VERDWENEN MAAR NIET VERGETEN
i*0
- 27-2-76 - De Voorpost
ren, dat meer gericht was op
mensen zelf. Het publiek. Het n
meer paraderen.
buiti
taal, werd over de Sloebers ge
sproken. Maar wij kenden ze al
lang. Maandag in Duitsland,
dinsdag in hun eigenste Aalst te
rug; om mee op te stappen achter
de muziek van de «oude garde».
Zegt Dolf: «wij zijn 's zondags
opgestaan, om 's woensdags terug
te gaan slapen». Dat was, nog
eens, 1961. Een slapeloze, heer
lijke, allesomvattende, stakende
en vierende sloeberskarnaval op
internationaal plan. In 1962 wa
ren de Sloebers in de ban van
Kennedy en Kroestjev. Dit laatste
sujet hadden ze ondermeer gerea-
lizeerd door onder het kenmer
kend hoofd, een opgevulde beer te
plaatsen. Het andere sujet stond
voor een gemetselde muur. De
muur van Berlijn, tussen beide he
ren van de wereldpolitiek. Het
Russisch Troïjka bestond uit een
eigen muziekkorps met fijfels en
het was meteen het tweede jaar,
dat de Sloebers zich door muziek
lieten ondersteunen vanuit hun ei
gen groep.
Er was nog wat anders en bij Dóif
van de schone botinne is men er
nu nog altijd niet over te spreken.
Om troïjka te realiseren moesten
er 5 man werkelijk kaal en totaal
kaal geschoren worden.
Eén van de offervaardige figuren
was de voorzitter, zijnde de be
kende Dolf, die "s avonds thuis
kwam met een kaal hoofd. Zijn
huisgenoten dachten dat het na
gemaakt was. Tot wanneer het
slapensuur aangebroken was. Die
avond is er een klein woordje over
karnaval gesproken bij Dolf.
Om iets anders te schrijven. In
1962 vierde de oude garde haar
175-jarig bestaan. Deze heuglijke
gebeurtenis lieten de Sloebers niet
voorbijgaan en stapten mee op als
een delegatie russen, waarin, op
een zeer goede imitatie, koningin
Elisabeth mee opstapte. Datzelfde
jaar waren de Sloebers in Knokke
en Blankenberge mét drumband
en mét hun Troïjka.
De wereld en de politiek is een
cirkus. Dat beseften de Sloebers
ook in 1963. De politiek in Bel
gië, de Vlaamse Leeuw en de
Waalse haan stonden in de arena.
De arena was Brussel en tussen
beide beesten de springhoepel.
In 1964 krijgen we het allerlaatste
Slocbersfestijn. Parijs op de Den
der. Het wordt een zeer grote
praalwagen in de stijl van Lode-
wijk XIV. «Europa, dat ben ik»,
beweerde generaal de Gaulle.
Vandaar een parodie, in de XIVr
eeuwse stijl, een parodie met
praalwagen. Het was ook de eer
ste maal dat de sloebers met hun
muziek, 's avonds naar buiten
kwamen. De groep kreeg inder
daad het verwijt dat ze wel deel
namen aan de stoet, maar in feite
te schoon en te goed waren om
mee feest te vieren. In feite waren
de Sloebers de voorlopers van de
huidige tendens: steeds schoner
en beter, maar niets laten kapot
maken in de dolle karnavalsfcer.
Toch kwamen de Sloebers op
straat met een echt en heel oud
harmonium, een batterij en een
contrabas.
aktuele dag.
Maar de Sloebers zaten er achter
en probeerden met een stunt, onze
goede vrienden uit Dendermonde,
met hun prachtig historisch paard,
in het diskrediet te brengen.
Des 's morgens om halfvijf waren
zij in het holst van de nacht sloe
berachtig bezig ons gewaardeerd
paard te ontvoeren. Rond vijf uur
merkte een politieagent hen op
met hun gezucht en gesleur, en
deze dacht notabene dat de vroede
heren nog zo laat aan het werken
waren.
Maar diezelfde ochtend werden
zij door de politie tegengehouden
op de baan naar Dendermonde,
ergens in de omtrek van Wieze.
De politie van Aalst haar frank
viel echter zeer laat. Op het poli
tiekantoor stelde men vast, dat
met gans het kamavaleske gedoe
iets niet klopte. Het zeer late uur,
de rare werkwijze, gaf stof tot na
denken.
Maar de da£ van karnaval zelf
dacht iedereen, dat het schone
grote paard, door de Dendermon-
denaren gestolen was.
Later was er een officieel onder
houd met de politie en w ij hebben
de dagvaarding trouwens ingeke
ken. Een onderhoud met de poli
tie, dat acht dagen later met de
Sloeberfs) plaatsgreep.
Mijlbeekse groep toen. Kamiel
Sergant kan boeiend vertellen.
Ondertussen doet hij honderd en
één dingen. Gaat de telefoon en
krijgt een uitnodiging voor een
voetbalklub. Lopen er mensen
van een karnaval groep over en
weer. Niets ontgaat hem. Terwijl
de kliënten op hem beroep doen
ziet hij ook kans aan anderen die
ergens met een kamavaluitbeel-
ding bezig zijn te vragen: «en hebt
ge bezcmsïdenhêbt ge de vlag
gen?».
Zelden hebben we zo een dyna
misch en vooral aktief persoon
gezien. Hij sleept U mee. Zingt en
danst, trekt U mee. Ge moet er in
geloven of niet. De grootste te
genstander van karnaval zou op de
knieën gaan. In die man zit iets in,
wat niet te definiëren valt. Elke
arrogantie is er zoek en ongewild
legt hij zijn ideeën op. Hij staat
open voor kritiek. Karnaval is zijn
lang en gelukkig leven. Dat ziet
ge onmiddellijk. Ge zoudt er uren
en uren naar luisteren. Want hij
vertelt. Vertelt boeiend. Hij was
15 jaar toen hij met een groep uit
Schaarbeek (Asserendries) mee
opstapte en het was Guy Van Ren-
terghem die hem de start gaf in
1950. Zij brachten toen een persi
flage op Iwein onder het motto
«ajuin van Aalst». Er kwamen
toen paarden bij te pas en het
grapje kostte 10.000 F. Ook als
dertienjarige was Kamiel Sergant
er reeds bij, verkleed in domino.
In de jaren 48, 49 en 50 ging hij
kijken naar de vorming van de
stoet en hij was niet weg te slaan
van de groepen. Hij moest kost
wat kost de sfeer van "s zondags 's
morgens meemaken.
Kamiel Sergant stamt uit een
echte kamavalfamilie en vertelt in
't bijzonder over z'n vader, die
tijdens de karnaval met een kin
derkoets opstapt, een gebrekkig
makaber ding op drie wielen, en
die in het station ging afzetten en
er achteraf regelmatig ging naar
kijken of ze er nog goed in bewa
ring stond.
Kortom, Kamiel Sergant is drie
interviews waard en we hebben
moeite om ons tot onze opdracht
te beperken. Karnaval herleeft en
de hel van Mijlbeek werd even
geschetst. Het doet intens goed,
zegt Kamiel, om intens gevoelens
uit te leven!
Zonder deelname aan de stoet,
waren de Sloebers aanwezig op de
Grote Markt in 1965. Al zittende
hebben zij de optocht in ogen
schouw genomen als Prinses Iret-
van Nederland en Don Carloj/^
met hun gevolg. fvf
Te dier gelegenheid traden
Sloebers opnieuw naar buiten ra'
een echte oude trekharmonitf
een moeilijk te bespelen instil,
ment en een xylofoon.
Er was nog meer. De Sloel
wilden dat het publiek kon mei
ven met het gebeuren. Meedi
met hun muziek. Gewoon in wi
kelijkheid. Opdat het publiek
kunnen meedoen met hun liedj
en muziek; werden er door
Sloebers in Spanje (wij hebben!
faktuur gezien n.v.d.r.)
liefst 2.000 kastagnetten bestt
om gratis uit te delen. Tweedi
zend paar om in te pikken en(
leren meedoen. Een van de b
langrijkste redenen was, dat
publiek mee moest ingeschake^
worden in het karnavalgebeureimini
Daarom wilden zij aan de oigiecl
staanders iets geven om meejin d
doen. sens
Een van de tussendoortjes is, d*ehl
de Sloebers een zogezegde riv
te it opbouwden met de karna'
groep «Den Blok Ondereet
Ook op dit gebied waren stunt
niet uit de lucht. Zobra de Gril
in gepaste kostumering
Griekse dansen, genoot in 1'
een verdiend sukses in de
schillende cafés
lijk
Om het even te hebben over (te h
muzikale toer, waar de Sloel
een jaar lang op oefenden om
leken een muziek en instrumt
onder de knie te krijgen, wasl
1968 de Hippie Band, met t'
klarinetten en slagwerk. Tw
duizend paar simbalen wei
toen uitgedeeld aan muzieki
nend karnaval om met de Sloel
mee te zingen en te dansen en
vooral mee muziek te maken.
De Sloebers, die een gans jaar o
fenden, konden een tiental me!
dieën ten gehore brengen, danss F
meezingen, meespringen
meespelen met de uitgedeelde
strumenten was hun bedoel int
Ook in 1969, met de Hongaa
cszardas en er toen 2000 tamb
rijns (afkomstig uit Taiwan)
gedeeld werden. Gratis en voor
lol. Steeds en opnieuw wat
deze mensen in aangepaste klee
De typische atmosfeer en met
gepaste muziekinstrumenten, f
Officieel hebben we de grq
Sloebers meegemaakt tot in 19<L~
Later volgde een niet onaanziq
lijk aandeel in het lrarnaval<tphJfts=:
ren, dat me
r l -
Onpartijdig gezien mogen we
len, dat de Sloebers een
stempel gedrukt hebben op
hele kamavalgebeuren. Zij
ben in feite de weg gewezen
de huidige generatie. Hun
kommernis ging uit om de
staander te laten deelnemen
het gebeuren, In de stoet
buiten. Zij brachten een
re» karnaval. Het waren de
lopers van wat wij nu zien.
is het eigentijds.
Eén ding is niet vergeten: de
bers, zoals ze zijn en waren,
bers.
nier te huldigen
Dat het mét een schots regiment
ook schots en scheef kon lopen,
althans voor de goedgelovige in
woners, bewijst de anekdotetoen
in september van 1957, tijdens de
bevrijdingsfeesten, het gerucht de
ronde deed, dat een schots gene
raal naar Aalst ging komen. Mas
sa's volk trokken naar het station
te Aalst. Iedereen geloofde het,
dat inderdaad een generaal aange
komen was van het Schotse leger.
Onder begeleiding van Schotse
muziek trokken de Sloebers naar
het station en haalden er die fa
meuze en in feite onvervalste
Aalsterse generaal af!
Het hoefde voor de Sloebers niet
«altijd» karnaval te zijn om ergens
het hoofd boven Aalst te steken en
ergens een toer te lappen waar het
de sloebers te pas of te onpas van
pas kwam. 't Waren sloebers
Het volgend wapenfeit zette de
stad Aalst en Dendermonde op
balatumse ros gestolen. De dag
van karnaval notabene. Wie an
ders dan onze spitsbroeders uit
Dendermonde, met hun verhak
keld paard, konden dit gedaan
hebben. De nijd en jaloezie van
Dendermonde strekte zich uit tot
de lage diefstal van het teerge
liefde ajuinse paard op de meest
DE HEL VAN MIJLBEEK
Pikant feit, van lieverlee moest de
politie het gestolen paard, in pa
niek achtergelaten tussen Wieze
en Dendermonde, ophalen.
Het is dan ook een enig wapenfeit
dat de stedelijke politie met een
kamavalwagen op trok was.
Maarhet was een smerige
streek. Althans volgens sommi
gen. Ge weet wel
In datzelfde 1958 ontdekten de
Expo-mensen, van die wereldten
toonstelling, ook de sloebers en
hotsten als Aalsterse vereniging
naar allerlei recepties, naar de pa
leizen die hen uitnodigden en naar
Vrolijk België.
In de karnaval van 1958 hadden
de Sloebers een draaiende wereld
gemaakt, en omdat het ook het
jaar van de spoetnik was, tolde
rond diezelfde wereldbol de
alomgekende spoetnik. Sloebers
in de meest uiteenlopende kledij
van allerlei nationaliteiten, om
ringden het geheel.
Met een zeer grote wagen en een
rcuze-koufcitikancr. en stickers
om op de kleding te hechten, be
groeven de sloebers in 1959 Kei
zer Karnaval. In datzelfde jaar, in
hun roemrucht lokaal De Oude
Molen, werd het filmfestival in
gericht over karnaval. Een heuse
filmvertoning van en over de
voorbije karnaval.
1959 bleef een inspiratief geval.
Zware en ernstige gasten kwamen
in datzelfde jaar op de Dender toe
met een heus schip. Weer kon
Aalst, buiten de karnavaldagen,
genieten van een sloeberse stunt.
Met schip en bemanning werd dit
groots filmfestival ingezet.
Een jaar later, in 1960, moeten we
een andere anekdote toeschrijven
aan de nooit rustende sloebers
geest, toen ze met hun fameuze
drumband, bestaande uit ongeveer
25 personen, een maskotte, zijnde
een kleine pop, aan Prins Alexan
der overhandigden op de Grote
Markt.
De Sloebers konden ook wel eens
protesteren. 1961 was voor hen
een protestjaar wegens een te lage
subsidie. Hals over kop stapten zij
in de stoet op onder het motto De
Staking».
OOH DIE SLOEBERS
Mijnheer Adolf Van den Bergh is de kersverse voorzitter van de
jury, pas benoemd tijdens de prins karnavalsverkiezing. Hij zal in
deze hoedanigheid de stoet overschouwen en deel uitmaken van een
bestendige jury. Dolf van de schone botinne was ook de voorzitter
van de beruchte en zelfs beroemde groep «De Sloebers».
Over de hel van Mijlbeke weten
Sergant, die met een ontstellen
Overigens was hij er zelf bij in
Om 26 jaar later het er nog eens
over te hebben, moet ge werkelijk
meer dan snel zijn in de drukke
rijwiel- en bromfietsenhandel
Vooral omdat Kamiel altijd tijd
heeft, maar er in feite nooit heeft.
Tussen het kliënteel door roept hij
U toe: «Hebt u geen bandopnemer
of papier mee? Begin dan maar ié
schrijven!». Op een werkbank
schuiven we wat schroevendraai
ers en sleutels opzij en Kamiel
begint te vertellen, wijl hij aan de
Jopende band fietsen en bromfiet
sen, die pas een herstelling onder
gingen, nog eens extra naziet.
Hoe of wat de onderdelen van een
/iets ook mogen zijn, met de snel
heid van een elektronisch geheu
gen somt hij de honderd en één
dingen op wat er met het rijwiel
gebeurde. Terzeifdertijd praat hij
over de «hel». De hel van Mijl
beke is ontstaan met de pastoor
van Mijlbeke. waar we met enkele
medewerkers een groep hebben
opgericht «Het was toen de be
doeling om ten voordele van de
kerk een Vlaamse kermis in te
■richten. Maardekristelijkeaktivi-
teiten waren toen nog een beetje
anders dan nu. Zo mochten de
jongens bv, met de meisjes geen
toneelspelen. Zij mochten ook
niet met mekaar dansen op de
Vlaamse kermis. Kwestie dat de
pastoor dat niet wilde. Als jonge
weinigen nog iets. Behalve Kamiel
d geheugen alle détails nog weet.
1950.
man wou ik kontesteren of afrea
geren tegen de toestanden die de
pastoor oplegde. Wij hadden wel
een fijne vriendenkring, wij
draaiden toen 78-toeren platen
met onze vriendenkring, maar
wanneer de pastoor kwam kijken
in het ontmoetingscentrum van de
jS'Jgd, daïTwaS nel cr gedaan 'lïJCï
de lol. De hel zelf was in feite een
idee om ons tijdens die Vlaamse
kermis ferm te kunnen amuseren.
Wij hadden met een paar mensen
de idee opgevat om een donker
hol te maken, daarbij nog draken,
zwarte gordijnen, fosfoorlicht en
een aangepast dekor. Uit onze er
varing trokken we met Alfons De
Vijlder, Roger Coessens en Jozef
Coessens, Frans Verhulst en ik
zelf, de nodige lessen. Met deze
vaste klanten van de vriendenk
ring besloten we om deel te nemen
aan de karnaval en in de stoet te
gaan. Ik was toen al een kontes-
tant en kwam in feite van de hel in
het vagevuur, want ik heb in de
hel van Mijlbeck mijn vrouw le
ren kennen.»
«Met de primitiefste middelen
timmerden we een wagen op. Wij
hadden toen niet al de mogelijk
heden om een wagen op te bou
wen. Wij stonden helemaal alleen
en hadden geen enkele ervaring.
We konden evenmin rekenen op
de hulp van de anderen, zoals dit
nu is. Ook de financiën speelden
een grote rol en we moesten maar
ons plan trekken. Maar we hadden
enorm veel plezier. We hingen de
vuile was op. Wij amuseerden on
szelf. In feite was het niet eens
voor de mensen zelf. Later is de
groep uiteen gevallen, het bestond
tot in I960 en het laatste optreden
was de uitbeelding van de we
nende sanger knapen. In 1961 heb
ik helemaal alleen rondgereden
met een ambajoür éii WHS ook
kandidaat prins Karnaval. In 1962
ben ik dan begonnen met liedjes
zingen.»
Terug naar de wapenfeiten van de
hel van Mijlbeek, haalt Kamiel
Sergant nog een paar data en erva
ringen op. Enkele uitbeeldingen
van de zovele waren: Aalst met
kongee pejee, de marsbewoners.
In 1960 bracht men op de gekende
melodie «mijn moeder was een
wenerin» een parodie op z'n Aals-
ters en iedereen die in de groep
opstapte zong dit in de stoet, al
leman zong mee.
Ook buiten Aalst was de hel van
Mijlbeek geducht. In 1957 hiel
pen ze Dendermonde kultiveren.
In 1958 waren ze te Bredene.
Maar met het gebrek aan mensen,
de gewone omstandigheden eigen
aan elke groep, moest men uitein
delijk stoppen. Het was de enige
Dit lieten de Sloebers echter niet
aan hun hart komen. Voor hen
werd 1961 een van de zwaarste
dagen die ze ooit meegemaakt
hebben. Naast de zondagse stoet,
moesten ze 's maandags vertrek
ken naar Dusseldorf om deel te
nemen aan de stoet. Een gechar
terd vliegtuig stond hen in de luch
thaven op te wachten en manmoe
dig betraden zij dit toestel op hun
eigen kamavaleske en muzikale
manier. Een deftige luchthaven
op stellen zetten om in Dussel
dorf, weer met volle muziek, het
vliegtuig en plein te verlaten. Een
vliegtuig charteren voor een kar
naval groep, vooral als ze sloebers
zijn, is een ervaring op zichzelf.
Meteen schrijft Aalst een aparte
bladzijd?; want het is dc eerste
maal dat een Aalsterse karnaval-
groep ons klein landeke verlaat.
De Sloebers waren te Dusseldorf
op het prinsenbal in het Casino
(onder meer). Zelfs de franstalige
pers had toen aandacht voor het
gebeuren en in het schoonste
Frans en de deftigste gazet in die
Pas om halfzes 's morgens thuis
gekomen, moest hij voor ons uit
de veren om een stukje verleden
op te diepen uit de heroïsche tijd
van de beruchte sloebers, die in
Aalst een begrip waren.
In 1964 namen zij in eer en glorie
afscheid van hun publiek, tijdens
hun laatste karnavalsoptocht als
«De Sloebers». Iedereen had spijt
en velen beweerden dat karnaval
zonder hen niet meer kon bestaan.
Niemand is onmisbaar, maar het
afscheidsapplaus zindert nu nog
na, toen deze groep, sinds 1952
gesticht, een laatste maal langs
het overtalrijke publiek trok en
vangst nemen.
Oude groepen uit het verleden op
diepen zonder de sloebers, is on
denkbaar Allen hebben hun ver
dienste en schreven mee volgens
hun verdienste met hun eigen
stempel en trek.
Met de Sloebers is het zo. dat deze
sloebers aanvankelijk de zware
jongens van het plezier waren,
vervolgens de brave jongens,
maar onder de titelDe Sloebers»
hun ware geaardheid het beste ty
peerden. Ze waren echte sloebers.
Niet alleen tijdens karnaval zelf,
maar ook daarbuiten. Om het
Adolf Van Den Bergh als gewe
zen voorzitter te laten vertellen en
bekijken, kost het geen moeite,.
Dolf heeft een merkwaardig en
zeer gedetailleerd archief. Twee
dikke albums met foto's en aan-
plakbrieven, persknipsels en
brieven. Bijna dag aan dag kan de
geschiedenis van de Sloebers op
gediept worden. Kronologisch,
Wij starten ons verhaal, nadat er
een jaar of vier een groep gemaakt
werd, puur voor het amusement.
Wij schrijven 1952. Vierentwin
tigjaar geleden trok Carlson, met
z'n boot in de karnavalstoet. Een
parodie op een zinkend schip,
waar de kapitein alleen op achter
.bleef.
Toen reeds was er de drang om
typische lokale toestanden te
vermijden en het publiek iets te
bieden, waar ook de niet-
Aalstenaar wat aan had. In een
Far-West sfeer, met oude auto's
en niet het minste spoor van luxe,
trok de petite diligence door de
stad in 1953, om het volgend jaar
uit te pakken met een sloeberse
wegenhulp, waar oude moto's en
dito zijspannen de engeltjes van
de wég op hun manier aan het
kamavaleske deelnamen.
Een dankbaar onderwerp was het
Aalsterse fenomeen (ook in Ver-
viers). de fameuze en nu alomge-
waardeerde intervapeur. «Hieten
geriedt», was het sloeberstema
om de stad op stelten te zetten met
rook en lawaai, "wij scnrëVèn ioeïï
1955 en zijn al 26 jaar gewoon aan
de meest moderne vorm van ver
warmen. Ons dierbaar en schoon
park kreeg in 1956 een nieuw
melkhuisje. Op deze plaatselijke
toestand haakten de sloebers in;
om in 1956 met een schots regi
ment het monument «de driepik
kel» van de kat. op hun eigen ma-