DOSSIER «KASTEEL VAN
TASTEN IN HET DUISTER
PIANORECITAL DOOR MEIKO MIYAZAWA
LEDE»DEEL 5
PRINSENCAEMERE KRUGT 14.000 fir.
VAN MIKISKLUB
mw
De Voorpost - 31-10-75 - 9
n 1792 overleed dus Emmanuel Bette. De laatste markies Joigny-Pamele.
van de stam «Bette». Hij liet geen nakomelingen achter. De
VSjieerlijkheid Lede kwam in het bezit van een verre erfgenaam
ran de stam de Gruteere, nml. Jean-Charles, baron van
PRO ARTE AALST - KONCERTSEIZOEN 1975 - '76
Hij zou echter niet lang meer «heer van Lede» blijven. Want
de Fransen waren opnieuw op het oorlogspad. De oude
administratieve indeling werd door de Fransen afgeschaft
en door een gans nieuwe vervangen. De heerlijkheden
werden vervangen dooreen gemeente onder het bestuur van
een «agent municipal».
Van het vorige week reeds aangekondigde PRO ARTE
loncert op 6 november geven we nu graag meer bijzonder-
leden.
Het volledige programma werd ons voorgelegd, en groot was
onze verbazing toen we merkten dat er maar eventjes drie
irote pianosonates zullen gespeeld worden, naast enkele
ileinere werken. Dit getuigt van een enorme artistieke be
lustheid van de zijde der pianiste. Ongetwijfeld zal het klin
kend resultaat een even magistrale grootheid inhouden. Ter
lanvulling van de reeds verschenen gegevens over de pia-
liste drukken we nog enkele internationale recenties af.
/ooreerst het programma.
Meiko Miyazawa, pianiste uit Japan.
MOZART, BEETHOVEN
EN SCHUBERT
Drie grootmeesters van het
klavier verenigt in eenzelfde
koncert, en elk ervan met een
toonaangevende compositie:
di pianosonate! Utopie? Bij
Meiko Miyazawa is het werke-
jkheid.
Vooreerst hebben we de pia-
losonate in la groot KV 331
•Met de Turkse Mars». We
kunnen moeilijk spreken van
een pianosonate in de strikte
zin van het woord, omdat de
«sonatevorm» in deze kompo-
allerminst aanwezig is. Er
wordt aangevat met een An
dante grazioso dat in feite een
reeks variaties op het aanvan-
gsthema inhoudt. Het thema
zelf is een typisch Mozartti-
aanse melodie: eenvoudige
middelen (het verloopt rond de
teits), doch grote zeggings
kracht en subtiliteit
De variaties op deze dankbare
melodie zijn van een gans an
dere aard dan in de achttiende
eeuw gebruikelijk was. Het be
treft hier een reeks karakter
variaties in de ware zin van het
woord, een uitdiepen, een ont
plooien van het muzikale ge
geven en geen stoffering van
het thema met allerhande vir
tuoze versieringen.
Bij Mozart is het thema onder
weg van een innerlijk proces
dat in de variaties konkrete ge
daante aanneemt. Variaties I
en II laten vooral de zangerig
heid van het thema aan bod
komen. In de eerste variatie bv.
beperkt de linkerhand zich tot
enkele akkoorden en stacca
to's; louter begeleidend.
In variatie twee gaat Mozart
iets verder. Men lette op de tri
den in de bas-partij.
anders zijn 3 e en 4e va-
natie waarin vooral de nadruk
wordt gelegd op de beweeg
lijkheid en expressiviteit door
sneller tempo en verruiming
van het klankbeeld met ver
dubbelingen in het oktaaf.
Variatie V is een adapio,
waarin de basismelodie nau
welijks meer te bekennen is.
laatste variatie is, in kon-
bast met de voorgaande, een
kichtig allegro.
De tweede beweging is een
Menuet (Mozart componeerde
deze sonate te Parijs!) dat er
gens doet denken aan de ge-
Hcnamige delen uit Mozarts
symfonieën. De derde bewe-
9"ng is de bekende Turkse
Mars, aldus genoemd omwille
van de snelle afwisseling tus-
grote en kleine teitstoon-
aard.
LES ADIEUX
Een van Beethovens meest ge-
''efde pianowerken, misschier
omwille van de goed begrijp
bare inhoud.
is echter meer. Tekenend in
dit werk is Beethovens streven
"aar eenheid doorheen de
19anse kompositie; een eerste
stap naar een «cyklische struk-
tuur» a la César Franck.
Hij doet dit door de eerste drie
tonen (waaronder hij schreef
«Le-be-wohl») in de drie be
wegingen te laten doorkomen.
In het laatste deel «vivacissi-
mamente» echter enkel in de
harmonische ondersteuning.
Men lette in de eerste bewe
ging vooral op de overgang van
adagio (eindigend in pp) en al
legro. Hoe treffend tekent Be
ethoven ons hier de gevoelens
die omgaan bij het afscheid.
In de tweede beweging «Die
Abwesenheit», een. teruggrij
pen naar de aanvangsnoten
van het eerste deel, maar nu
ondersteund door schrijnende
akkoorden. Men voele de
leegheid, de eenzaamheid.
Plotseling echter, als een ware
verrassing, volgt na een open
forteakkoord een vivaössi-
mamento, «lm Pebhaftesten
Zeitmaaasse», als suggestie
van het wederzien. Alles ein
digtin een rust en tevredenheid
uitstralende beweging. Hierin
wijzen we op de wijzigingen in
tempo en dynamiek, schitte
rend aangewend als uiting van
het gevoel dat ons bekruipt bij
een lang verwachte en blijde
terugkomst.
Beethoven komponeerde deze
sonate in 1809. Op 9 april van
dit jaar verklaarde Oostenrijk
de oorlog aan Frankrijk, en
toen enkele weken later de
Fransen Wenen belegerden
trok de Oostenrijkse keizerin
samen met Aartshertog Ru-
dolf, broer van de keizer, naar
Olmuitz (nu Tsjechoslowakije).
Aartshertog Rudolf was Be
ethovens vriend en leerling.
Misschien inspireerde diens
afwezigheid hem tot het schrij
ven van deze sonate.
SCHUBERTS
OPUS 143
Dit weinig gekende werk
(welke sonate van Schubert
wordt naar waarde geschat??)
toont de komponist niet als de
lyricus waarvoor hij doorgaans
beschouwdt wordt, maar als
onvermeoid strijder, als volge
ling van Beethoven.
Het werk vat aan in la klein (al
legro giusto) en eindigt met vier
geskandeerde akkoorden in
dezelfde toonaard, als een
open vraag. Bij beluistering
denk ik onwillekeurig aan de
sonate in dezelfde toonsoort
KV 310van Mozart. Het mid
dendeel van Schuberts opus
143, een andante in fa biedt
enige rust, als verpozing tus
sen de spanningen in beide
boekdelen.
In dit middendeel lette men op
bepaalde recitatiefachtige
passages met snijdende rit
miek.
RAMEAU, RAVEL
EN CHOPIN
Het concert vat aan met «Les
tendres plaintes» van Jean-
Philippe Rameau. In tegenstel
ling tot wat meestal wordt ver
moed zoeke men in de titels
van deze voor klavecimbel
geen verklaring van de inhoud.
Zelfs het bekende «La poule»
verbergt onder zijn titel be
paalde dansvormen en ritmes.
Na Mozart en Beethoven,
waarmede het 1e deel van het
concert besluit, krijgen we het
fijnzinnige «Jeux d'eau» van
Maurice Ravel. Een rake be
schrijving in tonen van het
eeuwig rimpelende water. Uit
erst geraffinneerd is het ge
bruik van de hoogste registers
van het klavier.
Tevens lette men op een da
lende glissando (na triller) die
uitmond in de laagste noot van
het toetsenbord!
Ravel benut het klavier ten
volle in dit werkje.
Van Chopin, drie Mazurkas (op
33 Nr. 4, op 59 Nr. 1 en op 53
Nr. 3) en eveneens drie Noc
turnes (op 9 Nr. 1, op posth.
cis-moll, op. posth., c-moll).
De Mazurka's laten aan de
pianiste de gelegenheid zich
uit te leven in de op de volks
muziek geïnspireerde eitmiek.
De nocturnes, met hun sterk
improvisatorisch karakter laten
de meest persoonlijke gevoe
lens van de toondichter aan
bod komen. Poëzie in de ware
zin van het woord, met een
sterk elegische inslag.
Het recital eindigt, in mineur
stemming, met de hoger be
schreven sonate van Schubert.
MEIKO MIYAZAWA
Vrij vertaald geven we enkele
persrecenties naar aanleiding
van optredens van de pianiste.
THE DAILY TELEGRAPH.
«Meiko Miyazawa gaf een
goede indruk.» «Chopin Etude
in fa groot op 10 was van dit
soort interpretaties waarvan de
meeste pianisten enkel durven
dromen...»
THE TIMES
admirabele muzikale kwali
teiten...»
JOURNAL MUSICAL FRAN
CAIS
een spel van uiterste fijn
heid en extreme precisie... uit
zonderlijke muzikaliteit...»
LA TRIBUNE DE GENEVE.
vuur, grootheid, Meiko
Miyazawa is ongetwijfeld een
grote natuur...»
VOLKSBLATT (WENEN)
«Mozart zou gelukkig zijn in
Japan! Miyazawa speelde Mo
zart's pianoconcerto KV 238
goddelijk, wonderbaar, als een
droom...»
Naast dit alles namen we ken
nis van andere lovende kritie
ken van Italiaanse. Oosten
rijkse en Engelse recensenten.
PRAKTISCHE GEGEVENS
EN VERDERE
PERSPEKTIEVEN
Plaats en datum: Aalst,
Feestzaal van het Stadhuis op
donderdag 6 november 1975
te 20.30 u.
Kaarten en abonnementen:
Lokatie: Parklaan 89 (tel.
053-21.16.49)
Zonnestraat 85 (tel, 053-
70.30.64)
Prijs: Abonnementen (3 con
certen): 500 F.
Abonnementen Jeugd en
3-pas: 250 F.
Toegangskaarten: 200 F.
Toegangskaarten jeugd en
3-pas: 100 F.
Na het komende en veelbelo
vende optreden van Meiko Mi
yazawa u zal PRO ARTE zijn
werking verder zetten met twee
ongewone manifestaties.
Op 19 januari 1976 hebben ze
de Parijse groep «Les Méne-
striers» te gast; gerenom
meerde uitvoerders van oude
muziek. Zo mogen tot de
meest gespecialiseerde en be
langrijkste uitvoerders van dit
genre gerekend worden. Hier
van getuigt de «Grand Prix du
Disque» DIE ZE VOOR
PLAATOPNAMES VER
WORVEN.
De koncertenreeks wordt af
gesloten op 15 maart 1976 met
een Hayds-programma door
het West-Vlaams Orkest onder
leiding van Dirk Vazendonck.
Onlangs maakten we kennis
met het ensemble in een sfeer
volle Mozart-avond.
Een beloftevol programma, dat
geen enkele muziekliefhebber
mag ontlopen, en dat tevens de
leek het hart voor de levendig
ste van alle kunsten kan ope-
nene.
André De Groeve
Verschillende gemeenten
werden samengebracht in
een kanton waarvan Lede bij
besluit van 27 germinal (4e
jaar van de Franse Repu
bliek) het centrum werd.
Verschillende kantons
'vormden samen en arrondis
sement (voor ons was dit het
arrondissement Dender-
monde).
Na korte tijd hield Lede op,
hoofdplaats van een kanton
te zijn en kwam onder Aalst
te staan.
Na de Boerenkrijg-perikelen
kwam dan het Napoleon
tisch bestuur van 1800 tot
1814. Op 8 mei 1815 werd
koning Willem van Neder
land in het bezit gesteld van
onze gewesten.
Op 28 juli 1815 werd
Jean-Philippe van Pottels-
berghe Lapotterie door de
intendant van het Schelde-
departement tot maire be
noemd, in vervanging van
Frangoisvan Kerckhove. Hij4
kreeg onder zijn bevoegd
heid Lede-Irr.pe-Smetlede
en Wanzele, Hij zou die taak
vervullen tot in 1830 een
nieuw bewind aan de macht
kwam.
HET KASTEEL?
En wat gebeurde er intus
sen met het kasteel?
In die tussentijdse periode
beleefde het kasteel nog het
merkwaardig feit dat in 1815
de koning van Frankrijk,
Lodewijk XVIII er verpozing
zocht, voor zijn emoties
opgedaan bij de terugkeer
van Napoleon en zijn vlucht
in Frankrijk. Eigenaardig
genoeg nochtans blijkt het
kasteel als dan onbewoond,
na het overlijden van de
nieuwe eigenaar graaf Car-
nin (hij overleed 12.8.1812)
en is er stellig nog geen
nieuwe koper opgedaagd.
In die tijd moeten er toch
erfgenamen of huurders op
het kasteel verblijven, want
J. De Brouwer vermeldt o.a.
dat in 1814, pastoor Van
Damme een brief schrijft
aan de heer de Letterisch die
dan op het kasteel verbleef
De vraagtekens zijn van
J. De Brouwer.
In die tijd moet er in onze
dorpen een algehele verwar
ring hebben geheerst. Im
mers, het direkte gezag van
het kasteel was onder de
invloedgolf der Franse revo
lutie bezweken. De invloed
echter heeft nog lang, tot in
onze tijden zelfs de politieke
gesteldheid beheerst. Grif
fier van het kasteel was een
Verbruggen, verwant aan de
familie Van Innis, en sekre-
taris van het kasteel was
toen J.B. Coppens. De
eerste burgemeesters onder
de revolutie waren Eeman's,
waarvan de vader insgelijks
griffier was geweest. In het
onmiddellijke naoorlogse
regiem, werd onze Coppens
vernoemd, burgemeester
(1830). Hij werd opgevolgd
(1841) in 1843 door De Putter
Judocus gehuwd met een 20
jaar oudere Eeman, de
zuster van onze burgemees
ter in het Napoleontisch
tijdperk. De macht van het
kasteel bleef zijn schaduw
werpen over de toekomst,
een gevolg van grondaanko
pen uit de erfenis en
invloeden van het markizaat.
Deze invloeden zijn gaan
tanen, alhoewel nog twee
gëneraties Coppens later in
Lede het burgemeester
schap uitoefenden.
Bedenken we maar even dat
de grondeigendom van de
markiezen in 1793 nog 50 Ha
bedroeg en de oorsprong
van dedrukkingskracht hier
in gelegen is. De markiezen
waren de rechters in alles
wat betwisting betekende.
Zij benoemden de baljuws
en het schepenschap. Zelfs
de pastoors ontsnapten aan
deze regel niet, zoals we
reeds eerder opmerkten.
Over het lot van het kasteel
in die tussenperiodè valt er
heel weinig nieuwste rapen.
In 1825 werd er in de
gebouwen van het kasteel
door Louis Dooms (van
Lessen) een stokerij opge
richt. Verder zou er nog
sprake geweest van een
suikerfabriek maar hierover
konden we nergens zeker
heid bekomen.
Het staat wel vast dat het
vanaf 1893 tot 1972 gediend
heeft voor internaat en
onderricht allerhande.
In 1917 werd er in de
gebouwen van het kasteel
een «kriegslazaret» voor het
bezettingsleger ingericht.
Rond het einde van de
oorlog werden geëvakueer-
de inwoners uit De Panne
naar Lede overgebracht,
waar ze, na een tijdelijk
verblijf in het kasteel bij
partikulieren of in onbe
woonde huizen werden on
dergebracht. Intussen had
den in 1900 de Kanunikes-
sen van Sint-Augustinus de
eerste vleugel laten bijbou
wen voor hun internaat.
DE KOSTSCHOOL
In 1897 werd het kasteel
voor 97.000 Fr. aangekocht
door de zusters van Jupille,
die er een kapel en een paar
gedeelten bijbouwden en
inrichtten tot een kost
school. Op 25.10.1906 telde
men onder de zusters kanu-
nikkens van de H.Augusti-
nus 19 Duitse, 1 Nederland
se, 2 Engelse en 1 Spaanse.
De aanwezigheid van deze
talrijke vreemde zusters had
tot gevolg dat men erin 1914
bij het uitbreken van de
oorlog aan dacht, de Duitse
zusters te internen.
Gedurende de oorlog werd
de kostschool omgescha
keld tot externaat en genoot
een gemeentelijke toelage:
de ondersteunde lagere
meisjesschool van de Da
mes op het kasteel telde op
14.12.1916264 leerlingen en
de bewaarschool van deze
instelling 112. In totaal dus
376. op 3.11.1916 werd er
een huishoudschool ge
sticht door deze dames
Kanunikessen, bestuurd
door Mevr. Vilain XIV, over
ste van het gesticht. De
lessen werden gevold door
65 leerlingen. De leergang
duurde 6 maanden (5 halve
dagen per week) en werd
ingericht voor werklozen
Op 29.9.1920 werd de
school van het kasteel
aangenomen met 1 bestuur
ster en 10 onderwijzeressen
De Dames kanunikessen van
Sint-Augustinus hadden Le
de verlaten. Het goed werd
verkocht aan de vereniging
zonder winstbejag «voor de
kinderen van het vaderland».
Het gesticht van Mesen, dat
ten gevolge van de oorlog
volledig was verwoest, werd
hier ondergebracht. Van
daar dus de naam «konink
lijk gesticht van Mesen».
Naast de kinderen van
oorlogsslachtoffers werden
aldra de deuren ook opge
steld voor half-internen van
het dorp zelf.
Direktrice van het gesticht
was van 1882 tot 1920
mevrouw Marie-Louise Ha-
try, van 1920 tot 1943
mevrouw Victorine Van
Baeckerghem en sinds 1943
mevrouw Marie-Jeanne Se-
Hoe in 1972 de school
gesloten werd, vertefden we
reeds bij de aanvang van
deze bijdragereeks.
Inmiddels staat dit hele
komplex te «verkrotten» zo
dat er binnen afzienbare tijd
geen enkele andere oplos
sing meer mogelijk zal zijn
dantotaal afbreken!
Werd daar dan niets aan
gedaan, zult u vragen. Toch
wel. Wat deze akties waren,
van wie ze uitgingen en wat
ze opleverden, vertellen we
volgende week in een aparte
bijdrage.
Marco Ie
/lA/?£gs z/iq if< Mjv
ffuüKbtooUJ w£T
MtUmafU.,, 7/^iC
DE BELEVENISSEN
VAN CYRIEL
EN KLINKE
f/cü/vKes/ups
u/JW££H nes
tij)
±J>t/iie/VkoT?
Iedereen wou erbij zijn. En het is
fijn erbij te zijn. De suksesrijke
Oljsterse avond in 1974 had daar
zeker toe bijgedragen.
Burgemeester De Bisschop die
kwam zijn spijt uitdrukken niet
te kunnen blijven. Er waren
inderdaad heel wat ander aktivi-
teiten en bals die avond in de
stad. en ook daar moest hij zijn.
Zoals heel wat andere mensen
trouwens. Het was het
Stemmingstrio, dat tevens wel
willend zijn klankinstallatie ter
beschikking had gesteld, dat als
eerste met het programma van
wal stak en er al direkt de sfeer
van de grote dagen inbracht.
Volgden dan onder steeds her
nieuwd applaus: het dochtertje
van Prins Louis Van pottelbergh
Mary-Rose, dat een ballet
nummer bracht, het cirkus-
paardje; de onvergetelijke
Herman Daelman met «Ketje»,
het Koor van de Koolstraat met
Prins Antoine zong o.a.
«Kalinka». Prins Simon
D'Hondt en Bloemenfee '74
Myriame, geholpen door Prins
Karei gaven een Fakirnummer
ten beste. Dan, pauze, tijdens
dewelke de klubleiding haar
gasten een receptie aanbood, en
dan ging het weer verder:
«Corum Alostum Imerpiale»,
zoals steeds in grote «forme»
maar jammer genoeg zonder de
zieke en onvervangbare Nicole;
Jantje Beeckman zoals in zijn
beste dagen; Bloemenfee 1975
Annick met een ontroerend
gedicht over de «bloemen»; Prins
Karei met een mime-nummer
«Ode aan de Gehandikapte» dat
iedereen naar het hart greep,
nogmaals Myriame met een
knap gelegenheidslied over de
cirkusdagen op de Hopmarkt en
dan tenslotte Prins 1975 Bob:
enkele woorden over Karnaval
1976 en een dankwoord gevolgd
door een algemene dank door
Jos. Vergeten we vooral niet, dat
Prins Robert Waterschoot, die
als konferencier optrad, dat
alles zo goed aan elkaar «plakte»
dat de traditionale regisseurs
van de klub er niet bij te pas
moesten komen. Ook niet het
optreden van een «kandidaat
Prins» Karnaval 1976 van de
Koolstraat die het Oilsjterse
Lied eer aandeed. Zeggen we
toch ook dat de meisjes en
jongens van dienst hebben
moeten werken als paarden. We
danken ook Keizer Kamiel die
er aan hield aanwezig te zijn
alsmede de komische groep «De
Destereers» die in vol ornaat
kwamen groeten en schier niet
meer weggeraakten. Tijdens de
pauze deden de Bloemenfeeën
een omhaling die meer dan
2.600 fr. opbracht en het
«Corum Alostum Imperiale»
verkocht zijn liedjes ook al ten
bate der gehandikapte kinde
ren, wat ook meer dan 1.100 fr.
gaf. De opbrengst van de avond
werd nog eens 6.100 fr.. We
moeten toch ook vermelden dat
de Mikisklub met 35 mensen
aanwezig was op de gala-voor
stelling van het Cirkus Johnny,
georganiseerd door de Prinsen-
caemere eveneens ten bate van
degehandikapten.
Een week na de Oiljsterse avond
van de Mikisklub. keerde de
voorzitter van de Aalsterse
Prinsencaemere terug in de
Mikisklub om er uit handen van
Raymond De Smet het totale
winstbedrag van de Oiljsterse
avond te ontvangen. Bedrag dat
in zijn geheel tot 14.036 fr.
opliep en dat de Prinsencaemere
samen met de opbrengst van
hun cirkusvertoningen op de
Hopmarkt en de nog komende
Euroshow op 5 december in zaal
Madeion, zal schenken aan de
gehandikaptenwerken van
Aalst.