«LES MENESTRIERS DE PARIS PRO ARTE AALST ONBEKEND IS O EN DAN? 24 - 16-1-76 - De Voorpost 1. Kromhoorn 2. Blokfluit 3. Kornet 4. Piffaro(1700) 5. Blokfluit 6. Dulciaan( 17e eeuw) 7. Bas-trombone 1720) 8. Tenor-trombone (1700) 9. Oboe d'more( 1720) 10. Oboed'amore 11. Hobo(1720) 12. Dwarsfluit (1800) 13. Dwarsfluit (1750) 14. Natuur Hoorn (1756) 15. Fagot (1800) 16. Basset-hoorn (1800) 17. Clarin-trompet HET GEBEURDE IN UW STRAAT EREMBODEGEM Erg gewond In de fabriek Rath en Doode- heefver. in de derde industriële Zone te Erondegem werd de arbeider Willy Van de Sande wonende Kruisstraat 8 te Duffel, met een arm in een machine gevat. De man werd erg gewond naar de kliniek van Mijlbeek overgebracht. Bromfietser gewond Op Je Hogeweg te Erembode- genj kwam het tot een aanrijding tussen een bestelwagen en de bromfietser Danny Arijs. won ende Restertstraat 10 te Nieuwerkerken. De bromfietser liep verwondingen op en moest naar de kliniek van Mijlbeek worden overgebracht. Niet langer meer denk ik aan de strakke huid die mijn Ik omsluit ik voel de Kosmos in mijn bloed. GUYS DE WUFFEL prik en de verslavende naald in je gezwollen ader en beleef het zinkend orgasme van het onbestaande genot beweeg je voort in het sudderend plasma van een kakofonische wereld verdwaas je ontgoochelde geest takel je geëxploiteerde lichaam af zoek het roze geluk in de koortsige vlucht prik, en zweef van de problemen weg maar, als je zult ontwaken zal hetgenc waarvoor je vluchtte, er nog altijd zijn. GUSTAAF DE MEERSMAN Wc eindigen dus met deze anti-drugs'-tekst. Alleen nog dit: irgeef de oproep niet! In één der volgende edities krijgt U iets te lezen van Gerrit Achterland. Tot dan. RENE DE WITTE Het reeds voordien aangekondigde Pro Arte-concert dat doorgaat op maandag 19januari (Feestzaal stadhuis te 20.30 uur) willen we graag in het daglicht plaatsen. Dit omwille van de originaliteit der musici, de muziek zelf en het gebruikte instrumentariu. De Parijse groep «Le Ménestriers» bestaat uit vijf leden die elk vier tot vijf verschillende instrumenten bespelen (originele of getrouwe copieën) uit Middeleeuwen en renaissance. V ooreerst een woordje uitleg over de muziek die we zullen te horen krijgen, en dit aan de hand van het doel waarvoor ze bestemd was. "DE RENAISSANCE DANSEN De renaissance-dansen staan in enge relatie met folklore en volkskunst. In tegenstelling tot de latere barokperiode hebben de hoofse en de volkse dansen veel met elkaar gemeen: opval lend is hun levendigheid en frisheid. Aan de vorstenhoven nam men veelal de volksdansen over. weliswaar in een gestyleer- de aanpassing. De meeste re naissance-dansen waren gezel schapsdansen. die door meer dere koppels tegelijk werden gedanst. Enkel de uit Italië afkomstige Balletti waren dan sen voor specialisten, en fun geerden als kijkstuk voor de andere feestvierders. een ranaissance dansfeest duur de meestal minstens acht uur en verliep ongeveer als volgt: de belangrijkste persoon opende de dans met zijn partner en daarbij sloten de anderen zich geleide lijk aan; hierbij werd de «Bransle» gedanst; een Franse rijendans verschillend naarge lang de provincie waarin hij ontstaan was. Aan de hoven werden statige Bransles simples of doubles gedanst. Op het platteland een Bransle gay (loop-springdans) uit Bourgogne. Poiton enz... De Bransle was de dans bij uitstek voor verklede party's. Het be langrijkste echter op dergelijke feesten was de «Pavance», een plechtige uit Spanje afkomstige dans. Iedereen kon hem gemak kelijk aan. Bij het dansen van de Pavance vond de edelman het onnodig de wapens af te leggen en de edelvrouw gebruikte de Pavance om te kijken en om gezien te worden: de dames toonden bij die gelegenheid hun meest weelderige kledij. Een variatie op de (trage) Pavance was de Italiaanse (snellere) «Passamezzi». In tegenstelling tot de eenvou dige Pavance was e «Gaiiliarde» een krachtige sprongendans (vier kleine sprongen gevolgd dooréén grote). Hierbij kon elke goede danser zijn kunnen tonen door de omwisseling van de kleine en de enkele grote sprong. Van de «Gaiiliarde» werd de «Volta» afgeleid, gekenmerkt door een draaiende sprong, en waarin men zijn partner zo hoog mogelijk de lucht in moest gooien. Tijdgenoten getuigen dat hier niet zelden gebroken benen aan te pas kwamen. Het kwam zelfs zo ver dat men de «Volta» ging beschuldigen oor zaak te zijn van moorden en miskramen. Overheden verbo den dan ook het draaien tijdens de sprong, met weinig effekt overigens! De «Courante» is een loopdans van Franse oorsprong. Deze dans droeg de voorkeur weg van de aristokratie: de paren door kruisten in zig-zag de danszaal, statig lopend met af en toe een sprongejte. Op het einde van de 17de eeuw ging men deze dans zo sterk versieren dat het de show-dans der dansmeesters werd. De «Saralande» is een Spaase dans van oorsprong (misschien overgenomen van de Arabieren). In Spanje zelf werd hij als erotisch aanzien, zodat Philips II hem verbood. Bij zijn verspreiding in Europa verloor hij blijkbaar dit erotisch karak ter. want hij evolueerde tot een statige en plechtige hoofse dans. Voor een dergelijk dansfeest vroeg de organisator een groep musici, soms rondreizende mu zikanten. zoals minnestrelen, soms ook de leden van de plaatselijke stadspijpers. Op tekeningen en schilderijen ziet men dikwijls deze muzikanten afgebeeld, zittend op een balkon of spelend vanuit een portaal voor de mensen op het markt plein enz. De Franse groep «les ménestriers» heeft zich tot doel gesteld zo'n groep rondreizende muzikanten terug te doen her leven. EEN GREEP UIT HUN IN STRUMENTARIUM Worstfagot: een oud soort fagot, ingenieus verkleind van ongev. 80 cm tot de grootte van een worst of cervelat. Rebec: soort viool van Arabische oorsprong, in de vorm van een halve doorgesneden peer. Kromhoorn: houten rietinstru ment. met een typische nasale, klagende klank, van de familie der doedelzakken. Pandora: een tokkelinsturment verwant met de gitaar. Gamba: een soort grote viool, die men tussen de benen vasthoudt, en de voorloper van de cello. Pommer: de voorloper van de hobo. in verschillende formaten, tot zelfs de sulbas van méér dan 2 meterlang. Dulzian: de voorloper van de fagot, eveneens in verschillende formaten. Kornet: soort houten trompet, samen met de trombones het instrument bij uitstek van de stadspijpen. Verder nog vedel. luit. blokfluit, gitaar, schalmei, enz. MUZIEK IN DE MIDDELEEUWEN De hierbij beschreven muziek historische feiten gaan terug op de periode 1150-1300 en lopen aldus parallel met de Vroeg - en Hoog - Gotiek in de bouwkunst. Vooral de kunst van Trouba dours en Trouvères willen we nader belichten. Troubadours stammen af van de Proven<;aalse adel. Trouvères zijn burgers en ook leden van de adel uit Noord-Frankrijk. Verschillende historische feiten en de toen malige levensstijl vormden ten dele het karakter van de muziek. Men had de aria-viering, de vrouwenkultus, de kruistochten en het gevoel voor de natuur enerzijds en sociale ontvoog dingsstrijd (opkomst steden) anderzijds. Dit laatste resul teerde in hekeldichten en sati risch opgevatte chansons. Merkwaardig is dat hiervan vooral de teksten zijn bewaard gelbeven. In een (relatief) be perkt aantal gevallen werd e muziek genoteerd boven de tekst van de eerste strofe. Die muzikale schrijfwijze bestond hoofdzakelijk uit Gregoriaanse neumen. Soms was er een ritmische aanduiding maar over de betekenis ervan wordt nog steeds geredetwist. Voor het begin echter van de 13de eeuw was de modale ritmiek gangbaar (Korte lettergreep: korte noot. Lange lettergreep: lange noot). 'In Duitsland trof men een gelijkaaridge beweging aan. Dit waren de Minnezangers. RENAISSANCE MUZIEK Daar waar in de Middeleeuwen de religieuze muziek hoger werd geschat komt men in de renais sance tot een evenwaardigheid tussen religieus en profaan. Het «stoffelijke» karakter van de wereldlijke muziek werd zelfs overgenomen in kerkelijke ge zangen. De renaissance-muziek is afgestemd op de uitdrukking van individuele gevoelens, daar waar tijdens de Middeleeuwen het gemeenschappelijke gevoel uitgedrukt werd. De melodiek van de ranaissance-muziek ver toont meer eenheid, in de middeleeuwen werden de ver schillende zinnen (vaak assy- metrisch) naast elkaar geplaatst. Een aander belangrijk feit uit deze periode is de opkomst van een zelfstandige instrumentale vormen, nl. de canzone en het ricercaere. Dansvormen worden samen ge bracht tot suites. Tot daar enkele belangrijke gegevens van de muziek uit middeleeuwen en Renaissance: weliswaar onvol ledig maar hopelijk toch vol doende om een beter begrip op te brengen voor de muziek die «Les Ménestrieers» ons volgende maandag zullen voorstellen. BRT III zal alles integraal opnemen, wat voor ons een beklemtoning is van het belang vanditcondert. DE GROEVE De wegen van de Poëzie zijn geplaveid met allerhande gevoelens... er zijn die weldoende kriebels waaneer het meisje-of de jongen-van-jouw dromen de langverwachte stap in de werkelijkheid zet, er zijn de ervaringen die wel eens in het verkeerde keelgat schieten, kortom er is van alles en nog wat dat de dichter(es) naar een eiland van dromen kan doen zwemmen. Immers, poëzie is net als andere artistieke uitingen het herkauwen van gevoelens door de heilige koe die men kunst noemt. Deze week komen we op de proppen met een trio dat zich aan dezelfde uier te laven heeft gelegd. Eigenlijk is deze aflevering van onze poëzierubriek eerder bedoeld als nabeschouwing en als oproep. Feitelijk is de dichtkunst een vrij introverte en intimistische bezigheid, al dan niet geëngageerd en steeds zeer authentiek. Waarmee we maar bedoelen dat de poëzie die we in deze rubriek mochten lezen eerlijk, echt was; en dit misschien omdat ze een momentopname bleek te zijn van ervaringen waarmee de auteurs in de gewone omgangstaal niet direkt weg konden. Poëzie is voor velen een uitlaatklep, en een gemakkelijke dan nog, in die zin dat potlood en pappier wels steeds in huis zijn. We zijn er dan ook stellig van overtuigd dat er nog tal van sporadisch opgetekende gedichten bij de lezers te vinden zijn. Bij het van wal steken van deze serie was het de bedoeling hiervoor publikatiekansen te bieden. De bedoeling is nog steeds dezelfde en ons adres ook: De Voorpost, Pontstraat 64, 9300 Aalst. We wachten op de reakties! Zoals hierboven vermeld bieden wij U deze week drie gedichten aan. het eerste is van de hand van Janice Van der Meirsch (zie foto). Het is eigenlijk meer een citaat maar goed, waarom niet? Nadien krijgt U Guy De Wuffel te lezen en tot slot grijpen we nogmaals naar het werk van Gustaaf De Meersman (eerder in deze rubriek besproken). Guy is van Erembodegent; Janice en Gustaaf zijn van Aalst. Ik ben op weg gegaan om jou te vinden, als we elkander niet bereiken, zullen we beiden niemand zijn. Zó leven jij en ik, ieder afzonderlijk op weg naar een onbekende omhelzing Ook al vinden wij elkaar als twee vermoeide vlinders boven gesloten anjelieren, dan nog zullen wij praten en als er woorden breken begraven we de scherven in elkaar! Janice Van der Meirsch. Janice Van der Meirsch Zo te zien is Dimitri Van Toren niet ver te zoeken in de voorgaande tekst. Of zijn we mis. Janice? Ik voel de Kosmos in mijn bloed Alles zal wel in orde komen het is nu zeker dat het jaar begonnen is en al is het water nog niet warm het ijs is al gesmolten. De zon schenkt mij haar volste vertrouwen en de rivier brengt me meer naar zee ik ben van iedereen behalve van mezelf.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 24