PROJEKTGROEP HUISVESTING
STADSDIENSTEN KLAAR MET ONTWERP
VICE VOORZITTER VAN E.E.G.
H. SIMONET: GASTSPREKER
VOOR HANDELSKAMER VAN AALST
ADIEU FEESTKOMITEE
6im Wid<
gjstyjer
De Voorpost - 25-6-76 - 7
Ruim sedert twee jaar wordt in de stad Aalst, in het raam van een globaal reorganisatiepro-
jekt, gedokterd aan een nieuwe ambtelijke struktuur. Gestart op een moment dat men zich
nauwelijks kon voorstellen dat de fusie zo spoedig een feit zou zijn, kan men wel spreken van
een uitzonderlijke meevaller! Want stadssekretaris Chris Willems, die daarvan toch de pro
motor is, is er met zijn deskundige medewerker Prof. Dr. R. Van Hooland, rotsvast van
overtuigd dat een fusie bezwaarlijk goed op te vangen is zonder een perfekte organisatie-
struktuur.
Sinds de fusie een vaststaand
feit werd is Chris Willems bezig
met een grondige voorberei
ding. Het is hij overigens die in
allerlei publikaties, kongressen
en studiedagen pleidooien
hield voor een vlugge en be
dachtzame voorbereiding van
de fusie. Samen met zijn kolle
ga's -secretarissen van de 9
fusiegemeenten, werkt hij o.m.
aan een inventaris van alles
wat in die gemeenten voor
handen is. Op 29 juni a.s. heeft
de laatste werkvergadering
plaats, waarna nog een reu
sachtig werk wacht ter bewer
king en publikatie van die in
ventaris ten behoeve van de
beleidsmensen van volgend
jaar. Die publikatie wordt te
vens een historisch dokument
bij de overgang van 9 gemeen
ten tot 1.
DE NIEUWE
STRUKTUUR
De nieuwe struktuu r brengt alle
diensten samen die bij mekaar
horen. Wat onmiddellijk daarbij
opvalt is dat alle afdelingen met
een innerlijke werking worden
gegroepeerd, in dienst van alle
andere afdelingen die recht
streeks werken voor het pu
bliek. Zodat organisatie, zorg
voor de stadsdiensten en een
uitstekende service aan de be-
3" -volking, een bestendige be-
50 kommernis zal zijn. Die nieuwe
struktuur brengt mede dat in
bepaalde afdelingen nu dien-
ar sten gaan verhuizen naar afde-
lingen waar ze logisch thuisho-
3t" ren. Kleine struktuurwijzigin-
gen werpen nu al vruchten af,
en tegen 1.1.1977 hoopt men
Sl" een uitstekend apparaat te be-
}rs zitten dat soepel genoeg is om
in" de fusie op te vangen en er een
ag sukses van te maken,
de
ike INVENTARIS -
or- PROJEKTGROEP
HUISVESTING
«Als men een ineventaris maakt
van alles wat in de 9 gemeen
ten voorhanden is, dan moet
men daaruit konklusies trekken
om spoedig paraat te zijn om
de 9 perfekt te bedienen.
Een eerste konklusie was dat,
zelfs als men na de fusie zou
beslissen tot een ruime dekon-
centratie van de dienstver-
strekking, het stadshuis toch
™ultveel meer ruimte zal moeten
bieden om bergen dossiers en
klasseermeubelen, toestellen,
enz., te bergen. Evenzeer om
een groter aantal mensen be
hoorlijken rationeel te huisves
ten.
Een eerste resultaat was, dat
een projektgroep werd samen
gesteld met opdracht een huis-
vestingsontwerp te maken.
Die projektgroep bestaat uit
vertegenwoordigers van alle
diensten van het stadhuis,
waaraan een werkzoekende
technische ingenieur openbare
werken werd toegevoegd.
De projektgroep formuleerde
vlug voorstellen die uiteindelijk
resulteerden in een punt bij
hoogdringendheid aan de ge
meenteraadszitting van 3 juni
waarbij 17 lastenboeken wer
den goedgekeurd en leningen
van samen 7.682.856 F wer
den gestemd om de nodige
materialen aan te kopen ter uit
voering van het projekt.
Nu men weet waar de diensten
tegen 1 januari zullen komen,
werd een timing opgesteld met
een volgorde waarin men
daaraan gaat werken. Er werd
bovendien vastgesteld welke
werken in eigen beheer of door
een onderznemer zullen on
dernomen worden.
WAAR KOMEN
DE DIENSTEN?
Men is van het standpunt ver
trokken dat binnen de muren
van het stadhuis veel mogelijk
heden zijn en men probeerde,
ten gerieve van de bevolking,
te vermijden dat sommige
diensten van het stadhuis zou
den uitzwermen.
In deze legislatuur vielen over
igens enkele uitbreidingsmo
gelijkheden in de schoot: het
gebouw van de Zwarte Zus
ters, het Hotel van Langenhove
en de rechtervleugel van het
stadhuis die vrijkwam door de
verhuis van de brandweer naar
haar nieuwe kazerne. Er werd
bovendien een doorsteek ge
maakt naar de gebouwen van
de Kattestraat. Al die gebou
wen zijn onderling toeganke
lijk, vormen derhalve een com-
pakt geheel en men kan zelfs
het ene stadhuis bereiken via 3
toegangen: Grote Markt, Ka-
pellestraat en Kattestraat Een
ideale oplossing waardoor te
vens een aantal lokalen als het
ware omsloten werden voor
verder gebruik. Zodat er uit
eindelijk voldoende ruimte was
om er de centrale diensten van
het nieuw stadsbestuur onder
te brengen door bestaande
gebouwen op te smukken tot
geschikte burelen.
KONKLUSIES
Men vertrok van enkele optie
ken en overwoog dat de dien
sten, die goed gehuisvest wa
ren en nog voldoende ruimte
boden voor uitbreiding best
konden blijven waar ze zijn!
Voor de diensten waarvoor het
gevaar bestond dat ze van
wege een massale uitbreiding
uit het stadhuis zouden uit
zwermen, zocht men bij voor
keur naar een desnoods voor
lopige oplossing.
Een andere bekommernis was
dat diensten die publiek ont
vangen gelijkvloers moesten
kunnen gehuisvest worden, en
dan nog liefst zonder trappen
of treden.
Vooral de Bevolkingsdienst
was een knelpunt, waarbij aan
voormelde voorwaarden
moest worden voldaan en die
tevens na de fusie een zeer
grote uitbreiding neemt. Ge
lukkig vond men een uitste
kende zij het voorlopige
oplossing in het gebouw waar
vroeger het poppenteater ge
vestigd was, samen met en
kele lokalen in de omgeving.
Niet alleen ligt de bevolkings
dienst dan binnen het com-
pleks van het stacfliuis, maar
bovendien kunnen alle lokalen
ervan zeer gemakkelijk toe
gankelijk gemaakt worden voor
het publiek.
De bevolkingsdienst vindt defi
nitief plaats in de rechtervleu
gel, daar waar nu de verlaten
brandweerkazerne staat.
De Personeelsdienst krijgt
eveneens zijn definitieve
plaats in die rechtervleugel,
tenzij nog voldoende ruimte
zou blijken aanwezig te zijn in
het Hotel van Langenhove, wat
eerder uitgesloten is. Men
voelde er evenwel niets voor
om die rechtervleugel in allerijl
op te lappen ten nadele even
tueel van het fraai uitzicht van
de binnenkoer van het oude
stadhuis. Daarom werd een ar-
chitekt belast met de opmaak
van een definitief ontwerp, ter
wijl voor de personeelsdienst
eveneens een voorlopige op
lossing werd gevonden op de
verdieping van het poppentea
ter.
Door de verhuis van de perso
neelsdienst en de ontvangerij
(zie verder), komt de hele lin
kervleugel van het stadhuis vrij
voor de Burgerlijke stand, die
overigens nu al veel te eng be
huisd was. De ganse linker
vleugel, waar nu de ontvange
rij, de personeelsdienst en de
schepen van financiën gehuis
vest zijn, wordt dus helemaal
burgerlijke stand.
De ontvangerij zal inmiddels
naar zijn definitieve bestem
ming gegaan zijn in het Hotel
van Langenhove, waarvroeger
de Griffie en de lokalen van de
Griffier en de referendaris van
de rechtbank van koophandel
gehuisvest waren. Er zijn voor
lopig restauratiewerken nodig
van het hele gelijkvloers.
Aan de bevolkingsdienst wor
den op 1.1.1977 de diensten
verkiezingen en militie toe
gevoegd, om reden dat ze
sterk afgestemd zijn op de me-
kanografie en de klasseersys
temen van de bevolkings
dienst. Ze verhuizen derhalve
mee naar de voorlopige oplos
sing voor de bevolkingsdienst
in de lokalen in en nabij het
poppenteater.
De ontruimde moiitie kan die
nen voor uitbreiding van het
sekretariaat.
De sociale dienst zal plaats
vinden in hethuidige lokaal van
de burgerlijke stand, zodat in
een uiteindelijke oplossing alle
dienstverleningen aan het pu
bliek gecentraliseerd zijn op
het gelijkvloers van het oude
Landhuis, dat dan samen met
de trouwzaal, de kabinetten
van de burgemeester, de se-
kretaris en de ambtenaar van
de burgerlijke stand het meest
representatieve deel van het
stadhuis wordt.
Op de verdieping van het
Landhuis "wil men anderzijds
zoveel mogelijk diensten groe
peren die het intern beheer
waarnemen, in dienstvan afde
lingen die rechtstreeks voor het
publiek werken.
Openbare werken, secretari
aat en drukkerij zijn uitste
kend gehuisvest en blijven dus
waar ze zijn.
Op die manier komt men dan
uiteindelijk tot een merkwaar
dige uitbreiding van de stads
diensten binnen de muren van
het stadhuis, waar alle centrale
diensten een behoorlijk onder
komen vinden en door een ra
tionale samenhang een geluk
kige gemeenschap van men
sen kunnen worden, op
1.1.1977 paraat om haar beste
diensten te verlenen aan de
bevolking van de 9.
«zit-
Bij de algemene statutaire vergadering van de handelskamer
van Aalst en gewest die een buitengewone opkomst kende
deed men beroep op een eminente spreker: H. Simonet,
Vice-Voorzitter van de Europese Ekonomische Gemeen
schap.
Onder de talrijke aanwezigen
merkte men oud-Minister Mo-
yersoen, Burgemeester De
Bisschop en Schepene Bo-
gaert op.
Inleider was de heer L. De
Wolf, algemeen sekretaris van
de handelskamer Aalst en
Past-President van de Jonge
Ekonomische Kamer Aalst.
Spreker noemde heer Simonet
een van de weinige grote Be
lgische politici. Alvorens over
te gaan tot de uiteenzetting
over: «Europa bilans voor
Je toekomst», werd door de
leer De Wolf overgegaan tot
Je voorstelling van het nieuwe
Destuur 1976-77 van de Jonge
Ekonomische Kamer Aalst.
Mieuwe beheerders zijn M. Van
3raet en Curt Welting. De he
en De Keyzer en Geeroms
waren herkiesbaar en blijven
Tiet algemene stemmen be
leerd er. Bij de Jonge Ekono-
ïiische kamer stelde men
Hugo Penne aan als Voorzitter,
Jaak Verstraeten ondervoorzit-
er, Willy Coen penningmees-
er en mevr. Ria Pensaert se
cretaris,
Van de heer Simonet werd ae-
rraagd om aan deze bestu Jrs-
eden de kentekens van hun
unktie te willen overhandigen.
Hen hoogtepunt was de uit
eenzetting van de h. Simonet,
/ice-Voorzitter van de E.E.G.
>preker onderlijnde dat hij een
'echtvaardiging van de titel
wou geven. Een balans heeft
Petrekking op het verleden en
het verleden is het jachtterrein
van de historici, meer dan dat
van de politici.
De tijd is gekomen om aan de
weg te timmeren van een
nieuwe Europese eenwording.
Spreker wou geen oordeel vel
len over het verleden. Dat is
voor de toekomst. Nu moet
men lessen uitpuren en blijven
motiveren en inspireren.
Hij wou vooral een balans van
de toekomst maken zonder
vooringenomenheid.
«De voorbeelden van misluk
kingen en niet nagekomen be
loften liggen voor het grijpen.
Maar er zijn ook suksessen,»
aldus de h. Simonet.
Tijdens de twee voorbije jaren
kenden we een zware ekono
mische krisis sedert de dertiger
jaren. Men slaagde erin de
kwaal in bedwang te houden.
Een eskalatie van protektio-
nisme te vermijden.
In een boeiende uiteenzetting
maakte spreker een werkelijk
bilan op en waar we in een vol
gende editie verder op ingaan.
Als Voorzitter van de handels
kamer Aalst trok de heer F.P.
CALLEBAUT de eindkonklu-
sies van de uiteenzetting. Hij
zegde zeer vereerd te zijn met
de aanwezigheid en spreek
beurt van de h. Simonet en
wenste de E.E.G. te feliciteren
voor de resultaten op ekono-
misch gebied.
«Men spreekt niet meer van
arm Vlaanderen, integendeel.»
Anderzijds deelde spreker niet
het pessimisme van de h. Si
monet, zoals dit naar zijn me-
KOMPAKT GELEGEN GEBOUWEN
VAN HET STADHUIS
BEVOLKING
PERSONEEL
BIBLIOTHEEK
OPENBARE
WERKEN
SOC.DIENST
LANDHU S
GROTE MARKT
Wingewest, springplank en visite-kaartje
Na ons relaas van vorige week over het plotse ontslag van
een lid van het Aalsterse Feestkomitee, blijven enkele vragen
gesteld. In verband met de interne werking van deze instel
ling, die toch miljoenen aan stedelijke subsidies krijgt en de
karnaval-faam hoog moet houden, hadden wij een tweede
gesprek met ontslagnemer Pol De Paepe, die overigens de
wens uitdrukte hierover voortaan niets meer te moeten ver
tellen.
ning uit de uiteenzetting naar
voren kwam en stelde boven
dien de «teorie der raderwer
ken» bijzonder op prijs. Hij on
derstreepte dat naar zijn ge
voel de EEG geen schuld had
aan de recessie. Het ligt aan
onszelf zegt de heer Callebaut.
Hij besluit zijn konklusies: «de
grote schrik van ons leven
meegemaakt te hebben toen
het embargo kwam, met de
oliekrisis en toen dacht aan
een derde wereldoorlog.
Als slot, in een ontspannende
en korte toespraak, overhan
digde Burgemeester De Bis
schop aan de heer Simonet,
als blijvend aandenken aan
onze stad, het karnavalboek.
Een receptie besloot deze al
gemene statutaire vergade
ring.
E.A.R.
Waarom hebt u 17 jaar ge
wacht om bepaalde toestan
den publiek te maken?
Dat heb ik niet. Op de vergade
ring van 2 oktober 1975 las ik
bv. volgende tekst voor: «Se
dert 2 jaar heb ik meermaals
voorzichtig doch tevergeefs
naar een schriftelijk gedetail
leerd jaar-overzicht van in
komsten en uitgaven ge
vraagd, zoals wij destijds van
de hr. Gaston Van Den Eede
kregen. Ik wil graag élke even
tuele tekortkoming uit het ver
leden vergeten, en beklemtoon
dat ik niemand van een fout
verdenk. Maar voortaan mag
geen enkele uitgave meer ge
daan die niet werd goedge
keurd door het komitee, en
voortaan dienen alle inkom-
sten gedetailleerd voorgelegd
en gekontroleerd. Hoe meer
openheid, hoe meer vertrou
wen». U ziet dat ik veel geduld
had, maar dat die openheid
nog maar enkele jaren zoek is.
Ging het vroeger dan beter,
en hoe kwam er verande
ring?
Vroeger was er veel meer
openheid, en heb ik nooit iets
verkeerds gemerkt. Rond 1966
vernam ik één keer dat een vo
rige voorzitter eens een rondje
aan de leden betaalde op het
terras van een kafé doch 's an
derendaags zijn onkostennota
indiende. Daar kon is dus mee
lachen. Ook toen ik erachter
kwam dat Gustaaf De Stobbe-
leir voor enkele vierkante me
ter met zijn jaarbeurs -stand
een kado had gekregen. Maar
de wending is begin 1971 ge
beurd toen een politiek getint
maneuver werd uitgehaald
over vergoedingen en indeks-
koppelingen met terugwer
kende kracht, zonder dat de
betrokkenen wisten tot welke
bedragen dit ging leiden, en
zonder dat de voorzitter noch
de schepen van feestelijkhe
den er aanvankelijk iets van
wisten! Van toen af werd de
mantel van Noach over vele fi
nanciële verrichtingen ge
spreid, en de leden kwamen er
oh zo moeilijk achter. Ik daag
om het even wie uit om op een
vergadering van 29 vrienden
een vraag naar het kasboek te
stellen, wanneer iemand zegt:
«Heren, alle stukken en bewij
zen liggen hier "op tafel zoals
elk jaar. Is er nog iemand die ze
wil nakijken?» Ik heb hard mijn
best moeten doeri om in de
boeken te kunnen snuffelen,
en mijn verslag ligt nog altijd ter
beschikking.
Waart gij ook met de voorzit
ter bevriend?
Natuurlijk, ai vrees ik dat het nu
niet meer wederkerig is. Van
Fons Singelijn heb ik altijd ge
zegd dat hij een fijne kerel is.
Waarom zou ik nu van mening
veranderen? Het enige wat
hem wel eens verweten wordt
is zijn zogezegde zwakheid
maar ik heb hem altijd verde
digd. Zelf zou ik veel te sekuur,
te perfektionist zijn voor derge
lijke taak. Hij is een soepel,
veelzijdig en verstandig man.
Je kan hem uren aan de praat
krijgen als je over postzegels of
maskers begint. Tans neemt hij
me kwalijk dat dat bedrag van
die vergoeding verscheen in
«De Voorpost» van enkele we
ken geleden, al heb ik herhaal
delijk en zelfs op mijn erewoord
op een vergadering gezegd dat
ik de pers daaromtrent niet had
ingelicht.
Er wordt in het komitee teveel
belang gehecht aan wat via
omwegen in de pers terecht
komt, in plaats van zélf pers
mededelingen te versturen. Ze
zijn allergisch als er iets ver
schijnt, in plaats van zich af te
vragen of het de waarheid is.
Nu echter werd vorige week
een stadsbediende door zijn
eigen schepen in «De Voor
post» onvoorstelbaar te grab
bel gegooid, daar waar ik aan
burgemeester De Bisschop be
loofd had niemand aan nie
mand te zullen verraden.
Met wie kwaamt gij het best
overeen in het komitee?
Met Frans Wauters, Gaston
Vaen Den Hauwe, Herman
Daelman, André Doorns, Her
man Louies, ach, met ieder
een. Voor Gust De Man heb ik
zelfs een hulde-gedichtje ge
maakt, van.. Gust de kleine
Man, een groot meneer.
Het prettige was dat je nooit
met politieke blokvorming te
doen had. Om de politieke
strekking te kennen moest je
waarempel met karnaval naar
de kleur van de kouden kijken.
Het is met veel heimwee dat ik
die prachtige ploeg onbaat
zuchtige werkers verliet, en
mijn ontslagbrief aan de voor
zitter was veel vriendelijker dan
in de pers verscheen.
Gij waart toch lid dank zij de
politiek?
Toch niet. De huidige burge
meester De Bisschop sprak mij
in 1958 op straat aan en vroeg
of ik niet bij het Feestkomitee
wou komen. Dat interesseerde
mij niet en ik zou hem wel «iets
laten weten». Daarmee was ik
er vanaf. Maar 14 dagen later
kreeg ik een brief van burge
meester Blanckaert die mijn
benoeming door de gemeente
raad meldde. De C.V.P. had
toen het initiatief genomen om
enkele «onafhankelijken» bin
nen te loodsen, en dat waren
Gaston Van Den Hauwe,
Pierre De Winter, Walter Van
Herreweghe en ik-zelf. Nooit
heeft die partij enige drukking
op mij uitgeoefend, behalve
één keer voor het aanduiden
van een ondervoorzitter, en
over die stemming heb ik nog
altijd spijt.
Er lopen geruichten over uw
politieke karrière en uw ont
slag zou een springplank
zijn?
Om de zes jaar loopt diezelfde
mop. Dan ontmoet ik telkens
goede kennissen die hun hoofd
wegdraaien op straat, en ande
ren die van uit hun wagen roe
pen: «Bravo, ge moogt op mijn
stem rekenen!»
Eén keer heb ik er eens een
ondeugend plezier in gevon
den om die praatjes niette ont
kennen, maar geloof me vrij dat
ik nog NOOIT gepoogd heb op
een lijst te staan voor de ge
meenteraadsverkiezingen!
Zes jaar geleden heb ik zelfs
een scheurlijst van midden
standers nog vóór de indiening
getorpedeerd en twaalf jaar ge
leden werd mij op niet minder
dan drie lijsten tegelijk een
plaats aangeboden. Ik ben te
groot vijand van partijtucht, en
als gemeenteraadslid zou ik
minder invloed hebben dan in
mijn huidige situatie. Maar het
Feestkomitee is inderdaad een
springplank voor politiekers
doch ook een wingewest, een
paraplu, een visite-kaartje, een
middel om zich belangrijk te
kunnen voelen en een middel
om iets te kunnen doen voor
zijn stad.
Tiens, doe mij een genoegen.
Plaats eens een kleine adver
tentie in Uw blad:
«Hoge grijze hoed te koop, met
17 jaar trouwe dienst, uit eigen
zak betaald. Bestand tegen
appelsienen. Nooit zat ge
weest. Beschikbaar wegens
gewetenskonflikt. Zich wenden
Molenstraat.»
De heer Simonet nam het woord op de algemene statutaire vergadering van de handelskamer van Aalst en
gewest (el)
jeiuKCu
SCHI/fM
De laatste maanden werd een toe
neming van het aantal gevallen
van hondsdolheid gekonstateerd.