BLOEDGEVEN EN «COMMERCE» HONDERDEN LIETERS BLOED VERLAAT REGELMATIG AALST PER TREIN DRIE VERSCHILLENDE ORGANISATIES KONKURREREN AALSTERSE LIBERALE VOORVECHTERS GEHULDIGD OPVALLEND MINDER ONGEVALLEN, VOORAL OP RECHTEROEVER, MOORSELBAAN EN ST.-ANNABRUG 4 - 30-4-76 - De Voorpost Regelmatig leest men in «De Voorpost» aankondigingen of verslagen van bloedinzamelingen, bloedgeversbals, huldi gingen en dies meer. Aan de gewone lezer gaat een merkwaardige aktualiteit voorbij en denkt meestel met één en dezelfde organisatie te maken te hebben. In Aalst en omgeving is er nochtans een bizondere toestand, waar drie verschillende bloednemingsdiensten voor eigen behoeften werkzaam zijn. «De Bond van Vrijwillige Bloedge vers» een vzw., die deel uitmaakt van de bloedtransfusie dienst in de O.L.V. Kliniek. «De Vrije Transfusiediensten van België», of de «groep Steen», die vooral operatief is te Erembodegem, Moorsel, Gijzegem en andere gemeenten. De «Bloedtransfusiedienst van Het Rood Kruis die te Aalst en in een 25-tal andere gemeenten aktief is. Het Rood Kruis is bovendien een belangrijke fabrikant van een zestiental produkten die uit bloed gemaakt worden. Som migen ervan komen zelfs in konkurrentie met bestaande firma's. Het gaat hier vooral om de winning van anti rubeola, anti tetanus van menselijke oorsprong, anti Rh D en andere gammaglobulines, die langs de apotheek om aan identiek de zelfde prijzen verkrijgbaar zijn. Met dit en nog veel meer komt het bloedgeven in vraag. In veel gevallen gaat het om hoge bedragen, die de 1.000 F en meer per gram overtreffen voor sommige produkten. Mensenbloed wordt op het ogenblik geleverd aan twee duizend frank de liter. Plasma kost 4.000 F per liter, een deel van het bloed dat zeer gemak kelijk kan afgescheiden wor den. KOSTPRIJS Het eerste waarmee men wil schermen is de kostprijs van het bloed. In «De Krant» van 3 oktober 1975 maakte een kollega een berekening onder de titel «Bloedgeven, uitbuiting van idioten?» «Konkurerende or ganisaties lokken klanten». Men kwam toen tot de vaststel ling, dat een leeg zakje om bloed in op te vangen 65 F kost BTW inbegrepen. In «De Voorpost» van 12 sep tember 1975 kreeg men geen of een veel te vaag antwoord op gestelde vragen, tijdens een huideplechtigheid van bloed gevers te Nieuwerkerken en schrijft: «of beter, echt cijferma teriaal kwam tijdens deze uit eenzetting niet bij te pas». Maar er is nog meer, tijdens een open debat te Antwerpen, onder de titel «Bloedgeven en Commerce», werd op initiatief van het AGK de Direkteur van Het Rood Kruis uitgenodigd of diens afgevaardigde, maar men vertikte het om op 28 no vember 1974 de genomen stel lingen en ingezamelde bewij zen te komen tegenspreken. Ook te Brugge op 11 april 1975 deed men geen moeite, om op uitnodiging van Elcker-ik in te gaan. Maar telkens werd be wezen. wat men zo graag, angstvallig verzweeg, niet kon tegenspreken. Ook parlementaire vragen voor de kamer van volksvertegen woordigers kwamen aan de orde op 14 maart 1972 en 27 februari 1973. Tenslotte groeide uit gans het gebeuren een bijzonder initia tief te Antwerpen bij het uitge ven van een «voorlichtingsfol der voor bloedgevers». Het knellendste van alle problemen is de kostprijs van het bloed. Men steekt zich weg achter bewaringstechnieken, die nochtans uiterst eenvoudig zijn in een gewone frigo op 4° of wat het ingevroren plasma be treft in een diepvriezer. Ook de administratie is vrij eenvoudig en de labo onderzoeken heb ben betrekking op de meest eenvoudige analyses. Hoever men de bal misslaat met prijsberekeningen kwam tot uiting in «Het Laatste Nieuws» van 26.8.72 en «Hu- mo» van 18.1.73 waar het Na tionaal Instituut voor het Bloed van het Rood Kruis, voor het dienstjaar 1971 totaal twee verschillende versies gaf voor een gemiddelde prijs van 348.569 flesjes bloed. Zelfs de bestemming van het bloed kreeg er een ander ka rakter. IS ER ZOVEEL BLOED NODIG TE AALST? In de eerste plaats dient men er rekening mee te houden, dat men bloed niet langer kan be waren dan 21 dagen. Hieruit volgt, dat elk «teveel» moet weggegooid worden na de ver valdatum, ofwel, binnen een beperkte tijd dient doorver kocht te worden Dit doorver kopen aan «intercentrumprijs» kan, ook al, om er «derivaten» uit te vervaardigen. Een tweede feit is, dat som mige bloedgroepen en Rh fak- toren niet en andere wel ver enigbaar zijn. Het afnamepak- ket volgens bloedgroep en Rhezus stemt nochtans statis tisch overeen met deze van de ontvangers. Bovendien kan men sommige bloedgroepen en Rh faktoren toedienen, die niet noodzakelijk hetzelfde type dienen te behoren. Een derde feit, te Aalst is men met drie organisaties bezig om «elk voor zich» bloed in te za melen. De O.L.V. Kliniek met de vzw Bond Vrijwillige bloedgevers ten behoeve van hun eigen in stelling (volgens cijfers in «Het Laatste Nieuws» van 2111.74: 160 leden die viermaal per jaar bloedgaven). Diezelfde Kliniek doet slechts uiterst sporadisch beroep op het Rood Kruis en meestal dan nog ten behoeve van speciali teiten. Deze «Bond» ziet men anderzijds zeer weinig propa ganda voeren en zeker geen bloedinzamelingen. Op een rustige manier schijnt men het te kunnen runnen. Daartegenover staat het Rood Kruis met gigantische afname- cijfers, om het stedelijk zieken huis te bevoorraden. In 1970 was er een bloedgeversbe stand van 3.987 en met een werkelijk aantal afnamen van 7.068. Te Dendermonde, ook met twee klinieken, had de plaatse lijke bloedtransfusiedienst al daar ongeveer .1.000 afnamen. Wat de «Vrije Transfusie- dienst» betreft, zijn er alsnog geen cijfers beschikbaar wat het juist aantal afnamen be treft. Toch weet men, dat er in de omgeving van Aalst en vooral te Moorsel, zeker in Sint-Gilles Dendermonde en te Erembodegem, net als te Gij zegem, hoge cijfers gehaald worden. Ook al moeten we ons baseren op persverslagen, die steeds melding maken van het aantal «afnamen», maar nooit van de juiste bestemming. TEVEEL In deze kontekst en alleen nog maar wat de behoeften te Aalst betreft, stelt men vast, dat er een overdosis bestaat indien men al het ingezamelde bloed ter plaatse zou gebruiken voor de bestemming waarmee men de donor zoet probeert te hou den: «een leven redden». Het is nuttig te onderlijnen, dat alle bloedafnemingsdiensten onderworpen zijn aan een en hetzelfde Koninklijk Besluit en Ministerieel Besluit. Spijtig ge noeg kent de bloedgever deze voorschriften niet. PROPAGANDA Toch ziet men regelmatig pro paganda te Aalst en omgeving om bloed te geven. Hierbij stelt men een opvallende duister heid vast omtrent de werkelijke behoeften. Nergens kan men lezen wanneer men «geen bloed» mag geven en de raad om eerst een huisdokter te raadplegen is er al evenmin bij. Het Koninklijk Besluit van 10 november 1971 kan nochtans heel wat klaarheid scheppen. Ook wat de mensen betreft die met de bloedneming bezig zijn en de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen. Al te vaak wordt het overgelaten aan «amateurs». Ook a) bestaat er een ministerieel besluit om trent de voorwaarden voor be voegd paramedisch personeel. VOORLICHTING Het schromelijk gebrek aan goede voorlichting heeft het AGK te Antwerpen er toe aan gezet niet alleen «kontroles» uit te oefenen aan de bloed transfusiecentra of tijdens de bloedinzamelingen; maar heeft bovendien een uitgebreide fol der ter beschikking, die de no dige toelichting geeft. Uit de inleiding: In een reklame voor boter le zen we dat 1 Belg op 2 last heeft van zijn hart. In februari 74 verstrekte de Belgische Cardiologische Liga enkele gegevens van een onderzoek bij 15.000 postbedienden. De statistische ontleding toonde aan dat bij 6 een aandoe ning van de kroonslagader werd vastgesteld en dat 21 3 niets van hun ziekte afwisten. In 4 van de gevallen werd een latente nierziekte gevon den. In het Koninklijk Besluit van 10.11.71 staat duidelijk dat geen bloed mag afgenomen worden «van personen die lij den aan ernstige stoornissen van het hartritme of die hebben geleden aan arteriële trom bose of aan recidiverende flebi- tis (art. 15,6° )en «van perso nen die aangetast zijn door een evoluerende ziekte, gepaard gaande met glucoserie of al- buminerie (suikerziekte) art. 16,6° Dit alles om aan te tonen hoe voorzichtig men dient te zijn in dien men het inzicht heeft bloed te geven of reeds geeft. In het algemeen weet de bloedcgever niet wanneer het hem verboden is bloed te ge ven, en al te zelden wordt de huisarts vooraf geraadpleegd. De bloedgever zelf dient beter ingelicht te worden en moet tenminste de belangrijkste voorwaarden kennen. Dat er ondanks dit K.B. toch bloed wordt afgenomen bij personen die hiervoor niet in aanmerking komen, of dat er aan gans het K.B. niet gedacht wordt, bleek duidelijk uit sug gesties en opmerkingen tijdens een voordracht die gehouden werd voor het Antwerps Ge- zondheidskomitee op 28.11.74 en waar verschillende bloed gevers hun wedervaren vertel den. Uit deze bijeenkomst groeide het idee een verweer- bundel samen te stellen met suggesties, op- en aanmerkin gen, naast verwijzingen naar het bestaande Koninklijk Be sluit Alle belanghebbenden kun nen, alvorens er toe te beslui ten bloed te geven, er de nut tige lessen uit trekken en mo gen niet aarzelen om in geval van twijfel een beroep te doen op het antwerps Gezondheids- komitee (AGK) Van Urselstraat 32, 2000 Antwerpen (telefoon 031-22.14.18). (Gratis). In een uitvoerige bundel van 9 bladzijden omschrijft dit komi- tee een en ander over het me disch onderzoek, stelt in vraag wie bloed mag geven, geeft aan bij wie het volstrekt verbo den is bloed af te nemen en/ of wanneer het bloed enkel mag gebruikt worden voor prepara ten. Het omvat een rubriek «minder jarige bloedgevers», de reis kosten en loonderving. De ver zekering van de bloedgevers. Het «gratis» bloed voor de do nor, de bloedafneming door plasmaferesis. De kontrole en ook nog een uitvoerige uiteen zetting omtrent de medische steekkaart en de betekenis. ANDERE ASPEKTEN Uit de dossiers van het AGK, waar bloedgevers met hun problemen en zelfs ernstig vastgestelde overtreden te rade kwamen, blijkt overduide lijk, dat de donors zelf zeer zwak staan tegenover grote organisaties, die pro domo spreken en werken. Weinigen weten iets af van plasma-ferez technieken. H «inspuiten» van bloedgeve enz. Het bloedgevers en bloedn mingsvraagstuk reikt verd dan de stad Aalst. Bovendien is de ruimte te perkt om de nog meer uitg breide achtergronden uit diepen. ad; )lle aa< lik 4 Ti en ow aai Wanneer men er enerzijds ni3n aan voorbij kan dat de med ov bloed nodig hebben, dan is h andere kant overduidelijk d de gebruikelijke en noodzak lijke behoeften ver, zeer v overschreden worden, deze reden kan men regeli tig aan het station Aalst-Noor dienst spoedzendingen, e hulpwagen dozen met mi senbloéd «koel te bewaret!., zien uitladen. E.A, Zondag 25 april II., om 11 u. werden in het lokaal van de LSW, in de Korte Zoutstraat, Arthur De Loof, Petrus Siion, Marcel De Brucker en Henri Moens, allen overleden voorvechters van het liberalisme te Aalst, gehuldigd. Hei an. olau |m Dp€ Wng eiim on Zondag 25 april II., rond 11 u. in de voormiddag verzamelden zich in het lokaal van de LSW in de Korte Zoutstraat de voor aanstaande prominenten en genodigden voor de postume hulde aan de overleden voor vechters van het liberalisme in Aalst. Diane D'Haeseleer sprak de toehoorders toe en belichtte kort de verdienstelijke taken van Arthur De Loof, grondleg ger van het Liberale Syndikaat, Petrus Silon, voorzitter van de Liberale Vakbond, Marcel De Brucker, Sociale Werken en Dienstbetoon, Henri Moens, voorzitter en beheerder van het ziekenfonds Na de gebruikelijke minuut stilte werd door staatssekreta- ris D'Haeseleer een bloemen- stuk neergelegd bij de foto's van de afgestorvenen. Brach ten eveneens een bloemen hulde, W. Van Rentergem, be heerder van de LSW, en de familieleden van de overlede nen. Onder de aanwezigen bemerk ten we talrijke voorname en gekende personaliteiten. Naast Staatssekretaris Louis D'Haeseleer en Dianne D'Haeseleer, bemerkten we verder nog Annie De Maght en Cyriel Noël, provinciale raads leden, Omer Van Liedekerke, kabinetssekretaris van L. D'Haeseleer, de heer De Lan ge, provinciaal voorzitter en de heer Bourlon, gemeenteraads lidvan Erembodegem. Afwezig was Schepen Van den Eede. Na de postume hulde werd aan de aanwezigen een receptie aangeboden, waarna het ge zelschap zich terug huiswaarts begaf. S.J. Dodeiihutde in LSW Centrum in aanwezigheid van Staatssekretaris D'Haeseleer.(el) Het Paasweek-end heeft er ons toe aangezet om de verkeersongeval len naderbij te bekijken, wat de stad Aalst betreft. Het vergelij kingsmateriaal (1974-1975) aan de hand van nauwkeurig bijgehou den gegevens in de jaarverslagen van de stedelijke politie, is onthut send. Bijzonder opvallend is, dat er verleden jaar 67 minder ongevallen waren en als uitschieter er daarvan 65 minder waren op de rechte roever (372 tegen 437). De eindafrekening van het totaal aantal ongevallen op het grondge bied Aalst (enkel en alleen wat het Politie-optreden betreft) sluit af met 1205. Positieve balans Vier doden, 10 zwaar-, 25 licht gekwetsten en 28 stoffelijke schade minder is een behoorlijk resultaat. Toch waren er verleden jaar nog 3 dodelijke slachtoffers, 42zwaar-, 346lichtgekwetstenen 814 met stoffelijke schade. Bijzonder opmerkelijk zijn de da- lingspieken die bereikt werden op de Moorselbaan - St.-Annabrug met maar liefst 30 ongevallen minder, op de voet gevolgd door de Bredestraat - Zwarte Hockbrug met 28 ongevallen minder (67 te gen 39). Ook de Botermelkstraat - Binnen straat - Slot, kent een daling van 14. De Gentsestraat - Nieuwstraat met 11 minder en een gelijkaardig min-cijfer voor de Geraardsberg- sestraat - Korte Zoutstraat. Daarnaast is er een daling van 4 voor de Gentsesteenweg en Brus selse steenweg. Slechts één wanklank, de Den- dermondsesteenweg telde verle den jaar 43 ongevallen, of een plus-cijfer van 2 tegenover 1974. De Gentsesteenweg haalt het meest aantal ongevallen met 70, vervolgens Brusselsesteenweg 60, Moorselbaan - St.-Annabrug 54. Dendermondsesteenweg 43, Bredestraat - Zwartchockbrug 39, Gentsestraat - Nieuwstraat 35, Botermelkstraat - Binnenstraat - Slot 27 en hekkensluiter is de Ge- raardsbergsestraat - Korte Zout straat met 20; althans wat enkele bijzondere verkeersaders betreft. Ander gedragspatroon Bij het ontleden van de verkeer songevallen «per dag» stelt men vast dat de relatief veilig ge waande woensdag, plaats moet maken voor de zondag. In 1974 bereikte de zaterdag en maandag nog een piek van 212 en 194 on gevallen Verder was er toen een daling van risiko's merkbaar in volgende orde: dinsdag, vrijdag, zondagdonderdag en woensdag Een jaar later komt er in deze vol gorde een totale ommekeer en blijkt dat zaterdag én vrijdag ge lijk staan als piekdagen in het aan tal ongevallen: beide met 197. Bovendien komt de zo veilig ge waande woensdag onmiddellijk na deze twee topdagen op een merkwaardig hoog cijfer van 175 (tegen 152 in 1974). Pas nadien komt de maandag, ge volgd door donderdag en de dins dag schuift (ten opzichte van het jaar voordien) naar beneden met de zondag op de meest veilige plaats Zondagschauffeurs zijn blijkbaar verdwenen In deze top zeven is er een mer kwaardige mentaliteitsverande ring en het is vooral de woensdag, die als een meteoor opklimt. Ook de vrijdag komt de van oudsher gevaarlijke zaterdag vervoegen. Bij het uitdiepen van de «zater dag», en aan de hand van het poli- tiejaarverslag stelt men vast, dat er zich tussen 12 en 19 uur 94 ongevallen voordeden in 1975. Tussen 0 en 12 uur 63 en van 19 tot 24 uur 40. Ongevallen stijgen bij kunstlicht Uit diezelfde gegevens valt er nog wat anders te Ieren: de ongevallen bij daglicht verminderden verle denjaar met maar liefst 79. Maar deze die zich voordeden bij open bare verlichting tonen een stij- gingspiek van 10. Er viel één on geval meer te noteren waar geen verlichting was (4 tegen 3). Vluchtmisdrijven daarentegen, komen minder voor en daalde met maar liefst 34 (243 tegen 209 in 1975). Fietsers en bromfietsers Ze blijven een zeer kwetsbare groep. Een fietser werd dodelijk gekwetst. Het jaar voordien, in 1974diende aan deze treu rige ba lans nog een bromfietser toege voegd. De zwaargekwetsten in deze ka- tegorie verminderde met 7, maar dc licht gekwetsten slechts met 1 De stoffelijke schade steeg daar entegen met 11 (41 tegen 52). Zeer gevaarlijk vanaf 16 tot 19 uur In het politieverslag stelt men vast, dat er zich verleden jaar tus sen 16 en. 17 uur 112 ongevallen voordeden, onmiddellijk gevolgd door 105 ongevallen tussen 17 en 18 uur en tussen 18 en 19 uur nog 98 ongevallen. Niet te verwaarlo zen punten zijn het middaguur: 84 tussen 14 en 15 uur. Ook nog pie ken van 54 tussen 12 en 13 uur en hetzelfde aantal tussen 21 en 22 uur, waar een stijging waar te ne men is van plus 18. Bijna ongelooflijk en toch juist volgens de cijfers, het aantal on gevallen daalde met maar liefst 36 tussen 8 en 9 uur 's morgens (37 tegen 73). De ongevallen stegen daarentegen met 15 tussen 22 en 23 uur en het volgende uur noteerde men nog een plus van 14. Ook trouwens met 14 plus nissen 16 en 17 uur. Ook uit dit nauwkeurig bijgehou den schema stelt men een ander gedragspatroon vast en de och tenduren vallen op: tussen 4 en 5 uur 13. Tussen 1 en 2 uur: 5. Oorzaken In de eerste plaats schending van voon-ang: tijdens de dag 312 en 's nachts 92. Toch een daling van 16 bij dag en min 7 's nachts. Overdreven snelheid: 243 of 23 minder. Elf personen minder die zich niet rechts hielden en 80 be vonden zich verleden jaar nog in dit geval. Zeventien minder die gevaarlijk inhalen, eindcijfer 41. Zevenentwintig onoplettende voetgangers werden het slachtof fer van een ongeval en daalden met 8 ten opzichte van het jaar voordien. Dronken sturen; hier valt een stijging van 9 vast te stellen of een totaal van 41. Defekt .voertuig: 4 en andere oor zaken 365, de hoogste score met toch min 6. Honderddertig kwa men tegen een vaste hindernis te recht en dit is een stijging van 3. 944 ongevallen bij droog weder of 12 minder. 252 bij regen en met een frappant cijfer van 59 minder ten opzichte van 1974 8 bij sneeuw of plus drie en 1 bij ïjzel. Geslacht Bestuurders en voetgangers be trokken in een ongeval: 1.737 mannen of 181 minder en 403 vrouwen of 36 minder. Onbe kend: 168 of tien meer. Leeftijd De meeste ongevallen deden zich voor in de leeftijdsgrens van 21- 31 jaar. (656, maar toch een felle vermindering van 97.) 453 behoorden tot de groep 31-41 jaar en een daling van 14. Tweeëntwintig minder in de leef tijdsgroep van 41 tot 51 jaar met 371 ongevallen. Stijging van plus zes in de leeftijdsgroep 16-21 jaar of een totaal van 297. Ook stijging van plus twee tussen 51 en 61 jaar met 192 ongevallen. Een daling van 16 ongevallen in dc leeftijdsgroep van 61-70 j. met in 1975 74 ongevallen en 12 min der bij personen tot 16 jaar of een totaal van 60. Bij de zeventigplus sers 28 ongevallen of 5 minder 127 ongevallen waarbij men c leeftijd niet kent en een vermindi ring van maar liefst 44 Voetgangers Ook hier is overal een dalin merkbaar. Bij de Iichtgekwetst< 19 minder of totaal 29. Zwaargt kwetsten 11 en twee dodelijke oi gevallen. Twee werden er niet g< kwetst of 5 minder. Voertuigen 1804 personenwagens werden een ongeval betrokken en dit een vermindering van 48 Vrachtwagens 161 of 45 minder Motorrijwielen 26 of 8 minder. Plaats van ongeval In tegenstelling van wat men zch e ilic! denken, vormen straten een ge vaar: 580 of 6 minder. In 197' vormden de kruispunten he^ grootste gevaar. Maar merkwaar dig genoeg en gelukkig daalde het ongevallencijfer op de kruispunten verleden jaar me |aa maar liefst 45, of 545 ongevallen. Ook op de pleinen verminderden de ongevallen fel: 22 minder of 74 ,el ongevallen in 1975. Ook wat eer ongeval op een brug betreft. 7 minder of een eindresultaat van 6.(lot K Eindbalans De meest zwaar gekwetsten treft men aan bij de bestuurders van personenwagens: 14. Onmiddel lijk gevolgd door de voetgangers: 13. Bijzonder opvallend is het aantal lichtgekwetsten bij de bromfietsers: 135. Bij de bestuurders van personen wagens waren er 98 slachtoffers en bij de passagiers 80. 78 fiet sers, 46 voetgangers, 24 motor rijwielen Allen slachtoffers en altijd nog net teveelOok al stelt men vast dat er een flinke daring op te merken valt. Iets waarover wij ons allen mogen verheugen in de hoop, om bij het volgende week-end nóg minder ongevallen en slachtoffers te mogen vaststellen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 4