AALSTERSE KUNSTENAARS NAAR NEDERLAND CATHARINISTEN MET «IK BEN HET LIEFJE» KONCERT-ORGANISATOREN VERGADEREN WIENER SANGERKNABEN TE AALST DIRK MARTENSPRJJS 1975 VOOR CLAUDE VAN DEN BERGE ,11 24 - 27-2-76 - De Voorpost Voor een goed gevulde stadsschouwburg voerden de Catharinisten tijdens het voorbije weekend «Ik ben het liefje» op, een blijspel van Jack Popplewell. Auteur die ooksukses oogstte met zijn «Bemoeial». Het stuk zelf geeft een smaakje van hoe het is ais een ver doorgedreven vrouwenemancipatie het haalt. Het is een stevige komedie, die mits een v olledige inzet tot een uiterst genietbare avond kan uitgroeien. Celia Jones, huisvrouw, is het beu haar tijd. krachten en talenten te verspillen aan eten te koken en andere huishoudelijke karweitjes. Haar man Rupert, zeepfabrikant op de rand van "het bankroet ziet zijn zaak om zeep gaan. Een paar dat zijn vergissingen inziet en die wil herstellen. Celia. eens een veel belovende sekretaresse, neemt vastberaden de touwtjes in handen en er wordt van job geruild. Celia zakenvrouw, Rupert huisman, en boven de verwachtingen van Rupert maakt Celia het waar. De zaken draaien, het huishouden, zij het eerst in dc handen van een wrevelige man. draait ook. Zij krijgt assistentie van een aan trekkelijke sekretaris die er nog warmpjes inzit ook en vennoot wordt. Hij om de eenzaamheid te doden, krijgt stilaan gezel schap van Robin Nightengale, dc man van een schoonmaak bedrijf en van twee aantrek kelijke buurvrouwen. Voor Celia wordt het reizen, diners in de stad. hard werken. Voor hem zijn er tussen de huishoudelijke bezigheden door kaartnamid- dagen met zijn nieuwe vriendin nen en de schildersklas... maar ook de zorg over de tweeling van zijn ongehuwde dochter Karen, die plots uit Cannada terug keert. Een aaneenschakeling van humoristische, soms ont roerende episodes uit de «omge keerde wereld» die met haar nieuwe taakverdeling, toch eindigt in een bijdraaien van alle kanten. Dit sterk stuk. in zijn genre, moet dynamisch teater waar borgen. En die dynamiek was er zelden. Al kunnen we helemaal niet negatief reageren op de inzet van de spelers, ze zijn grotendeels geslaagd in 't op de planken zetten van geloofwaar dige personages, toch haperde er wat: te veel stille momenten, te lang zoeken naar repliek, een algemeen slechte rolkennis en daaruit voortvloeiend een steeds druk bespeelde souffleurshoek. Door dit aarzelen kwamen dan logisch gevolg, de diverse poin tes niet genoeg tot hun recht. Zo'n blijspel moet rollen, vinnig kordaat zijn. De akteurs en de aktrices moeten zich los en ongedwongen over scène bewe gen. En dat was op momenten wel zoek! Jos Van Mol. (Rupert Jones), als centrale spil. eens beloond met een open doekje bracht een goede prestatie, zijn spel was doorspekt met luchtige tonen, met een aanstekelijk flegma slaat hij er zich als huisman door. Afgewerkt zouden we zo zeggen, ware het niet dat die rolkennis toch zo te wensen overliet! Voor zijn vrouw Celia, (Annie Moortgat). niets dan lof. In haar hele optreden, eerst ietwat slonzig als moegetobde huis vrouw. later groeiende naar een verzorgde zelfzekere zaken vrouw. was klasse te bespeuren. Wat Janet betreft, door Nelly De Hert op de planken gezet, hebben de Catharinisten een toekomstige goede kracht in huis. Met temperament en goede mimiek kwam haar rol goed over. Maar hoorden wij niet dat ze vijftig was? Van eeuwige jeugd gesproken! Robin Nightengale (Willy Van Boxstael) was aanvaardbaar, een goede mimiek, een vlotte diktie. een beetje spot en een vlaagje woede. Helen (Jeanne Mylaerts) bleef iets onder de maat vooral wat haar uitspraak betreft. Een oerserieuze Erwin Van Hcrrcweghe zagen we graag in de Barry Bingley Brown sekre- tarisrol. Nicole Gits als Karen. Dries Bruyninckx als haar toekomstige echtgenoot en Miche Vanneck als een buur vrouwtje gaven een goede ver tolking. Regisseur Herman Slagmulder heeft de opdracht duidelijk aangevoeld, een zeer goede goede poging ondernomen om het geheel te doen slagen; maar...de echte momenten, de oppervlakkige lachwekkende Aktie op het toneel met -Ik ben het liefje-.(el) Einde maart gaat in het Kunstenaarscentrum te Bergen (Noord Nederland) een tentoonstelling door waarin werken zullen geëksposeerd worden van een aantal kunstenaars uit onze streek. Er is voor de opening een voordracht voorzien waarin Louis Paul Boon uit eigen werk zal lezen. Bekende en minder bekende namen in totaal achttien zullen instaan voor de verdediging van het artistieke leven in onze streek. LUC CLAUS i: s voor velen ze ker geen onbekende meer. Als etser verwierf hij een buiten gewone reputatie. Opleiding genoot hij aan het Hoger Insti tuut Ter Kameren, Brussel. Be langrijke tentoonstellingen der laatste jaren vonden plaats in Oostende (Stedelijk Museum, 1968), Antwerpen (Galerie Buytaert. 1970). Brussel (Gale rie Capitt, 1972). Kortrijk (Gale rie Anhyp, 1973), Milaan (Gale rie Einaudi. 1973), nogmaals te Brussel in 1974 en Parijs (Cité des Arts. 1975). Velen herinneren zich zijn ek- spositie in Galerie S65 te Aalst, van 6 tot 29 maart stelt hij ten toon in Galerie Weterings te Amsterdam HUGO CLOCHERET 1949) behaalde het diploma Sierkun sten aan de Stedelijke Akade- mie voor Schone Kunsten te Aalst. Hoger Kunstonderwijs genoot hij aan de Akademie van Gent. Deze schilder en te kenaar is woonachtig te Asse. Hij werd laureaat in de André Toetenelprijs voor Schilder kunst. Tevens was hij laureaat in dePro-Civitate-wedstrijd. Hij werd geselekteerd voor de prijs van de vrienden van het La- temse Museum voor Moderne Kunst. Tentoonstellingen gaf hij te Af- fligem (1971 en 1975), Aalst (1972), Gent, Wetteren en Baardegem. LUK DE BLOK, keramieker is regent in plastische kunsten. Hij behaalde het diploma aan het St. Thomasinstituut te Brussel. Aan de Akademie te Aalst volgde hij keramiek (Socio-Kulturele promotie). Aan laatstgenoemde instelling is hij nu leraar tekenen en schilderen, dit naast zijn werk- zaamheden als bronsgieter, ontwerper van juwelen (öre- perdue), kunstschilder en ke ramieker. Hij stelde tentoon in Brussel, Gent en Aalst. Staat- stoelagen kreeg hij in 1972 en 1974. MARC DE BRUYN 1924) leerde schilderen en beeld houwen aan het Hoger Sint- Lukasinstituut te Gent en aan de Stedelijke Akademie voor Schone Kunsten te Aalst, waar hij sinds 1959 leraar beeld houwen is. Hij voerde verschillende opd rachten uit voor openbare ge bouwen en pleinen te Aalst, Antwerpen, Brussel, Luxem burg, Mol, Zele, Oost- Duinkerke, Dendermonde, Erembodegem en Wetteren Naast het beeldhouwen is hij tevens bedrijvig in de penning- kunst, het portretteren en de akwarel. JAN DE NYS C 1949) volgde d\r wrije leerling tekenen, gra fiek en keramiek aan de Aals- terse Akedemie. Als schilder is hij volkomen autodidakt. Hij werd geselekteerd voor Pro vinciale prijs voor grafiek, Sint-Pietersabdij Gent (1973) en voor schilderkunst in 1974 door het Museum moderne kunst in Sint Martens-Latem. Kollektieve tentoonstellingen vonden plaats in verschillende Belgische steden. Individuele exposities had hij te Aalst, Brussel, Gent, Amsterdam en Hoogeveen. PAUL DE RIJCK, etser 1953), studeerde eveneens aan de Stedelijke Akademie te Aalst, en dit van 1969 tot 1973. Sinds 1973 volgt hij graveer kunst aan de Stedelijke Aka demie te Gent. Hij verwierf de Prijs van de Na tionale Kommissie voor Kun stambachten en in 1974 werd een werk van hem aangekocht door het Ministerie van Buiten landse Zaken. Hij stelde ten toon te Aalst en te Dender leeuw. FRANS DE VREE 1934) werd opgeleid als kunstsmid aan het Vrij Technisch Instituut te Aalst. (1949-1953) en als beeldhouwer aan de Stedelijke Akademie. eveneens te Aalst (1956 -1962). Hij ondernam studiereizen naar Zuid- Frankrijk, Duitsland en Oosten rijk. In 1960 behaalde hij de Prijs Valerius de Saedeleer der Stad Aalst. In 1962 volgde een on derscheiding in de wedstrijd uitgeschreven door het Sint Anna-comité, eveneens te Aalst Vorig jaar werd hij laureaat in de wedstrijd van het Latems museum voor Moderne Kun sten. Hij stelde tentoon in Aalst en Sint Martens-Latem. ACHIEL HUTSEBAUT 1936) studeerde aan de Ko ninklijke Akademie te Gent, waar hij het diploma architekt behaalde in 1959. Hij volgde keramiek aan de Aalsterse Akademie. Vanaf 1961 werkt hij als zelfstandig architekt en sinds drie jaar is hij leraar aan de Aalsterse Aka demie in bouwkunde en water verf. Vanaf 1970 begon hij, als au todidact, te schilderen. Hij on dernam tal van studiereizen (Duitsland, Engeland, Dene marken, Portugal, Zwitéerland. Frankrijk, Tsjechoslowakije, Canada en Verenigde Staten). In 1958 behaalde hij de eerste prijs Univerbel voor architek- tuur. In 1972 verwierf hij het ereplakket van de stad Ronse voor schilderkunst. Hij behaalde de tweede prijs kartoenale voor Sport BRT - 1972. Hij werd geselectioneerd in de prijskampen voor schil derkunst van Aarschot, dit eveneens in 1972. Tentoon stellingen te Gentbrugge in 1972 en te Knokke in 1974 WILHELM MECHNICH 1929), zeker ook geen onbe kende in kunstmiddens hield tal van tentoonstellingen, indi vidueel te Aalst, Dendermon de, Antwerpen, Brussel, Gent, Frankfürt, Eindhoven, Heidel- berg, Schoten en Dender leeuw. Dit naast tal van groepsten toonstellingen. Er is werk van hem in het bezit der Belgische Staat, Stad Aalst, Museum Frankfürt am Main, Nationale Bank van Be lgië, Rexal Belgium Tupperwa- re, First National City Bank Antwerpen en het consulaat van Frankfürt am Main. MONIQUE MUYLAERT, sier- kunstenares, etser, werd gebo ren in 1946. Opleiding aan de Akademie te Aalst en het Na tionaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Sinds 1968 is zij lerares aan de Akademie te Aalst. Ze behaalde verschillende on derscheidingen: Valerius De Saedeleerprijs (1964), Prijs A. Verept, Prijs Mevr. Vereptvoor Keramiek, de Prijs Helene Goldmunts voor Keramiek in 1967 en 1968 en de Prijs F. Ferstenberg. Er is werk van haar in verschil lende private kollekties. Ze kreeg opdrachten voor Dhr. Kinsbergen, Provinciegouver neur, voor het Provinciebes tuur Antwerpen, de Antwerpse Gasmaatschappij en het Ge meentebestuur van Aalst. HERMAN MUYS 1944) is sierkunstenaar en keramieker. Hij werd opgeleid aan de Ko ninklijke Akademie en het Na tionaal Hoger Instituut voor Schone Kunsnten te Antwer pen. Sinds 1968 is hij lesgever aan de Stedelijke Akademie te Aalst Sedert begin 1973 is hij als voordrachthouder verbon den aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Hij verwierf volgende onder- schedingen: Laureaat van het laatstgenoemde Instituut, Fer- stenbergprijs voor beeldhouw kunst, .F. Pepermansprijs, Na tionale prijs voor wandtapijt van het Ministerie van Midden stand, Prijs der Provincie Ant werpen voor Monumentale kunst, Prijs van uitmuntend heid in de Creativity 71 - ten toonstelling Hilton, New-York, en een tweede eervolle ver melding Kleinskulptuur 1975 - vrienden van het Latems Mu seum voor Moderne Kunsten. Keramieker FRANS STE- YAERT 1953) studeerde aan de Akademies te Aalst en te Antwerpen. Onderscheidingen: Prijs Pro Civitate, Prijs Davidsfonds voor Beeldende Kunsten en eervolle vermelding Provin ciale Prijs. Hij stelde tentoon in Aalst, Dendermonde, Denderleeuw en Brussel. MIKI VAN DER EECKEN 1949) ontving de bijzondere prijs voor grafiek van de pro vincie Oost-Vlaanderen ter ge legenheid van het Forum der Grafiek 1973 te Gent. Haar op leiding kreeg ze aan het Hoger Instituut Sint Lukas te Gent. Er is werk van haar in privé- en staatsbezit. Ze hield indivi duele tentoonstellingen te Gent, Aalst en Menen Kollek tieve tentoonstellingen te Gent, Aalst. Sint Idesbald en Brussel ANNE-MARIE VAN HOOR- ICK 1947) werd opgeleid aan het R.I.T.O. te Aalst, afdeling sierkunsten en aan de Akade mie te Gent (grafiek en schil derkunst). Thans geeft ze les aan de Akademie te Aalst. Ze ondernam studiereizen in meer dan twintig verschillende lan den van West- en Oost- Europa. Tal van individuele en kollektieve tentoonstellingen te Aalst, Wetteren, Berlare, Kuurne, Sint-Niklaas, Gent, Brussel, Antwerpen enz... Er werden werken van haar hand aangekocht door de Be lgische Staat. In 1970 -71 een schilderij, en in 1972- 73 etsen en zeefdrukken. P.A. VAN SAN, schilder, gebo ren in 1939. Hij studeerde eko- nomie, maar op zeer jonge leeftijd reeds volgde hij teken lessen aan de Akademie voor Schone Kunsten te Dender monde. Hij volgde tevens les aan de Antwerpse Akademie. Zijn stijl woog tot 1970 door naar het abstrakte, doch na dien werd meer nadruk gelegd op de menselijke figuur. ANDRE VAN SCHUYLEN- BERG 1952) kreeg zijn op leiding aan het Hoger Sint- Lu kasi nsti tu ut te Gent. In 1974- 1975 was hij vrije leer ling, afdeling schilderkunst aan de Gentse Akademie voor Schone Kunsten. Voor twee jaar stelde hij tentoon in de Be lfortkelder te Aalst. LUK VAN SCHUYLEN- BERGH 1951), broer van André volgde als vrije leerling Hoger Secundair Kunstonder wijs aan de Akademie te Aalst en twee jaar hoger kunston derwijs aan de Akademie te Gent. In 1973 ontving hij de Grafi sche Prijs Stad Aalst voor het ontwerp der karnavalaffiche. In 1974 stelde hij tentoon in de Belfortzaal. Tot daar, een beknopt over zicht van de verworvenheden der medewerkers Verschil lende onder hen maakten op tentoonstellingen een zeer goede indruk. In de hoop dat onze Noorderburen even ont vankelijk zullen staan tegen over het werk van onze men sen wensen we hen alvast veel sukses! André DE GROEVE oper afgewerl aar blijft echt1 "atharinistend wij bij vroego teveel verwend VAN DE ?U bekroon Vrijdag 13 februari. Onder voorzitterschap van de heer Van den Eede, schepen van Kuituur, hebben de Aalsterse koncertorga- nisatoren de koppen bij elkaar ge stoken. Dit om een betere koordi- natie in het koncertleven te beko- In het verleden is vaak gebleken Zaterdag in de late uurtjes, een stoppende bus op de Grote Markt, getekend Wiener Sangerknaben. Een vlot jongetje, stapt uit. Dc enige knaap. Hij is moe maar wil toch enkele woordjes zeggen. Dus toch een optreden te Aalst tijdens hun koncertreis 1976. De Wiener Sangerknaben komende van Sint-Katelijne-Waver wa ren ondergebracht in gezinnen van leden van Cantate Domino, 's Zondags hebben zij in de Sint-Martinuskerk om 10 uur de mis met hun zang opgeluisterd. De Wiener Sangerknaben verbleven twee dagen te Aalst, en na het werk kwam ook het plezier. Met zijn allen toerden zij maandagna middag rond op de foor Weense jongetjes op de Aalsterse karnavalfoor. RVDP dat door gemis aan onderlit samenwerking (en begrip) langrijke koncerten veel te kort elkaar volgden of doodgewoon eenzelfde datum plaatsvondel Het publiek moest dan maar cd gedwongen keuze maken. Dit op zichzelf nog niet zo erg. mal dat een koncert in een kerk of zaa plotseling verstoord wordt doe een rondmarcherende fanfare (d* er overigens ook mag zijn!) is al les behalve aangenaam. Daar wil men nu wat aan doen Uit het verloop van de vlot verlo pen vergadering konden we of maken dat in de toekomst zovct mogelijk rekening zal worden ge houden met de aktiviteiten dien reeds op een vaste datum zijn gep land. Dit alles zal ongetwijfeld bijdfl gen tot een betere verstandha ding tussen de verschillende enigingen en kan tevens het p bliek ruimere kansen geven. Georganiseerd beleid; een nood zaak. a.d.g De volledige toneelploeg die -Ik ben hel liefje- verwezenlijkte momenten zijn net niet sterk genoeg uit de verf gekomen. Ons inziens een tekort aan repetities, aan daadwerkelijke voorberei ding. Een blijspel wordt nogal te rap eens onderschat Dc technische kant was in de puntjes, -nog een speciale ver melding voor de souffleur die een niet te onderschatten werk kreeg. E\ en nog stilstaan bij het dekor. het was net. proper gewoon goed, waar het typische kor? Of werden wij bij produkties toch teveel ROELVAN DE In het kader van de kapel van het Oud Hospitaal mocht de jonge schrijver Claude Van Den Berge maandag jongstleden uit de handen van Schepen Van Den Ede de bekroning voor zijn werk «Het licht op destenen», de Dirk Martensprijs 1975 ontvangen. Schepen Van den Eede met de winnaar Claude Van den Berge.(el) Een eerder magere opkomst voor deze toch belangrijke kulturele manifestatie, kon zeker niet verhelpen dat de Kapel van het Oud Hospitaal er stemmiger op werd. Zware rookwolken afkomstig van een nabijgelegen fabriek zweven konstant voor dit toch prachtige glasraam. En de kapel zeifis aan opschik toe. Lag de warmte niet in het kader, in de kunst lag er des te meer. Schepen Van den Eede sprak een welkomstwoord tot de aanwezigen, waaronder W.M. Roggeman voorzitter van de jury, de heer Marcel Crombeen en nog aandere vooraanstaanden herkenden. De Schepen stelde de samen werking met de muziekaka- demie sterk op prijs en zag letteren en muziek hand in hand gaan. Hij staafde deze bewering door te wijzen op de jeugd, de belangstelling voor de muziek scholen en het steeds stijgende uitleencijfer in de biblioteek. De heer Van den Eede stelde de laureaat aan het publiek voor en wist zich te herinneren dat Ronny pauwels. zo luidt zijn werkelijke naam, voor veel Aalstenaars niet onbekend is. Hij was leraar voordracht en diktie van 1967 tot 1973 aan de Aalsterse Akademie voor muziek, ballet en toneel. De muzikale omlijsting was hoogstaand. De sonate voor drie altblokfluiten van Johan theson werd vertolkt Marcel Ketels. Patrick en Wilfried Van Beveren. Godelieve Weymeis op fluit vertolkte Syrinx van Debussy en in samenspel Christiaan Crombeen aan li klavecimbel de Sonate in C gre van J.S. Bach. Kris Yserbijt. met warme stem. las fragmenten voor vroeger werk van de auteur. Het slotfragment «Het gelaat», de aanvang uit oever» en las verder enk passages uit het bekroonde we Het licht op de stenen». Willem M. Roggeman toelichtingen in verband met i toekennen van de Di martensprijs en belichtte vo< eerst de persoon van Claude V den Berge. Deze dertigjari auteurn. afkomstig uit Asst ede. is momenteel leraar dik te Eeklo. Zijn bekroond werk de vijfde roman in een oeu dat nu reeds uit zes bestal^ «Ontmoeting», «Het gelaat». «I angst». «Stemmen». «Het liet op de stenen» en «De oever». Uit een vraaggesprek met I auteur, dat overigens nogal ski en dikwijls onverstaanbaar vélV liep, vernamen we dat het proj^ van Claude Van den Berjo filosofisch is. Zijn schrijven j een poging tot ontkomen aan Mé nivellering van het alledaagiva Aan publkatie had Claude Vi^c den Berge aanvankelijk nü 'e< gedacht, «het was een bevri 9® dende arbeid voor mijzelf». Schepen Van den Eede ove handigde de veertiende Dij Martensprijs aan Claude Vl den Berge, stite in zijn danj woord de grote belangstelli vanwege de auteurs aan en vi scherp uit tegen een kultur vereniging uit de schitterde door afwezigheid deze toch uiterst belangrij kulturele manifestatie, kwamen meer aanvragen vo subsidies toe dan hier mens aanwezig zijn» aldus de schept In een volgende editie komen uitvoerig terug op de per soon het werk van Claude Van d Berge. R.V.DÏ

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 24