Galerij Valerius De Saedeleer:
RUSSISCHE EN BYZANTIJNSE IKONEN
BIJ DE BLOEMENFEE
OP SCHOOT
LEVEN EN WONEN ALS RATTEN
TUSSEN VUIL EN STANK
«EKSKLUSIEF»
10 - 30-7-76 - De Voorpost
Tot 30 augustus loopt in de galerij Vqlerius De Saedeleer (Keizerlijk Plein 53 - Aalst)
een zeer belangrijke tentoonstelling met Russische en Byzantijnse ikonen uit 17° en
18° eeuw. Een enige gelegenheid om met deze veel besproken (en vaak ten onrechte
omstreden) kunsttak kennis te maken. Het is een fascinerende wereld die niet enkel
kunsthistorici en estetici weet te boeien maar ook een massa gegevens en aanwij
zingen bevat voor teologen, psychologen, archeologen en zelfs folkloristen. Dit
weze vermeld omdat Jan-met-de-pet er nog steeds van overtuigd is dat de kunstwe-
rereld enkel toegankelijk is voor hoogdravende mystici. Beethoven heeft eens
gezegd: «Kunst is een wetenschap». De studie der ikonen toont aan dat in deze
woorden veel waarheid schuilt en dat mits enige initiatie het artistieke erfdeel voor
velen een boeiend werkterrein kan zijn.
OORSPRONG
«Ikoon» afgeleid van het
Grieks, betekent niets meer of
minder dan «gelijkende afbe
elding». In de ikonenkunst zijn
deze afbeeldingen echter be
perkt tot de figuren van Chris
tus en heiligen De Maria-
figuur kreeg een ruim aandeel
en voor velen is dit de enige
bekende uit de ikonenfamilie.
Het is wel belangrijk deze kunst
in een ruimer (godsdienstig)
perspektief te zien.
De oudste ikonen. zowel Rus
sische als Byzantijnse, verto
nen kwa opzicht treffende ge
lijkenissen met de Egyptische
mummieportretten.
Ongetwijfeld hebben deze por
tretten (uit de Hellenistische
periode) een diepgaande in
vloed uitgeoefend op de oude
kristenen en hun kunst.
Immers, bij beiden treft ons het
streven naar sterke invidualisa-
tie der afgebeelde personen en
wel in die mate dat men bijna
van een geïdealiseerd voorstel
len mag spreken. De Egypti
sche dodenportretten pogen
een verheven beeld, los van
het aardse, te zijn. Gelijkaar
dige verschijnselen treffen we
ook aan bij de vreoge kristenen
die op de begraafplaatsen van
heiligen, martelaars en zij die
voor iets dergelijks moesten
doorgaan, gedenkplaten aan
brachten waarop vaak een ge
schilderd portret van de betref
fende persoon voorkwam. In
de meezte gevallen moest de
schilder zich beroepen op de
herinnering aan de overledene
om het portret te maken. Daar
door komt het dat deze portret
ten vooral vooraanzichten zijn
die geschematiseerd voorko
men. Deze ruwe lijnen waren
voldoende om een treffend, ka
rakteristiek beeld van de dode
weer te geven. Dit weergeven,
frontaal, in een vlak en met de
typische doordringende blik in
de grote ogen, bleef voortbe
staan tot in de achttiende eeuw
in Rusland.
De ikonenkusnt vond haar
voedingsbodem in Byzantium.
Ook de russische ikonen zijn
oorspronkelijk naar de Byzan
tijnse maatstazven gekoncipi-
eerd. Het waren immers By
zantijnen die in de 12e en 13e
eeuw op Russische bodem
werkten. In menig opzicht is dit
toeval uiterst vruchtbaai te
noemen, weliswaar wat de iko-
nenkustn betreft. Immers on
der invloed van de renaissance
heeft de Byzantijnse ikonen
kunst veranderingen onder
gaan, terwijl Rusland tot in de
achttiende eeuw vrijwel ge
vrijwaard bleef van dergelijke
invloed.
ONTWIKKELING
De Byzantijnse kunst vormt
een onmiddellijk aanknopings
punt met de vroeg-kristelijke
kunst. Hieruit ontsproot de eer
ste periode, gaande vanaf de
regering van keizer Justinianus
(van 527 tot 565) tot pakweg de
negende eeuw. Een tweede
periode situeert zich in tiende,
elfde en twaalfde eeuw. Zoals
eerder gezegd was deze pe
riode een onuitputtelijke bron
voor de ikonenschilders; ge
voelige typering, verheven
sfeer door enkelvoudige lijn-
voering en de daaruit voort
spruitende werking in één vlak.
De oudste Russische ikonen
situeert men in de twaalfde
eeuw. Onmiskenbaar is de By
zantijnse invloed. Van de oude
oorspronkelijke Byzantijnse
ikonen is op de Balkan weinig
bewaard gelbeven.
In de tweede hleft van de,veer
tiende eeuw en doorheen de
vijftiende eeuw kende de Rus
sische ikonenkunst haar grote
bloeiperiode. Deze kunst had
zich van de Byzantijnse invloed
onttrokken en droeg de onuit
wisbare stempel van de Russi
sche kuituur. De meest be
kende figuur uit deze periode
was Andrëi Roeblev (ong.
1370 - 1430). Over deze schil
der werd enige tijd geleden een
prachtige film gemaakt.
Na deze grote bloeiperiode
kende de ikonenkunst een
meer ambachtelijk karakter.
Men noemt deze periode de
«school der Stroganovs» een
uitloper van de school van
Moskou, ontstaan na de val
van Constantinopel (1453).
Deze ikonen kenmerken zich
door zeer verzorgde en ver
fijnde weergave. Ze missen
echter de diepzinnigheid der
werken uit de voorgaande pe
riode. Dit spruit voort uit het feit
dat vele ikonen geschilderd
werden om in de gunst te ko
men van de grote maecenas,
de familie Stroganov, naar wie
deze periode werd genoemd.
Naar een dieper punt ging het
met de ikonenkunst door soort
departement dat ikonenschil
ders als beamten betaalde en
in algemeen aanvaarde nor
men dwong te werken. Hieruit
ontsporot natuurlijkerwijze de
«Tsarenschool» die er naar
streefde de oude idealen op
nieuw gangbaar te maken. De
meeste Russische ikonen
stammen uit deze periode (17®
Eindelijk moet ik er dan toch wel mee voor de pinnen komen. Het is onderhand immers al een
flinke poos geleden dat ik er mij liet toe verleiden een praatje te gaan slaan met onze
bloemenfee, Annick Deprez. Aangezien ik echter een hekel heb (ook wel een beetje uit luiheid,
mijn ware natuur) aan klassieke interviews vraag en antwoord kwam ik na dat praatje tot
de vaststelling dat ik eigenlijk niet zoveel stof tot schrijven had. Zo n slordig praatje over
koetjes en kalfjes heeft natuurlijk het voordeel dat je alle kanten opkan, maar in dit geval is het
toch enigszins tegengevallen, mea culpa, mea maxima culpa.
De handelsfoor lonkt en met
de handelsfoor ook de verkie
zing van een nieuwe oloemen-
fee Elk jaar weer is dat een
belangrijke gebeurtenis in
onze stad die weld'a met uit
breiding beloond wordt. Of die
uitbreiding ook een andere
kandidatenlijst zal opleveren is
een andere vraag natuurlijk.
Tot eind augustus is het echter
nog altijd Annick die onze kleu
ren in binnen- en buitenland zal
verdedigen. Wie en wat Annick
allemaal is zult U hier natuurlijk
niet te weten komen, ik schiet
eens te meer te kort in mijn in
formatieve funktie Dat hindert
echter niet. Voor Annick begon
het allemaal zowat een jaar ge
leden: min of meer toevallig en
met de enige ambitie het tot
bloemenfee te brengen, stelde
zij haar kandidatuur. En won
der boven wonder, vrijwel zon
der uitzonderlijke steun van
een of andere karnavalvereni-
ging, zij haalde het. Zij laat de
foto s van de verkiezing zien en
zegt dat de andere kandidaten
toch wat knapper waren. Be
scheidenheid is een mooie
deugd voor een mooie vrouw
Ik vraag of zo n verkiezing ei
genlijk met te veel op het uiter
lijk van de kandidaten gericht
is9 Je kan het zingen van een
liedje of het naar voren bren
gen van een tekst toch moeilijk
een peilen naar kennis noe
men? Schoonheid speelt na
tuurlijk wel een rol. Wat echter
het belangrijkste is (toekom
stige kandidaten, spitst hier
even gewillig het oor!) zegt An
nick is het vlot ter tale wezen
Als bloemenfee moet je overal
en op de meest onverwachte
ogenblikken vlot één en ander
naar voor kunnen brengen. Je
moet zowat van alle markten
thuis zijn Je moet niet enkel
eer vrolijke karnavaliste zijn. je
moet even goed een serieuze
vergadering kunnen onder
houden over Aalst en zijn
oloemen
Ik neem het stapeltje foto's
verder door, onze gelukkige fo
tograaf herkent één van zijn
werkstukken, karnaval is in
derdaad niet zo alomtegen
woordig als ik wel had gedacht.
Annick was er bij in Ruisbroek,
toen het door onze stad inge
zamelde bedrag aan de getrof
fenen werd overhandigd. Ik zie
haar ook tijdens verscheidene
gelegenheden op de koer van
het stadhuis: met de burge
meester en een delegatie van
hier of een groep van daar.
Heel wat serieuze aangele
genheden dus.
Toch blijft de rol van de bloe
menfee te passief, daar zijn we
het ondertussen eens over
geworden Ze reageert enkel
op de uitnodigingen die haar
worden toegestuurd, hetzij
naar haar rechtstreeks, hetzij
via het stadsbestuur of het
feestkomitee.
Meestal beperken die dingen
zich tot vrolijke of lukratieve
bezigheden. Wat weinig of
zelfs niet ter sprake komt
zijn kulturele aangelegenhe
den. Officieel werd Annick op
geen enkele vernissage uitge
nodigd, op geen enkel koncert,
geen toneelstuk. Prijsuitreikin
gen en meer algemene zaken
worden (met het oog op de ko
mende verkiezingen?) gretig
door politici afgehaspeld Dat
betekent eigenlijk toch een mi
nimaliseren van de taak van de
bloemenfee vinden wij geza
menlijk uit. En daar gaan we
dan wat zitten om treuren maar
dat brengt geen aarde aan de
dijk. Annick bewaart echter
heel goede herinneringen aan
haar bloemenfee-zijn. De be
ste herinnering is wel het kin-
derkarnaval. Ook het Sinter
klaasfeest en nog een hele
boel andere festiviteiten zullen
haar nog lang heugen
In september keert zij terug tot
de status van gewone Aalster-
se. Misschien gaat ze dan wel
weer voor een tijdje naar
Frankrijk. Om te studeren, om
bij te scholen. Sinds enige tijd
heeft Annick immers een
schoonheidscentrum in de Kat-
testraat.
Samen met haar broer Hum-
bert drijft zij handel in aller
hande potjes en zalfjes die het
vrouwelijk schoon nog aan
trekkelijker moeten maken.
Soms volstaan de potjes niet
om rimpeltjes of kraaiepootjes
weg te werken en dan moet er
handwerk aan te pas komen.
Dat heeft Annick bij een Franse
specialiste geleerd Ze heeft
dan ook de exclusiviteit voorde
gamma produkten van de da
me.
Zo, ik stap dan maar eens op.
eeuw).
De meeste werken overtroffen
weliswaar de minder gelukkige
Stroganov-ikonen, maar de
grote bloeiperiode in de vij-
tiende eeuw kon men helaas
niet evenaren. Dit mislukken,
of beter, dit tekortschieten laat
zich verklaren door het feit dat
men niet voldoende terugblikte
op eigen verworvenheden,
maar té ontvankelijk stond voor
westerse invloeden. Men lette
vooral op de ikonen uit de late
achttiende eeuw, waarin duide
lijk (omgevormde) barokmotie-
ven te onderkennen vallen.
Dit alles neemt natuurlijk niet
weg dat de ikonenkunst bij
zonder boeiend is voor ons,
mensen van de twintigste
eeuw, want zelfs het minst ge
slaagde werk in het genre is en
blijft de getuigenis van een uit
ermate specifieke kunsttak, die
tenslotte in het verloop der
eeuwen het minst van al zich
zelf verloochend heeft. Dit om
dat een onverbrekelijke band
bleef bestaan met de gods
dienst, of sterker nog, omdat
het ikoon een wezenlijk onder
deel ervan was.
Het spreekt vanzelf dat dit
overzicht verre van volledig is.
Het lag enkel in onze bedoeling
de lezer ergens wegwijs te ma
ken in de ikonenkunst, en hem
tevens aan te zetten de gele
genheid te baat te nemen om te
bekijken wat niet kan geschre
ven worden.
TIP VAN DE WEEK
Ditmaal richten wij ons tot een
beperkte groep van belangstel
lenden. De Archeologen en
diegene die belangstelling
hebben voor deze tak van de
wetenschap.
Aanleiding van deze tip zijn de
grootscheepse Archeologi
sche Opgravingen in Grob-
bendonk.
Sedert 1968 verricht de Cultu
rele afdeling van de vereniging
«Nete en AA» te Grobbendonk
archeologische opgravingen.
Resultaten bleven dan ook niet
uit. In 1976 zal deze vereniging
andermaal een grote kam-
pagne leiden op zoek naar het
oerverleden van Grobben
donk. De opgravingswerken
gaan door op het hoogveld,
Voselaarsbaan, van 26 juni tot
17 augustus Het geheel staat
onder de leiding van de heer
Gerrit Haesendonckx, licenti
aat geschiedkundige-
archeologie, en van GeQrges
De Maeyer, dienstleider cul-
tuurdienst. afdeling archeolo
gie van «Nete en Aa». De gra-
versploeg wordt gevormd uit
alle mogelijke vrijwillige me
dewerkers. Het merendeel is
afkomstig uit de Philip van
Horne-scholengemeenschap
van Weert (NL). De plaats van
opgravingen is bijzonder rijk
aan Gallo-Romeins materiaal.
In de onmiddellijke nabijheid
werden trouwens reeds van in
1908 zeer interessante vond
sten gedaan. De archeologi
sche campagne, die de groot
ste in haar soort is die in deze
streek ooit werd georgani
seerd, beloofd dus heel wat
nieuws aan het licht te zullen
brengen. Bezoeken kunnen al
leen toegestaan worden indien
ze schriftelijk aangevraagd
worden bij de vzw «Nete en
Aa», cultuurdienst, Bevrij
dingsstraat 31 te Grobben
donk.
schrijnende omstandigheden waarvan men zich kan
afvragen, hoe is het mogelijk, hoe bestaat het. Mensen die leven als dieren in een stal. Tussen vuil, drek en
smerigheid van het ergste soort. In een onbeschrijfelijke stank, verstoken van licht en lucht in een
woonplaats die in geen jaren een borstel, laat staan een emmer water of stofvod zag.
ARMOEDE OF EIGEN
VERWAARLOZING?
Men kan zich afvragen of het wel
om armoede gaat. Eerder de
ergste vorm van eigen verwaar
lozing en negativisme. Ergerlijk
hierbij, dat het vaak om nog
relatief jonge mensen gaat en
verwonderlijk, dat vooral de
buren niet ingrijpen. Integen
deel. nog een ongezonde
nieuwsgierigheid aan de dag
leggen en het lef' hebben nog te
vragen: «ge hebt er wat gevon
den zeker?».
Dat de buren dikwijls op de
hoogte zijn bewijzen niet alleen
hun reakties. maar ook hun
opmerkingen en aanwijzingen.
«De ratten lopen er binnen en
buiten meneer». Of: «Het is een
sukkelaar».
Bovendien hoeven het niet altijd
mannen te zijn. Al te dikwijls
gaat het om vrouwen. Indien we
schrijven dat sommigen de
grootste vorm van luiheid aan de
dag leggen, is het niet eens
overdreven. Of het in alle
gevallen om armoede gaat
betwijfelen wij.
Bij ons ondezoek deden we een
merkwaardige «feeling» op. We
leerden te onderscheiden wat
erger is dan erg en met een
onnaspeurbare definitie kunnen
we praktisch opde gevel af als
het ware de gebouwen
aanwijzen waar zich een erger
lijke toestand kan voordoen. Het
hoeft geen oud vervallen ge
bouwtje te zijn ergens in een
achterbuurt. Niemand hoeft ons
aanwijzingen of inlichtingen te
geven.
Inmiddels geraken we ook
gewoon aan omstandigheden
waar het kotsen ons nader staat
en wc leren cj. een andere
manier ademen. In sommigt
gevallen hebben we toch nog een
zakdoek nodig.
En in die toestanden leven
mensen. Dag in. dat uit.
Ongelooflijk en toch waar. Bijna
onbeschrijfelijk. Toch bestaan
ze in Aalst. Enkele van de
gevallen sommen wc Bewus
laten we straatnamen of andere
identilïkatiegegevens weg om
elke ongezonde nieuwsgierig
heid de kop in tedrukken.
VERSTOKEN VAN 'rHT EN
LUCHT
Het is ons eerste geval. We staan
voor een schamele woning en een
gammele deur. We betwijfelen
of er wel iemand woont. De deur
kan niet eens op slot en het
vensterraam is bijna Keen ven
sterraam meer. Wat nog voor
het venster hangt zijn ooit eens
gordijnen geweest. We kloppen
en horen in de verte 'n stem die
ons zegt binnen te komen. Het is
een koude lentemorgend wan
neer we het «hol» binnenstappen
en aanvankelijk niets kunnen
ontwaren. Uiteindelijk zien we
dat de bewoner in lompen
gekleed op iets ligt dat
waarschijnlijk ooit eens een
ligzetel is geweest. Hij doet niet
eens de moeite om recht te staan.
De vloer is meer dan smerig en
men kan niet uitmaken of het
om tegels gaat of een aarden
vloer. Oude aardappels, vuil en
papier omringen de man. Voor
zijn persoonlijke behoefte, groot
of klein, verlaat hij zijn kamer
niet. Trouwens we geraken niet
eens in de achterliggende ge
bouwen.
Dit omwille van het vuil en de
verwaarlozing. Midden in het
vertrek staat een tafel en wat et-
op staat is op zichzelf een
kotspartij waard. Oude etens
resten in één oude bord. dat nog
nooit werd afgewassen en waar
steeds maar opnieuw voedsel
wordt ingekipt. De smerigheid
op de randen is ongelooflijk.
Rondom het bord oude blikjes,
sommige zijn halfleeg. Blikjes
met opgelegde groenten en
fruit. Een oude gammele ver
roeste Leuvens kachel met het
nodige aantal asse. kolen en
afval. Het garnituur op de
schoorsteenmantel is onkenne
lijk van het stof. Indien men
spreekt van centimeters stof,
dan is dit niet overdreven. Wat
eens een kast was. ligt dik onder
hetzelfde stof. In geen twintig
jaar is hier ooit een stoffer
geweest. Op die kast ligt een
boekje. Men kan niet eens meer
de titel lezen van het door de
jaren heen opgestapelde vuil.
En de man zelf? De bewoner?
Hij is de eigenaar van dit wrak.
Hij is nog relatief jong. En toch.
wc hebben al de moeite om hem
tussen zijn eigen vuil en smerig
heid te ontdekken.
De buren kennen hem en weten
het. Sommige mensen moeten
hem niet. Schuwen de zaak.
Anderen hebben er «kompassie
mee». Spijtig genoeg is gans het
geval een bestendige bron en
broeihaard van ongedierte.
Maar hierin staat hij niet alleen,
het was maar een begin.
TUSSEN POTTEN, PANNEN
EN SCHAPEN
Het is een vrij recente woonst
van 'n stevige konstruktie in een
nette buurt. Alleen de ruiten
hebben dringend behoefte aan
een beurt en de overgordijnen
kunnen best een sopje gebrui
ken. Verder is er niet zovéél
opvallends en met de bewoner
lopen we het gebouw door. Eens
te meer een erge staat van
verwaarlozing. Bovendien is er
naast de opgestapelde rommel
een opvallend feit. dat er zich op
de grond niet alleen «dieren
sporen» van poten bevinden,
maar ook wat dieren plegen
achter te laten.
De bewoner heeft verschillende
schapen en deze brave beesten
lopen vrij en vrolijk tussen het
meubilair. In de gang. keuken,
living en veranda. Dag in dag uit
leeft men hier tussen de scha
pen. Letterlijk. Het is een
onbeschrijflijke warboel die on
voorstelbaar is. Dieren zijn vaak
trouwens oorzaak van onwaar
schijnlijke vervuiling. Een dame
woont in een vrij nette woning.
Zij heeft geen tuin en op de koop
toe liet ze het voorschoot kleine
koertje volledig afsluiten, zodat
licht en lucht volkomen ont
breekt Het troeteldier is een oud
hondjedat kennelijk ziek is. Het
heeft etterende zweren. Het dier
wordt nooit buitengelaten en
verluchting is er niet. Urine en
uitwerpselen vinden hun weg in
een armzalige en niet verluchte
stal en op het van lucht
afgeschermde koertje. De stank
is ondraagelijk. Overal urine en
uitwerpselen.
MET KAARS EN BRIL
Deur en ramen hebben beslist
een verflaagje nodig. Voor het
overige woont de eigenaar in een
gebouw van normale konstruk
tie dat nogjarendetanddes tijds
kan doorstaan. De voordeur
staat uitnodigend open en
tussen kast en gangdeur zit een
man ('s middags) in pyjama. De
kamer waar hij zich bevindt is
ooit eens behangen geweest.
Wat het geweest is, kan men niet
meer afleiden. Overal hangen dc
lappen behang gewoon naar
beneden. Het enige meubilair is
een kast. tafel, gammele stoel en
bed met er naast een nachtem
mer. Elektriciteit is er niet meer.
Op tafel staat een kaars. Er is
geen radio en uiteraard geen
tv-toestel. Zelfs geen dag of
weekbladen. Niets, gewoon
niets. Die man stapt gewoon het
bed in. vat laar op c»stoel en
terug lu-i l ed in of /it aan de
deur. Ol van het bed en op de
stoel naar de nachtemmer. Een
ocstand die zo te zien reeds
laren en jaren aansleept. Is dit
nog leven?
VUILNIS BEWAREN
In een vrij behoorlijk onderhou
den gebouw treffen we een groot
magazijn aan van ongeveer
twintig meter, zoniet groter.
Wat we daar te zien krijgen
hebben we nog nooit gezien.
I onnen en tonnen rommel,
vuilnis, afval en al wat normali
ter verwezen wordt naar het
stort. Beweren dat het een privé
en overdekte stortplaats is. is
niet overdreven. Een jarenlange
verzameling van lege blikjes,
flessen, papier, kartonnen dozen
en ai wat maar weg te gooien
valt.
Men gaf trouwens toe. dat het
vuilnis niet buitengezet werd en
men alles bewaarde. Eens te
meer een bron van rommel en
stank. Zij het dan in een
aanpalend gebouw.
Afval bewaren is trouwens een
kenmerk van sommige mensen.
In een erg verwaarloosde winkel
van voedingswaren treffen we
naast de grootste wanorde een
bijna gelijkaardig magazijn aan
waar men zich met moeite een
weg kan banen. Bovendien moet
men opletten niet in drek en
andere vuiligheid van de honden
te trappen en op de koer bevindt
zich c.-n stapelplaats van rottend
fin li i'ii groenten.
Bij een beenhouwer is het nog
erger wat reuk en viezigheid
betreft. Zij het dan in de
stallingen waar zich honden
bevinden en rottend vlees.
Waar hijnlijl is er de ophaai-
diens ,.m het vilbeluik nog
nooit a li huis geweest.
OI'RI I MEN WAT IS DAT?
feu n de aak -oorkont- ide
kenmerken is het gewoon niet
o|iruimen van vuiligheid. Was-
'i san maanden en maandci
en idem wat de vaat betreft die
geen maandenlange beurt
kreeg. I wee i alees geven hei
«lieren ie bedienen». Maar de
heren moeten niets hebben, voor
geen geld ter wereld, 't Scenario
was te verwachten. Stank, vui
ligheid. opgestapelde smerig
heid. Om te kotsen. Een ander
etablissement met een nog vrij
jonge en overdreven geschmink
lopen d» r lot de
i lit een
van de lecfkamer.
siapel oud wasgoed
nog net een kindje
De kasten, vloer en
-n chaos. Het is een
/aak /ieh een weg
sseii «tv roi -nel
irapper Dij
winzelfsj enJ
Maar ook op de
dig a
kind
de
ibeeld hm
ipcii hel i
waai «Ie
anili. -
aan liet I
i niet moet. We
olissement in-
'-aalster samen
wen zich gron-
l inken zijn. Een
ir of twaalf krijgt
opdracht de
k en t;
blik op
Tussen cc
horen wc
schreien,
tafel is ci
onmogelii
te banen
zonder oj
stank is e
ingridiënt
koer zelf spelen een tweetal
kinderen in hun blootje. Zij
zitten in een grote asktiip en
plensen mei iet «uilste en
brakste watei .at we ooit r-
liebben.
APPARTEMENTEN
We bevinden ons in een «sociale-
woning-buurt». Nette eenvou
dige woningen die ruimte bieden
aan een sobere en gezellige
levenswijze. Beneden en boven
verdiepingen hebben een afzon
derlijke toegang en men zou, in
de beperkte ruimten die er zijn,
bijna geen mogelijkheid meer
overhouden om vuil en smerig te
leven. En toch. we bestijgen de
trap naar de leefkamer
bevinden ons miden roet en stof.
De zoldering ziet niet alleen
zwart, het stof hangt gewoon i
slierten naar beneden. Dc bewo
ners zijn navenant. Het zijn nog
vrij jonge mensen waarvan men
zich opnieuw kan afvragen, zien
of weten zij dit werkelijk
allemaal niet?
Ook in andere woonblokken,
kilometers ervandaan, stelt men
af en toe hetzelfde verschijnsel
vast. Hier doet men niet eens de
moeite om gordijnen voor het
raam te plaatsen. Oude kranten
doen ook dienst om al te
nieuw sgierige blikken te weren.
TOESTANDEN? ALLEMAAL
TOESTANDEN
Het zijn er slechts een paar.
Links en rechts er wat uitgepikt
in de grote waaier van mensen
die leven als dieren, of erger nog.
Paradoksaal is. dat de modern
ste kleurentevee of een grote
zware motorfiets die duurder s
dan een kleine jiersonenwagen.
tussen liet vuilnis prijken. An
derzijds hoeft men niet geschokt
te zijn. er zijn mensen te over die
het weten, die er regelmatig in
kontakt mee komen. De buren
vooral, de nieter opnemers. het
eventueel thuisbezorgen van
warme maaltijden, de hande
laars. Ambulante diensten.
Dokters.
NIET VERWARREN
De aangehaalde feiten mogen
geenszins verwarring brengen in
de mening, dal rommelig syno
niem is ii verwaarlozing. Of
een afwas van iv..e drie dagen
die nog geen beurt kreeg, te
typeren valt als vuil-smerig-
siinkend. De beschreven feiten
tarten elke verbeelding en staan
volledig los \an een gewoon of
vrij normaal leefpatroon w aar er
misschien niet altijd de nodige
lijd of mogelijkheid is om
dadelijk alles op orde te brengen
of te houden. Gezinnen met
kinderen weten dit al te best.
Maar daarnaast leven er wel
dei'elijk mensen, jonge en oude.
in een imxlernc maatschappij in
levens-omstandigheden die geen
gelijke hebben. Het is geen
verwijt, maar een vaststelling
waarbij men zieli kan afvragen,
«al kan men er in feite aan
Lilde
oesland in Aals
tschiclcr.
is beslist