Galerij Valerius De Saedeleer: RUSSISCHE EN BYZANTIJNSE IKONEN BIJ DE BLOEMENFEE OP SCHOOT LEVEN EN WONEN ALS RATTEN TUSSEN VUIL EN STANK «EKSKLUSIEF» 10 - 30-7-76 - De Voorpost Tot 30 augustus loopt in de galerij Vqlerius De Saedeleer (Keizerlijk Plein 53 - Aalst) een zeer belangrijke tentoonstelling met Russische en Byzantijnse ikonen uit 17° en 18° eeuw. Een enige gelegenheid om met deze veel besproken (en vaak ten onrechte omstreden) kunsttak kennis te maken. Het is een fascinerende wereld die niet enkel kunsthistorici en estetici weet te boeien maar ook een massa gegevens en aanwij zingen bevat voor teologen, psychologen, archeologen en zelfs folkloristen. Dit weze vermeld omdat Jan-met-de-pet er nog steeds van overtuigd is dat de kunstwe- rereld enkel toegankelijk is voor hoogdravende mystici. Beethoven heeft eens gezegd: «Kunst is een wetenschap». De studie der ikonen toont aan dat in deze woorden veel waarheid schuilt en dat mits enige initiatie het artistieke erfdeel voor velen een boeiend werkterrein kan zijn. OORSPRONG «Ikoon» afgeleid van het Grieks, betekent niets meer of minder dan «gelijkende afbe elding». In de ikonenkunst zijn deze afbeeldingen echter be perkt tot de figuren van Chris tus en heiligen De Maria- figuur kreeg een ruim aandeel en voor velen is dit de enige bekende uit de ikonenfamilie. Het is wel belangrijk deze kunst in een ruimer (godsdienstig) perspektief te zien. De oudste ikonen. zowel Rus sische als Byzantijnse, verto nen kwa opzicht treffende ge lijkenissen met de Egyptische mummieportretten. Ongetwijfeld hebben deze por tretten (uit de Hellenistische periode) een diepgaande in vloed uitgeoefend op de oude kristenen en hun kunst. Immers, bij beiden treft ons het streven naar sterke invidualisa- tie der afgebeelde personen en wel in die mate dat men bijna van een geïdealiseerd voorstel len mag spreken. De Egypti sche dodenportretten pogen een verheven beeld, los van het aardse, te zijn. Gelijkaar dige verschijnselen treffen we ook aan bij de vreoge kristenen die op de begraafplaatsen van heiligen, martelaars en zij die voor iets dergelijks moesten doorgaan, gedenkplaten aan brachten waarop vaak een ge schilderd portret van de betref fende persoon voorkwam. In de meezte gevallen moest de schilder zich beroepen op de herinnering aan de overledene om het portret te maken. Daar door komt het dat deze portret ten vooral vooraanzichten zijn die geschematiseerd voorko men. Deze ruwe lijnen waren voldoende om een treffend, ka rakteristiek beeld van de dode weer te geven. Dit weergeven, frontaal, in een vlak en met de typische doordringende blik in de grote ogen, bleef voortbe staan tot in de achttiende eeuw in Rusland. De ikonenkusnt vond haar voedingsbodem in Byzantium. Ook de russische ikonen zijn oorspronkelijk naar de Byzan tijnse maatstazven gekoncipi- eerd. Het waren immers By zantijnen die in de 12e en 13e eeuw op Russische bodem werkten. In menig opzicht is dit toeval uiterst vruchtbaai te noemen, weliswaar wat de iko- nenkustn betreft. Immers on der invloed van de renaissance heeft de Byzantijnse ikonen kunst veranderingen onder gaan, terwijl Rusland tot in de achttiende eeuw vrijwel ge vrijwaard bleef van dergelijke invloed. ONTWIKKELING De Byzantijnse kunst vormt een onmiddellijk aanknopings punt met de vroeg-kristelijke kunst. Hieruit ontsproot de eer ste periode, gaande vanaf de regering van keizer Justinianus (van 527 tot 565) tot pakweg de negende eeuw. Een tweede periode situeert zich in tiende, elfde en twaalfde eeuw. Zoals eerder gezegd was deze pe riode een onuitputtelijke bron voor de ikonenschilders; ge voelige typering, verheven sfeer door enkelvoudige lijn- voering en de daaruit voort spruitende werking in één vlak. De oudste Russische ikonen situeert men in de twaalfde eeuw. Onmiskenbaar is de By zantijnse invloed. Van de oude oorspronkelijke Byzantijnse ikonen is op de Balkan weinig bewaard gelbeven. In de tweede hleft van de,veer tiende eeuw en doorheen de vijftiende eeuw kende de Rus sische ikonenkunst haar grote bloeiperiode. Deze kunst had zich van de Byzantijnse invloed onttrokken en droeg de onuit wisbare stempel van de Russi sche kuituur. De meest be kende figuur uit deze periode was Andrëi Roeblev (ong. 1370 - 1430). Over deze schil der werd enige tijd geleden een prachtige film gemaakt. Na deze grote bloeiperiode kende de ikonenkunst een meer ambachtelijk karakter. Men noemt deze periode de «school der Stroganovs» een uitloper van de school van Moskou, ontstaan na de val van Constantinopel (1453). Deze ikonen kenmerken zich door zeer verzorgde en ver fijnde weergave. Ze missen echter de diepzinnigheid der werken uit de voorgaande pe riode. Dit spruit voort uit het feit dat vele ikonen geschilderd werden om in de gunst te ko men van de grote maecenas, de familie Stroganov, naar wie deze periode werd genoemd. Naar een dieper punt ging het met de ikonenkunst door soort departement dat ikonenschil ders als beamten betaalde en in algemeen aanvaarde nor men dwong te werken. Hieruit ontsporot natuurlijkerwijze de «Tsarenschool» die er naar streefde de oude idealen op nieuw gangbaar te maken. De meeste Russische ikonen stammen uit deze periode (17® Eindelijk moet ik er dan toch wel mee voor de pinnen komen. Het is onderhand immers al een flinke poos geleden dat ik er mij liet toe verleiden een praatje te gaan slaan met onze bloemenfee, Annick Deprez. Aangezien ik echter een hekel heb (ook wel een beetje uit luiheid, mijn ware natuur) aan klassieke interviews vraag en antwoord kwam ik na dat praatje tot de vaststelling dat ik eigenlijk niet zoveel stof tot schrijven had. Zo n slordig praatje over koetjes en kalfjes heeft natuurlijk het voordeel dat je alle kanten opkan, maar in dit geval is het toch enigszins tegengevallen, mea culpa, mea maxima culpa. De handelsfoor lonkt en met de handelsfoor ook de verkie zing van een nieuwe oloemen- fee Elk jaar weer is dat een belangrijke gebeurtenis in onze stad die weld'a met uit breiding beloond wordt. Of die uitbreiding ook een andere kandidatenlijst zal opleveren is een andere vraag natuurlijk. Tot eind augustus is het echter nog altijd Annick die onze kleu ren in binnen- en buitenland zal verdedigen. Wie en wat Annick allemaal is zult U hier natuurlijk niet te weten komen, ik schiet eens te meer te kort in mijn in formatieve funktie Dat hindert echter niet. Voor Annick begon het allemaal zowat een jaar ge leden: min of meer toevallig en met de enige ambitie het tot bloemenfee te brengen, stelde zij haar kandidatuur. En won der boven wonder, vrijwel zon der uitzonderlijke steun van een of andere karnavalvereni- ging, zij haalde het. Zij laat de foto s van de verkiezing zien en zegt dat de andere kandidaten toch wat knapper waren. Be scheidenheid is een mooie deugd voor een mooie vrouw Ik vraag of zo n verkiezing ei genlijk met te veel op het uiter lijk van de kandidaten gericht is9 Je kan het zingen van een liedje of het naar voren bren gen van een tekst toch moeilijk een peilen naar kennis noe men? Schoonheid speelt na tuurlijk wel een rol. Wat echter het belangrijkste is (toekom stige kandidaten, spitst hier even gewillig het oor!) zegt An nick is het vlot ter tale wezen Als bloemenfee moet je overal en op de meest onverwachte ogenblikken vlot één en ander naar voor kunnen brengen. Je moet zowat van alle markten thuis zijn Je moet niet enkel eer vrolijke karnavaliste zijn. je moet even goed een serieuze vergadering kunnen onder houden over Aalst en zijn oloemen Ik neem het stapeltje foto's verder door, onze gelukkige fo tograaf herkent één van zijn werkstukken, karnaval is in derdaad niet zo alomtegen woordig als ik wel had gedacht. Annick was er bij in Ruisbroek, toen het door onze stad inge zamelde bedrag aan de getrof fenen werd overhandigd. Ik zie haar ook tijdens verscheidene gelegenheden op de koer van het stadhuis: met de burge meester en een delegatie van hier of een groep van daar. Heel wat serieuze aangele genheden dus. Toch blijft de rol van de bloe menfee te passief, daar zijn we het ondertussen eens over geworden Ze reageert enkel op de uitnodigingen die haar worden toegestuurd, hetzij naar haar rechtstreeks, hetzij via het stadsbestuur of het feestkomitee. Meestal beperken die dingen zich tot vrolijke of lukratieve bezigheden. Wat weinig of zelfs niet ter sprake komt zijn kulturele aangelegenhe den. Officieel werd Annick op geen enkele vernissage uitge nodigd, op geen enkel koncert, geen toneelstuk. Prijsuitreikin gen en meer algemene zaken worden (met het oog op de ko mende verkiezingen?) gretig door politici afgehaspeld Dat betekent eigenlijk toch een mi nimaliseren van de taak van de bloemenfee vinden wij geza menlijk uit. En daar gaan we dan wat zitten om treuren maar dat brengt geen aarde aan de dijk. Annick bewaart echter heel goede herinneringen aan haar bloemenfee-zijn. De be ste herinnering is wel het kin- derkarnaval. Ook het Sinter klaasfeest en nog een hele boel andere festiviteiten zullen haar nog lang heugen In september keert zij terug tot de status van gewone Aalster- se. Misschien gaat ze dan wel weer voor een tijdje naar Frankrijk. Om te studeren, om bij te scholen. Sinds enige tijd heeft Annick immers een schoonheidscentrum in de Kat- testraat. Samen met haar broer Hum- bert drijft zij handel in aller hande potjes en zalfjes die het vrouwelijk schoon nog aan trekkelijker moeten maken. Soms volstaan de potjes niet om rimpeltjes of kraaiepootjes weg te werken en dan moet er handwerk aan te pas komen. Dat heeft Annick bij een Franse specialiste geleerd Ze heeft dan ook de exclusiviteit voorde gamma produkten van de da me. Zo, ik stap dan maar eens op. eeuw). De meeste werken overtroffen weliswaar de minder gelukkige Stroganov-ikonen, maar de grote bloeiperiode in de vij- tiende eeuw kon men helaas niet evenaren. Dit mislukken, of beter, dit tekortschieten laat zich verklaren door het feit dat men niet voldoende terugblikte op eigen verworvenheden, maar té ontvankelijk stond voor westerse invloeden. Men lette vooral op de ikonen uit de late achttiende eeuw, waarin duide lijk (omgevormde) barokmotie- ven te onderkennen vallen. Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat de ikonenkunst bij zonder boeiend is voor ons, mensen van de twintigste eeuw, want zelfs het minst ge slaagde werk in het genre is en blijft de getuigenis van een uit ermate specifieke kunsttak, die tenslotte in het verloop der eeuwen het minst van al zich zelf verloochend heeft. Dit om dat een onverbrekelijke band bleef bestaan met de gods dienst, of sterker nog, omdat het ikoon een wezenlijk onder deel ervan was. Het spreekt vanzelf dat dit overzicht verre van volledig is. Het lag enkel in onze bedoeling de lezer ergens wegwijs te ma ken in de ikonenkunst, en hem tevens aan te zetten de gele genheid te baat te nemen om te bekijken wat niet kan geschre ven worden. TIP VAN DE WEEK Ditmaal richten wij ons tot een beperkte groep van belangstel lenden. De Archeologen en diegene die belangstelling hebben voor deze tak van de wetenschap. Aanleiding van deze tip zijn de grootscheepse Archeologi sche Opgravingen in Grob- bendonk. Sedert 1968 verricht de Cultu rele afdeling van de vereniging «Nete en AA» te Grobbendonk archeologische opgravingen. Resultaten bleven dan ook niet uit. In 1976 zal deze vereniging andermaal een grote kam- pagne leiden op zoek naar het oerverleden van Grobben donk. De opgravingswerken gaan door op het hoogveld, Voselaarsbaan, van 26 juni tot 17 augustus Het geheel staat onder de leiding van de heer Gerrit Haesendonckx, licenti aat geschiedkundige- archeologie, en van GeQrges De Maeyer, dienstleider cul- tuurdienst. afdeling archeolo gie van «Nete en Aa». De gra- versploeg wordt gevormd uit alle mogelijke vrijwillige me dewerkers. Het merendeel is afkomstig uit de Philip van Horne-scholengemeenschap van Weert (NL). De plaats van opgravingen is bijzonder rijk aan Gallo-Romeins materiaal. In de onmiddellijke nabijheid werden trouwens reeds van in 1908 zeer interessante vond sten gedaan. De archeologi sche campagne, die de groot ste in haar soort is die in deze streek ooit werd georgani seerd, beloofd dus heel wat nieuws aan het licht te zullen brengen. Bezoeken kunnen al leen toegestaan worden indien ze schriftelijk aangevraagd worden bij de vzw «Nete en Aa», cultuurdienst, Bevrij dingsstraat 31 te Grobben donk. schrijnende omstandigheden waarvan men zich kan afvragen, hoe is het mogelijk, hoe bestaat het. Mensen die leven als dieren in een stal. Tussen vuil, drek en smerigheid van het ergste soort. In een onbeschrijfelijke stank, verstoken van licht en lucht in een woonplaats die in geen jaren een borstel, laat staan een emmer water of stofvod zag. ARMOEDE OF EIGEN VERWAARLOZING? Men kan zich afvragen of het wel om armoede gaat. Eerder de ergste vorm van eigen verwaar lozing en negativisme. Ergerlijk hierbij, dat het vaak om nog relatief jonge mensen gaat en verwonderlijk, dat vooral de buren niet ingrijpen. Integen deel. nog een ongezonde nieuwsgierigheid aan de dag leggen en het lef' hebben nog te vragen: «ge hebt er wat gevon den zeker?». Dat de buren dikwijls op de hoogte zijn bewijzen niet alleen hun reakties. maar ook hun opmerkingen en aanwijzingen. «De ratten lopen er binnen en buiten meneer». Of: «Het is een sukkelaar». Bovendien hoeven het niet altijd mannen te zijn. Al te dikwijls gaat het om vrouwen. Indien we schrijven dat sommigen de grootste vorm van luiheid aan de dag leggen, is het niet eens overdreven. Of het in alle gevallen om armoede gaat betwijfelen wij. Bij ons ondezoek deden we een merkwaardige «feeling» op. We leerden te onderscheiden wat erger is dan erg en met een onnaspeurbare definitie kunnen we praktisch opde gevel af als het ware de gebouwen aanwijzen waar zich een erger lijke toestand kan voordoen. Het hoeft geen oud vervallen ge bouwtje te zijn ergens in een achterbuurt. Niemand hoeft ons aanwijzingen of inlichtingen te geven. Inmiddels geraken we ook gewoon aan omstandigheden waar het kotsen ons nader staat en wc leren cj. een andere manier ademen. In sommigt gevallen hebben we toch nog een zakdoek nodig. En in die toestanden leven mensen. Dag in. dat uit. Ongelooflijk en toch waar. Bijna onbeschrijfelijk. Toch bestaan ze in Aalst. Enkele van de gevallen sommen wc Bewus laten we straatnamen of andere identilïkatiegegevens weg om elke ongezonde nieuwsgierig heid de kop in tedrukken. VERSTOKEN VAN 'rHT EN LUCHT Het is ons eerste geval. We staan voor een schamele woning en een gammele deur. We betwijfelen of er wel iemand woont. De deur kan niet eens op slot en het vensterraam is bijna Keen ven sterraam meer. Wat nog voor het venster hangt zijn ooit eens gordijnen geweest. We kloppen en horen in de verte 'n stem die ons zegt binnen te komen. Het is een koude lentemorgend wan neer we het «hol» binnenstappen en aanvankelijk niets kunnen ontwaren. Uiteindelijk zien we dat de bewoner in lompen gekleed op iets ligt dat waarschijnlijk ooit eens een ligzetel is geweest. Hij doet niet eens de moeite om recht te staan. De vloer is meer dan smerig en men kan niet uitmaken of het om tegels gaat of een aarden vloer. Oude aardappels, vuil en papier omringen de man. Voor zijn persoonlijke behoefte, groot of klein, verlaat hij zijn kamer niet. Trouwens we geraken niet eens in de achterliggende ge bouwen. Dit omwille van het vuil en de verwaarlozing. Midden in het vertrek staat een tafel en wat et- op staat is op zichzelf een kotspartij waard. Oude etens resten in één oude bord. dat nog nooit werd afgewassen en waar steeds maar opnieuw voedsel wordt ingekipt. De smerigheid op de randen is ongelooflijk. Rondom het bord oude blikjes, sommige zijn halfleeg. Blikjes met opgelegde groenten en fruit. Een oude gammele ver roeste Leuvens kachel met het nodige aantal asse. kolen en afval. Het garnituur op de schoorsteenmantel is onkenne lijk van het stof. Indien men spreekt van centimeters stof, dan is dit niet overdreven. Wat eens een kast was. ligt dik onder hetzelfde stof. In geen twintig jaar is hier ooit een stoffer geweest. Op die kast ligt een boekje. Men kan niet eens meer de titel lezen van het door de jaren heen opgestapelde vuil. En de man zelf? De bewoner? Hij is de eigenaar van dit wrak. Hij is nog relatief jong. En toch. wc hebben al de moeite om hem tussen zijn eigen vuil en smerig heid te ontdekken. De buren kennen hem en weten het. Sommige mensen moeten hem niet. Schuwen de zaak. Anderen hebben er «kompassie mee». Spijtig genoeg is gans het geval een bestendige bron en broeihaard van ongedierte. Maar hierin staat hij niet alleen, het was maar een begin. TUSSEN POTTEN, PANNEN EN SCHAPEN Het is een vrij recente woonst van 'n stevige konstruktie in een nette buurt. Alleen de ruiten hebben dringend behoefte aan een beurt en de overgordijnen kunnen best een sopje gebrui ken. Verder is er niet zovéél opvallends en met de bewoner lopen we het gebouw door. Eens te meer een erge staat van verwaarlozing. Bovendien is er naast de opgestapelde rommel een opvallend feit. dat er zich op de grond niet alleen «dieren sporen» van poten bevinden, maar ook wat dieren plegen achter te laten. De bewoner heeft verschillende schapen en deze brave beesten lopen vrij en vrolijk tussen het meubilair. In de gang. keuken, living en veranda. Dag in dag uit leeft men hier tussen de scha pen. Letterlijk. Het is een onbeschrijflijke warboel die on voorstelbaar is. Dieren zijn vaak trouwens oorzaak van onwaar schijnlijke vervuiling. Een dame woont in een vrij nette woning. Zij heeft geen tuin en op de koop toe liet ze het voorschoot kleine koertje volledig afsluiten, zodat licht en lucht volkomen ont breekt Het troeteldier is een oud hondjedat kennelijk ziek is. Het heeft etterende zweren. Het dier wordt nooit buitengelaten en verluchting is er niet. Urine en uitwerpselen vinden hun weg in een armzalige en niet verluchte stal en op het van lucht afgeschermde koertje. De stank is ondraagelijk. Overal urine en uitwerpselen. MET KAARS EN BRIL Deur en ramen hebben beslist een verflaagje nodig. Voor het overige woont de eigenaar in een gebouw van normale konstruk tie dat nogjarendetanddes tijds kan doorstaan. De voordeur staat uitnodigend open en tussen kast en gangdeur zit een man ('s middags) in pyjama. De kamer waar hij zich bevindt is ooit eens behangen geweest. Wat het geweest is, kan men niet meer afleiden. Overal hangen dc lappen behang gewoon naar beneden. Het enige meubilair is een kast. tafel, gammele stoel en bed met er naast een nachtem mer. Elektriciteit is er niet meer. Op tafel staat een kaars. Er is geen radio en uiteraard geen tv-toestel. Zelfs geen dag of weekbladen. Niets, gewoon niets. Die man stapt gewoon het bed in. vat laar op c»stoel en terug lu-i l ed in of /it aan de deur. Ol van het bed en op de stoel naar de nachtemmer. Een ocstand die zo te zien reeds laren en jaren aansleept. Is dit nog leven? VUILNIS BEWAREN In een vrij behoorlijk onderhou den gebouw treffen we een groot magazijn aan van ongeveer twintig meter, zoniet groter. Wat we daar te zien krijgen hebben we nog nooit gezien. I onnen en tonnen rommel, vuilnis, afval en al wat normali ter verwezen wordt naar het stort. Beweren dat het een privé en overdekte stortplaats is. is niet overdreven. Een jarenlange verzameling van lege blikjes, flessen, papier, kartonnen dozen en ai wat maar weg te gooien valt. Men gaf trouwens toe. dat het vuilnis niet buitengezet werd en men alles bewaarde. Eens te meer een bron van rommel en stank. Zij het dan in een aanpalend gebouw. Afval bewaren is trouwens een kenmerk van sommige mensen. In een erg verwaarloosde winkel van voedingswaren treffen we naast de grootste wanorde een bijna gelijkaardig magazijn aan waar men zich met moeite een weg kan banen. Bovendien moet men opletten niet in drek en andere vuiligheid van de honden te trappen en op de koer bevindt zich c.-n stapelplaats van rottend fin li i'ii groenten. Bij een beenhouwer is het nog erger wat reuk en viezigheid betreft. Zij het dan in de stallingen waar zich honden bevinden en rottend vlees. Waar hijnlijl is er de ophaai- diens ,.m het vilbeluik nog nooit a li huis geweest. OI'RI I MEN WAT IS DAT? feu n de aak -oorkont- ide kenmerken is het gewoon niet o|iruimen van vuiligheid. Was- 'i san maanden en maandci en idem wat de vaat betreft die geen maandenlange beurt kreeg. I wee i alees geven hei «lieren ie bedienen». Maar de heren moeten niets hebben, voor geen geld ter wereld, 't Scenario was te verwachten. Stank, vui ligheid. opgestapelde smerig heid. Om te kotsen. Een ander etablissement met een nog vrij jonge en overdreven geschmink lopen d» r lot de i lit een van de lecfkamer. siapel oud wasgoed nog net een kindje De kasten, vloer en -n chaos. Het is een /aak /ieh een weg sseii «tv roi -nel irapper Dij winzelfsj enJ Maar ook op de dig a kind de ibeeld hm ipcii hel i waai «Ie anili. - aan liet I i niet moet. We olissement in- '-aalster samen wen zich gron- l inken zijn. Een ir of twaalf krijgt opdracht de k en t; blik op Tussen cc horen wc schreien, tafel is ci onmogelii te banen zonder oj stank is e ingridiënt koer zelf spelen een tweetal kinderen in hun blootje. Zij zitten in een grote asktiip en plensen mei iet «uilste en brakste watei .at we ooit r- liebben. APPARTEMENTEN We bevinden ons in een «sociale- woning-buurt». Nette eenvou dige woningen die ruimte bieden aan een sobere en gezellige levenswijze. Beneden en boven verdiepingen hebben een afzon derlijke toegang en men zou, in de beperkte ruimten die er zijn, bijna geen mogelijkheid meer overhouden om vuil en smerig te leven. En toch. we bestijgen de trap naar de leefkamer bevinden ons miden roet en stof. De zoldering ziet niet alleen zwart, het stof hangt gewoon i slierten naar beneden. Dc bewo ners zijn navenant. Het zijn nog vrij jonge mensen waarvan men zich opnieuw kan afvragen, zien of weten zij dit werkelijk allemaal niet? Ook in andere woonblokken, kilometers ervandaan, stelt men af en toe hetzelfde verschijnsel vast. Hier doet men niet eens de moeite om gordijnen voor het raam te plaatsen. Oude kranten doen ook dienst om al te nieuw sgierige blikken te weren. TOESTANDEN? ALLEMAAL TOESTANDEN Het zijn er slechts een paar. Links en rechts er wat uitgepikt in de grote waaier van mensen die leven als dieren, of erger nog. Paradoksaal is. dat de modern ste kleurentevee of een grote zware motorfiets die duurder s dan een kleine jiersonenwagen. tussen liet vuilnis prijken. An derzijds hoeft men niet geschokt te zijn. er zijn mensen te over die het weten, die er regelmatig in kontakt mee komen. De buren vooral, de nieter opnemers. het eventueel thuisbezorgen van warme maaltijden, de hande laars. Ambulante diensten. Dokters. NIET VERWARREN De aangehaalde feiten mogen geenszins verwarring brengen in de mening, dal rommelig syno niem is ii verwaarlozing. Of een afwas van iv..e drie dagen die nog geen beurt kreeg, te typeren valt als vuil-smerig- siinkend. De beschreven feiten tarten elke verbeelding en staan volledig los \an een gewoon of vrij normaal leefpatroon w aar er misschien niet altijd de nodige lijd of mogelijkheid is om dadelijk alles op orde te brengen of te houden. Gezinnen met kinderen weten dit al te best. Maar daarnaast leven er wel dei'elijk mensen, jonge en oude. in een imxlernc maatschappij in levens-omstandigheden die geen gelijke hebben. Het is geen verwijt, maar een vaststelling waarbij men zieli kan afvragen, «al kan men er in feite aan Lilde oesland in Aals tschiclcr. is beslist

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 10