Bericht uit de witte kamer PRIESTER DAENS HERDENKING HET DAENSISME SYNTHESE OVER HET ONTSTAAN EN DE INVLOED VAN HAAR POLITIEK iduwticlutdex pcwti>txj4|uiit tttfuueSttoe. De Voorpost - 25-6-76 - 11 Op 31 januari 1907 verzoende priester Daens zich met zijn bisschop en herriep hij zijn priesterlijke opstandigheid. Van dan af hield hij zich buiten het openbaar leven tot zijn dood op 14 juni 1907. Reeds in januari 1902, toen priester Daens ernstig ziek werd, ondernam het Bisdom pogingen om tot een verzoening te komen met priester Daens die sinds hij in 1894 tot kamerlid werd verkozen voor de Christene Volkspartij, in ernstige moeilijkheden met zijn bisdom was geraakt. Slechts met de dood voor ogen ging hij daar uiteindelijk op in. In dezelfde maand dat hij zich verzoende schreef hij nog: «Wat mij betreft, werd mijn overtuiging met de jaren vas ter, niettegenstaande alle ver volging en alle nederlagen: om een gelovig volk te redden is een vrije, onafhankelijke chris telijke volkspartij noodzakelijk, gescheiden van de konserva- tieve katholieke partij. En al mogen de konservatieve ka tholieken mij dit als een mis daad aanrekenen, ik ben er van overtuigd dat de goede en rechtvaardige God mij vergif fenis zal schenken.» (L'Avant-garde Luik 1907 jan.) Met deze woorden schetste hij een laatste maal detesis die hij en zijn broer jarenlang verde in ons dorp werden voor de laatste maal de kermis- vlaggen uitgehangen. Ook de plaatselijke blazers zorgden voorde muzikale inkleding van deze laatste adem kermis, elk in hun gekleurde toonaard. De gelen met het groene pakje aan verbroederden voor de gelegenheid, en niet zonder arbeid, liefst niet met de andere inheemse toeteraars. De blauwe Cicilianen hielden het al evenzeer bij een verbroedering met zichzelf. Wat de rode muzikale noot betreft: deze meest, hand in hand, vanuit de grote stad worden geïmporteerd en voor de zwarte feestvierders gaven de niet gekleurde jubileumblazers van den uitkant in het dorp zelf geen enkele teken van leven. Misschien houden deze laatsten hun «asem» in voor groot ajuinegem. Het «wie kaatst mag de bal verwachten» moet onge twijfeld van inheemse oorsprong zijn. Als wij voortaan op de talrijke «bal-sla»-aktiviteiten waarvan hier ter dorpe de kermisdagen als het ware zwanger zijn lijkt dit wel voor de hand liggend. En d'er werd er inderdaad niet «neffen» geslagen door de «kosjers» van allerlei stag: sportvrienden, donderzonen, dorp- sportief, heuvel, hokee, erteetee en dies meer hebben er allemaal een slag van weg. Soms hoort men de uitroep «vees» wat er schijnt op te wijzen dat de bal een andere richting uitgaat dan oorspronkelijk ge dacht. Zekerheidshalve wordt deze sport bij voorkeur beoefend in de nabijheid van bierwinkels zodat de spelers tussendoor en achteraf hun «ophef»-makende esbattementen zonder handschoen kunnen voortzet ten in een andere discipline. Dat af en toe dan ook een verloren speler «vees» gaat moet de verklaren zijn door de intense betrokkenheid. Een «graafikus» en verfklodderaar met een adellijke naam maakte van de plaatselijke kermis gebruik om ook zijn kraam op te zetten en zijn waar aan de man te brengen op de uitkant van ons dorp. Zoals alles wat met kermis te maken heeft in wezen de inwendige mens aangaat-denk maar aan frieten, smoutebollen, suikerspin, rooie appeltje, om zeker het schuimend gerstennat niet te vergeten met de harde eieren en de droge «sossiskens»-stond ook deze eksposante ver- vigheid onmiskenbaar in een kulinair perspektiefHiet is namelijk bekend dat de kunstigaard, die zelf reeds rijzig is, zijn verfwerk aanbrengt met de spuitzak van de «Pateekes»-bakker van naast de deur. Om duimen en vingers bij af te likken! digden in het weekblad Het Land Van Aelst: om het hei dens socialisme te voorkomen en de klassenstrijd tegen te gaan moeten we'r het christe lijk socialisme tegenover stel len. HERDENKING Na een herdenkingsmis in de Aalsterse Sint-Martinuskerk verzamelden zich een vijftigtal Aalstenaars voor de jaarlijkse bloemenhulde aan de voorman van de Christelijke Volkspartij, priester Daens. Onder het ge roffel van de landsknecht en voorafgegaan door het V.N.J., de Vlaams Nationale jeugdbe weging, bereikte de korte stoet via de Molenstraat het Werf- plein. De aanwezigen schaar den zich rond het alsmaar kleiner wordend pleintje, waar het monument van de gebroe ders Daens staat opgesteld. Bloemen werden neergelegd, terwijl een drietal vaandeldra gers die samen met priester Daens de strijd tegen de kon servatieve Katholieke partij kennelijk nog hebben meege- maaekt, zich fier naast hun vroegere leider opstelden. Luc Delaforterie hield vervol gens een korte toespraak. Spreker duidde op het belang van priester Daens in de strijd voor de ontvoogding van het Vlaamse volk. Tevens kon digde hij aan dat door de Pries ter Daens stichting een fonds werd opgericht om de studie van het Daensisme verder mo gelijk te maken. Volgend jaar wordt naar aanleiding van het feit dat Priester Daens 70 jaar geleden overleed, voor de eer ste maal een prijs van 30.000 F uitgreikt. Het werk waarvoor deze prijs wordt toegekend moet handelen over de socio- kulturele strijd tussen 1894 en 1914 en wordt beoordeeld door een jury waar ondermeer Lode Wils deel van uit maakt. LM. Luc Delafortrie hield een korte toespraak aan het priester Daensmonument. Er werden tevens bloemen neergelegd (jm) DE SOCIALE ONLUSTEN SINDS 1867 IN WALLONIË Sinds 1867 werden de Luikse industriëlen jaarlijks gekonfron- teerd met oproerige stakingen die evenwel steeds op een sisser uitliepen. Men achtte dit een normaal verschijnsel, eigen aan het grootbedrijf, een zaak die haar plooi wel zou vinden. Op 25 maart 1886, brak echter een uitgebreide stakingsbeweging uit die algauw ook Charleroi zou lam leggen. De arbeiders die voor een hongerloon soms 18 uur per dag in de fabrieken moesten werken, vaak onder on hygiënische en mensonterende omstandigheden, zonder enige bescherming bij de talrijke arbeidsongevallen, waren het kotsbeu. In hun woede verniel den ze de installaties terwijl ook verschillende brandstichting en werden gemeld. Hiertegen over voerde het leger dat ter hulp werd geroepen, een harde re pressie waarbij verschillende doden vielen. In de katholieke pers werd als hoofdzaak voor deze onlusten het teloorgaan van de gods dienstzin en het geloof van de arbeiders aangehaald. De schuldigen hiervoor: de socialis ten, anarchisten en de goddeloze liberalen. Sinds 1885 bestond inderdaad de Belgische Werkliedenpartij die de socialistische organisaties bundelde. Heel wat linkse li beralen hadden onrechtstreeks tot deze evolutie bijgedragen. Waarde socialisten het bezit der produktiemiddelen op de kapi talisten betwisten, hield de katholieke opinie vast aan haar paternalistische gemakkelijk heidsoplossing en wees ze elke staatstussenkomst van de hand. Slechts even werd het Verbond der Katholieke Volkswerken die de werkmanskringen groepeer de en op een paternalistisch- korporatistische basis werkte, opgeschrikt. De katholiek sociale kongressen van Luik in 1886-1887 en 1890 duiden evenwel op een eerste kentering. In 1886-1887 zijn de konservatieve paternalisten nog in de meerderheid, doch de korporatieven wijzen er reeds op dat de oplossing van het sociaal probleem niet enkel ligt in de weldadigheid maar wel in het herstel van het gildewezen. Dankzij het gildewezen zullen patroons en werknemers niet langer vijandig tegenover elkaar staan en kan men dus de klassestrijd tegengaan. Ook de eerste christen- demokraten waren reeds op het kongres vertegenwoordigd en lieten een motie goedkeuren waarbij staatsinterventie in kin- der- en vrouwenarbeid werd aanvaard. In 1890 zullen deze christen-demokraten stelling kiezen tegen het paternalisme en het korporatisme. de meerder heid van het kongres volgde hen hierin en zo werd in het katholiek milieu voor het eerst de eis van de gescheiden vakverenigingen gesteld. In 1891 werd op initiatief van de korporatisten de Belgische Volksbond opgericht. Reeds bij het eerste kongres van deze bond in 1892 bleken de standpunten van de korporatisten en de christen demokraten onverzoen lijk. Op het vlak van de beroepsautonomie achtte het kongres de 'gemengde' beroeps verenigingen een noodzakelijk heid. terwijl andezijds het recht werd erkend op eigen politieke mandatarissen. De christen-demokraten van Brussel en Luik, leidden hieruit af dat ze nu het recht hadden om een zelfstandige christeiyke volkspartij te stichten, de gema tigden daarentegen begrepen dit laatste als de mogelijkheid om binnen de Katholieke Partij tot een korporatleve belangenverte genwoordiging te komen. Vooral het punt van de politieke onafhankelijkheid lokte scherpe reakties uit in de konservatieve pers. Charles Woeste, de spreekbuis voor de konserva tieve katholieken, bekampte de politieke onafhankelijkheid en verzette zich tegen de evenredige vertegenwoordiging. Hij stelde dat alleen de katholieke partij (geleid door de burgerij) de soci.ale kwestie kan oplossen. Wel ging hij akkoord met een belangenvertegenwoordiging. Van politieke onafhankelijkheid kon dus geen sprake zijn. Het monopolie van de katholieke partij gold immers als waarborg voor de verdediging van de katholieke belangen op het politieke vlak, wie aan dit monopolie raakte, werkte tegen de kerk. Men stelde de christen-demo- kratische beweging dus voor het dilemma, of te verzaken aan essentiële punten van haar programma of in botsing te komen met de konservatieve krachten en het kerkelijk gezag dat deze konservatieven steun de. De idee om een onafhankelijke christelijke volkspartij te stich ten komt eigenlijk niet van de christen-demokraten uit het Aalsterse. Reeds in 1890 stelden in Brussel de jonge christen- demokraten Jules Renkin en Henry Carton de Wiart de oprichting van een onafhanke lijke partij aan de dagorde, ook in Luik, Verviers en te Gent hoorde men dergelijke uitla tingen. In Gent kwam men evenwel tot een elektoraal ak koord tussen konservatieven en de 'antisocialistische werklie- denbond'. DE WEEKBLADEN VAN PIETER Daens Wanneer we nagaan hoe de Aalsterse drukker-uitgever Pieter Daens stond tegenover de verzuchtingen van de christen- demokraten, dan valt het op hoe miniem de demokratische retleks bij hem in de zeventiger jaren aanwezig was. In zijn blad 'Het iand van Aelst' hekelde hij in 1871 even de sociale toestan den, maar toen de schrik voor een tweede uitgave van de internationale geweken was, verdween ook die sociale be kommernis. Al werd dan in het Land van Aels sproradisch gesproken over sociale proble men en toonde P. Daens een zeker begrip ten opzichte van het verzet der arbeiders, in 'De Werkman', het blad dat hij in 1872 stichtte was dit geenszins het geval. De Werkman was een godsdienstig weekbald dat de arbeider zeker niet tot politieke akties aanzette, maar hem wilde vroom maken en sterk morali seerde. Dat veranderde in 1878 toen de liberale regering Frère- Orban aan de macht kwam. Pieter toonde in deze periode zelfs een tijdlang een zekere sympathie voor het algemeen stemrecht. Echter niet uit liefde voordedemokratie, maar om de liberalen van de macht te verdrijven, eens de katholieken in 1884 opnieuw alleen in de regering zaten was het gevaar geweken en ontweek hij het probleem. Steeds weer eens bij het gevaar van het goddeloze socialisme dat slechts kon wor den ingedijkt door er het 'christelijk socialisme' tegenover te plaatsen. De oorzaak van Daens politiek optreden ligt dus niet in zijn ijver voor de politieke ontvoogding van de arbeiders. Anderzijds breekt nu een periode aan van katholieke overheersing. We zullen zien dat Pieter Daens met zijn vlijmscherpe en soms sar- kastische pen in deze periode meermaals kritiek uitoefende op de katholieke partij. DEROELANDERSEN PIETER DAENS In 1891 lag Woeste overhoop met de conservatieven te Ninove, om de Cooman te verslaan, steunde hij advocaat Van Lan- genhaeke. die ook gekozen werd. Hiermee was bewezen dat de oude bewaarders aan de dijk konden worden gezet. Onmid dellijk vormde er zich een groep rond de senator. Hun weekbald noemden ze «Klokke Roeland». Met de grondswetherziening die het algemeen meervoudig stem recht zou toekennen in het vooruitzicht, kreeg deze bewe ging in 1893 nieuwe vaart. Men kan stellen dat de Roelanders de voortzetting waren van de Vlaamse vleugel van de katho lieke partij die na 1830 eveneens samenviel met de radikale tendens. Door haar godsdien stige bezieling, anti-socialisme en een zeker bekommernis voor de kleine man, vertoonde de demokratische beweging van de Roelanders en de Vlaamse Beweging in het algemeen, een zekere gelijkenis met het streven van Pieter Daens. Pieter was bijvoorbeeld zelf voorzitter van het Davidsgentooschap en steunde in zijn bladen de pogingen om het onderwijs te vernederlandsen, dit met felle uitvallen tegen de nederlands onkunduge Charles Woeste. Wanneer dan in 1893 de Christene Volkspartij wordt ge sticht, moet men dit zien in het licht van een reeds lang voor heen heersende ontevredenheid van boeren, Vlaamsgezinde on derwijzers en priesters over de aristokratische en franskiljonse leiders van het katholicisme in Vlaanderen. Door hen werd ondermeer de tesis verdedigd dat men de taalkloof zou moeten overbrug gen om de verzoening van de klassen te bewerkstelligen. De taalkloof overbruggen dat be tekende nederlandstalig onder wijs. Pieter Daens verdedigde dit in zijn bladen en hoewel hij te Aalst gekonfronteerd werd met Woeste die hiertegen was, toch spaarde hij deze konservatieve 'hovelingen', die ondermeer de kongopolitiek van het vorsten huis leidzaam volgden. Ook het Aalsters Katholiek stadsbestuur moest het in zijn bladen meermaals ontgelden. Hun houding ten opzichte van de openbare zedelijkheid noemde hij veel te laks. Inderdaad in 1886 stelde een regeringkommissie vast dat Aalst niet minder dan 650 kafees telde. De werkomstandigheden waren ongetwijfeld nog slechter dan deze in Wallonië, en als er in 1886 te Aalst geen onlusten uitbraken, dan was dat enkel en alleen omdat het socialisme er nog geen vaste voet had. Als puritein veroordeelde hij de orgelbals waar stilaan de lie deren van de socialisten werden gezongen. Al had Daens een grote vat op de arbeidende bevolking, toch spoorde hij niet aan, lid 'te worden van de christelijke beroepsverenigingen. In de Daensistische beweging heeft het inderdaad steeds ontbroken aan een echte syodikale refleks, dit in tegenstelling tot de Genste anti-socialisten. De katholieke partij vond hierin een argument om de Christene Volkspartij plaatsen te weigeren op haar lijst. Toen de Daensisten naar voor kwamen mt een eigen programma probeerde Woeste druk uit te oefenen via Mgr. Stillemans. Mgr. Stillemans waarschuwde wel voor een breuk in de katholieke gelederen maar kon de Christene Volkspartij en de kandidatuur van de broer van Pieter Daens. nl. prister Adolf Daens ook moeilijk afkeuren. Enerzijds was het programma van de Christene Volkspartij gebaseerd op de encycliek Lees door blz. 24 Vorige week lekker pech gehad natuurlijk. Een reuze be richt lag klaar voor de persen maar moest er uit wegens plaatsgebrek (hum). Eigenlijk mist U dus een aflevering van dit boeiende feuilleton. Vorige keer werd immers een en ander onthuld in verband met de witte kamer en het daar aan verbonden misterie. Ook kwam een flinke brok verle den ter sprake, nogal belangrijk voor sommige hiermee relaterendenevenverschijnselen. Dat en nog heel wat meer mist U dus allemaal. Vermits er tussendoor ook een en ander aktueel onderwerp besproken werd en die aktualiteit ondertussen geen aktualiteit meer is gaat de vorige afleve ring de scheurmand in, voorgoed. Wel bewaar ik de druk proef, die hang ik met zwart omrand aan één van mijn witte muren. Eén en ander in verband met duiven en duivensport wil ik desalniettemin toch niet onthouden. Dat gaat (ging) dan als volgt: In het holst van de nacht, tien na vijf liep mijn wekker af. Dat bleek al op het nippertje te wezen want zowat twintig minu ten later moest ik al tien kilometer verder op een parking staan. Onmogelijk dus, met mijn ochtendtempo. Ik diende mij vervolgens naar Quiévrain te spoeden (schrijf ik dat juist, brienden duivenliefhebbers?), kijken naar de duiven die gelost worden. Naar aloude traditie gebeurt dat telkens zeer vroeg op de ochtend, waarom weet geen kat. Ik ver onderstel dat het verband houdt met de openingsuren van duivenlokalen. Maar ja, het is zo'n pittoresk gebeuren dat het vroege ochtenduur toch wel de moeite loont. Eerst moet je wel, zoals alle goede convoyeurs wachten tot je porto leeg is. Dat hoor je af en toe wel eens op de radio: de begeleiders wachten. Niet op goed weef natuurlijk, alleen maar wachten tot hun pint leeg is, hun koffie koud genoeg om op te drinken, hun porto oud genoeg. Dan geeft het opperhoofd het startsein: rustig wordt er opgekrast, op weg naar de massa manden die verderop in een wei staan. Het gekir van de duiven komt na twee minuten langs je oren uit en dat is ook wel de aanleiding tot het openen van de keven, ook wel het lossen genoemd. Een afkorting van verlossen dus, verlossen van het oorverdovende gekir. Dat lossen is wel iets unieks, onvoorstelbaar. Op een paar sekonden tijds zitten er een paar tienduizend duiven in de lucht. Ze flapperen langs je oren de lucht in, de hemelver- duistering duurt een kleine minuut. Links er rechts pletst er etwat op de grond, uitkijken is de boodschap. Pluimen dwarrelen kalm naar beneden, enkele sukkels zijn het noorden kwijt. Kenners weten te vertellen dat die eenzaten die na twee minuten nog rondjes vliegen niets waard zijn. Geen korrel mais zou daar nog mogen aan verspild wor den, geen drupje water. Direkt de pot in, voor zover ze nog net te taai zijn natuurlijk. Een schande voor de melker zijn die, zwarte schapen, lelijke eenden, luie duiven. Goed, tot daar dan toch enig nieuws van vorige week. Een ander mooi plannetje dat vorige week ook al geen door gang kon vinden was een primeur voor deze simpele ru briek. Een foto. Maar wat voor een foto mensen. Voorstel ling van de twaalf kandidaten voorde scheldefee-titel. De scheldefee wordt gekozen te Baasrode als ik het goed voorheb. Voorwaar geen onaardige gebeurtenis zo te zien. Wel voer voor dolle mina's en andere getergde vrouwsper sonen. De kandidaten moeten immers ook in badpak het podium op. Fier als een gieter staan ze daar dan een tijdje te pronken, terwijl de jury aandachtig toekijkt. Waar dat allemaal voor nodig heb? Om een fee te kiezen natuurlijk. Ter attentie van de nieuwsgierige lezer hier even aan toe voegen dat er kandidaten van zowat overal te lande wren komen opdagen: Tongeren, Brussel, Gent, Leuven en zelfs Hasselt. Om daar dan in Bikini op een podium te gaan staan. Wat een scheldefee leiden kan! De ijskreemkar van kwart voor tien speelt een deuntje dat ik mij vaag herinner uit mijn prille kinderjaren. Een of ander wekkertje speelde het als je het liet aflopen. Het wekkertje bestaat waarschijnlijk nog wel, de mekaniek heeft het he laas niet overleefd, 't Was nochtans erg mooi, en het deuntje was mooier dan dat van de ijskreemkar van tien voor tien. Vervelend is dat wel, zo laat op de avond die ijskreemkarren die ijskreemkarren die rondtoeren. Wie komt er nu nog buiten, de teve staat aan, de kindertjes slapen. Vrouwen en voetbalhaters aller landen, verenigt U. Nu moet het uit zijn. Vier dagen op nog geen week tijd, zo kan het niet langer. En indien het dan nog gewone matchen waren, maar néé, met negentig minuten hebben de heren lang niet meer genoeg, ze moeten nu twee uur spektakel hebben. En wij maar klagen en zuchten. Alhoewel, span nend was het toch wel. Heeft de nederlaag van Nederland U ook zo'n deugd gedaan? En die gele kaart voor Cruyf? Heeft u ook eens hartelijk gelachen? Ondertussen is het toch duidelijk geworden dat het West-Europese voetbal terrein verliest. Om niet te zeggen dat het een afgang was van jewelste. Wat zouden onze rode duivels er dan wel van terecht gebrachthebben? Nog wat sport, voor de afwisseling misschien? Het Belgi sche wielerkampienschap. Ook een triestige bedoeninc zeg. Met zijn veertigen naar de eindstreep, één kerel op kop meteen minuut voorsprong. Wat rijden die andere dan nog mee eigenlijk? Voor de tweede plaats? Mooie verdienste is dat, in een wedstrijd die geen strijd meer is. En Fred De Bruyne die weer niets wistte vertellen. Of begint de BRT de uitzendingen altijd te vroeg? Zodat Fredje na een kwartier (hooguit) al uitgepraat is? Misschien kunnen ze in de toe komst beter alleen het laatste kwartier uitzenden? Hoe nemt de nieuwe Belgische kampioen nu ook weer? Makke lijk is dat wanneer de groten niet merijden. Frank, in 's hemelsnaam, haast je wat met die plank jongen. Ik heb die dringend nodig want ik heb een tafel verkocht. Dat zit namelijk zo. Een vriend verhuist en verkoopt bij die gelegenheid een frigootje. Hij heeft dat niet meer nodig want waar hij nu gaat wonen staat er al een en twee frigoos is wel een luxe in deze tijd. Ik heb geen f rigoo en dus wou ik dat ding van hem wel kopen, het is amper drie maanden oud. Hij (die vriend dus) heeft echter een tafel tekort en ik heb er een teveel als jij nu maar vlug met die plank voor de pinnen komt. Zeven maanden is toch een hele tijd, vind je zelf niet? Als hij die tafel van mij krijgt geeft hij me een fikse korting op dat frigootje, gesnoepn? Frank leest dit waarschijnlijk niet, dus indien iemand zo vriendelijk wil zijn hbm deze boodschap over te brengen. Ten ware dat Frank via Milac, dat soldatensyndikaat. een gratis abon nement op dees krant heeft en enige belangstel ling voor witte kamers aan de dag legt. Wanneer, Frank? Ik wil er weer een einde aan maken en heb weer de indruk dat ik een en ander vergeten ben. Misschien doe ik er in het vervolg beter aan dringende boodschappen of andere flauwekul op te schrijven, met de dringende titel: bericht uit de witte kamer. Zo zijn we dan toch rond geraakt. Guy dip

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 11