FILM BIJ ONS
JAN DE NIJS VAN WORTEL TOT KRUIN
SINT JOBKOOR LUISTER"
PAASMIS OP
VANDALISME IN ONZE BIBLIOTEKEN
24 - 23-4-76 - De Voorpost
Van 26 maart tot 15 april jl. liep in het Kunstenaarscentrum te
Bergen in Noord-Holland, de tentoonstelling «Die van Aalst».
Jan De Nijs behoorde tot een van de negentien kunstenaars
die uitgekozen werden om te eksposeren buiten 's lands
grenzen. Deze Aalsterse groepsvertoning zit wellicht op een
goed spoor. Na de eerste tentoonstelling in Bergen, die meer
een vice versa was voor de tentoonstelling die de noorderbu
ren hielden in het Oud Hospitaal, wordt binnenkort de hori
zon verder verruimd zodat het niet blijft bij deze éénmalige
trip over de grens. Het hoeft hier niet gezegd dat deze uitwis
seling ondertussen is uitgegroeid tot een boeiende konfron-
tatie. Jan De Nijs is terug van weggeweest en bezet nu vanaf
vandaag tot 23 mei de ekspositieruimten van Galerij Pieter
Coecke en wil daar zijn recente werken uit de doeken doen;
voor het geacht publiek hangen zij er te kijk, te keur en te
koop. Voor ons een aanleiding om even na te praten met Jan
over de diepere zin van zijn oeuvre...
UEVER TIEN
FRAGMENTEN
DAN EEN
Wij laten in het midden de hos-
tori ek van Jan's eerste perv
seeltrekken op het doek al
hoewel we dat heuglijk feit in
Jan's jonge leven kunnen si
tueren omstreeks zijn twaalfde.
Jan was in die tijd en ook later,
niet direkt wat je een fils a papa
kunt noemen. Toen hij na de
middelbare school akademie
üep versterkte dit nog de ge
rechtvaardigde onrust van zijn
ouders. Deze studies onder
brak hij door een jaar leger
dienst in een buurland te ver
vullen. Na enkele jobs in de
filmdistributie- en patiëntenuit-
batingssektor is hij aanbeland
in een stedelijk zwembad waar
hij nog voldoende ruimte heeft
om zijn artiestiek kunnen ver
der uit te oefenen.
Jan heeft een vleugje meege
pikt van een romantisch type
TENTOONSTELLINGEN
Galerij S 65 Fred Bervoets tot 24 mei
Galerij V alerius De Saedeleer Paul Delvaux tot 3 mei
Kultureel Centrum Affligem Edmond Coppens tot 25 april
Stedelijk museum Oud Hospitaal Eskimo Kunst tot 23 mei.
Galerij Pieter Coecke Jan De Nijs en Renaat Ivens tot 23 mei.
VRUDAG 23 APRIL
Stedelijk museum Oud Hospitaal 20 uur opening
tentoonstelling Eskimo Kunst.
Galerij Pieter Coucke 20.30 uur opening tentoonstelling Jan
De Nijs en Renaat Ivens inleiding door Prof Dr. F. Vyncke.
Kultureel Centrum Affligem 20 uur werkvergadering Diaklub
afdeling VAB VTB.
Sint Annabrug van 14 tot 17 uur riviersnelboten van de
zeemacht toegankelijk voor publiek.
Mikis klub 20 uur voordracht «Het kongres van de Franse
K.P.»
C.S.V. 't Fabrieksken 20.30 uur debatavond over «De Ierse
kwesrie» spreker Pol Van Caeneghem.
Sint Jozef 't Kaoelleken 20 uur Science fiction film «Space
Odyssee 2001
ZATERDAG 24 APRIL
Feestzaal Moorselbaan 20 uur Toneelgilde Hoger op met
«Melinda».
Feestzaal VTI20 uur VTI festival
St. Jozef't Kapelleken 15 uur Kinderfilm Walt Disneyfestival
Sint Jozef't Kapelleken 20 uur T-Dansant DJ. Jony.
FFR Dendermondse Steenweg 15 uur: 7de feest van de
Vrijzinnige jeugd.
Groen Kruis 19.30 uur: C.C.O.D. ledenfeest met gastenspre-
ker Hervc Decuyper en optreden van Urbanus Van Anus.
Mikis Klub 20 uur «Toerisme avond»
Sint Annabrug van 9 tot 12 en van 14 tot 17 uur riviersnelboten
van de zeemacht toegankelijk voor publiek.
Jeugdhuis Kreja 20 uur The Pigsty Hill Light Orchestra,
Houtmarkt. 10: 19 uur Breughelavond ingericht door AKV
De Destereers.
ZONDAG 25 APRIL
Feestzaal Moorselbaan 20 uur Toneelgilde Hoger Op met
«Melinda»
Feestzaal VTI 15en20uurVTl Festival.
Sint Annabrug van 10 tot 12 en van 14 tot 17 uur
riviersnelboten van dezeemacht toegankelijk voor publiek.
KWB St. Anna 14 uur fietstocht naar abdij van Affligem.
Abdij van Affligem 13.30 uur wandeltocht door pajottenland
VTB VAB)
Pai» Wellekensstraat 20.30 uur filmklub «Metropolis».
en is verder een tijdschriften
maniak. Hij is dol op stópels
post en is er eens een dag
geen dan heeft hij niet in het
minst dat onbehaaglijke gevoel
van «Och god, waar blijft toch
die postbode».
Jan is een realist en wil i nhaken
op wat er werkelijk gebeurt.
Onze hedendaagse leefwereld
is een kant-en-klaar schilderij
waaruit fragmenten kunnen
worden gehaald, zij laten ons
de werkelijkheid zien in de ver
schillende verschijn ingsvor-
men van haar ekspressieve to
taliteit. Uit die wereld kiest Jan
brokjes uit en fikseert deze in
een samenstel, al dan niet toe
vallig, het werkt als een kort
verhaal dat ogenblikkelijk en
zonder woorden overkomt en
bedrijft op die wijze en met die
middelen een absurdisme dat
desgewenst als een kritiek op
het verschijnsel kan worden
opgevat. Robert Rauschen-
berg die Jan opgeeft bij de lijst
van zijn favoriete kunstenaars,
merkte eens op: «De kunste
naar is niet iemand die kritiek
moet hebben op de maat
schappij. Hij is de aangewe
zene om ontwikkelingen in po
sitieve zin te begeleiden». En
dat is precies wat Jan doet.
Ook hij is een slachtoffer van
de konsumptiedrang, om maar
wat te zeggen: zijn voorliefde
voor geïllustreerde tijdschriften
en fotomagazine's. De super
stars of «body-builders» zoals
Jan ze noemt is één van de
gemeenplaatsen waar Jan
werk van maakt. Deze perso
nages worden ritmisch door
vergroting van de konventio-
nele vormen maar steeds door
welomschreven lichaamsver
houdingen binnen de kontou-
ren van de gekarakteriseerde
vormen. Zo onderstreept hij
het ideaalbeeld van de body
builder met deze banale voor
stelling, het meer vleesgewor
den lichaam, korpulent zinne
beeld van erotische dwangge
dachten die zijn kunst daarmee
op uitdagende wijze illustreert,
ook ergens een vleesgewor
den oerkracht. Deze beelden,
maar dan ontdaan van hun ab
surdisme, vinden we maar al te
vaak terug op verpakkingen en
op affiches 'waar zo'n heer
schap één of ander artikel staat
aan te prijzen onder het devies
«for men».
Zowat twintig jaar geleden
heeft de pop-art zijn poppen-
hoofd opgestoken in de plasti
sche kunsten en een recht
streeks gevolg ervan was een
herwaarderen van de realiteit
in de kunst. In het begin der
zeventieger jaren werd er met
een andere kunstrichting ge
gooid: het hyperrealisme, die
pas burgerrecht kreeg in 1972
bij de vijfde Dokumenta in Kas
sei. Jan De Nijs heeft die moge
lijkheid ook al lang door. Hij
schildert een fotografische we
reld. De subjektiviteit van de
kunstenaar De Nijs in de clinch
met de fotografie. Het nuchter
realisme wordt hier geweerd
zodat er praktisch geen piktu-
rale effekten gebruikt worden,
(behalve dan de fotografische
kollages bewerkt met de spuit
bus of potlood) en we eerder
van een rigoereus realisme
dienen te spreken. Jan konsta-
teert pikturaal, koudweg in we
zen. Het vertrektvan de foto en
moet dan onvermijdelijk koud
zij. De schilder kan editer de
werkelijkheid naar believen in
terpreteren, door bijvoorbeeld
te gaan fragmenteren wat bij
Jan het geval is.
Het oeuvre van Jan De Nijs
blijft toch nog altijd hangen aan
bepaalde verhaalkonventies,
wel scherfmatig, wel fragmen
tarisch maar in de opbouw van
zijn doeken steekt een zekere
kontinulteit. Bij de aanblik van
zijn werk hebben we niet uit
sluitend te maken met scher
ven. We zien een veelheid van
fragmenten, we zien geen ka
rakter meer. Wat we wel zien:
een versplintering van de men
selijke psyche. Jan is realist en
wil inhaken en zich richten op
de werkelijkheid. Omdat hij rea
list is moet hij dan ook die ver
splintering waarmaken en dat
is een vrij moeilijk proces om
de vormen te vinden die daar
aan beantwoorden, al zegt Jan
het zelf. Jan bedient zich van
een naturlistische aanpak, als
hij schildert is dat niet in de eer
ste plaats een poging om een
stukje leven van de rond hem
levende mensen op doek te
brengen, maar een soort her
waardering van het naturalis
me. Jan zoekt een tussenvorm
en dat wordt dan bij hem een
artificieel weergeven die je te
nemen of te laten hebt.
SPEL EN TOEVAL
De Nijs' werk is dermate ek-
sperimenteel en door de kon-
sekwenties waarmee hij zijn
eksperimenten doorvoert uit
ermate dynamisch wat niet
vreemd is voor een energiek
iemand als Jan himself.
Het neigt naar een ware kon-
frontatie van grafiek en fotogra
fie resulterend in een absurde
vorm waar de Amerikaanse
hyperrealistische schilder
kunst naar voren treed. De
vergelijking met het vroege
werk van Andy Warhol en Ro-
senquist dringt zich op.
De beelden die De Nijs kreëert
zijn getofografeerde beelden
die echter zijn teruggebracht
tot een loutere lichtimpuls die
vormen schept die ditmaal niet
meer alleen inhoudelijk ab-
strakt zijn. Het herkenbare is
aangetast door het benadruk
ken van het lijnenspel, de kon-
touren of door het aksentueren
van details of door uitvergro
ting der fragmenten.
Jan mag men gerust enigszins
vereenvoudigd als een kon-
ceptueel beschouwen bij wie
de inventie de voornaamste
drijfveer tot kreëren schijnt te
zijn. Het komt mij ook voor dat
er omzeggens altijd een ironi
sche ondertoon in zijn werken
aanwezig is. In dat verband
verwijs ik naar het doek die de
titel «Portret Mevrouw X»
meekreeg, een werk refere
rend naar de glamour van de
Hollywood-movies.
Om even te resumeren voor wij
van Jan afscheid nemen: Jan
De Nijs is een vertellende kon-
ceptueel die in grote mate be
roep doet op de massa media
en daarmee iets versnipperd
keëert door de kracht van zijn
inventieuse gesteldheid, de
glimlachende fantasie van zijn
eigen vertolking van die ge
dachte en zijn doorbreken van
alle mogelijke driftige spannin
gen. Het is daarom meer dan
wenselijk dat U die man gaat
zien. (Galerij Pieter Coecke 23
april - 23 mei).
Paul Balman
Trouw aan een jarenlange traditie luisterden het Sint Jobs
koor en orkest een mis op ter gelegenheid van Pasen. Dit
keer brachten ze een mooie keuze van werken van Vlaamse
komponisten, naast werk van Bach en Grieg.
We hoorden een Magnificat
van Benoit, «Cicut Cedrus»
van Mgr. Van Huffel, «Hoe
schoon zijt gij Maria» van Jef
Van Hoof en «Pasen» van De
Voght.
De misgezangen werden ge
toonzet door Thielemans, voor
vierstemmig gemengd koor.
Dirigent Roger Van de Wiele
orchestreerde het werk. Thie
lemans is een amateur
componist die les volgde bij
niemand minder dan Paul Gil-
son.
H et geheel leek van de kant der
uitvoerders goed voorbereid te
zijn. Verrassend waren de dy
namische nuances die Van de
Wiele aan zijn ensemble wist te
ontrekken.
Het spreekt vanzelf dat het hier
niet dé kwaliteitskoorzang be
trof, maar toxh waren we ver
wonderd van het resultaat dat
bereikt werd.
Verschillende zangers en or
kestleden waren met vakantie
(Andere liedjes gaan zingen!)
wat het geheel onvoltallig
maakte. Dit belette evenwel
niet, zoals we reeds zegden,
het bevredigende resultaat.
Hoezeer dergelijke muzikale
omlijsting van de eredienst op
prijs wordt gesteld zagen we
aan de talrijke publieke op
komst. Daarin ligt dan weer
een andere grote verdienste
van koor, orkest en dirigent.
Al bij al, een mooie prestatie en
een eervol aandenken aan
Gustaaf Paepe die deze mooie
traditie aan gang zette. Het dy
namisme der uitvoerders be
looft voor de toekomst.
A.D.G.
Uit het onlangs verschenen wer-
kingsverslag van de stedelijke bi-
blioteken bleek overduidelijk dat
deze diensten van groot nut zijn
voor de bevolking. Dit kan men
afleiden uit de statistieken die de
aard van de ontleningen weerge
ven. Er wordt immers steeds meer
naar boeken gevraagd die niet on
der de noemer ontspanningslek-
tuur thuis horen. De ontleningen
in het zogenoemde non-fiction
genre vertegenwoordigen >meer
dan 40% van de totale cijfers,. Een
mooi resultaat is dat en het béwijst
meteen dat het beleid rekening
houdt met de behoeften van de
lezers. Niettemin gebeuren er in
onze biblioteken eigenaardige
dingen. Het gebeurt wel eens dat
bijzonder kostbare boeken op
schaamteloze manier worden be
schadigd. Dergelijke praktijken
zijn beslist uit den boze. Zij bete
kenen niet alleen een materiële
beschadiging van openbaar bezit,
maar soms ook een verarming van
het aanbod In sommige gevallen
kan de schade zelfs onherstelbaar
zijn, wanneer het boek in de han
del niet meer te verkrijgen is bij
voorbeeld Minder onschuldige
vormen van beschadiging zijn het
onderlijnen (in het beste geval met
een potlood) van belangrijke pas
sages, en natuurlijk ook het on
vrijwillig maken van vlekkeé al
lerhande. Ook het verliezen van
een boek kan de andère lezers be
nadelen.
Jan De Nijs (EL)
Om aan deze spijtige voorvallen
een einde te maken zal de kontrole
op de uitleningen strenger wor
den. En uiteraard zullen de mis
bruiken ook streng bestraft wor
den. Om alle narigheid te vermij
den is het daarom beter dat alle
biblioteekbezoekers zich wat be
wuster zouden worden van de
waarde van de ontleende boeken.
En indien er dan al een interessant
stuk staat in het boek dat U ont
leent, dan kan u dat toch veel beter
laten fotokopiëren, in plaats van
het betreffende blad uit te scheu
ren. Op die manier kunnen de an
dere lezers ook nog van het boek
gebruik maken.
GIDELE
Het wordt een drukke week voor filmliefhebbers, er valt weer
heel wat moois te bekijken. Ik hoop van ganser harte dat toch
minstens één film zal worden verlengd, want anders haalt U het
nooit. Drie films zijn beslist de moeite waard en één ervan mag U
beslist niet missen. Daar gaan we.
Three days of the condor
van Sydney Pollack, U.S.A. 1975
met Robert Redford, Faye Dunawa, Max von Sydow, John
Houseman en Cliff Robertson. Pollack is een man die zich
blijkbaar intensief bezighoudt met wat in Amerika reilt en zeilt.
En telkens weer heeft hij het over individuen en hun verhouding
tot de Amerikaanse samenleving. Pollack weet als geen ander
aan te tonen dat de maatschappij waarin men leeft een grondige
weerslag heeft op het individu. Dat vinden we terug in «The
shoot horses, don't they», «Jeremiah Johnson» en «The way we
were» om de drie bekendste maar te noemen. In «Three days of
the condor» sluit Pollack bovendien aardig aan bij de aktualiteit.
Daardoor valt dat nostalgisch romantische gevoel dat vooral in
«The way we were» sterk naar voor kwam ai meteen weg.
«Three days of the coijdo'r» handelt over een CIA-agent die het
binnen die organizatie moeilijk krijgt. Om allerhande redenen is
hij gevaarlijk geworden en bijgevolg moet hij uit de weg geruimd
worden. Dat lukt gelukkig niet en op het einde slaagt hij erin al
zijn ervaringen door te geven aan de pers, zodat een aantal
onregelmatigheden in het systeem aan het licht komen.
Voeg bij Pollacks boeiende manier van filmen dan nog zijn talent
om met goeie akteurs (en dat is Robert Redford beslist!) om te
springen en je bekomt een prachtig resultaat.
(cinema Palace)
The taking of Pelham 12 3
van Joseph Sargent, U.S.A. 1974
met Robert Shaw, Walter Matthau, Martin Balsam en Hector
EHzonde.
Ook al een knappe thriller (als je het zo nog zou kunnen noemen]
waarbij vooral het gegeven interessant is. In de metro van New
York wordt een treinstel gegijzeld door een stelletje niets ont
ziende boeven. Hoe het allemaal afloopt vertel ik lekker niet
natuurlijk, maar de film geeft wel een heel goed idee van wat er
zich tijdens zo een gijzeling allemaal afspeelt. Het is natuurlijk
ook een oud truukje om de mensen bezig te houden: je stopt een
aantal uiteenlopende personages in een onmogelijke situatie en
je toont hoe ze reageren. Maar Joseph Sargent heeft er een
boeiende film van gemaakt. Hij weet dat de spanningen aardig te
beheersen en te leiden zodat je er als toeschouwer sterk bij
betrokken wordt, soms is het net of je zit zelf in die donkere
metro en dat is eens wat anders dan in je zetel naar je teevee
kijken.
(cinema Alfa),
A genius, two partners and a dupe
van Damiano Damiani
met Terence Hill e.a.
Een tweede en laatste week voor grapjas Terence Hill, de vro
lijke knaap die zich uit alle benarde situaties weet te redden.
Leuk allemaal maar geeh must natuurlijk.
(cinema Feestpaleis)
Metropolis
van Fritz Lang, Duitsland 1926
met Brigitte Helm, Rudolf Klein-Rogge, Gustav Frölich, Alfred
Abel, Heinrich George en Fritz Rasp.
Een monument uit de filmgeschiedenis, meesterwerk van het
Duits expressionisme. De film hangt een beeld op van een
ondergrondse industriestad in de eenentwintigste eeuw. Eén man
reageert over Metropolis en oefent een Middeleeuwse macht uit
over een massa slaven die in de meest onmogelijke omstandig
heden leven en werken zonder enig uitzicht op een mooie toe
komst. De tiran leeft in een soort aards paradijs omgeven door
een soort hofhouding. De tegenstellingen zijn uiteraard te groot
en het is duidelijk dat dergelijk systeem niet kan blijven bestaan.
Op zekere dag worden de spanningen te groot en de opstand
breekt uit.
Het is bekend dat Fritz Lang zich voor «Metropolis» heeft
geïnspireerd op toestanden die hij in Amerika heeft gezien. Hij
heeft de evolutie die toendertijd in Amerika aan de gang was
konsekwent doorgetrokken en een blik in de toekomst gewor
pen. Of hij gelijk zal halen? Maar dat is dan weer een ander
verhaal
(Filmklub Pan, zondag 25 april om 20u.30)
GIDELE
Fr;