EEN KIJKJE BIJ HET KARNAVALBOEKET VAN 1975 lieuwe groepen kunnen nog heel wat leren LOTJONSLOS heiÖE KALOETERKABASSEN DE FLIERAMOIZEN 7TSMpeurw}, VAALT overal gssre t-oisrERMes. SrMr/ p!K-A a/A flieB De Voorpost - 6-2-76 - 5 orige week hadden wij het genoegen vijf nieuwe karnavalgroepen voor te stellen. Deze week ngen we even grasduinen bij de «gevestigde» waarden die vorig jaar de nummers één en jtiee waren in de kategorieén met en zonder praalwagen. We hebben de rangschikking voor te te gelegenheid even door elkaar geschud en achtereenvolgens kwamen De Kaloeterkabas- Je Cf60' Lotjonslos, Noig en De Flieremoizen uit de bus. aat. uit We de naam Kaloeterkabassen nog nooit gehoord heeft, sn vnag zich geen karnavalist noemen. De Kaloeterkabessen tal yormen immers één van de meest imposante groepen uit het antpngste decennium van de Aalsterse karnavalgeschiedenis. gebjen voorzitter, ondervoorzitter of zedenmeester kennen ze liet. Wie een pint betaalt, wordt automatisch voorzitter tot jn a^anneer zijn voorbeeld navolging vindt. Volgens Karei De ihariiaeyer is elke Kaloeterkabas per jaar ten minste tien maal jg voorzitter. Toch is precies diezelfde Karei De Naeyer het <Pefrein van de groep. Als regisseur en ex-prins karnaval heeft Jagjijer trouwens voldoende artistieke kwaliteiten en ambities 5 leioor. De Kaloeterkabassen konden geen betere woordvoer- »r „Ier vinden. Karei kan immers een heel boek schrijven over noözÜn karnaval» "pEN HELE ESCHIEDENIS hijn^ te 4e Kaloeterkabassen debu- aarfeerden in 1967 met «Het ei- angind Amoras». De twee broden Jaaian 7 kg. en de 300 «trippen» aaryaren de opvallende ingre- alplliënten van deze suksesrijke v<jitbeelding. Het jaar daarop neuierd alle eer bewezen aan Vo- lat jelhandelaar. Dirk Martens a Laiocht toen toekijken hoe vóór rasiijn wijsgerige neus niet minder ikklan 60 witte duiven op de he- ahtgiel werden losgelaten. In 1969 'ooqaf Danny D'Haeseleer er de alirui aan. K. De Naeyer geeft n n sha planken met wieltjes. Deze planken werden door een wa gen voortgetrokken, maar dat moest vanzelfsprekende tegen een lage snelheid gebeuren. We hadden afgesproken op de Grote Markt een kleine de monstratie te geven. Hoe 't ge komen is, weet ik met maar op een gegeven ogenblik raasden we over de markt tegen 30 km. p. uur. Het mag een wonder heten dat niemand gewond werd. Ons nummertje had ge weldig succes, maar toen het feestkomitee om een bisnum- mertje vroeg, hebben we dat wijselijk tegen 10 per uur afge- Kalocters kabassen woordvoerder 90( kameraadschap telt» (ws) a<grif toe dat dit een gewel dige klap was waarvan ae ge- U Ivolgen nu nog voelbaar zijn: «Mocht Danny er ooit aan den- ken terug te komen, dan is hij L.fcteeds welkom». Toch werd ■—«ook dat jaar een groot sukses. Met hun Obelix en Asterix schreven de Kaloeterkabas sen een stukje Gallische ge schiedenis wat hen niet minder dan 36 m3 isomo kostte. Ook «De Gemeenteverkiezing» ierikreeg een beurt. 1970 was :t «daar immers een geschikt jaar voor. Het zou een grandiose verto- "dining worden met Marcel De ^"Bisschop, Bert Van Hoorick, '8«Gaston Van den Eede en "MFrans De Broe als elementen van een vierkoppige draak die rscreikhalzend uitzag naar het ka- najbinet (lees WC.) van oud burgemeester Blanckaert. Maar het noodlot sloeg toe. De '"nacht vóór karnaval brandde an-de wagen totaal af. Karei De vaI Naeyer: «Vier maanden werk gingen in vlammen op. We stonden er bij te wenen als kleine kinderen». e;Toch zijn de Kaloeterkabassen 'e".mee opgestapt. Dank zij de so lidariteit van de andere groe- j,. pen hebben ze nog een prijs ir_ behaald ook. Karei De Naeyer: «Dat was mijn zwartste karna val. Het ergste was dat sommi- ,n gen er nog leedvermaak bij un hadden. Toen 's anderen daags een agent de schade kwam opnemen, had hij de lef •ls om te vragen of we het niet met opzet gedaan hadden. Je zou op zo'n ogenblikken een moord ts begaan». Een Kaloeterkabas laat echter niet vlug de armen zakken. Het succes van hun Duizendpotus e Carnavalostus Alostianenis 'e (1971) en hun Kaloeterkabas- et senkarnaval (1972) deed al vlug het rampenjaar vergeten In 1973 dwong de groep een 'ls algemene bewondering af met «Het Filmmuzeum van de J Schaterlach of Comedy Ca- jpers». De ronddraaiende Char- Ielie Chaplin en het bekende duo «den Dikken en den Dunnen» waren de voornaamste blik vangers van de Alostian Tech nicolor Kaloeterkabassen Car naval. Karei De Naeyer denkt nog steeds met schrik terug aan de waaghalzerij van het politiecordon The Comedy Ca mpers: «Een tiental mensen la gen gewoon achter elkaar op Karei Naeyer: «Enkel werkt». Het engagement van de groep kwam in 1974 nog meer tot ui ting. Met «Klaas (Cloes) Vaak en de Oliesjeikzaak» werd de toenmalige Minister van Eco nomische Zaken eens flink in zijn hemd gezet. Vorig jaar keerde de groep terug tot een typisch Aalsters thema met «Toid te woinig vér Karnaval». Hiermee brachten de Kaloe terkabassen hulde aan hun ei gen «Kaloeterke». Karei De Naeyer: «Een Kaloeterke is een typisch «Oilsjters» ventje dat graag werkt, een pint drinkt en plezier maakt Het heeft voor alles een oplossing omdat het steeds van de gezonde veronderstelling uitgaat dat het allemaal dik in de kabas komt. De letters L.T.D. staan er al leen maar bij om het vindings- ijke journalisten moeilijk te ma ken». HARDE WERKELIJKHEID... schien dit jaar onderdak vinden maar het volgend jaar er even goed kunnen uitgegooid wor den. Het ideaal zou bijgevolg een eigen halle zijn voor alle Aalsterse karnavalgroepen. Momenteel kan daar slechts één orgaan voor zorgen: het Karnavalverbond. Het beschikt immers over een belangrijke troef (lees: Keizer Kamiel) die in staat is de financiële inspan ningen van de diverse groepen te koördineren. Karei De Na eyer: «We moeten afstand doen van een ongezonde naij ver en jaloersheid. Wat telt is de kameraadschap». MAAR OOK PLE ZIER Precies dit woord kameraad schap vind je op elke bladzijde van de Kaloeterbijbel. In de groep wordt geen onderscheid gemaakt. Sommigen kunnen lassen of timmeren, anderen kunnen enkel denken, een lad der vasthouden of soep klaar maken. Als je iemand wil spre ken, moet je niet met een fami lienaam komen aandraven. Elke Kaloeter heeft immers een troetelnaam: Polleke Palm, Sjalen de Pomper, Fred de Trommeleir, 't Bokalleken en Dolfken zijn begrippen in het Kaloeterwereldje. Allen, zowel mannen als vrouwen, zetten hun beste beentje voor en de anders zo welbespraakte ex- prins Karei vindt geen woorden om hen te danken. Volgens hem ligt het geheim van al die energie en opoffering in de liefde voor de gulle karnava- leske lach. Een echte Kaloeter houdt van poëzie en is een klown met een groot breed hart voor iedereen. ALLES IN'T DOBBEL Klowns zullen er overigens dit jaar genoeg te zien zijn in de Kaloetergroep. Ze zullen er zelfs in '«'t dobbel» bijlopen. Waarom? Heel eenvoudig, omdat elke echte karnavalist graag een pintje drinkt en alles, tot zijn groot jolijt, in 't dobbel ziet. Het is duidelijk dat achter deze originele idee het brein van een kreatief regisseur schuilgaat. De uitwerking van het tema is bijzonder sugges tief en zal de stoutste verwach tingen overtreffen. Toch heeft Karei De Naeyer een gouden recept om nog meer van de show te kunnen genieten: «Als alle toeschouwers vooraf een paar pinten drinken, tsjonge, dan geloof ik dat we wel een wagen van 65 m. zullen heb ben». Wie iets wil verwezenlijken moet ervoor werken. Dat on dervonden de Kaloeterkabas sen maar al te best. In deze Siberische kou gaat alles moeizamer en vloeken ze wel eens meer. Vooral het nacht werk is slopend. Karei De Na eyer: «De mensen mogen ge rust eens naar de Fiber Fleet komen. Ze zullen dan mis schien beseffen wat d' Oilsjt- neers voor d'Oilsjtneers doen. «De gelegenheidsvoorzitter zegt dit niet uit verbittering maar uit sympathie voor alle karnavalisten die zich zonder veel tamtam inspannen om nog beter te doen dan vorig jaar. Het volstaat bovendien met alleen te willen, je moet er ook het geld voor hebben. Op het eerste gezicht hebben de Kaloeterkabassen geen finan ciële zorgen maar Karei De Naeyer verbergt het niet dat de groep bijzonder zuinig moet zijn Met een prijs alleen komt ze er niet en de Kaloeterka bassen moeten bijgevolg noodgedwongen gaan bede len of aan andere stoeten deelnemen, willen ze volgend jaar opnieuw kunnen begin nen. De gelegenheidsvoorzit ter is overigens ook niet te spreken over de huidige akko- modatie. Hij noemt de Fiber Fleet een «duivekot» voor een troep zigeuners die er mis- Een andere kanjer in het Aalsterse folkloreleven is Lotjons los. Van waar deze naam komt is een geschiedenis apart. Een aloud Vlaams spreekwoord zegt: «Als het bier is in de man, is de wijsheid in de kan». Uitzonderingen bevestigen echter de regel want de naam Lotjonslos werd precies geboren uit een paar zatte geesten op een Catharinistenbal in 1963. In 1964 debuteerden ze met «Cleopatra en Alostoscope». De groep is dan een jaar de ekxsotische toer opgegaan (Kings of the sun in 1968 en Drakovoelantus), maar zoals voorzitter Willy Van Mossevelde zelf beweert is Lotjonslos gelukkiglijk naar het komische teruggekeerd. Er mogen praalwagens zijn, maar het meest typische in Aalst is toch het klowneske. Van daar ook de uitbeeldingen zoals «10 jaar Lotjonslos (1972)», «Lot jonslos (1973)» en de «Poesjanellentoeren (1974)». DE groep is een mengelmoes van middenstanders die financieel wel tegen een.duwtje kunnen. Toch moeten ook zij buiten Aalst optreden om de financiële put wat op te vullen. Lotjonslos is bijvoorbeeld een graag geziene gastvedette in Halle. Vorig jaar wilden ze er mee ophouden. Hun uitbeelding «'t Enje van de cirk» loog er niet om. Kun je echter met een eerste prijs karnaval definitief vaarwel zeggen? Niet één Lotjonslosser zou het overleefd hebben. De fervenste tegenstanders van verder te doen waren dit jaar de eersten op opnieuw te begin nen. Romantiek «te koop» dus. GEZONDE KONKURRENTIE Als je voorzitter Willy Van Mos sevelde vraagt wie de grootste konkurrent is van de Lotjonslos dan moet hij niet lang naden ken. Meer nog dan anderen is hij benieuwd naar de prestaties van de Kaloeterkabassen. Op de vraag of konkurrentie niét omslaat in nijd antwoordde hij: «In 't geheel riiet. Wij weten dat we elkaar waard zijn en juist deze wetenschap stimuleert ons geweldig. Dat is ook zo met andere groepen. Vroeger was Lotjonslos wel het mikpunt omdat we geld hadden... Te genwoordig echter tellen we veel vrienden. De nijd is een sportieve strijd geworden die Aalst juist zo groot heeft ge maakt. Bij de prijsuitreiking is er natuurlijk altijd onenigheid, maar de ervaring heeft me ge leerd dat een verliezende groep het jaar daarop zich dubbel inzet». Toch schieten de werkzaam heden van de Kaloeterkabas sen veel vlugger op. Willy Van Mossevelde blijft er onbewo gen bij: «De Kaloeterkabassen hebben de reputatie tot een gegeven punt heel snel op te schieten, maar de Lotjonslos halen die achterstand wel in. Dit sluit echter niet uit dat de Kaloeterkabassen dit jaar be ter zullen zijn dan Lotjonslos.» MET EEN ZUUR GEZICHT Dit jaar wordt Lotjonslos dus 13 en hiermee zijn ze in het sta- dum van de puberteit beland. Maar zelfs het leven van een puber is met heel wat anekdo ten gekruid. Lotjonslos zal nooit de dag vergeten toen ze vlak voor de Grote Markt een wielbreuk hadden. Er ontstond grote paniek tot iemand een geniaal idee had, dat de zaak opnieuw aan het rollen bracht. Hekkesluiter en tevens de laatste groep van dit karnavalboe- ket zijn De Flieramoizen. In 1953 traden ze voor het eerst op onder de naam «Schaêjongens». 12 jaar later deden ze een daverend wederoptreden. Niet de huidige voorzitter Gustaaf De Brucker, maar wel Maurits Willo is de enige overgeble vene van de vroegere groep. Er is ondertussen echter heel wat veranderd. Vroeger waren De Flieramoizen gekend voor hun grote praalwagens maar tegenwoordig houden ze het bij iets klein, maar fijn. Volgens Gustaaf De Brucker kan dat ook met anders. De meeste leden zijn immers zelfstandigen of studenten die zich niet altijd gemakkelijk kunnen vrijmaken. Op technisch en financieel gebied zijn er praktisch geen moeilijkheden. De Flieramoizen hebben vele vrienden die graag materiaal en technische bijstand verlenen. Soupeetjes geven doen ze ook maar allemaal op eigen kosten. Tot hun grote suksessen behoren t Amerikaantje» en Met Karna val op zwier». «Met muziek door 't land» bezorgde hen vorig jaar de tweede prijs bij de kleine groepen. Dc Flieramoisen aan 't werk VEEL SFEER Ondanks de grote leeftijdsver schillen is vriendschap het voornaamste kenmerk van De maar mag ook de inspannin gen van de anderen niet verge ten. Kamiel heeft er zelfs vrese lijk veel moeten voor doen maar hij schijnt het verleden wel vlug vergeten te zijn. Het gaat volgens Lotjonslos ook niet op een heel jaar kar naval te vieren. Bepaalde voorbereidende feesten mo gen er zijn, maar sommige groepen lopen bij de minste ge legenheid verkleed. Dat is geen karnaval meer maar zucht naar publiciteit. Opval lend was dat woordvoerder Willy Van Mossevelde dit alle maal vrij sereen formuleerde. Karnaval is immers in de eerste plaats een menselijk gebeuren en mensen kunnen zich ver gissen. Maar het is even men selijk daar lessen uit te trekken en de fouten te verbeteren. Een paar ogenblikken later was een luxewagen Mercedes een wiel armer en een stom verbaasde eigenaar moest toezien hoe Lotjonslos triom fantelijk in de richting van de Grote Markt verdween. Het jaar daarop 1966) had een voorval plaats dat zelfs Chaplin zou doen lachen hebben. Door een bruusk maneuver don derde het (karnaval) hoofd van oud-burgemeester Blanckaert naar beneden en plofte over het hoofd van een niets ver moedende Lotjonslosser. Maar ook met de toeschou wers kun je heel wat beleven, vooral wanneer de fontein op je wagen plots olie i.p.v. water begint te spuiten. De meest ontgoochelende ervaring de den ze echter bij een voorkrite- rium op. Sterke Eddy, die net zijn eerste Ronde van Frankrijk had gewonnen, mocht toen een karnavaleske bloementuil van papieren rozen in ont vangst nemen. De Brusselaar die al vaak bewezen heeft geen klowneske feeling te hebben, gaf de onthutste de monstranten de bloementuil te rug. ONTGOOCHELINGEN In de karnavalwereld is inder daad niet alles rozegeur en maneschijn. Zo kon Willy Van Mossevelde zijn ontgoocheling over het karnavalverbond niet verbergen. Hij heeft niets tegen het bestaan van het verbond zelf maar het heeft volgens hem te weinig eerbied voor die mensen die elk jaar in stilte werken om op karnaval toch met iets groots uit te pakken. Die houding vindt Lotjonslos ook bij Keizer Kamiel terug. Ze zijn de eersten om de karnava leske kwaliteiten van de keizer te erkennen, maar ze betreu ren dat hij te veel op zijn ge oogste lauweren teert. Een Keizer Karnaval mag platen maken, moet populair blijven ODE AAN DE BRANDWEER We hebben er reeds op gewe zen dat Lotjonslos er vorig jaar mee wou stoppen. Met dit voornemen zitten ze nu toch wat verveeld. Daarom willen ze dit jaar opnieuw de show ste len. Net als hun spitsbroeder De Kaloeterkabassen hebben ze hun inspiratie in Aalst zelf gevonden. Het mag volgens hen wel onderstreept worden dat de brandweer dit jaar ver eeuwigd wordt. In 1876 kon den onze voorouders inder daad de eerste brandweerwa gen over de hobbelige straat keien zien denderen Willy Van Mossevelde: «Aan vankelijk dachten we aan iets kleins. Maar het oorspronke lijke wagentje van 6 m. is onder invloed van allerlei nieuwe ideën 22 m. lang geworden. Kort samengevat zou je kun nen zeggen dat het een rekon- structie wordt van de eerste «pompierwagen» van Aalst. Hopen we maar dat deze pom pierwagen ditmaal geen olie maar wel waterspuit. Eén zaak staat echter vast: pas na de stoet zal het bij de Lotjonslos de spuitgaten uitlopen. Lotjonslos op volle toeren (WS) BEtiAÜJE i/\J STcrpio iwaar nif Flieramoizen. Op woensdaga vond is het gewoonlijk werken geblazen. Flieramoizen zijn nachtdiertjes en na het werk wordt natuurlijk nog een duch tig pintje gedronken. Wat ze 's anderendaags voelen, moet je aan bakker Gustaaf De Bru cker maar eens vragen. Toch verheugen De Flieramoizen zich reeds op de dolle dagen. Met veel smaak vertelt hun voorzitter dat het festijn met het Katharinistenbal begint. Be- roepszorgenzal hij niet hebben want de zaak gaat voor twee dagen dicht. MET HET ROS BEIAARD OP SCHOOT De voorzitter Flieramois staat reeds een kwarteeuw in de karnavalbeweging. Destijds stichtte hij samen met Philip Camu en Jos De Schrijver een kommissie die verscheidene uitbeeldingen op haar aktief heeft. Een echte karnavalist zal zich beslist nog wel De Spoet nik, Circus Bouglione. Napels en De Vuilkarherinneren. Maar nooit zal Gustaaf de diefstal van het Ros Beiaard te Den- dermonde vergeten. Nadat Aalstenaars in het ver leden reeds gepoogd hadden het fel betwiste Ros te gaan stelen, besloten een paar dur- vers het opnieuw te proberen. In het jaar van de Expo was dat een formidabele stunt temeer daar de Dendermondenaars fier zongen dat het Ros nog nooit buiten de stadsgrenzen was geweest. Zelfs Minister Moeyersoen was op de hoogte van de zaak en beloofde hen dat ze in geval van sukses slechts voor één nacht de nor zouden invliegen. De hele op zet werd echter verraden. Toen de gelegeneheidsdieven ter plaatse verschenen, vonden ze de Ros Beiaardstal ver sperd. Gustaaf De Brucker moet nog steeds lachen als hij eraan denkt hoe de burge- meester van Dendermonde de hele burgerwacht gemobili seerd had. PRINS FLIERAMOIS De kans is groot dat De Fliera moizen diyaar een prins Kar naval krijgen. Marcel De Bruc ker, want zo heet hun kandi daat, heeft immers een reële kans. Hijzelf neemt het nogal filosofisch op. Lange Marcel is niet van plan er een bom geld tegen aan te gooien, maar hij is wel erg populair: «Vooral in basketmiddens ben ik goed gekend. De Zwêtten (lees: Be con) heeft me trouwens be loofd in geval van een overwin ning naast mij in de stoet mee te lopen. Maar ook vele karna valgroepen zullen me steu nen». Mocht Marcel volgende vrijdag tot Prins worden ge kroond, dan zou dit voor De Flieramoizen een enorme steun betekenen. DE ROMANTIEK VAN HET VERLEDEN De jongste jaren hebben De Flieramoizen steeds hulde ge bracht aan de Aalsterse karna- valvierder. Dit jaar wordt het een mijmeren over de vergane romantiek van de «Karoussel». De Flieramoizen hebben vorig jaar iets dergelijks in Maaseik gezien, maar ze willen deze idee op een volkomen eigen wijze uitwerken. Gustaaf De Brucker: «Het wordt iets met veel spiegels, maar momen teel moeten we er nog wat vin den om de draaisnelheid van de karoussel te verminderen. Gp,HNAV4£

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 5