Ingangen zonder uitgang
I
Een huis als
geen ander
LEEN BAUWENS WERD PERSUUREATE
1 v
De Voorpost - 21-5-76 - 11
f
De Ingang Bonner, de Ingang Borreman, de Ingang De Blieck, de
Ingang De Nayer, de Ingang Levionoir, de Ingang Molenberg, de
Ingang Van Wayenberghe en de Ingang Van Wijnendaele zijn nog
aktuele namen in ons nabije en hedendaagse stadsbeeld. Voor
sommige van deze beluikjes is de toekomst echter onzeker. Zo o.a.
voor de Ingang Borreman.
Einde februari, begin maart,
kreeg elke Aalstenaar een bro
chure in zijn brievenbus met de
titel «Struktuurplan Aalst - Cen
trum». Hierin komt onder andere
volgende passus voor: «Mooie
gevels, zo ook het oudste huis van
Aalst aan de Lange Zoutstraat en
het Sluierstraatje, dienen behou
den te worden om het straatbeeld
niet te schenden. Meer nog,
waarom kunnen gebouwen, die
'leven' in de geest van de Aal ste
naars, of waarom ook niet een be
luik zoals er in onze stad nog zijn,
niet opnieuw aangepast worden?
Zo zijn de beluikjes van de Hoog
straat en de Windmolenstraat ty
pisch voor de Daensistische pe
riode. Waarom er niet aan gedacht
om er studentenkostverblijven, na
aanpassing, in onder te brengen of
een Priester Daensmuseum?
Mits te herstellen kunnen oude
gebouwen die we op het eerste
zicht helemaal niet als 'monumen
ten' aanzien, er heel wat toe bij
dragen om de stadskern nieuw le
ven in te blazen.»
STUDENTEN -
KOSTVERBLIJVEN
Momenteel staan de huisjes reeds
meer dan twee jaar leeg. De ei
gendommen behoren toe aan een
privé-per^oon, V.L.F. Oorspron
kelijk was het de bedoeling van
deze man om er een apparte
mentsgebouw op te richten. Doch
de plannen werden te Brussel
nooit goedgekeurd. «Omdat het
klooster van de Theresianen daar
achter ligt,» zeggen de buurtbe
woners, «en die nonnetjes mogen
niet gezien worden». De ware
oorzaak zal wel te zoeken zijn op
stedebouwkundig vlak. Zijn er
nog niet genoeg hoge flatgebou
wen die ons stadscentrum ontsie
ren?
Eén van de oplossingen die het
struktuurplan voorstelt is van deze
kleine huisjes studentenkostver
blijven te maken. Dit zou zeker en
vast ten goede komen aan de stu
denten van het nabijgelegen Sint-
Jozefskollege. Ook voor de eige
naar ware dit misschien een op
lossing. De vraag kan echter ge
steld worden of dergelijke studen
tenverblijven rendabel genoeg
Een trieste aanblik op een der huisjes uit de Borreman ingang, (jm)
Een uitzicht op de Borreman ingang vanuit de Maanstraat (jm)
zijn. De huisjes staan reeds twee
jaar leeg en zijn intussen reeds in
min of meerdere mate vervallen
geraakt. Daarbij komt dat het
vocht de vijand nummer één is
van deze ingang. De huisjes date
rend van rond de eeuwwisseling
hebben reeds heel wat moeten
trotseren. Verbouwingswerken
kosten veel geld, restauratiewer
ken en verbouwingswerken nog
veel meer. In het geval dat deze
ingang voorbestemd wordt om als
studentenkostverblijven dienst te
doen, blijven er volgens ons maar
drie mogelijkheden vrij. Ofwel
baat de huidige eigenaar de stu
dentenverblijven uit, ofwel koopt
bv. een instelling zoals het Sint-
Jozefcollege deze ingang aan, res
taureert en herbouwt hem, en baat
hem uit. Ofwel, en dit als laatste
oplossingkoopt de stad de eigen
dommen aan en voert de nodige
werken uit. Bij deze laatste oplos
sing maken we echter wel een be
denking. Waarom er geen huisjes
voor ouden van dagen van ma-
kep? Deze zouden goedkoop kun
nen verhuurd worden, de oudjes
leven er in min of meerdere mate
in gemeenschap maar behouden
toch hun zelfstandigheid. Het na
bije verleden heeft immers reeds
duidelijk aangetoond dat een der
gelijke ingang een geliefkoosde
woonplaats is voor bejaarden. De
laatste bewoners waren op één
jong koppel na allen oudere men
sen.
MUSEUM
Een tweede vooropgestelde op
lossing ware een museum. Een
Priester Daensmuseum. Welke
naam men nu ook aan het museum
zou geven doet er niets toe. Mijn
inziens, en dit is dan een persoon
lijke mening, ware dat nog de be
ste oplossing van al. Het grote
probleem is dan echter wel dat de
stad de eigendommen zou moeten
aankopen. En gaat de huidige ei
genaar daarmee akkoord?
Waarom een museum? Aalst heeft
rond de eeuwwisseling een be
langrijke rol gespeeld in de arbei-
dersstrijd. Van dit alles is echter
bitter weinig overgebleven. Be
paalde namen worden nog regel
matig bovengehaald, maar dat is
dan ook alles. Echte tastbare
overblijfselen, dokumenten van
deze periode vindt men alleen nog
in privé-bezit. Men kaner immers
nergens anders mee' terecht. De
restauratie van deze ingang-en de
inrichting tot museum zouden
daar veel kunnen aan verhelpen.
Deze ingang heeft niet altijd zo'n
rustige serene indruk nagelaten
zoals hij dat nu doet. Rond de
eeuwwisseling waren de toestan
den heel anders. Niet alleen in de
beluikjes, ook in de andere volks
buurten. In het boek «Pieter
Daens, of'hoe in de negentiende
eeüW de arbeiders van Aalst voch
ten tegen aritioede en onrecht»,
van L.-P. Boon, vinden we ook
een paar passages die over deze
ingangen gaan.
Het waren enge steegjes met
benauwde koertjes of binnen
plaatsjes. Aan de ingang lag ge
woonlijk een wegrottende vuil
nishoop. In 1 kamer leefde een
gezin met 9 10 kinderen. De
vloer van deze kamer bestond uit
gestampte leemaarde. De perso
nen sliepen op strozakken tussen
lompen. Overvloed aan ongedier
te, luizen en vlooien. Er was 1
waterpomp en 2 privaatjes voor
een ganse buurt. De privaatjes be
vonden zich op straat, zonder een
afgeschermd deurtje. De bewo
ners droegen versleten en ge
scheurde klompen, liepen in lom
pen, waren vuil en ongewassen.
Ze aten een soort grijs rogge
brood. Pas na 1900 konden ze op
de markt armemensenvlees of
sausjesvlees kopen.»
In die tijd was het alkoholisme
ook schering en inslag. Jonge
kinderen lagen soms langs de
straat hun roes uit te slapen, de
flesgeneverindehand. Heden ten
dage spreekt men ook van jeug-
dalkoholisme. Nu is het van over
vloed, vroeger was het uit ellen
de. Volgens de Code Napoléon
moest men sterke dranken per
twee liter aankopen (dat is trou
wens een wet die nu nog altijd van
kracht ismaar waar niemand zich
nog aan stoort) en men betaalde in
1896 1,10 F de liter. Het dagloon
van een arbeider was toen 1,2 F a
1,6 F per dag. Dit voor een dag
van 16 17 uur.
Ook ziekte was een veel voorko
mend verschijnsel. De grote oor
zaak was dan gewoonlijk de ver
ontreiniging van het drinkwater.
Gewoonlijk lag de waterput in de
buurt van de aal- of beerput. In de
ondergrond vloeiden beide vloei
stofreservoirs in elkaar over met
alle gevolgen van dien.
Met deze misschien wat lugubere
schets uit het verleden willen we
nu terug tot de meer romantische
hedendaagse realiteit terugkeren.
Tot voor twee jaar was deze in
gang nog vrij goed onderhouden.
Tussen de rode koersteentjes zag
men geen sprietje gras uitsteken.
Iedereen hield het plekje voor zijn
deur proper. De huisjes werden
ook binnenin opgeknapt, geverfd,
behangen en gekuist. Kortom,
nette, goedkope woninkjes. Er
was één kraantje met stadswater
voor al de huisjes, er waren twee
privaatjes (met-deur), en er was
elektriciteit. Niettegenstaande dat
werden de huisjes als krotwonin
gen gerangschikt. Alles kwam
voor de vrederechter, en de zaak
werd in der minne geschikt. Oude
mensjes die daar reeds 20 tot 40
jaar woonden moesten verhuizen.
Moesten wijken voor appartemen
ten die er toch nooit kwamen. De
enen trokken in bij kinderen, an
deren gingen op een flatje leven,
nog anderen huurden een bur
gershuis, iedereen zocht een an
der onderkomen.
Oude bomen mag men echter niet
verplanten. Bij ons weten werd
deze verhuis één oudje fataal. Tot
tweemaal toe moest zij van wo
ning veranderen. Ze werd ziek en
overleed.
Nu leeft er nog één alleenstaande
vrouw in het nummer 1Ook voor
haar is de toekomst onzeker.
Nieuwe plannen worden steeds in
In de Ontdek De Sterwedstrijd die te Hofstade werd georganiseerd
werd de negentienjarige Leen Bauwcns uit Aalst tot perslaureate
verkozen. Vakkundig begeleid door Kris Steenhout begeesterde zij
vooral door haar verfijnd zuiver stemgeluid de entoesiast meelevende
toeschouwers. Op deze uitverkiezing een eerste stap naar een
muzikale loopbaan kan betekenen is een vraag die Leen zich nog niet
wil stellen: menige faktoren, zoals het voleindigen van haar studies
en het zoeken naar de eigen identiteit staan een definitieve keuze
momenteel nog in de weg.
DEBUUT
Hel was eerder toevallig dat de
familie Bauwens tijdens een
skivakantie in Zwitserland Mn
kontakt kwam met de muzikale
familie De Witte, wiens oudste
zoon René de drie zusjes
Bauwens de eerste akkoorden op
een gitaar leerde spelen. Terug
in België werden direkt twee
gitaren aangeschaft en de der
tienjarige Leen (geboren op
29.12.1956) kon weldra een
eerste liedje naar voor brengen.
Zij liet zich inschrijven aan de
stedelijke Muziekakademie
waar ze de adolescentenkursus
notenleer in 2 jaar onder de nie
kreeg en ook reeds het derdejaar
zang heeft bereikt. Samen met
enkele vrienden werden enkele
optredens in jeugd missen afge
werkt: vooral in de Sint-Jobkerk
en ook in samenwerking met
Dom Bernard van het Allcluia-
koor werd bi j gelegenheid enkele
liedjes naar voor gebracht. De
eerste wedstrijd waaraan Leen
deelnam, was in de eigen Dames
van Mariaschool waar ze ter
I gelegenheid van de ABN-week
laureaat werd van de oudste
deelnemende kategorie.
j ONTPLOOIING
Pas na het beëindigen van haar
studies in de Dames van Maria
begon Leen zich toe te leggen op
de uitbreiding van de muzikale
optredens.
Ondanks het feit dat ze zich in
de Parnasse-school te Brussel
liet inschrijven voor de drieja-
renkursus voor kinesiste bleef er
tijd om aan enkele Ontdek De
Sterwedstrijden deel te nemen.
Haar eerste optreden te Idegem
was al dadelijk een succes: in de
kategorie kleinkunst werd ze
schitterend tweede (op 17 deel
nemers) en in* de algemene
rangschikking vijfde (op 50
deelnemers). Dit optreden viel
vooral mee omdat de zaalbezet
ting gedisciplineerd elke artiest
de kans bood om maksimaakzijn
uitvoering naar voren te bren
gen. Dit was niet het geval in
Denderhoutem, waar in plaats
van wedstrijdsfeer er eerder een
balanibiance heerste, zodat lui
sterliedjes minder tot hun recht
kwanten: Leen kwam hier dus
niet zo best over en kon de kaap
van de schiftingen niet overwin
nen
KEERPUNT
l ot op dit ogenblik schreef zij de
meeste lied jes zelf: in emotievol
le momenten werden enkele
akkoorden op de gitaar getok
keld. een geneuried wijsje werd
voorzien van woorden en
Leen begon het uit te proberen
tot een liedje op punt stond. Wij
kunnen het zo stellen dat uit
levensbeschouwelijke ervarin
gen emotievolle momenten er
voor zorgden dat een nieuw
liedje werd uitgeprobeerd. Een
drietal maanden geleden begon
zij santen met Chris Steenhout
op te treden: haar gezang werd
vakkundig begeleid door Kris
die 10 jaar muziekschool en ook
reeds twee jaar konservatorium
achter de riig heeft. Een groot
aantal liedjes, die door Kris
werden gekontponeerd nam zij
op haar repertorium over: deze
verschilden in zoverre van de
hare dat ze meer doordacht,
technisch verfijnder opgebouwd
harmonisch tekst en melodie
verenigden.
Dankzij de inbreng van Kris
werd wekelijks een optreden
verzorgd: meestal voorprogram-
ntas en dit vooral in West-
Vlaantse gemeenten zoals
Lauwe. Rekkent, Kortrijk.
Eerder toevallig nam zij deel aan
de Ontdek De Sterwedstrijd te
Hofstade: het publiek appre
cieerde het liedje: «Goodby
again» in zulke maté dat het
naast de persprijs ook een derde
en een tweede prijs in de wacht
kon slepen.
TOEKOMST
Naast het voleindigen van haar
studies wil Leen vooral in de
muziek het merendeel van haar
vrije tijd stoppen. De muziek
studie begint haar te fascineren
en de mikrobe om wekelijks te
kunnen optreden heeft haar te
pakken gekregen. Momenteel
De borreman ingang in een volledig dekandente staat (jl)
het vooruitzicht gesteld, maar
konkrete voorstellen heeft ze niet.
Vereenzaamd leeft zij nu in deze
uitgestorven ingang Borreman.
Het gezelschap is weg en de huis
jes vervallen.
Zal men ook hier op typisch Aals-
terse wijze tewerk gaan? Alles la
ten vervallen, met de grond ge
lijkmaken en het zich dan jaren
later beklagen!
wil ze in duo met Kris nog enkele
maanden de nodige aanpas-
singstijd doormaken: een re
pertorium van een uurtje heb
ben ze reeds klaar en ze hopen
nu ook genoeg plaats te vinden
om te kunnen optreden: met
deze moeilijkheid worstelen vele
nieuwe talenten in onze streek,
doch het komt ons voor dat Leen
(met Kris) deze kaap naar het
grote publiek wel vlug zullen
kunnen overwinnen- aan de LP
die door Just Born Productions
wordt opgenomen zullen ze
alvast meewerken: het ambi
tieuze karakter van deze zelfbe
wuste Aalsterse meid zal er ook
wel toe bijdragen dat Leen zich
een weg zal banen in de jungle
van het Belgisch muziekwezen.
DIRKDAELEMANS
Achter deze garagepoort schuilt een koer waar nog vier woningen
staan, (el)
Op zichzelf is er niets
vreemds aan het gebouw.
Een deur, raam en garage
poort en het huisnummer
304. Maar waar is nummer
302 gebleven?
Wie vreems is in de buurt
kan nog lang zoeken. Om
wonen een aantal mensen,
kompleet verscholen en rus
tig.
Een oude bewoonster wist
te vertellen wanneer er «pen
sioengeld» op komst is,
men de briefdrager veilig
heidshalve buiten aan de
het geheim te ontslüieren»^Pj3oort opwacht, want wan-
moet men door de garage
poort van dit gebouw gaan
en dan ontdekt men, na de
donkere gang doorlopen te
hebben, plots aan het eind
een oud gebouwtje. Een o-
pen ruimte en nog een oud
huisje en prefab-gebouw.
Achter dit «gewoon huis»,
neer het een «nieuwe» is,
kan hij de weg niet vinden.
Begrijpelijk, want op de ga
ragepoort staan evenmin
duidelijke aanwijzingen en
wie gaat nu andermans
woonst binnen om andere
huisjes en bewoners te ont
dekken?
■j'
Leen Bauwens, laureate van de ontdek de sterwedstrijd van Hofstade (el)
Huizen van Binnenkoer in Binnenstraat (el)