=EN DE STERRE BLEEF STILLESTAAN
JEUGDCLUB TANU
NOG WAT ONWENNIG IN NIEUW CLUBHUIS
BEZOEK VAN TUNESISCHE
DELEGATIE VAN HET
«MINISTERIE DE LA
JEUNESSE ET DES SPORTS»
AAN BELGIE IN VERBAND
MET HET ONTWERPEN EN
BOUWEN VAN 12
SPORTHALLEN IN TUNESIE
De Voorpost - 9-1 «76 - 9
dol-pmers een ster draait niet. De
innekultus. Het was de loop
ils -in de zon die optrad als
sngulerende faktor van de Oud-
l0u*!rmaanse kalenderfeesten,
uw-^arvan het midwinterfeest en
,n it meifeest tot de belangrijkste
^^ïh oorden.
ien,m de zon in haar loop te
vasrsterken hielden onze voorva-
jQC.pen van omstreeks 11 novem-
nde:r tot 6 januari ommegangen in
jrichtingvandezon. Later zijn
30,tze gebruiken door de katho-
jke kerk verboden of ten dele
uurkerstend. In de folklore zijn ze
■r- ijven voortleven, o.a. de Stefa-
jsrit of Sint-Steffenrit op 26
^Jcember. Ook aan het ontste
len van lichten en vuren ligt een
iidense kultusplechtigheid ten
ondslag. Zo het verbranden
<n de Joel-of kerstblokken, een
pruik dat in de vorige eeuw
)g in Nederland, Denemarken,
^■litsland en Zwitserland voor
kwam en dat hier en daar in
^■geland nog tot de levendige
kiore behoort. In onze mo-
rne huizen kon het echter
In stand meer houden.
t joelblok werd voor het eerst
toenid in de Capitula van
irtinus van Bracara (+580)
een van de door de kerk
'boden nieuwjaarsgebruiken.
t is meestal een wortelig stuk
i de onderstam van een eik.
en stookte dit blok in de open
ard en goot er bier, mede of
ju over of voegde er veld-
ichten of zout aan toe als
'er. Het oude winterfeest
stond uit een reeks feesten,
arvan na de kerstening zijn
ergeblcven: St. Maarten (II
v). Sinterklaas (6 dec), St-
cas .(13 dec), St-Thomas (21
c). Kerstmis (25 dec), St-
:fanus (26 dec). Onnozele
Kleren (28 dec). Sint-Sylvester
dec). Nieuwjaar (1 jan) en
iekoningen(6jan.)
t leest begon in de slachttijd
gedurende het gehele winter-
st genoot men van de
ergaven voor de zielen der
den en voor Wodan. Holda en
Here goden en godinnen.
durende deze herft- en win-
leesten waren er vele vuurge-
■nken. waarvan plaatselijk
trgebieven folkloristische ge-
liken nog getuigen. Het
itste fcestgebeuren was Drie-
pingen. De datum hiervan
js niet in elke streek 6 januari
bovendien blijkt uit oude
peldingen dat er meestal geen
art-gemaakte «koning» tij-
as de feesten optrad. De
>e koning, die ook niet in de
bei .vordt genoemd, is een
>rstelling uit de tijd van de
dstochten. Er zijn oude
keldingen bekend van sterre-
ngers die op Driekoningen
ft een draaiende ster rond-
?kken. O A. «De Volksver
zen. 1871van J. ter Gouw.
f Gouw beschrijft dit gebruik
ls volgt: «Somtijds was de ster
fe' eenvoudig: zij was met vat
Uergoud en gekleurd papier
ie tijd is weer aa- gebroken datje ze dagelijks van deur tot deur ziet
uibellen, bedel-n. am een liedje te mogen zingen. Wat oude,
jeurrijke lomp< .i, wkachelroet, een oude versleten muts of hoed
i eventueel een draaiende ster. De driekoningen zjjn terug in het
nd. 6januari, Driekoningendag, is reeds eeuwenlang de aanleiding
tweest tot typische, folkloristische evenementen. De opvatting en
resentatie van de Driekoningen kan van streek tot streek
•rschillen, maar een aspekt hebben zij gemeen, en dat is dat zij van
ïur tot deur trekken om hun kous, nu hun geldbeugel, wat te
tijzen.
ESTER
jie kent niet het klassieke beeld
in drie verklede mannen, een
pieren kroon op het hoofd,
igend voor een open deur
larin mensen staan te luiste-
n. De ene is zwartgemaakt, de
dere licht wat bij met een oude
illantaarn en de derde trekt af
toe aan het koordje van zijn
fameuze ster. die we even-
Ss terugvinden in de kerst
halen. is een van de attribu-
behorende bij de Driekonin-
i. Vanwaar komt die draai-
ide ster? Om hiervoor een
rklaring te geven moeten we
"""ruggaan naar het bronzen
jdperk. Uit oude rotstekenin
gen met zonnesymbolen, die in
^Kandinavië zijn aangetroffen,
ijkt dat de zon reeds in het
•onzen tijdperk werd vereerd:
lak werd op die afbeeldingen
•n rad rondgedragen. In Slees-
ijk heeft men nog lange tijd op
jrstmis een rad door het dorp
irold en in Skandinavië be-
ond de gewoonte om tijdens dit
ëst raderen op de huizen te
kenen. Wie deze laatste regels
hof,dezen heeft zal zich waar-
hijnlijk reeds afgevraagd heb-
•n hoe het komt dat we zo plots
""^'in die draaiende ster op de zon
isprongen zijn. Heel eenvou-
aang. de draaiende ster is oor-
ironkelijk afgeleid van het
èntelende zonnerad dat we
)en"rugvinden in de zonnecultus.
beplakt, en voor 't midden
brandde een koningskaarsje: en
telkens als de zanger of zangers
een koepiet gezongen hadden,
trokken ze aan een touw en de
ster draaide als een molen». Dit
dragen van een ster, die oor
spronkelijk een draaiende zon
moest voorstellen, doet sterk
denken aan een Zweedse
rotstekening uit het bronzen
tijdperk (1800-800 v. Chr), die
een man voorstelt die een schijf
draagt. Hiermee is de zon
afgebeeld. Dat de driekoningen
ster oorspronkelijk een zonne-
symbool was, is nu misschien wel
aannemelijker, maar toch is het
betreurenswaardig dat dit sym
bool. de ster, meer en meer in de
vergeethoek geraakt. De meeste
driekoningszangers trekken
zonder ster de baan op. Hebben
zij alleen nog belangstelling voor
het financiële aspekt?
HET LIED
Liedjes die kunnen gezongen
worden met driekoningen zijn er
in overvloed. Te Aalst is een van
de meest bekende wel het
volgende:
Er kwamen drie koningen met
ene ster, (bis).
Zij kwamen van bij en zij
kwamen van ver, (bis)
Zij kwamen den hoge berg
opgegaan (bis)
Zij vonden de sterre daar stille
staan. (bis).
het lied en de melodie terug in
«Het volkse Kerstlied in Vlaan
deren» van Dr. K.G. Pieters.
Toen kwam bij hem de idee op
om dit volkskundig gebruik
terug in het leven te roepen in
Wichelen. Zo kunnen we nu op
28 en 29 december een groep van
een twintigtal verklede mannen
door de straten van Wichelen
zien trekken. De groep bestaat
uit een beer en zijn begeleider,
die Herodes voorstelt die op
Onozele kinderdag de kinderen
vermoord, twee dragonders en
een pelgrim. Deze laatsten
rijden op stokpaardjes en stellen
de driekoningen voor op hun
kamelen. Verder is er nog een
vlegelman en een dozijn landlie
den die gewapend met een vlegel
met een pookhamer of met een
rommelpot de groep vergezellen.
Het eigenlijke berenlied dat
gezongen worde, wordt vooraf
gegaan dooreen kort rijmpje:
Hopsa beer! ten dans
Een flikker op zijn Frans!
Voor mijnheer en madam,
En voor alleman.
Daarna volgt hun lied:
Wij komen hier met onze trein,
Wij zijn hier gekomen,
Vriendekens die daar binnen
zijt,
Wilt voor ons beerken niet
schromen, (bis)
De twee mensen die vroeger dit
volks gebruik in ere hielden
zetten achteraf hun zuur ver
diende centjes om in bier en
jenever. De huidige berenom-
megangers streven een edeler
doel na. Met de opbrengst van
die twee avonden spelen zij het
klaar om jaarlijks met Sint-
Maarten aan 400 kinderen van
Wichelen een geschenk te over
handigen.
Ook in Schellebelle was de
rondgang met de beer niet
onbekend.
Een ander variant is het
«goedsdeel gaan roepen». Dit
gebruik dat vooral ook in onze
gewesten bekend is legt vooral
de nadruk op 'roepen' want van
zingen is er nog weinig sprake.
Te Mere roept men:
Goedsdeel, goedsdeel
Paktdemutten
Bij zijn keel
En loopt er drie keer
Meer rond 't kasteel!
Goedsdeel
Eenmaal dit geroepen wacht
mén totdat er iemand komt
opendoen, en dan vraagt men
nogmaals, maar nu wat zachter:
«Krijgen we ons goedsdeel
a.u.b.»
Te Appelterre-Eichem heeft
men het over een Godsdeel:
Godsdeel, Godsdeel!
Trekt de koe bij 't zeel!
Trekt de stier bij 't gat!
En loopt er meer rond de stad!
Te Geraardsbergen is het
Goeds- of Godsdeel helemaal
verdwenen maar is het:
Koekebak,koekebak,
Steekt een brood in mijnen zak.
Tot daar enkele beschouwingen
om en rond het Driekoningsge-
beuren. De beste wensen voor
het nieuwe jaar en... vergeet ons
niet als wij komen aanbellen,
een vroom liedeken zingend.
bier,
om met elkander te doen
bescheed totdat het eten is
gereed!»
Ellenlange liedjes die meestal
het wedervaren van de koningen
tijdens hun reis vertelden wer
den vroeger in gans Vlaanderen
gezongen:
Wij komen van Oosten, wij
komen van ver,
A Ia berlina costiljon!
Wij zijn er drij koningen met een
ster, Al la berlina costiljon!
Van cher ami tot in de knie
Wij zijn drij koningskinderen,
Sa pater trok naar Vendeloo,
Van cher ami.
Onder andere deze en nog vele
andere liedjes zijn terug te
vinden in het boek. «Het
Sterrelied in het gebied van
Dender en Schelde», in 1967
bekroond met de Alfons De
Cockprijs en uitgegeven door de
Koninklijke bond der Oost-
vlaamse Volkskundigen. Oscar
de Gruyterstraat 36 te Gent.
Schrijver van dit interessante
boekje is J. De Vuyst, uit Mere.
Tijdens een intieme plechtigheid vorige zaterdag werd het
nieuw Aalsters jeugdclubhuis Tanu officieel geopend. Oud
voorzitter Eddy Monsieur heette de aanwezigen hartelijk
welkom en dankte de talrijke medewerkers voor hun blij
vende inzet ondanks de vele moeilijkheden.
VARIANTEN
GLOEDNIEUW
Het jeugdclubhuis vormt een
integrerend deel van een in
drukwekkend modern gebou
wencomplex aan de Houtmarkt
te Aalst. Alles is er gloednieuw
en Tanu kan zich voor het eerst
in haar bestaan over een dege
lijke accomodatie verheugen.
Naast een discobar beschikt
de club immers over verschei
dene zalen voor diverse activi
teiten. Voor de Tanu-mensen
lijkt dit alles nog een sprookje
en velen lopen er nog wat on
wennig bij. «Niet te verwonde
ren na al wat we meegemaakt
hebben», aldus Eddy Mon
sieur.
ONTSTAAN
De oud-voorzitter kan inder
daad op een rijke, zij het niet
altijd even prettige ervaring te
rugblikken. Hij was dan ook de
geschikte man om jeugdclub
Tanu wat nader voor te stellen.
Tanu is een v.z.w. die in no
vember 1967 werd opgericht.
Door bemiddeling van de toe
nmalige schepen Bert Van
Hoorick kon de jonge club met
de stad Aalst een huurkontrakt
afsluiten voor het gebouw
nummer 13 in de Schoolstraat.
Toen reeds bleek, aldus de
oud-voorzitter, dat het jeugd
beleid van de stad Aalst te
wensen overliet. De huur be
droeg immers 3.000 F per
maand en het gebouw zelf was
niet geschikt voor een jeugd
club in haar totaliteit. Toch nam
het aantal leden in de periode
1967 - 1969 gestadig toe. Er
ontstonden talrijke hobbyclubs
(van spel ecologie tot jeugdbi
bliotheek), een handbalclub en
een instuif.
Aan die periode van relatieve
bloei kwam echter dra een ein
de. 1973 en 1974 waren crisis
jaren. De budgetaire moeilijk
heden (geen subsidiëring) en
de zware huurlasten (door in
dexering tot 5000 F opgelopen)
waren daar niet vreemd aan.
Medio 1974 kwam dan de klap
op de vuurpijl. Het stadsbes
tuur verbrak eenzijdig het
huurkontrakt, officieel omdat
het voor de muziekacademie
geen ander gebouw kon vin
den. In die omstandigheden
was het begrijpelijk dat jeugd
club Tanu, die inmiddels vele
leden had verloren, verlangend
uitkeek naar de reeds lang be
loofde, nieuwe gebouwen. Die
belofte werd werkelijkheid in de
zomer 1975. Eddy Monsieur:
«Toen bleek dat Tanu nog
steeds beroep kon doen op
een belangrijke schare mede
werkers die voor de verhuizing
naar het nieuwe gebouw heb
ben gezorgd. Door de nieuwe
accomodatiemogelijkheden
ging ons ledenaantal boven
dien opnieuw de hoogte in. le
dereen is immers welkom en
vooroordelen worden niet ge
duld.»
TAAK
Volgens de oud-voorzitter is de
taak van Tanu drievoudig:
1) zo vlug mogelijk overgaan
tot de verkiezing van een per
manente verantwoordelijke die
alles kan coördineren.
2) zoveel mogelijk gebruik
maken van de persmedia.
3) zo vlug mogelijk officieel er
kend worden door het ministe
rie.
Vooral dit laatste punt is be
langrijk. Een officiële erken
ning geeft immers recht op
subsidies, maar is afhankelijk
van het aantal activiteiten in dit
verband naar de talrijke hob
byclubs en een hele reeks
socio-culturele en sodo-
politieke activiteiten die in het
recent verleden hebben plaats
gehad. Een debatavond over
jeugdwerkloosheid, een Span-
jebetoging, een Chili-avond en
een filmvoorstelling zijn daar
sprekende voorbeelden van.
ENGAGEMENT
De club is nu van plan nog
meer dergelijke activiteiten te
organiseren. Ze wil immers
geëngageerd zijn en daar ook
vooruitkomen. Daarom staat in
de nabije toekomst naast een
dia-avond over de V.S. ook
een dag van het progressief
front (14 februari) op het pro
gramma.
Deze dag belooft een ware
happening te worden. In het
eerste deel zullen Prof. Mandel
(VUB) en B. Van Hoorick
volksvertegenwoordiger) res-
pektievelijk spreken over «Wat
is een eenheidsfront?» en «De
werking van het eenheidsfront
in het Aalsterse». Nadien zul
len groepsgesprekken plaats
vinden. Het tweede deel zal
dan gewijd zijn aan de struc
tuurhervorming Hiertoe zal de
theatergroep «Het Trojaanse
Paard» het toneelstuk opvoe
ren. Hoe eerder hoe beter, zei
de arbeider, en hij dankte zijn
baas af. Na de vertoning zal
eveneens gelegenheid zijn tot
een gesprek met de acteurs.
Ook wordt gedacht aan de uit
breiding van het aantal filmver
toningen van het brede pu
bliek.
EEN NIEUWE
VOORZITTER
Vermelden we nog dat het
voorzitterschap van de jeugd
club Tanu voortaan door J.
Cooreman zal worden waar
genomen. Hij is reeds een hele
tijd actief in de beweging maar
voelt zich nog wat onwennig in
zijn nieuwe functie. In zijn korte
toespraak wees hij erop dat
elke vereniging «ups» en
«downs» kent maar dat door
een goede samenwerking vele
moeilijkheden kunnen over
wonnen worden. Hij stelde
voor het verleden zo vlug mo
gelijk te vergeten en volop aan
de toekomst te denken. Die
toekomst ziet hij trouwens
rooskleurig tegemoet. Nu Tanu
zich voortaan minder materiële
zorgen zal moeten maken, blijft
alleen de vraag in hoeverre de
goede bedoelingen in daden
zullen worden omgezet.
In het kader van een internationale wedstrijd in verband met
sporthallenbouw in Tunesië werd het ontwerp van het
studiebureau B.V.A.I., Gentse steenweg 10-12 9300 Aalst-
weerhouden als uitvoeringsontwerp.
Het programma omvat een sporthal van 42.00 x 24.00 m
met een nuttige hoogte van 9.00 m, de nodige kleedkamers
en collectieve douches, sanitair dames en heren, vergader
lokalen, kleed- en doucheruimten voor scheidsrechters,
berging sport materiaal en een technisch lokaal
Naast dit basisontwerp werden volgende variante ontwer
pen ingediend: namelijk een uitbreiding met tribune als
verdieping boven het bijgebouw en een mogelijke aanbouw
van een gymnasium en een oefenzaal.
Deze konstrukties zullen systeeembouwstrukturen bevatten
zodanig dat minimale uitvoeringstermijnen kunnen worden
bereikt.
De totale bouwtijd van twaalf sporthallen wordt slechts
geraamd op twee jaar. Niettemin zullen deze complexen
volledige afwerking omvatten, met inbegrip van sanitair en
verwarming, verlichting, elektrische installatie en sportuit-
rusting.
Na de onderhandelingen, vorige maand in Tunesië met de
opdrachtgevende besturen brengt de Tunesische delegatie
dit informatief bezoek aan het studiebureau en de betrokken
konstrukties om de problemen te koördineren.
Gedurende het vijf dagen durende bezoek zullen de heren
Cornelis, architekt en De Vos, raadgevend ingenieur van het
studiebureau B.V.A.I Aalst samerwnet tal van, bij deze zaak
betrokken industriële konstrukteurs hun geïnteresseerde
gasten begeleiden naar meerdere van hun referenties op
gebied van sporthallenbouw in België.
De spontane uitnodiging van de heer Burgemeester van
Aalst, tot een receptie op het stadhuis, in aanwezigheid van
verscheidene afgevaardigden van Belgische Ministeries, zal
voor de Tunesische delegatie de mooiste herinnering aan
gastvrijheid wegdragen.
Drie koningen of.drie musketiers.
Een lied gezongen in de streek
van Ninove werd helemaal
'vervlaamst', en het beeld dat
men er ophangt is dat van een
Vlaams dorp. Vlaamse mensen
en gebeurtenissen uit Vlaande
ren, uit eigen milieu. Herodes
komt er in dit lied niet meer bij
te pas en de namen der koningen
zijn uit onze streken.
Er kwamen drie koningen uit
verre landen,
Zij droegen de sterre al overal!
Maar als zij kwamen op 't
kloosterveld,
Balten, Melsen was kwalijk
gesteld,
«Roept ons in huis en zet ons bij
't vier,
En tapt ons maar 'ne goeie pot
Voor de laatste wereldoorlog
trokken twee mensen tussen
kerstmis en nieuwjaar door de
straten van Wichelen. Ze trok
ken van deur tot deur, gehuld in
een laken of een zwaar deken.
Wanneer de bewoners opende
den zongen zij een vreemd liedje.
Na een onderzoek bleek dit lied
een overblijfsel te zijn van het
Berenlied dat in 1895 door Hp
volkskundige Alfons De Cock te
Wichelen was opgetekend. Gust
De Maesschalk. een van de
bezielers van de plaatselijke
heemkundige kring, ging op
speurtocht en in 1962 vond hij