid waar van de patronen ons nu ver trouwd zijn geworden. Bezorgd om de sociale noden, meer bepaald om de woning nood, richtte hij een samen werkende vennootschap «Tuinwijk» op die ook vandaag nog een belangrijke rol speelt in de bouwpolitiek binnen de stad. Na grondige studie en met deskundige hulp uit het buiten land waagde hij het en met gunstig resultaat een pomp station te bouwen voor de drooglegging van de steeds door watersnood geteisterde stad. Hij deed aanzienlijke voetstappen om nieuwe indus trieën op het grondgebied van Lokeren te brengen en aldus de tewerkstelling te bevorde ren in een streek door structu rele werkloosheid gekenmerkt. Niet ten onrechte werd hij «een groot burgemeester van een kleine stad» genoemd. Gestut door een niet aflatende sociale bewogenheid en ge boeid door de schoonheid van een verjongde stijl werd hij de wekker van cultuur. Hier bracht hij het toneel in zijn vernieuwde vormen en bewerkte met ande ren dat deze kunstexpressie in Vlaanderen een naam verwierf die in vele continenten bekend werd. Henri Ghéon, Paul Clau- del zijn kunstenaars die hij tot zijn vrienden mocht rekenen, het «Vlaamse Volkstoneel» een kern van vernieuwing waarin hij als medestichter, maecenas en animator ruim aandeel had in de doorbraak. Dat haar edel werk door ver deeldheid en steriele twisten later werd lam gelegd heeft hem veel pijn gedaan. Maar zijn belangstelling voor het to neel bleef echter zijn ganse le ven natrillen. Hij volgde de zeer moderne toneelexperimenten in het Arcatheater te Gent en het «Théatre de Poche» (thans «Théatre de Quatre Sous») te Brussel en was een der eer sten orn waardering op te wek ken voor de toen nog niet ver maarde toneel-dichter Paul Claudel. Zo was hij! Geen vernieuwing in denken, geen frisse aanpak kon ergens ter wereld plaats vinden of hij nam voeling met de schriften en de boodschap pen en volgde het wisselend lukken van de onderneming. Van zijn openheid op de wereld gaf hij ook blijk in de nooit afla tende beoefening van het recht. Zoveel jaren geleden verraste hij kringen vah de rechtswetenschap met de in formaties over het Oostenrijks stichtingsrecht en wie de oud geworden emeritus uit Sienna zag terug komen met een la ding van wat in de laatste jaren in Italië op het gebied van het recht was geschreven kent de maat van de belangstelling die deze originele en steeds ver beeldingsrijke geleerde heeft gekenmerkt.» Grootmeester van de notariële practijk heeft hij zoals antieke voorgangers formulen en technieken op zijn naam gezet, die algemene bekendheid verwierven en zowel in binnen- als buitenland werden aange wend. Toen hij te Leuven als hoogle raar werd aangetrokken heeft hij de Leuvense Notrisschool vernieuwd en tot ongekende hoogten gebracht. Het fiscaalrecht verhief hij uit de eentonigheid van zijn prag matisme tot een wetenschap waarin hij het denkgoed van de Zwitserse en Italiaanse mees ter verwerkte. Wat hij schreef vormt, spranke lend van oorspronkelijke vond sten en onvermoede inzichten, een indrukwekkende bijdrage tot een wetenschap waarop hij verslingerd bleef tot de laatste dagen. In 1959 werd Prosper Thuys- Naar aanleiding van de tiende verjaardag van het overlijden van deze grote voorman plande het college van burgemeester en schepenen van de stad Lokeren een prestigieus herdenkingscon cert. Ook Aalst, waar jonkheer Prosper Thuys baert van 1902 tot 1907 de klassieke Grieks- Latijnse humaniora volgde in het Jezuïetencol lege en er de «gouden Médaille» behaalde, werd in de hulde betrokken. VZW Azymuth, centrum voor internationale cul turele betrekkingen, dat zijn zetel heeft in de Durmestad en nauwe banden onderhoudt met Aalst, heeft ook nu weer niets onverlet gelaten om er een merkwaardige produktie van te ma ken, verzorgd door een elite van onze eigen Bel gische instrumentisten en solisten. Zo verlenen hun medewerking aan dit huideconcert: Edith Volckaert (viool); Jacqueline Sternotte (sopraan) en Margit Jeremias (alt); de scola cantorum Can tate Domino uit Aalst o.l.v. Michaël Ghys; Jo van Eetvelde en Kristiaan Van Ingelgem (orgel) en de Philharmonie van Antwerpen o.l.v. André van der Noot aan een programma dat werken vermeldt van Pergolesi, Mozart en Van Malderen. Samen mei Koning Boudewijn Te Aalst gaat het concert, ge organiseerd door het Sint- Maartensinstituut, op maan dag 3 november te 20 uur in de Sint-Martinuskerk Kaarten kunnen besteld bij de leden van de Schola Cantorum Can tate Domino. Te Lokeren wordt piëteitsvol hulde gebracht aan jonkheer Prosper Thuysbaert op dins dag 4 november te 20.30 uur in de dekanale Sint- Laurentiuskerk. Kaarten kunnen hier vooraf besteld op het secretariaat van deWV-Cultuurgemeenschap, Groentemarkt 27 (tel. 48.28.05) of bij het Centrum voor internationale culturele .betrekkingen Azymuth vzw, Torenstraat 15 (tel. 48.38.36 of 48.43.44) Erkentelijkheid en dank sieren de mens. Ten overstaan van professor dr. emeritus jonkheer Prosper Thuysbaert kunnen deze nooit groot genoeg zijn omdat zijn betekenis voor en invloed op alle terreinen waarop hij actief baert om zijn verdienstelijke, veelzijdige en ongewoon vruchtbare carrière tot de adel stand verheven. Hij mocht zich voortaan «jonk heer» noemen. Tot spreuk koos hij het latijnse woord «so- licitudine» wat wij als «met zorgzaamheid, met bezorgd heid, met liefdevolle zorg» zouden kunnen omschrijven. Dit wachtwoord heeft hij verko zen omdat daarin het levensi deaal werd uitgedrukt dat hij trachtte toe te passen in de di verse levenskringen, waarin zijn rusteloze belangstelling zich bewoog. Lid Van de Koninklijke Vlaamse Academie voor We tenschappen, Letteren en Schone Kunsten werd hij in 1956 ook lid van de Economi sche Raad voor Vlaanderen en voorzitter van het Centraal Bu reau voor Hypothecair Crediet. Vanaf 1960 was hij lid van de Raad van Beheer van de Kre dietbank. Maar boven dit alles was hij voor velen de trouwe en goede vriend, de vriend voor het le ven, die het bleef door goede, maar ook door moeilijke dagen heen. «moge zijn volk de nagedach tenis van zijn edele weldoener en schone mens die jonkheer Prosper Thuysbaert was in dankbare erkentelijkheid blij ven eren!» schreef zijn vriend mr PM. Orban bij zijn «Af scheid aan een groot man!». Het huideconcert dat op maandag 3 november te Aalst en dinsdag 4 november te Lo keren wordt gegeven wil een piëteitsvolle hulde inhouden aan hem die zoveel heeft bete kend voor zovelen. Erkentelijkheid en dank sieren de mens! Cantate Domino De koren van de Schola Canto rum «Cantae Domino» uit Aalst Steeds studerende repertorium. Tijdens het huideconcert tre den ook twee vocale solisten op: Jacqueline Sternotte (sop raan) en Margit Jeremias (alt). Jacqueline Sternotte stu deerde aan het Koninklijk Mu ziekconservatorium te Brussel en te Liège waar zij het Hoger Diploma en de Regeringsme daille voor Zang behaalde. In 1970 werd zij tweede op het internationaal «Concours de la .45 E Jonkheer Prosper Thuysbaert o.l.v. Michaël Ghijs voorstellen hoeft zeker niet meer. Sedert de oprichting in 1960 heeft dit koor in enkele jaren tijd een in ternationale reputatie weten op te bouwen. Talrijk waren de successen die zij zowel op nationaal als inter nationaal vlak wisten te ver wen/en. Daarvan getuigen de talrijke concertreizen doorheen gans Europa en hun optreden in diverse festivals. Dit jaar maakte Cantate Do mino nog een omvangrijke concertreis doorheen Zuid- Afrika met een ongeëvenaard succes dat hun reeds een nieuwe invitatie voor 1977 op leverde. Voor volgend jaar is Cantate Domino officieel uitgenodigd naar de Verenigde Staten waar zij in het raam van het 200 jarig bestaan van de United States de openingsplechtigheid zullen opluisteren waaraan zijne Hei ligheid de Paus zal deelnemen Verder plannen zij nog dit jaar een uitvoering van Bach's Weihnachtoratorium en zijn ze uitgenodigd in de bondsrepu bliek Duitsland voor een con certreis in de meest belangrijke muziekcentra van het land. Hun repertorium omspant zo wat de ganse muziekliteratuur. Het Gregoriaans, de renais sance, de hoogbarok, de ro mantiek en de hedendaagse koorwerken sieren hun pro gramma's. Ook volksliederen van vreemde oorsprong geput uit de talrijke contracten met vreemde koren vormen een deel van hun zeer uitgebreid Mélodie Frangaise» te Parijs. Bekende hedendaagse com ponisten spraken vol lof over haar muzikaal talent en ook de internationale perskritiek schreef de meest lovende woorden. Zij oogstte belang rijke triomfen in de Verenigde Staten van Amerika, in Wenen, Latijns-Amerika, Japen e.a. Margit Jeremias werd geboren te Debrecen in Hongarije en stamt uit een zeer muzikale familie. Zij studeerde tot 1956 aan het Koninklijk Muziekcon servatorium Franz Liszt te Bu dapest. Datzelfde jaar vestigde zij zich in ons land. In 1965 be haalde zij het Hoger Diploma Zang te Liège en in 1969 werd haar het Hoger Diploma in de lyrische kunst toegekend aan het Koninklijk Muziekconserva torium te Brussel. Zij debuteerde als operazan geres en werd in 1966 laureaat in het «Concours International du Chant» te Parijs. Zij specia liseerde zich in de muziek van Kodaiy en öartok. Hoogtepun ten in haar carrière waren tot nu toe zeker haar optredens voor de O.R.T.F. Het Paleis voor Schone Kunsten, het Fes tival de Chimay in 1972 en di verse optredens voor het «Fes tival Van Vlaanderen». In het «Festival de Paris» zong zij de altpartij in de Negende Symfo nie van L. von Beethoven. De philharmonie van Antwerpen Opgericht in 1955 op initiatief van G. Ariën slaagde de Phi harmonie er vrij vlug in haar kenning door de Belgische re gering, de Provincie en de sta Antwerpen af te dwingen. Met dirigent en orkestpeda goog Eduard Flipse, die 1958 het jong orkest in hande nam ontwikkelde zich het er semble op vrij korte tijd tot e< orkest op hoog niveau. De Philharmonische Ver< ging van Antwerpen had ei niet gering aandeel in di snelle opgang. Nu, na ongeveer twintig ji aktiviteit, heeft de Philhari nie haar plaats ingenomen tt sen de grootste Europese kesten. Talrijke beroemde dirigent» waren er reeds te gast: Andi Cluytens, Rafaël Frühbeck Burgos, Arthur Fiedler, Guai nadi Rojdestvensky, Robert ckie, Bezni, André Van der Noot, E|ans rem Kurtz, Carlo, Zecchi, Holncj ryuki Iwaki, e.a. 0ns In het buitenland werde yeecje eveneens grote successen b» jm va haald in toernees doorhee qo b Duitsland (met o.a Müncheffete, Nurnberg, Essen. Wupperta j va Aachen) Spanje, Nederlam guWS Denemarken, Frankrijk. In 1971 concerteerde men o 1 het Festival te Atehne, met ee uitzonderlijk succes trouwens .50 F Plannen bestaan voor concef idi pre treizen doorheen andere Eu it a v ropese landen alsook voor ee J.35 L tournee doorheen de V.S. 1.05 5 Tijdens de huldeconcerte ,40 5 wordt de Philharmonie gelei ifend door André Van der Noot. ito - r - limai Andre 130 van der Noot ^°n wordt algemeen erkend al een zeldzaam volmaakt mus 2 cus. Zijn groot muzikaal taler gaat gepaard met een sterk qq artistieke persoonlijkheid. rj Na enkele jaren verbonden I ed) di zijn geweest aan de Koninklijk )un Vlaamse Opera was hij verj^, scheidene jaren eerste diriger y» aan de Koninklijke Munt 0' un schouwburg te Brussel. 520 In het buitenland geniet tv d reeds meerdere jaren een zee e 2; grote faam en algemeen wor< jeuw^ hij beschouwd als een grote dirigenten van de jongflH generatie. Nadat hij te Wenen aan de miT ziekacademie zijn studies ha< voltooid, trad hij herhaaldelij op in de voornaamste stede van Europa i.m. te Wenen, Pfr rijs, Londen, Berlijn, Osk Praag, Genève en Lausannf evenals in meerdere stede van Zuid-Amerika. Hij is re gelmatig medewerker aan rijke muziekfestivals. Hij is 00 vaste dirigent van het Noor Hollands Symfonieorkest t| Haarlem. Met verschillende beroemd orkesten onder zijn leidin werden reeds talrijke gramo foonplaten opgenomen, o.fl een «Serenade» van Brahmi waarmee hij in 1957 «Grand Prix du Disque» wierf Op operagebied is Andre Vaj der Noot de jongste jarej eveneens zeer bedrijvig en aj| operadingent leverde nij reefl enkele zeer merkwaardige ej gewaardeerde prestaties.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1975 | | pagina 4