i FILM BIJ ONS BELGISCH BLAZERSKWINTET IN SUKSESVOL OPTREDEN ALTERNATIEVE SCHOOL «DE WEIDE» BERICHT UIT DE WITTE KAMER JONGE KU NSTENAARS STELLEN| i TENTOON IN 't APOSTELKEN 12 - 7-5-76 - De Voorpost Maandag laatstleden bracht het Belgisch Blazerskwintet op uitnodiging van de «Jonge Ekonomische Kamer» -Aalst een rijke keuze van grotendeels te weinig gekende werken uit de muzieklitt era tuur. Er was werk te horen van Danzi, Wester- linck, Malcolm, Haydn, Hindemith en Farkas. Een spijtig toe val belette ons echter het eerste deel van het optreden bij te wonen. In de feestzaal van het Vrij Technisch Instituut te Aalst ging namelijk op hetzelfde tijdstip een optreden door van het gemengd koor «Cantica Nova» uit Tsjechoslowakije. We Gevolg van dit samenvallen speelde voortreffelijk, en wist konden en mochten het niet nalaten om ook daar even een lichtje te gaan opsteken. Toch moet het in een provinciestad als Aalst mogelijk zijn een betere koördinatie tussen de verschillende kulturele aktivitei- ten door te voeren. Ergens ergerden we ons om dit samenval len van twee artistiek zeer hoogstaande manifestaties. Het stadsbestuur deed reeds pogingen om dergelijke voorvallen te vermijden. van twee manifestaties was na tuurlijk de weinig talrijke pu blieke opkomst, zowel op het stadhuis als in het VTI. Dit stoorde ons evenwel niet Het Belgisch Blazerskwintet ons vaak te verrassen met fraai uitgebalanceerde frases. Het werk van Haydn (Divertimento in re groot) leek ons wel iets te oppervlakkig gespeelt. De mu ziek van Haydn is niet zeer diepgaand. Daardoor is het vaak aan de executanten om de aandacht van het publiek vast te houden bij dergelijke muziek en minder de kracht van de compositie zelf die boeit. Hindemith werd gebracht zoals het hoorde: als «gebrauchs- musik». Hierin hoefde men geen interpretatieve diepgang te zoeken. Enkel een zorgvul dig gebrachte uitvoering maakt deze kompositie reeds heel Verscholen tussen het groen in een stukje ongerepte natuur, langs de Brusselbaan: een merkwaardige school, waar de kennismaking meer dan boeiend was. De onverhoedse bezoeker zal nochtans met verbazing rond gekeken hebben en wie zich tevreden stelde met enkel maar rond te kijken en geen vragen te stellen, had beslist ongelijk. Anderzijds zijn de organisatoren misschien te ver vertrouwd met het opzet om de oningewijde niet dadelijk op te vangen en gerust te stellen. Meer dan in een andere onderwijsinstelling is hier een dia loog nodig tussen onvoorbereide bezoeker en diegenen welke er in betrokken zijn. Reden te over om op het basi sprincipe, doel, realisatie en dies meer in te gaan: BASISPRINCIPE Het boek van A.S. Neill «Sum- merhill» met de Nederlandse ondertitel «Theorie en praktijk van de anti-autoritaire opvoe ding», samen met het boek «For and against Summerhill», met o.a., een artikel van Erich Fromm, waren de start van De Weide rond volgende basi sprincipes: Kinderen zijn onder elkaar in staat te groeien naar altruïsme in aanwezigheid van ouderen, wanneer ze niet geremd wor den, d.w.z., wanneer ze in een sfeer van vrijheid worden op gevoed en hun echte natuur ontwikkeld kan worden door liefde en bevestiging. Vrijheid leidt tot zelfdiscipline en we derzijdse achting. Vrijheid is al lesbehalve losbandigheid. De persoonlijke vrijheid wordt al leen maar door de vrijheid van de andere beperkt. Dit houdt in dat ook het kind geen dwang mag gebruiken. De emotionele ontwikkeling of de persoonontwikkeling is be langrijker dan de intellektuele ontwikkeling. «Meer zijn» is be langrijker dan «meer weten». Opdringen van discipline door straf en beloning wordt ge weerd, omdat deze angst doet ontstaan die op haar beurt vijandigheid en abnormale agressie verwekt. Moraliseren verwekt schuldgevoelens welke vooral de bedoeling hebben het kind te binden aan het gezag, wat de ontwikkeling tot zelfstandigheid verhindert: het kind ervaart zelf wat goed en kwaad is en waaraan het nood heeft (lessen, spel, ge borgenheid, zelfstandigheid en zo meer), doch op voorwaarde dat het in een groep leeft waarin dit alles te ervaren is. Een ideologie wordt hem niet opgedrongen. De seksuele opvoeding geschiedt in de da gelijkse ervaring van het sa menleven van jongens en meisjes met volwassenen. In feite kan men al deze be denkingen samenvatten als volgt: de taak van de opvoeder (berispen, aanmoedigen, in spireren, gezag uitoefenen, enz.) wordt toevertrouwd aan de ganse groep, d.i. opvoeders en kinderen, in plaats van dit uitsluitend aan de volwasse nen te laten. Hierdoor vervalt de rol van «opvoeder» en komt de mens zelf tot zijn recht, wat de enige waarborg is voor de opvoeding. Daarom is een schoolparlement in dergelijke school essentieel. Hier worden alle problemen besproken en er wordt op een demokratische wijze beslist, ledereen heeft er een stem, zowel kinderen als volwassenen. DOEL Dergelijke opvoeding vormt kinderen die kreatief zijn, per soonlijk, levenslustig en tole rant, kortom gelukkige mensen die voldoende realiteitszin hebben en die zich niet latèn verdringen in de maatschappij noch meelopen met de konkurrenüe- en prestatie drang. Neif bewijst dit met zijn 50- jarige ervaring, aldus de men sen van «De Weide» REALISATIE De opvoedkundige waarden van de doorgevoerde demo kratische inspraak en de ver rassende mogelijkheden er van, stimuleerden het verlan gen om een poging te doen iets analoogs in België te starten. Er werd op zoek gegaan naar meerdere geïnteresseerde ou ders. Na heel wat kennisma king en diskussie ontstond een groep ouders met meestel heel jonge kinderen zodat het voor de hand lag eerst met kleuters van start te gaan. Zo ontstond in september 1973 de kleuterschool «De Weide». Juridisch is het een vzw erkend door het Ministerie van Onder wijs. Er is één klasje met een kleuterleidster, een onderwij zer, een opvoeder (part-time) en een gewetensbezwaarde. Dat het financieel probleem zwaar blijft wegen spreekt voor zichzelf. Vooralsnog is het hele opzet net haalbaar. De inspanning die van de ou ders gevraagd wordt is uitein delijk allesbehalve te onder schatten en ligt meer op het psychisch dan op financieel - materieel vlak. Benevens het verzorgen van een beurtrol en met onderhouden of uitbreiden van de gebouwen en het mate riaal, blijft het hoofdengage ment gelegen in de wekelijkse vergaderingen waar alle op- Ik weet niet wat er met mij aan de hand is vandaag, ik heb de indruk dat ik weer papier en tijd zit te verknoeien, en dat in een tijd van inflatie, ik moest me eigenlijk schamen. Waarschijnlijk spoken er teveel dingen tegelijk door mijn hoofd, kop- en andere zorgen, stressverwekkende dingen die een mens het leven zuur kunnen maken. Wanneer je het allemaal relativeert kom je echter tot de vaststelling dat het toch niet zo erg is. dat het allemaal niet zo dringend is. dat het wat rustiger aan kan. Voorlopig ben ik echter niet zo ver. wel zijn er wat dingen die mij welgezind stemmen. Allerlei vooruitzichten die de moeite waard zijn. maar waarvoor je eerst in een zure appel moet bijten, hap. Zou ik niet veel beter een pintje drinken in plaats van die appel door te bijten? Ik had nochtans beloofd het alkoholverbruik tot een minimum te beperken, maar daar heb ik tijdens het weekeinde ook al tegen gezondigd, met mate weliswaar. Af en toe gebeurt het mij dat ik een lijstje maak van alle dingen die ik dringend eens moet doen. Dat gebeurt meestal 's avonds en dan maak ik daarbij de bedenking dat dat morgen allemaal van de baan moet zijn. 's Anderendaags begin ik dan vroeger dan gewoonlijk aan de uitwerking van mijn plannetje en tegen de middag kom ik tot de ontstellende vaststelling dat ik er weer eens niet zal komen. Dat komt dan doordat allerhande mensen die ik wat moest vertellen, vragen enz. precies op dat moment vrijaf hebben genomen of het wagen ziek te zijn. En wanneer ik dan 's avonds de balans opmaak van een ganse dag heen en weer roetsjen zie ik dat er al evenveel dingen zijn bijgekomen en dat mijn lijstje dus even lang blijft. En zo blijft een mens bezig nietwaar. Het hoeft U dus niet te verbazen dat mijn bericht deze keer zo pessimistisch en kort is, ik moet er immers dringend eens vandoor. GUY DELOMBAERT voedingsproblemen en beleid sproblemen zowel als de in- teraktieproblemen tussen de volwassenen tot een oplos sing moeten komen. De kinderen van «De Weide» komen uit gezinnen die een heel verschillende achtergrond hebben, maar die allen dit ge meen hebben dat ze kritische reakties hebben op de opvoe ding in de bestaande scholen, vooral de grote dekalage die er bestaat tussen de opvoeding die men thuis verlangt te geven en degene die op school ver strekt wordt. Deze kritische reakties zijn ofwel ontstaan uit een heel konkrete ervaring cf- wel uit een reeds lang opge bouwde visie omtrent opvoe ding, gelukkig zijn, een le vensvisie en zo meer. De enige gemeenschappelijke visie van de ouders is dus «dat het ook anders kan» en dat dit «anders» onder meer inhoudt dat de opvoeding het organis- tisch waardeproces zoals Ro gers het beschrijft, moet res- pekteren, dat de opvoeding begint bij het kind en de kon krete ervaring en niet bij een vooropgezette strakke ideolo gie of levensvisie. Deze stel- lingname zou men ook een le vensvisie kunnen noemen, maar dan met dit verschil dat deze visie de enige is die zich zelf voortdurend relativeert, ter beschikking wil staan van de konkrete mens. Alle andere visies van links of rechts, diktatoriaal of subtiel demokratisch, katoliek of ateïs- tisch enz., weten op voorhand waar de mens moet eindigen, hebben hun ideaal, normen, waarden buiten de konkrete mens gelegd. Ze wijzen waar den aan die «goed moeten zijn voor hem». Daardoor acht men de mens onmondig, eeuwig kind, vervreemdt de mens van zichzelf (nl., dat hij een vol waardige onvervreembare identiteit is), en dit roept uitein delijk weerstand, agressie en dus nieuwe vervreemding, aliënatie op. Opvoeding en onderwijs zijn van elkaar niet te scheiden, moeten verweven zijn in het to tale leven. Door het feit dat de school het onderwijs eksklusief naar zich toehaalt maakt ze er een specialisatie van, welke, zoals elke eksklusieve specia lisatie, een organische ge meenschap, een gezonde maatschappij desintegreert. Aldus de stelling van de initia tiefnemers. De spanningsvelden en on enigheden binnen en buiten «De Weide» kristaliseren zich nogal eens rond begrippen als «persoonsgerichte» en «ge- meenschapsgerichte» op voeding. De enen voelen deze twee benaderingen op dit ogenblik aan als een frustre rende spanning, die samen werking dreigt te ondermijnen; frustraties die nog vergroten kan door te vage basis principes en onduidelijkheid in veel gebruikte begrippen als: maatschappijkritisch, ideolo gie, mensbeeld, visie, plura lisme, tolerantie, vrijheid, aan bieden, opdringen, aanpas sen, konformeren, integreren, enz.. Deze onduidelijkheid maakt elke zinnelijke duskussie on mogelijk en geeft uiteindelijk aanleiding tot dagelijkse wrij vingen en onbehagen. Ande ren vinden dat «persoonsge richt» en «maatschappijgericht een stimulerende spanning in houdt, de mens is immers tege lijkertijd individu en gemeen schap.» Voor hen is een plura lisme op het levensbeschou welijke niveau en de sociale achtergrond uiterst belangrijk. Want enerzijds bevordert dit pluralisme de persoonsontwik keling van het kind omdat daardoor vanuit de ervaring met konkrete mensen een aanbod komt uit verschillende levensvisies en leefgewoon ten. Anderzijds bevordert dat plura lisme de autenticiteit van de genietbaar. Van Farkas wer den «Aniche Danze Ungher- esi» (Oude Hongaarse dan sen) gespeeld. Zeer mooie muziek, vlot naar voor ge bracht. De fagottist leek in La- poekas tanc achter de anderen aan te hollen. In het slotstuk «Ugros» verliep een accele rando zeer onregelmatig. Deze en nog enkele andere misgre pen hebben echter het muzi kale genoegen dat we aan de avond beleefden geenszins vergald. Het Belgisch Blazerskwintet werd opgericht in januari 1973. Er zijn vijf leden: Paul Vanwol- leghem, fluit, Guy Gerard, kla rinet, Yves Bomont, fagot, Louis op 't Eynde, hobo en Hu- bert Biebout, hoorn. Allen zijn solist in het Nationaal Orkest van België, uitgezonderd de hoboïst die solist is in het ka-j| merorkest van de BRT. Reeds vanaf hun eerste optre den als blazersensemble (4i| mei 1973) wekten ze bewonder ring. In november 1974 volgde een eerste radio-opname. Be-U gin vorig jaar werd het ensem ble officiéél erkend door het Ministerie van Nederlandse! Cultuur. André De Groevej maatschappijvisie die men er op nahoudt, voorkomt steriel dogmatisme, en heeft reële in vloed bij alle mensen die aan het nadenken gaan. ENKELE MEER KONKRETE DOELSTELLING BIJ DE OP VOEDING VAN KINDEREN ZOALS MEN DIE ZOU WIL LEN GEREALISEERD ZIEN IN «DE WEIDE» Het is onze bedoeling, aldus de mensen van De Weide omstandigheden te scheppen waarbinnen zich in de kinde ren eigenschappen en moge lijkheden kunnen in stand hou den of ontwikkelen die wij posi tief vinden, laten wij echter die eigenschappen en mogelijk heden zo breed mogelijk bepa len opdat er nog voldoende vrj- heid zou overblijven voor de persoon in ontwikkeling om een eigen weg te kunnen be gaan. Hopelijk voelen zij zich goed in hun eigen geaardheid en ka raktertrekken, vinden zij een bevredigend evenwicht tussen individuele en sociale behoef ten, krijgen zij het gevoel iets te betekenen voor anderen, en wordt het voor hen mogelijk de dingen rondom hen en met hen gebeuren te begrijpen. Het is niet de bedoeling hen een of andere politieke ge richtheid op te dringen; die poli tieke keuze zal zich bij henzelf opdringen als zij zelf inzien of denken te verstaan wat ron dom hen en met hen gebeurt. Het beeld van een samenle ving waar zij zullen naar stre ven, zal bepaald worden door omstandigheden binnen 20 tot 30 jaar (wij weten nu nog niet welke de precieze effekten zul len zijn van de overbevolking, de groeiënde armoede in de ontwikkelingslanden, van grondstoffentekorten en ener- giekrisissen, van internationale verwikkelingen daarvan het gevolg, enz... Wij weten ook niet hoe de be volking daarin zal leren leven of welke de beste wegen zullen zijn om welzijn na te streven. Het sociaal en politiek enga gement, voor degenen die erin geloven, zal volgen uit de maatschappelijke situaties en ontwikkelingen die men zal meemaken. Welke dingen moeten wij kin deren trachten mee te geven, wat moeten wij in hen trachten te ontwikkelen i.p.v. te onder drukken? De mogelijkheid tot kommuni- katie; de mogelijkheid tot sa menwerking; het integratie vermogen; het vermogen zich te distanciëren, een zin voor rechtvaardigheid; het besef van afhankelijkheid van de na tuur; het vermogen de lichame lijke, emotionele en verstande lijke aspekten van het leven te kombineren; Kritische zin, t.t.z.: de behoefte zelf te erva ren en te onderzoeken; de din gen kunnen beschrijven die zij waarnemen en ervaren, en er hun eigen fantasie of interpre tatie leren in onderscheiden en uit verwijderen; het vermogen het belangrijkste van het bij komstige scheiden; het ver mogen verbanden te leggen tussen de dingen, en oorzaak en gevolg in te bouwen in de betekenis die men aan dingen geeft. De benieuwdheid; een zin voor spel; het beheersen van een verstandelijk instru mentarium (verwoorden, le zen, schrijven en rekenen); het beheersen van een emotief in strumentarium (verklanken, verbeelden). Nog meer dingen kunnen van belang zijn, maar dit zijn de voornaamste waarvan we het positief belang aanvoelen, zegt men bij «De Weide». En verder: «We denken dat kommunikatievermogen, mo gelijkheid tot samenwerking en integratievermogen een bevei liging kunnen vormen tegen vereenzaming, en dat ze de be trokkenheid op de anderen in de hand werken; dat distanöë- ringsvermogen, rechtvaardig heidszin en kritische zin (met men weet nooit.. Het Belgisch Blazerskwintet tijdens hun optreden in de feestzaal van het stadhuis (el) Tot 12 mei is in 't Apostelken (Mijlbeek) werk te bezichtigen van een tiental jonge kunstenaars. Verschillende onder hen zijn reeds geen onbekenden meer voor ons lezerspubliek. De eerste indruk die we kregen bij een bezoek aan de tentoonstelling kunnen we noch positief noch negatief noemen. Een allegaartje van verschillende meningen inzake pikturale ekspressie zonder één werk dat maar enigszins echte persoonlijkheid uitstraalt. Langs de andere kant trof ons toch het technische kunnen van sommigen. Ghijsels gebruikt in geab- mistte eenter overtuigings- straheerde bedenkingen en spektakulair kleurengamma en werkt als we ons niet vergissen met «fluid colors» liever zagen we in dit geval de «echte hand». Jan Hutsebaut kwam reeds aan zijn trekken in onze Voorpost. Wel verwonderde het ons geen nieuwe werken van hem te bespeuren. Philips en Segers zijn op de oude leest geschoeid. Enke le behoorlijke portretten en landschappen, maar geen artistiek hogere ambities. De gebroeders Anddré en Luc Van Schuylenbergh hadden de situatie op artis tiek gebied misschien nog kunnen redden. Hun werk wat wij daaronder verstaan hebben), de mensen in staat stellen een houding tegenover de gemeenschap, het milieu... aan te nemen, hen een gevoel van betrokkenheid geven en een besef van verantwoorde lijkheid. Het besef van afhanke lijkheid van de natuur moet daarbij leiden tot een behoefte de natuurlijke omgeving geen geweld aan te doen. Wellicht zijn het vermogen li chamelijk, emotionele en ver standelijke aspekten van het leven te kombineren, de be nieuwdheid, een zin voor spel en beheersing van een ver standelijke en emotief instru mentarium, op dat een per soon, zowel psychisch als li chamelijk, goed zou funktione- ren. Willen wij de kinderen in die zin doen opgroeien, dan moeten zij kunnen omgaan met men sen die bepaalde van die ken merken in zich verwezenlijken, dan moeten wij zulke mensen zoeken om mee te helpen onze kinderen op te voeden. BESLUIT Elke alternatieve school, ook De Weide, is de konkretisatie van een droombeeld van een groep mensen, die zich niet meer thuisvoelen in de be staande strukturen. Zij die ak- tief bezig zijn met de uitwerking van zo'n ideaal, ondergaan voortdurend en onvermijdelijk tegenstrijdige emoties: vreugde om wat er al verwe zenlijkt is, teleurstelling, bij het besef van de nog af te leggen weg. Bij een projekt als «De Weide» kunnen de spanningen en de konflikten die er uit voortko men, op geen enkele manier vermeden worden, enkel be leefd. Misschien zou er kunnen gestreefd worden naar een ak sent verschuiving bij de partici patie van de ouders: minder en rationeler vergaderen (maar in een sfeer van zo groot moge lijke openheid), grotere deel name bij de begeleiding van de kinderen en bij het oplossen van praktische problemen, 't Bestaan van «De Weide» kan sterk inspirerend werken in een gunstige socialiserende en pe dagogische evolutie in de hand werken, «De Weide» wil 'n tastbare in spiratiebron zijn voor de toe komstige generatie bij haar op voeding. E.A.R. kracht en leek zeer schets matig tezijn. Terwijl Schep doet aan een soort pseudo-impressionis- me (met overigens goede kleuren) lijkt ons de surrea listische visie van Guns iets te ver gezocht. Technisch heeft Guns ook nog een en ander goed te maken Tavernel tenslotte gaat de naieve richting uit en werkt in Bert Bibber en Piet Pien- ter-stijl... Zo doet elk zijn zegje, de ene meer overtuigd dan de ande re maar zoals we reeds schreven, we mistten hoop voor de toekomst. In elk ge val, teken en schilder dapper voort beste eksposanten, hen paar werken uit de ekspositii «Jong talent» (jm) LESAUVAGE Van Jcan-Paul Rappeneau (Frankrijk 1975) met Yves Montand, Catherine Deneuve, Luigi Vanucchi en Tony Roberts. Voor dc afwisseling eens een vrij aardige Franse komedie, kwalitatief op een meer dan behoorlijk peil. Insiders zal dat niet zozeer verwonderen wanneer ze de naam van Jean-Paul Rapjreneau hebben gelezen. Rappéneau's vorige Films, «La vie de chateau» en «Les mariées de l'année II» waren ook al het zien waard. Ik zal mij maar niet wagen aan het navertellen van de intrige, laat ik maar volstaan met te zeggen dat Yves Montand een rijke parfumbaron is die rust zoekt op een verlaten eiland en dat die rust verstoord wordt door de charmante aanwezigheid van Catherine Deneuve die haar verloofde ontvlucht is. Met die gegevens kan U zelf al een en ander verzinnen, maar Rappeneau doet het toch nog beter. (Cinema Feestpaleis) BREAKHARTPASS Van Tom Gries (VSA, 1975) metCharles Bronson, Jill Ireland e.a. Het is eens wat anders, een goede ouderwetse western te zien, kompleet met alle gekende ingrediënten zoals daar zijn: een frisse knaap (Charles Bronson) en een frisse freule (Jill Ireland, in werkelijkheid Mevrouw Bronson), een verdachte die achteraf volkomen onschuldig blijkt te zijn enz. Ook de I ndianen zijn er weer, na een tijdlang op de achtergrond te zijn verdwenen. En ook deze keer worden zij door stoute blanken misleid: zij worden ertoe overgehaald vuurwapens te kojjen om de soldaten te verjagen. Het belangrijkste gedeelte van de film speelt zich echter af op een trein. Die trein zit volgestopt met een legerafdeling, plus nog wat niet-militairen. Onder die leken natuurlijk Charles Bronson. een geduchte knaap, op weg naar een gevangenis. Wanneer er op die trein heel erg vreemde dingen gebeuren (mensen en dingen verdwijnen op onverklaarbare wijze) wordt Charles B. uiteraard als eerste verdacht. Niets is echter minderwaar, de waarheid kan u gaan zien in cinema Palace. II HARROWHOUSE Van Aram Avakian met Candice Bergen, Charles Grodin, Sir John Gielgud, Trevor Howard, James Mason, en Peter Vaughn. Een hele rits grote namen onder de akteurs en Aram Avakian als realisator. dat moet wel een goede film opleveren. Inderdaad. Avakian is een man die met een summier gegeven heel wat kan aanvangen. Dat heeft hij ook deze keer gedaan. Het grote gebeuren is een gewaagde diamantenroof. De personnages zijn echter geen specialisten op dat vlak, integendeel, het zijn eigenlijk gelegenheidsboefjes. Ze hebben bijna allernaar een reden om hun steente bij te dragen in de grote onderneming. Op hun eigen houtje zouden ze er echter nooit aan begonnen zijn. ze worden er haast toevallig bij betrokken. En of het allemaal vlot verloopt? (Cinema Alfa) PASTORAAL VERSTOPPERTJE Van Terayama (Japan, 1975) Filmklub Pan bewijst de Aalsterse filmliefhebbers eens te meer een dienst door deze Japanse film op de affiche te plaatsen. Ik kan er U helaas niets over vertellen, heb de film nog niet gezien, maar ik ben er zeker van dat hij de moeite loont. (zondag 9 mei. filmklub Pan, Wellekensstraat Aalst) GUY DE LOMBAERT

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 12