ER ZOEMT EEN VERDOEMENIS
ROND HET KASTEEL TERLINDEN
AVONTUUR EN EDELMOEDIGHEID IN EEN GRIJS PAK
6 - 30-7-76 - De Voorpost
en zoals het een respektabei
kasteel paste, spookte het er
ook volgens de geruchten...
Volgens het beschrijvend
boekdeel «Description de la
ville et du comté d'Alost 1852»
van de hand van ene mijnheer
De Smet zou de niet-vlijende
naam van «Verdoemenis» ge
geven zijn aan het kasteel na-
Met een jachthond begon het. En met een bij eindigde het. Het aantal uren dat we doordrach
ten ten huize van het illustere Kasteel Terlinden en zijn kasteelheer Etienne Geerinckx. Hij
ontvangt ons in het centraal gelegen ontvangstsalon. Schilderijen, oude teljoren, tapijten,
kroonluchters, een verse ruiker bloemen... Er wordt wat geserveerd. Na tienen praten we
informeel, de gastheer mét de hevigheid van een echte inwoner van de Ajuinenstad. De
metershoge schoorsteenmantel fascineert Jan De Nijs die de avond, de ballpoint in de
aanslag, met zijn gekrabbel op papier siert.
Het Kasteel Terlinden, of in de volksmond... maar leest u daar liever verder over met de nodige
dosis suspens. Om er melkwit bij te worden!
DE TOEKOMST
VAN HET VERLEDEN
Met een ringgracht eromheen
staat dit kasteel in een oase
van serene rust, ingeprano»
tussen eentonig opgetrokken
buildings vlakbij de kasteel
hoeve. Het kasteel Terlinden of
«De Grote Verdoemenis» ga je
binnen onder het poortgebouw
uit 1755. Het gebouw in zijn
huidige staat is opgetrokken in
zand- en baksteenbouw. Pre
tentieloos heeft het alzo des te
meer macht over het keurig
onderhouden kasteelpark. Het
gebouw is a.h.w. een natuur
lijke kathedraalbeu k. Terlinden
is mét het barokke Waterkas
teel in Moorsel in de Falluintjes
het prachtigste en origineelste
kasteel in het Land van Aalst
waar de neokasteeltjes, ver
schrikkingen in het koe- en kalf
jeslandschap, tijdens de
eeuwwisseling hun torentjes al
te gulzig kwamen neerpoten.
Maar eerst de geschiedenis.
Een story van een droom- en
ook wel een beetje een spook
huis zoals dat toendertijd in de
stationsromannetjes te lezen
stond, 't Goedt ter Linden.
Rond het jaar 1580 was het
een «Prachthoefken» als ei
gendom van Diederik Buyl.
Een eeuw later was 't Hof Ter
Linden Van Jan Louis
Coecke. Valt hier enige ver
wantschap te bespeuren met
de uitgeweken Aalsterse re
naissancist Pieter Coecke die
uitgerekend gedurende het
tweede kwartaal van de zes
tiende eeuw in Antwerpse kun
stenaarsmilieus vertoefde en
zodoende infiltreerde in inter
nationale milieus, via deze ha
venstad?
De priester Philippus 't Kint
kocht het domein aan in Het
jaar Onzes Heeren 1677 Het
was ook omstreeks die zeven
tiger jaren dat er gesproken
werd over de «Straete ge-
naemt de twee Steentiens»
doelende op de twee gebou
wen, respektievelijk het ene
dat nu de Grote Verdoemenis
heet, het eigenlijke Kasteel
Terlinden, en het andere de
Kleine Verdoemenis, dat er
achter was gelegen en nu
grenst aan de Gentsesteen
weg. De huidige Steenstraat is
een knipoogje naar deze twee
Steentjes. Het Kasteel zoals
het heden ten dage te bewon
deren valt werd rond 1775 op
getrokken door de voorzitter
van de Raad van Vlaanderen,
toen een heftig partijgenoot
van het heersende Oosten
rijkse bewind. De::e Jaak-
Angelus Dierickx was al een
hele tijd gevlucht voor de
helfdhaftige Sans-C ulotten die
in onze kontreien hun Revolu
tie kwamen uitveciten. Deze
laatsten namen het kasteel en
de inboedel in beslag en er
werden burelen in onder ge
bracht. Na de Franse Revolu
tie, toen Bonaparte er sans cu-
lot bijstond, kwam het goed in
handen van Baron Frederik
Van der Noot de Vreckem
(1802-1883), destijds ook nog
Aalsters burgemeester van
1838 tot 1848. In 1913 kwam
Terlinden terecht bij wie we uit
eindelijk zijn willen: de familie
Geerinckx Vader Geerinckx
kocht het in '13. De familie zat
toen met nog twee anderefami
lies in één samengesmolten
bedrijf: Roos-Geerinckx - De
Nayer.
GROEP GEERINCKX
De groep Geerinckx omvat
twee takken: Geerinckx Verze
keringen en Geerinckx Reizen.
Deze twee branches varen
duidelijk onder de Geerinckx-
naam. Geen symbool voor de
groep Dat zijn naam de twee
takken siert is gewoon eén
herkenningsteken, dat eerder
op de lippen ligt dan een vi
suele voorstelling ervan,
waarin hij ook nog zichzelf kan
herkennen en daarmee ook de
maatschappijen die hij zelf uit
de grond stampte. Een maniér
van recht voor de vuist zaken
doen. Wanneer hij praat is hij
net een akademikus met de
flair van een self-made man.
Zijn vak was immers geen op
gelegde keuze Met geen enkel
gebaar, geen enkel woord refe
reert hij naar menige diploma's
of onderscheidingen.
Wanneer Etienne" Geerinckx
vertelt daagt hij uit en wordt zo
des te attraktiever. Een diplo
maat met bedrijfsfilosofie die
evenwel een vurig dynamisme
ten tonele kan voeren wanneer
dat er een pater Quesnel er zijn
kettersboek had neergepend
dat hij boutweg noemde Motif
de droit du père Quesnel».
Quesnel, adept van de Orde
«leperse Bisschop Janse-
nius», was er in geslaagd te
ontsnappen uit de gevange
nissen van het Aartsbisdom
Het kasteel van Verdoemenis.(rv)
we over dagdagelijkse dingen
praten of herinneringen uit een
ver verleden ophalen. Ook wel
een levenskunstenaar; de
laatste maanden meer dan ooit
gezien de gezondheidsbacil
wat te verduren kreeg vorig
jaar. Nu is de tijd gekomen om
het kalmer aan te doen zonder
een grote stap te kapituleren
wat de zaken betreft, zoonlief
houdt zich er wel mee bezig.
ANTI-CHAMBRE
In het ruime ontvangstsalon
met de vele schilderijen, porse
lein en mooie lambrizeringen
zit hij in zijn favoriete zetel
Soms springt hij even op om
ons een historisch dokument te
halen in de studeerkamer op
de eerste verdieping. Het ge
piep van het houten plafond in
zijn voegen geeft nog meer
sfeer en geborgenheid aan
deze kamer die langs achter
via een bruggetje over de
gracht uitgeeft op het kasteel
park. Niet direkt een ruimte om
home-sick te worden. Wan
neer hij terugkomt van even-
boven -geweest, met een pak
dossiers onder jannen diept
hij'tgevraagdedpkyrnent moei
teloos op. Niets ja^t blijkbaar
verloren in de sta^pj^,papieren
waar hij alleen zijn.w^g in vindt.
Alles wat met Aafsi te maken
heeft wordt zorgv.ujjdig geklas
seerd en geordeng,.
Het sajon heeften interieur
met een verrukkelijke gran
deur, niet indrukwekkend, eer
der intiem, huiselijk... een
anti-chambre...
M'n vindt er koelte en warmte
tegelijkertijd. Warmte uit de
prachtige monumentale open
haard door twee marmeren
geskulpteerde zuilen geflan
keerd. In deze ruimte ontvouwt
zich een persoonlijkheid. Hier
wordt het geen museum, geen
barokke overdaad. Hier is het
leefbaar. Daarvoor getuigt de
dekoratie, de oer-renaissance
kast. de koperen luchters, het
Brussels porselein, het Delfts
blauw...
Een dekor van traditie en vol
dragen historiek, alles bij me
kaar: een tafereel van gelou
terde rust.
KETTERSBOEK
OP DE
SCHOORSTEENMANTEL...
Een weids platteland met ver
snipperde akkers met kanada-
bomen omzoomd, hier en daar
zompige meersen en broeken
en in de verten uitgestrekte
bossen met kleine oude hoeve-
tjes ervoor. Dat moet zowat het
Land van Aalst geweest zijn
bekeken vanaf het Kasteel Ter-
linden in de 18de eeuw. Al
voerde Jan De Lichte toen nog
niet zijn schrikbewind toch
werd er door het heersende
Oostenrijkse bewind regelma
tig de laatste hak gezet op indi
viduen die het niet zo nauw
namen met de opgelegde
nieuwe leefregels Aan het
kruispunt van twee veldwe
gels, dicht bij het kasteel,
scheen destijds bij het vallen
van de nacht, wanneer de
grachten luguber liggen te
glimmen, alle leven de adem in
te houden want tussen de
eeuwenoude bomen en het
akelige licht van tientallen fak
kels had de galg een plaats ge
kregen, waar de krengen en lij
ken van misdadigers dagen
lang in de lucht hingen Zo'n
taferelen waren wel afdoende
om deze omgeving, en daar
mee ook zowel de Grote als de
Kleine Verdoemenis te mijden;
Mechelen mede door de hulp
van de jonge Markies d'Aren-
berg die de plaats van Quesnel
geruild had. Zo was Quesnel
terecht gekomen op het Hof
Ter Linden, toen eigendom van
Priester 't Kint, en daar zijn
boek geschreven. Dat boek
was trouwens geen eersteling,
van zijn hand is momenteel
nog bekend: «Réflexions Mo
rales sur les Evangiles», een
werk dat werd geprezen door
de Paus en door vele bis
schoppen. Quesnel had ook de
duivel in zich want in zijn werk
wijze werd hij beïnvloed door
zijn vriend Antoine Arnauld,
theoloog en verdediger van het
Jansenisme. Quesnel lag
overhoop met de Jezuieten,
vluchtte naar Brussel en kwam
uiteindelijk in de gevangenis
terecht. In Aalst voelde hij zich
ook bedreigd zodat hij naar de
Noordelijke Nederlanden
vluchtte vanwaar hij de Heilige
Schrift bekampte.
Toen de Aalstenaars verna
men dat deze aanhanger van
Satan op hun grondgebied had
verbleven kreeg het Hof Ter
Linden de naam van Kasteel
van Verdoemenis...
Auteur Silvain Van Der Gucht
vond het zo nodig zijn boek
«Het Kasteel der Verdoeme
nis» op het Kasteel Terlinden te
situeren. Het boek is zuiver fik-
tief en heeft geen historische
achtergrond noch waarde. Als
U dit boek ooit mocht tegen
komen op de luizenmarkt
hoedt U dan voor de verleide
lijke titel.
De galg is al een tijdje verdwe
nen maar de Grote en de
Kleine Verdoemenis staan nog
overeind. Zij staan beiden in
een groene long van de tweede
grootste stad in Oost-
Vlaanderen. Houden zo.
QUESNEL OP ZIJN
STAPPEN TERUGGEKEERD
Door een zonderling toeval is
«Le père Quesnel» in zijn oude
thuishaven teruggekeerd. Op
visite bij een plaatselijk anti
quair viel het oog van de heer
Geerinckx op een achttiende
eeuws doek voorstellende Pa
ter Pasquier Quesnel. Van
zelfsprekend ging hij met dit
doek naar Terlinden. Het be
vond zich nog enkele jaren ge
leden in een oud kasteel in de
Ardennen.
CAPUCIJNEN
OP TERLINDEN!
In de jaren 1917 en 1918 von
den de Paters Capucijnen een
veilig onderkomen op de
tweede verdieping van het kas
teel. De Paters waren immers
met hun studenten uit hun
klooster verdreven nadat het
door Duitsers bezet werd. Va
der Geerinckx had toen voor
gesteld het kasteel als voorlo
pige verblijfplaats aan te bie
den en de paters huisden er
later in vrede met de familie, de
acht kinderen en het perso
neel.
Sinds enkele jaren worden op
het domein de welbekende
St.-Annafeesten ingericht ge
durende het eerste week-end
van augustus. Het wordt dan
herschapen in een feestpark
met joelende kinderen tussen
de eeuwenoude bomen en dan
wordt het pas moeilijk zich iets
van de sinistere sfeer voor de
geest te halen. Met nog een
jeugdklub en een petanque-
club in het park blijft dit domein
een sociale kulturele rol vervul
len. Laat dat in de toekomst
ook zo blijven.
VINGER IN
DE HONINGPOT
Terwijl de zwaluwen buiten de
nacht doorklieven vertelt Gee
rinckx ons over zijn passie die
hij op zijn elfde had voor dé
mieren. Die belevenis was ech
ter al te pikant afgelopen zodat
hij drie jaar later hand in hand
met de bijen op schoot zat
Vandaag de dag is hij nog
voorzitter van de Imkersbond
Sint-Joris België telt zo'n
12.000 imkers aangesloten bij
de Belgische Svndikale Kamer
voor de bijenteelt. De meeste
leden zijn mensen uit de fruit-
sektor of amateurs met een
vrijetijdsbesteding waar ze
toevallig nog een zakcent aan
overhouden. Veelal mensen
voor wie geldgewin bijzaak is,
mensen die hooguit de familie
en de vriendenkring bevoorra
den. De imkersstand neemt
langzaam toe. Een fenomeen
dat we terugvinden bij andere -
oude ambachten, weven en
pottenbakken b.v. België heeft
alshoniglandnietzoveeltebe- x
tekenen. De imkers hebben 1
echter de gunstige omstandig-
heden niet zo mee: de brokken
vrije natuur de weilanden in de 7
omgeving en de zuivere lucht
zijn ver te zoeken; de gul rond
gestrooide pesticiden zijn ook
geen positieve faktoren om
voedzame en zuivere honig op
tafel te krijgen. Ook het natio
nale weer is ook niet bepaald
gunstig voor de inlandse teelt.
De honig die men uit de kon/en
haalt is niet direkt, zoals U wel
zoudt denken, voor kon-
sumptie bruikbaar. De honig
wordt eerst gesmolten en ver
volgens gefilterd. Ruwe honig,
zo uit de bijenkorf, is een vuil
goedje: er zitten stukjes honig
raat in, bijehaar, soms hele
bijen. De verkregen gezui
verde honig wordt nadien ver
pakt. Honig wordt echter nooit
verhit, dit om de «levendra-
gende» bestanddelen die er
ontegensprekelijk bij horen
niet te doden. Bij Geerinckx is
het echter niet om de honig t;
doen. Jaren lang heeft hij sa
men met een Duitse kolleg;
gedokterd aan een film over d;
taal der bijen, een tot op di
moment unieke film over dezt
zonderlinge wezentjes, en die
dan ook bekroond is geworder
in vele landen.
P,
Geen barokke overvloed, geen snuisterijtjes zoals bij de nieuwe
rijken, een gezellige wanorde heerst er in 't kasteel Terlinden, alias
verdoemenis. Verdoemenis, die allerminst slaat op de heer
Geerinckx, die zijn hemel waarschijnlijk wei in de wacht sleepte. De
man die aan de grondslag ligt van deze volkse benaming hangt
bevroren uitgeborsteld boven de zetel van de gastheer. De zetels
worden gebruikt, geen witte lakens erover bij het buitengaan. De
foto's aan de wanden en op het bureau worden bekeken, maken deel
uit van het leven, van de schilderijen wordt er genoten, op het bureau
wordt er gewerkt. De grote zwarte hond met de vlammende ogen die
bij het aanbellen zo vervaarlijk blafte, loopt speels en botsend tegen
tafel en mensen aan. Geen overdreven gekijf of bevelen, live and Iet
live.
VOOR HOELANG NOG?
Een blaffende speelse hond, zich
uitlevende kinderen in de tuin,
gepraat en het tikken tegen
borden en glazen in de aangren
zende kamers. Een kasteel, een
geschiedenis die beleefd wordt,
geen voorverwarmd, steriel
museum. Het kasteel en de
tuinen, eens het tehuis van de
verdoemde, behoren nu niet
meer toe aan de familie
Geerinckx. de stad Aalst is er nu
eigenaar van. De heer Geerinckx
weet nog niet wat met de
bezitting zal gebeuren, de
nieuwe eigenaars waarschijnlijk
evenmin. Er wordt gespeku-
leerd, mensen gissen, belangen
groepen maken plannen. Komt
er een museum in, wordt het de
nieuwe akademie, misschien de
ambtswoning van de volgende
fusieregerende burgemeester?
Een in der haast opgerichte
offisieuze kommissie heeft de
eigendom reeds bekeken en
gekeurd om een uitkomst te
vinden voor de zogezegde enge
behuizing van de akademie voor
plastische kunsten, die in deze
groenzone best kan vergezeld
worden van de muziekschool.
Atelierruimte genoeg en moge
lijkheid tot uitbreiden zit er ook
Een museum, misschien komt
het er eens van, zalen met kunst
erin, hopelijk ook. met heden
daagse aanwinsten, en wat dan
met het Oud-Hospitaal en het
kultureel Centrum. Een fol
kloristisch, dixit karnavalmu-
seum of misschien een ambts
woning, uitstekend geschikt
voor recepties, trouwerijen en
voor andere manifestaties die
met klasse en charme dienen
omgeven te zijn. Eén ding staat
vast, het wordt zeker «het grote
ongenoegen» van verschillende
partijen en groeperingen. Om
het even waarvoor deze eigen
dom zal gebruikt worden, de
prangendste onzekerheid zit in
de vraag of het kader en het
karakter van het kasteel en de
omgeving niet zal kapot ge
maakt worden. Zullen de nieuwe
bewoners het kader ongeschon
den laten, zal er bewaking zijn,
wie zal er op letten dat er geen
onherstelbare foutieve ingrepen
worden gedaan? De heer
Geerinckx vraagt het zich ook
allemaal af, hij heeft in die optie
een prachtbeslissing genomen.
Pas wanneer hij ervan overtuigd
is dat de stad klaar staat om
daadwerkelijk de bezitiingen
over te nemen en dat het kasteel
en de hovingen dan ook geen
ogenblik aan hun lot zullen
worden overgelaten, dan zal de
familie hun woonplaats overma
ken. Het is inderdaad een fata
morgana, te geloven dat dit
kasteel en de omringende na
tuur niet zou te lijden hebben
van vandalenstreken en onver
schilligheid, wanneer het voor
een tijdje onbewaakt zou ach
terblijven. De heer Geerinck
stelt verschillende bijgebouwen
al jaren ter beschikking van
verenigingen en jeugdgroepe-
ringen, over deze mensen niets
dan lof, maar het zijn anderen
die hem verplichten dikwijls de
politie te bellen omdat de
vernielers weer aan het werk zijn
geweest.
OORLOG EN AVONTUUR
Een rustige man in een distink-
tievol effen grijspak, nonchalant
zittend, de woorden die hij
spreekt wikt en weegt hij. Men
zou het niet vermoeden moest
het niet op zijn curriculum vitae
vermeld staan, maar hij was een
enorm aktief man in de oorlog
en de vluchtelingenhulp, zoals
gans de familie trouwens. Een
broer van hem, Jacques, de
benjamin van de familie, was wel
het meest aktief tijdens de
laatste wereldoorlog. vele
Aalstenaars weten er wel wat
van, maar zelfs voor zijn familie
was hij omgeven door raadsels.
De foto van Jacques aan de
muur, eens een strijdlustig man,
nu een foto, een herinnering, een
kleine legende.
De voornaamste oorlogsdaden
van die man liggen op het gebied
van de spionage en het verstop
pen en oversmokkelen van
Engelse piloten. Onder de
Duitse bezetting speelde hij het
klaar om 13 keer piloten tot
aan de Spaanse grens te
smokkelen. Daar Jacques deed
voorkomen of hij Duits gezind
was, wat niet zo moeilijk was
aangezien veel jonge mensen
voor de oorlog Rexist waren, kon
hij zonder moeite in hun rangen
infiltreren. Hij trok met de
Duisers mee naar Chièvres om
daar te helpen bij de bouw van
een vliegveld, wat hem in de
mogelijkheid stelde plannen te
ontvreemden en die naar Enge
land door te sturen. Telkens
wanneer hij naar huis kwam
hoorde hij de vergaderingen van
Rex bij zodat iedereen overtuigd
was met een kollaborateur te
doen te hebben. Zelfs zijn
broers, die allen aan de kant van
de weerstand stonden, waren
van diens Duitsgezindheid over
tuigd. Alleen Etienne wist te
waarheid, een brandend en
moeilijk te bewaren geheim dat
menige keer ruzie en tweedracht
in de familie stichtte. Op de
duur moesten ook de Duitsers
een vermoeden gehad hebben en
werd het kasteel omsingeld door
de Gestapo. Het was een
verwarde situatie, waar koel
bloedigheid en geweld een grote
rol in speelden. Het was vroeg in
de morgen, mevrouw Louisa
Moyersoen, de moeder was
berecht. Etienne maakte zijn
toilet, toen het dienstmeisje
kwam binnengerend met het
slechte nieuws. Zij zochten
Jacques, ondervroegen het per
soneel en Etienne, die hen kon
wijsmaken dat niemand met
hun broer nog wat te maken wou
hebben wegens zijn duitsge
zindheid. Pas toen zij het zwarte
uniform van Jacques vonden
waren zij overtuigd. Vóór ieder
een een pijnlijke afranseling
kreeg kon Etienne nog bekomen
dat de dokter werd geroepen
voorde zieke moeder, zodoende
kon de geneesheer al de andere
leden van de familie op de
hoogte brengen. Over de Ges
tapo is de heer Geerinckx niet te
spreken maar over de Kom-
mandatur is hij vol lof. Praktisch
elke week had hij daarmee
kontakt daar hij distriktskom-
missaris van de scouting was.
Veel leden en leiders waren in
het leger of waren aktief in het
verzet, in hun strijd zelfs
onrechtstreeks en natuurlijk
ongewild geholpen door de
Duitsers, daar niemand een
uniform moch dragen waardoor
moeilijk te bewijzen was dat de
scouten ook aktief waren in het
verzet. De Gestapo daarentegen
werkte de jeugdbeweging tegen
en trachtte door allerlei listen
mensen te betrappen op het
plegen van daden tegen het
Duits bewind. Zo stuurden
zijzelf twee Libres Belgiques
naar het kantoor van Geerinckx,
om dan achteraf het huis te
doorzoeken met de bedoeling de
bewoner te kunnen inrekenen op
het bezit van sluikkranten of
nog erger wegens het doorspelen
ervan.
BEROEP EN HOBBY
Het is zeker geen sluikreklame
als hier verteld wordt dat
Etienne Geerinckx ook staat
voor een agentschap van verze
keringen en reizen. Zeker in
funktie van hoofd van deze
onderneming is hij door ieder
een gekend. Het was vrij
toevallig dat hij met verzekerin
gen in kontakt kwam. Toen hij
studeerde diende hij een zware
heelkundige ingreep te onder
gaan waardoor hij lange tijd zij
het dan niet volledig dan toch
gedeeltelijk inaktief bleef.
Daardoor begin hij in verze
keringen. Met organizeren van
reizen is het ook ongeveer zo
gelopen. Door de gedwongen
rust in het buitenland te nemen
kon hij natuurlijk aan vrienden
veel verhalen over andere hori
zonten vertellen, die hem dan
vroegen deze reizen ook voor
hen te organizeren.
meer gezorgd voor een special
dokumentatie. Het was vri
eenvoudig om eens in de U.S.A
en Japan de firmahoofden
ontmoeten die mogelijks gein
teresseerd zouden zijn. L
konsulaten regelden alles, dj
heer Geerinck was overompeli
door de stiptheid van Ijéjj
rouiement van het programm,
Resultaten heeft deze reis we
gehad, Tupperware is er eet
rechtstreek gevolg van, anderi
fima's. ook Japanse, zijn zekè
door onze investeringsdi
plomaat voor het eerst aange
sproken. Geerinckx wijdt he
sukses van die prospektierei
aan de prachtige voorwaarde!
en faciliteiten die de investeer
der aangeboden werden. Goed
koope terreinen, de eerste werk
jaren belastingsvrij, goedkope
lonen, transportmogelijkheder
en vooral de werkkracht van on<
volk zijn voorbeelden van over
redingselementen die men vroe
ger kon gebruiken.
De h. Geerinckx weet niet alleen
veel van reizen, maar het is ook
een zeer bekwame imker.(rv)
Interesses, hobby's en beroep
zijn bij de heer Geerinckx altijd
al door mekaar geweven en soms
heeft het beroep zelfs gedeelte
lijk moeten inboeten voor een
boeiende bezigheid. Er zijn veel
mensen die insekten verzame
len, er zijn imkers ook, en
amateurfilmers zijn ontelbaar,
maar mensen zoals Geerinckx
die dit allemaal doen en waar het
filmen het bestuderen van bijen
ten goede komt, dat zijn wel
uitzonderingen. Weerom was
het filmen het gevolg van een
andere aktiviteit, in dit geval het
reizen. Het filmen begon hij dan
aan te wenden om zijn gelief
koosde diertjes, de bijen, in
beeld te brengen. Het was een
hele opgave en het vergde veel
tijd. studie en werk om een film
over de taal der bijen te maken.
Deze dansende bijen, want zo
spreken zij, werden op vele
festivals met internationaal al
lure bekroont, niet alleen omwil
le van de uitzonderlijke weten
schappelijk waarde, maar ook
om de filmische kwaliteiten.
REIZEN EN WERKEN
Wereldreizen en ekspedities
hebben de heer Geerinckx altijd
aangetrokken en reeds van in
1938, op zijn 27ste kon hij aan de
lokroep niet meer weerstaan en
vertrok naar de Sahara. Reizen
naar alle werelddelen volgden.
Als sekretaris van de handels
kamer heeft hij tijdens een reis
naar de U.S.A. en Japan heel
wat werk verricht voor de
Aalsterse ekonomische ekspan-
tie. Wat dus eerst als een
vakantiereis bedoeld was groei
de al vlug uit tot een vermoeien
de diplomatische reis, waarin
buiten het sight-seeing nog
weinig tijd over was om vakantie
te vieren. De prospektie werd
voorbereid door de handelska
mer en de ekonomsiche dienst
van de stad, zo was er onder
Oi
ge
lei
l'j
LIEFDADIGHEID
Naast de geruchten en verhalei
over gierigheid van rijke familie
bestaan er ook stichtende ver
haaltjes en zo voor romannetje!
bruikbare vertelsels over liefda
digheid voor de armen, zo val
het soort van aalmoezen uitde
len. De eerst genoemde eigen
schap en het eigenbelang zullei
wel veelvuldiger voorkomen ii
deze laag van de bevolking dai
de liefdadigheid waarovei
sprake. De heer Geerinckx heef
zich niet alleen financieel in he
avontuur van hulp aan derdei
gestort maar ook met eigen inze
en met risiko's voor de eigei J|
persoon heeft hij geprobeerd de 1
nood te ledigen.
Er zijn vele groeperingen in he
genre van de Rotary waar d<
heer Geerinckx medestichtei m
van was voor wat betreft de
Aalsterse afdeling, het is, even
als de Lionsclub een interna
tionaal aktieve organisatie, die
zich onderscheidt van de an-
deren door in de plaatselijke p
afdelingen slechts één persooi
per beroep op te nemen. Deze I
Rotary is een élitair gezelschap -
niet alleen wat de financiële 1
background maar ook wal
betreft inbreng en persoonlijke i
inzet. Hun doel is dienstbetoon, I
wat zich onder andere uit in hulp
aan de gehandikapteninstitii-
ten, het steunen en inrichten van S
vervolmakingskursussen in hel
buitenland, kassettes voor blin
den en beroepsinformatie, deze
twee laatste initiatieven worden
volledig door de eigen mensen
verzorgt. Zij willen een werk
lanseren, dat dan door anderen
of andere instellingen kan
overgenomen worden. De heer
Geerinckx is op dit ogenblik nog
voorzitter van de Rotary, echter
niet voor lang meer daar hij van
plan is zijn ontslag in te dienen,
wat waarschijnlijk wel iets zal te
maken hebben met zijn resent
hartinfarkt.
REPORTAGE: Paul Balman
Jan De Nijs