BLOEDGEVEN EN «COMMERCE»
HONDERDEN LIETERS BLOED VERLAAT REGELMATIG AALST PER TREIN
DRIE VERSCHILLENDE ORGANISATIES KONKURREREN
AALSTERSE LIBERALE VOORVECHTERS GEHULDIGD
OPVALLEND MINDER ONGEVALLEN, VOORAL OP
RECHTEROEVER, MOORSELBAAN EN ST.-ANNABRUG
4 - 30-4-76 - De Voorpost
Regelmatig leest men in «De Voorpost» aankondigingen of
verslagen van bloedinzamelingen, bloedgeversbals, huldi
gingen en dies meer.
Aan de gewone lezer gaat een merkwaardige aktualiteit
voorbij en denkt meestel met één en dezelfde organisatie te
maken te hebben.
In Aalst en omgeving is er nochtans een bizondere toestand,
waar drie verschillende bloednemingsdiensten voor eigen
behoeften werkzaam zijn. «De Bond van Vrijwillige Bloedge
vers» een vzw., die deel uitmaakt van de bloedtransfusie
dienst in de O.L.V. Kliniek.
«De Vrije Transfusiediensten van België», of de «groep
Steen», die vooral operatief is te Erembodegem, Moorsel,
Gijzegem en andere gemeenten. De «Bloedtransfusiedienst
van Het Rood Kruis die te Aalst en in een 25-tal andere
gemeenten aktief is.
Het Rood Kruis is bovendien
een belangrijke fabrikant van
een zestiental produkten die uit
bloed gemaakt worden. Som
migen ervan komen zelfs in
konkurrentie met bestaande
firma's. Het gaat hier vooral om
de winning van anti rubeola,
anti tetanus van menselijke
oorsprong, anti Rh D en andere
gammaglobulines, die langs de
apotheek om aan identiek de
zelfde prijzen verkrijgbaar zijn.
Met dit en nog veel meer komt
het bloedgeven in vraag. In
veel gevallen gaat het om hoge
bedragen, die de 1.000 F en
meer per gram overtreffen voor
sommige produkten.
Mensenbloed wordt op het
ogenblik geleverd aan twee
duizend frank de liter. Plasma
kost 4.000 F per liter, een deel
van het bloed dat zeer gemak
kelijk kan afgescheiden wor
den.
KOSTPRIJS
Het eerste waarmee men wil
schermen is de kostprijs van
het bloed.
In «De Krant» van 3 oktober
1975 maakte een kollega een
berekening onder de titel
«Bloedgeven, uitbuiting van
idioten?» «Konkurerende or
ganisaties lokken klanten».
Men kwam toen tot de vaststel
ling, dat een leeg zakje om
bloed in op te vangen 65 F kost
BTW inbegrepen.
In «De Voorpost» van 12 sep
tember 1975 kreeg men geen
of een veel te vaag antwoord
op gestelde vragen, tijdens een
huideplechtigheid van bloed
gevers te Nieuwerkerken en
schrijft: «of beter, echt cijferma
teriaal kwam tijdens deze uit
eenzetting niet bij te pas».
Maar er is nog meer, tijdens
een open debat te Antwerpen,
onder de titel «Bloedgeven en
Commerce», werd op initiatief
van het AGK de Direkteur van
Het Rood Kruis uitgenodigd of
diens afgevaardigde, maar
men vertikte het om op 28 no
vember 1974 de genomen stel
lingen en ingezamelde bewij
zen te komen tegenspreken.
Ook te Brugge op 11 april 1975
deed men geen moeite, om op
uitnodiging van Elcker-ik in te
gaan. Maar telkens werd be
wezen. wat men zo graag,
angstvallig verzweeg, niet kon
tegenspreken.
Ook parlementaire vragen voor
de kamer van volksvertegen
woordigers kwamen aan de
orde op 14 maart 1972 en 27
februari 1973.
Tenslotte groeide uit gans het
gebeuren een bijzonder initia
tief te Antwerpen bij het uitge
ven van een «voorlichtingsfol
der voor bloedgevers». Het
knellendste van alle problemen
is de kostprijs van het bloed.
Men steekt zich weg achter
bewaringstechnieken, die
nochtans uiterst eenvoudig zijn
in een gewone frigo op 4° of
wat het ingevroren plasma be
treft in een diepvriezer. Ook de
administratie is vrij eenvoudig
en de labo onderzoeken heb
ben betrekking op de meest
eenvoudige analyses.
Hoever men de bal misslaat
met prijsberekeningen kwam
tot uiting in «Het Laatste
Nieuws» van 26.8.72 en «Hu-
mo» van 18.1.73 waar het Na
tionaal Instituut voor het Bloed
van het Rood Kruis, voor het
dienstjaar 1971 totaal twee
verschillende versies gaf voor
een gemiddelde prijs van
348.569 flesjes bloed.
Zelfs de bestemming van het
bloed kreeg er een ander ka
rakter.
IS ER ZOVEEL
BLOED NODIG
TE AALST?
In de eerste plaats dient men er
rekening mee te houden, dat
men bloed niet langer kan be
waren dan 21 dagen. Hieruit
volgt, dat elk «teveel» moet
weggegooid worden na de ver
valdatum, ofwel, binnen een
beperkte tijd dient doorver
kocht te worden Dit doorver
kopen aan «intercentrumprijs»
kan, ook al, om er «derivaten»
uit te vervaardigen.
Een tweede feit is, dat som
mige bloedgroepen en Rh fak-
toren niet en andere wel ver
enigbaar zijn. Het afnamepak-
ket volgens bloedgroep en
Rhezus stemt nochtans statis
tisch overeen met deze van de
ontvangers. Bovendien kan
men sommige bloedgroepen
en Rh faktoren toedienen, die
niet noodzakelijk hetzelfde
type dienen te behoren.
Een derde feit, te Aalst is men
met drie organisaties bezig om
«elk voor zich» bloed in te za
melen.
De O.L.V. Kliniek met de vzw
Bond Vrijwillige bloedgevers
ten behoeve van hun eigen in
stelling (volgens cijfers in «Het
Laatste Nieuws» van 2111.74:
160 leden die viermaal per jaar
bloedgaven).
Diezelfde Kliniek doet slechts
uiterst sporadisch beroep op
het Rood Kruis en meestal dan
nog ten behoeve van speciali
teiten. Deze «Bond» ziet men
anderzijds zeer weinig propa
ganda voeren en zeker geen
bloedinzamelingen. Op een
rustige manier schijnt men het
te kunnen runnen.
Daartegenover staat het Rood
Kruis met gigantische afname-
cijfers, om het stedelijk zieken
huis te bevoorraden. In 1970
was er een bloedgeversbe
stand van 3.987 en met een
werkelijk aantal afnamen van
7.068.
Te Dendermonde, ook met
twee klinieken, had de plaatse
lijke bloedtransfusiedienst al
daar ongeveer .1.000 afnamen.
Wat de «Vrije Transfusie-
dienst» betreft, zijn er alsnog
geen cijfers beschikbaar wat
het juist aantal afnamen be
treft. Toch weet men, dat er in
de omgeving van Aalst en
vooral te Moorsel, zeker in
Sint-Gilles Dendermonde en te
Erembodegem, net als te Gij
zegem, hoge cijfers gehaald
worden. Ook al moeten we ons
baseren op persverslagen, die
steeds melding maken van het
aantal «afnamen», maar nooit
van de juiste bestemming.
TEVEEL
In deze kontekst en alleen nog
maar wat de behoeften te Aalst
betreft, stelt men vast, dat er
een overdosis bestaat indien
men al het ingezamelde bloed
ter plaatse zou gebruiken voor
de bestemming waarmee men
de donor zoet probeert te hou
den: «een leven redden».
Het is nuttig te onderlijnen, dat
alle bloedafnemingsdiensten
onderworpen zijn aan een en
hetzelfde Koninklijk Besluit en
Ministerieel Besluit. Spijtig ge
noeg kent de bloedgever deze
voorschriften niet.
PROPAGANDA
Toch ziet men regelmatig pro
paganda te Aalst en omgeving
om bloed te geven. Hierbij stelt
men een opvallende duister
heid vast omtrent de werkelijke
behoeften. Nergens kan men
lezen wanneer men «geen
bloed» mag geven en de raad
om eerst een huisdokter te
raadplegen is er al evenmin bij.
Het Koninklijk Besluit van 10
november 1971 kan nochtans
heel wat klaarheid scheppen.
Ook wat de mensen betreft die
met de bloedneming bezig zijn
en de voorwaarden waaraan zij
moeten voldoen. Al te vaak
wordt het overgelaten aan
«amateurs». Ook a) bestaat er
een ministerieel besluit om
trent de voorwaarden voor be
voegd paramedisch personeel.
VOORLICHTING
Het schromelijk gebrek aan
goede voorlichting heeft het
AGK te Antwerpen er toe aan
gezet niet alleen «kontroles»
uit te oefenen aan de bloed
transfusiecentra of tijdens de
bloedinzamelingen; maar heeft
bovendien een uitgebreide fol
der ter beschikking, die de no
dige toelichting geeft.
Uit de inleiding:
In een reklame voor boter le
zen we dat 1 Belg op 2 last
heeft van zijn hart. In februari
74 verstrekte de Belgische
Cardiologische Liga enkele
gegevens van een onderzoek
bij 15.000 postbedienden. De
statistische ontleding toonde
aan dat bij 6 een aandoe
ning van de kroonslagader
werd vastgesteld en dat 21 3
niets van hun ziekte afwisten.
In 4 van de gevallen werd
een latente nierziekte gevon
den.
In het Koninklijk Besluit van
10.11.71 staat duidelijk dat
geen bloed mag afgenomen
worden «van personen die lij
den aan ernstige stoornissen
van het hartritme of die hebben
geleden aan arteriële trom
bose of aan recidiverende flebi-
tis (art. 15,6° )en «van perso
nen die aangetast zijn door een
evoluerende ziekte, gepaard
gaande met glucoserie of al-
buminerie (suikerziekte) art.
16,6°
Dit alles om aan te tonen hoe
voorzichtig men dient te zijn in
dien men het inzicht heeft
bloed te geven of reeds geeft.
In het algemeen weet de
bloedcgever niet wanneer het
hem verboden is bloed te ge
ven, en al te zelden wordt de
huisarts vooraf geraadpleegd.
De bloedgever zelf dient beter
ingelicht te worden en moet
tenminste de belangrijkste
voorwaarden kennen.
Dat er ondanks dit K.B. toch
bloed wordt afgenomen bij
personen die hiervoor niet in
aanmerking komen, of dat er
aan gans het K.B. niet gedacht
wordt, bleek duidelijk uit sug
gesties en opmerkingen tijdens
een voordracht die gehouden
werd voor het Antwerps Ge-
zondheidskomitee op 28.11.74
en waar verschillende bloed
gevers hun wedervaren vertel
den. Uit deze bijeenkomst
groeide het idee een verweer-
bundel samen te stellen met
suggesties, op- en aanmerkin
gen, naast verwijzingen naar
het bestaande Koninklijk Be
sluit
Alle belanghebbenden kun
nen, alvorens er toe te beslui
ten bloed te geven, er de nut
tige lessen uit trekken en mo
gen niet aarzelen om in geval
van twijfel een beroep te doen
op het antwerps Gezondheids-
komitee (AGK) Van Urselstraat
32, 2000 Antwerpen (telefoon
031-22.14.18). (Gratis).
In een uitvoerige bundel van 9
bladzijden omschrijft dit komi-
tee een en ander over het me
disch onderzoek, stelt in vraag
wie bloed mag geven, geeft
aan bij wie het volstrekt verbo
den is bloed af te nemen en/ of
wanneer het bloed enkel mag
gebruikt worden voor prepara
ten.
Het omvat een rubriek «minder
jarige bloedgevers», de reis
kosten en loonderving. De ver
zekering van de bloedgevers.
Het «gratis» bloed voor de do
nor, de bloedafneming door
plasmaferesis. De kontrole en
ook nog een uitvoerige uiteen
zetting omtrent de medische
steekkaart en de betekenis.
ANDERE ASPEKTEN
Uit de dossiers van het AGK,
waar bloedgevers met hun
problemen en zelfs ernstig
vastgestelde overtreden te
rade kwamen, blijkt overduide
lijk, dat de donors zelf zeer
zwak staan tegenover grote
organisaties, die pro domo
spreken en werken.
Weinigen weten iets af van
plasma-ferez technieken. H
«inspuiten» van bloedgeve
enz.
Het bloedgevers en bloedn
mingsvraagstuk reikt verd
dan de stad Aalst.
Bovendien is de ruimte te
perkt om de nog meer uitg
breide achtergronden uit
diepen.
ad;
)lle
aa<
lik
4
Ti
en
ow
aai
Wanneer men er enerzijds ni3n
aan voorbij kan dat de med ov
bloed nodig hebben, dan is h
andere kant overduidelijk d
de gebruikelijke en noodzak
lijke behoeften ver, zeer v
overschreden worden,
deze reden kan men regeli
tig aan het station Aalst-Noor
dienst spoedzendingen, e
hulpwagen dozen met mi
senbloéd «koel te bewaret!.,
zien uitladen.
E.A,
Zondag 25 april II., om 11 u. werden in het lokaal van de LSW,
in de Korte Zoutstraat, Arthur De Loof, Petrus Siion, Marcel
De Brucker en Henri Moens, allen overleden voorvechters
van het liberalisme te Aalst, gehuldigd.
Hei
an.
olau
|m Dp€
Wng
eiim
on
Zondag 25 april II., rond 11 u. in
de voormiddag verzamelden
zich in het lokaal van de LSW in
de Korte Zoutstraat de voor
aanstaande prominenten en
genodigden voor de postume
hulde aan de overleden voor
vechters van het liberalisme in
Aalst.
Diane D'Haeseleer sprak de
toehoorders toe en belichtte
kort de verdienstelijke taken
van Arthur De Loof, grondleg
ger van het Liberale Syndikaat,
Petrus Silon, voorzitter van de
Liberale Vakbond, Marcel De
Brucker, Sociale Werken en
Dienstbetoon, Henri Moens,
voorzitter en beheerder van het
ziekenfonds
Na de gebruikelijke minuut
stilte werd door staatssekreta-
ris D'Haeseleer een bloemen-
stuk neergelegd bij de foto's
van de afgestorvenen. Brach
ten eveneens een bloemen
hulde, W. Van Rentergem, be
heerder van de LSW, en de
familieleden van de overlede
nen.
Onder de aanwezigen bemerk
ten we talrijke voorname en
gekende personaliteiten.
Naast Staatssekretaris Louis
D'Haeseleer en Dianne
D'Haeseleer, bemerkten we
verder nog Annie De Maght en
Cyriel Noël, provinciale raads
leden, Omer Van Liedekerke,
kabinetssekretaris van L.
D'Haeseleer, de heer De Lan
ge, provinciaal voorzitter en de
heer Bourlon, gemeenteraads
lidvan Erembodegem. Afwezig
was Schepen Van den Eede.
Na de postume hulde werd aan
de aanwezigen een receptie
aangeboden, waarna het ge
zelschap zich terug huiswaarts
begaf.
S.J.
Dodeiihutde in LSW Centrum in aanwezigheid van Staatssekretaris D'Haeseleer.(el)
Het Paasweek-end heeft er ons toe aangezet om de verkeersongeval
len naderbij te bekijken, wat de stad Aalst betreft. Het vergelij
kingsmateriaal (1974-1975) aan de hand van nauwkeurig bijgehou
den gegevens in de jaarverslagen van de stedelijke politie, is onthut
send.
Bijzonder opvallend is, dat er verleden jaar 67 minder ongevallen
waren en als uitschieter er daarvan 65 minder waren op de rechte
roever (372 tegen 437).
De eindafrekening van het totaal aantal ongevallen op het grondge
bied Aalst (enkel en alleen wat het Politie-optreden betreft) sluit af
met 1205.
Positieve
balans
Vier doden, 10 zwaar-, 25 licht
gekwetsten en 28 stoffelijke
schade minder is een behoorlijk
resultaat. Toch waren er verleden
jaar nog 3 dodelijke slachtoffers,
42zwaar-, 346lichtgekwetstenen
814 met stoffelijke schade.
Bijzonder opmerkelijk zijn de da-
lingspieken die bereikt werden op
de Moorselbaan - St.-Annabrug
met maar liefst 30 ongevallen
minder, op de voet gevolgd door
de Bredestraat - Zwarte Hockbrug
met 28 ongevallen minder (67 te
gen 39).
Ook de Botermelkstraat - Binnen
straat - Slot, kent een daling van
14.
De Gentsestraat - Nieuwstraat met
11 minder en een gelijkaardig
min-cijfer voor de Geraardsberg-
sestraat - Korte Zoutstraat.
Daarnaast is er een daling van 4
voor de Gentsesteenweg en Brus
selse steenweg.
Slechts één wanklank, de Den-
dermondsesteenweg telde verle
den jaar 43 ongevallen, of een
plus-cijfer van 2 tegenover 1974.
De Gentsesteenweg haalt het
meest aantal ongevallen met 70,
vervolgens Brusselsesteenweg
60, Moorselbaan - St.-Annabrug
54. Dendermondsesteenweg 43,
Bredestraat - Zwartchockbrug 39,
Gentsestraat - Nieuwstraat 35,
Botermelkstraat - Binnenstraat -
Slot 27 en hekkensluiter is de Ge-
raardsbergsestraat - Korte Zout
straat met 20; althans wat enkele
bijzondere verkeersaders betreft.
Ander
gedragspatroon
Bij het ontleden van de verkeer
songevallen «per dag» stelt men
vast dat de relatief veilig ge
waande woensdag, plaats moet
maken voor de zondag. In 1974
bereikte de zaterdag en maandag
nog een piek van 212 en 194 on
gevallen Verder was er toen een
daling van risiko's merkbaar in
volgende orde: dinsdag, vrijdag,
zondagdonderdag en woensdag
Een jaar later komt er in deze vol
gorde een totale ommekeer en
blijkt dat zaterdag én vrijdag ge
lijk staan als piekdagen in het aan
tal ongevallen: beide met 197.
Bovendien komt de zo veilig ge
waande woensdag onmiddellijk
na deze twee topdagen op een
merkwaardig hoog cijfer van 175
(tegen 152 in 1974).
Pas nadien komt de maandag, ge
volgd door donderdag en de dins
dag schuift (ten opzichte van het
jaar voordien) naar beneden met
de zondag op de meest veilige
plaats Zondagschauffeurs zijn
blijkbaar verdwenen
In deze top zeven is er een mer
kwaardige mentaliteitsverande
ring en het is vooral de woensdag,
die als een meteoor opklimt. Ook
de vrijdag komt de van oudsher
gevaarlijke zaterdag vervoegen.
Bij het uitdiepen van de «zater
dag», en aan de hand van het poli-
tiejaarverslag stelt men vast, dat
er zich tussen 12 en 19 uur 94
ongevallen voordeden in 1975.
Tussen 0 en 12 uur 63 en van 19
tot 24 uur 40.
Ongevallen stijgen bij
kunstlicht
Uit diezelfde gegevens valt er nog
wat anders te Ieren: de ongevallen
bij daglicht verminderden verle
denjaar met maar liefst 79. Maar
deze die zich voordeden bij open
bare verlichting tonen een stij-
gingspiek van 10. Er viel één on
geval meer te noteren waar geen
verlichting was (4 tegen 3).
Vluchtmisdrijven daarentegen,
komen minder voor en daalde met
maar liefst 34 (243 tegen 209 in
1975).
Fietsers en bromfietsers
Ze blijven een zeer kwetsbare
groep. Een fietser werd dodelijk
gekwetst. Het jaar voordien, in
1974diende aan deze treu rige ba
lans nog een bromfietser toege
voegd.
De zwaargekwetsten in deze ka-
tegorie verminderde met 7, maar
dc licht gekwetsten slechts met 1
De stoffelijke schade steeg daar
entegen met 11 (41 tegen 52).
Zeer gevaarlijk vanaf
16 tot 19 uur
In het politieverslag stelt men
vast, dat er zich verleden jaar tus
sen 16 en. 17 uur 112 ongevallen
voordeden, onmiddellijk gevolgd
door 105 ongevallen tussen 17 en
18 uur en tussen 18 en 19 uur nog
98 ongevallen. Niet te verwaarlo
zen punten zijn het middaguur: 84
tussen 14 en 15 uur. Ook nog pie
ken van 54 tussen 12 en 13 uur en
hetzelfde aantal tussen 21 en 22
uur, waar een stijging waar te ne
men is van plus 18.
Bijna ongelooflijk en toch juist
volgens de cijfers, het aantal on
gevallen daalde met maar liefst 36
tussen 8 en 9 uur 's morgens (37
tegen 73).
De ongevallen stegen daarentegen
met 15 tussen 22 en 23 uur en het
volgende uur noteerde men nog
een plus van 14. Ook trouwens
met 14 plus nissen 16 en 17 uur.
Ook uit dit nauwkeurig bijgehou
den schema stelt men een ander
gedragspatroon vast en de och
tenduren vallen op: tussen 4 en 5
uur 13. Tussen 1 en 2 uur: 5.
Oorzaken
In de eerste plaats schending van
voon-ang: tijdens de dag 312 en 's
nachts 92. Toch een daling van 16
bij dag en min 7 's nachts.
Overdreven snelheid: 243 of 23
minder. Elf personen minder die
zich niet rechts hielden en 80 be
vonden zich verleden jaar nog in
dit geval.
Zeventien minder die gevaarlijk
inhalen, eindcijfer 41.
Zevenentwintig onoplettende
voetgangers werden het slachtof
fer van een ongeval en daalden
met 8 ten opzichte van het jaar
voordien.
Dronken sturen; hier valt een
stijging van 9 vast te stellen of een
totaal van 41.
Defekt .voertuig: 4 en andere oor
zaken 365, de hoogste score met
toch min 6. Honderddertig kwa
men tegen een vaste hindernis te
recht en dit is een stijging van 3.
944 ongevallen bij droog weder of
12 minder. 252 bij regen en met
een frappant cijfer van 59 minder
ten opzichte van 1974 8 bij
sneeuw of plus drie en 1 bij ïjzel.
Geslacht
Bestuurders en voetgangers be
trokken in een ongeval: 1.737
mannen of 181 minder en 403
vrouwen of 36 minder. Onbe
kend: 168 of tien meer.
Leeftijd
De meeste ongevallen deden zich
voor in de leeftijdsgrens van 21-
31 jaar. (656, maar toch een felle
vermindering van 97.)
453 behoorden tot de groep 31-41
jaar en een daling van 14.
Tweeëntwintig minder in de leef
tijdsgroep van 41 tot 51 jaar met
371 ongevallen. Stijging van plus
zes in de leeftijdsgroep 16-21 jaar
of een totaal van 297. Ook stijging
van plus twee tussen 51 en 61 jaar
met 192 ongevallen.
Een daling van 16 ongevallen in
dc leeftijdsgroep van 61-70 j. met
in 1975 74 ongevallen en 12 min
der bij personen tot 16 jaar of een
totaal van 60. Bij de zeventigplus
sers 28 ongevallen of 5 minder
127 ongevallen waarbij men c
leeftijd niet kent en een vermindi
ring van maar liefst 44
Voetgangers
Ook hier is overal een dalin
merkbaar. Bij de Iichtgekwetst<
19 minder of totaal 29. Zwaargt
kwetsten 11 en twee dodelijke oi
gevallen. Twee werden er niet g<
kwetst of 5 minder.
Voertuigen
1804 personenwagens werden
een ongeval betrokken en dit
een vermindering van 48
Vrachtwagens 161 of 45 minder
Motorrijwielen 26 of 8 minder.
Plaats van ongeval
In tegenstelling van wat men zch
e
ilic!
denken, vormen straten een ge
vaar: 580 of 6 minder. In 197'
vormden de kruispunten he^
grootste gevaar. Maar merkwaar
dig genoeg en gelukkig
daalde het ongevallencijfer op de
kruispunten verleden jaar me |aa
maar liefst 45, of 545 ongevallen.
Ook op de pleinen verminderden
de ongevallen fel: 22 minder of 74 ,el
ongevallen in 1975. Ook wat eer
ongeval op een brug betreft. 7
minder of een eindresultaat van 6.(lot
K
Eindbalans
De meest zwaar gekwetsten treft
men aan bij de bestuurders van
personenwagens: 14. Onmiddel
lijk gevolgd door de voetgangers:
13. Bijzonder opvallend is het
aantal lichtgekwetsten bij de
bromfietsers: 135.
Bij de bestuurders van personen
wagens waren er 98 slachtoffers
en bij de passagiers 80. 78 fiet
sers, 46 voetgangers, 24 motor
rijwielen
Allen slachtoffers en altijd nog net
teveelOok al stelt men vast dat er
een flinke daring op te merken
valt. Iets waarover wij ons allen
mogen verheugen in de hoop, om
bij het volgende week-end nóg
minder ongevallen en slachtoffers
te mogen vaststellen