ER ZOEMT EEN VERDOEMENIS ROND HET KASTEEL TERLINDEN AVONTUUR EN EDELMOEDIGHEID IN EEN GRIJS PAK 6 - 30-7-76 - De Voorpost en zoals het een respektabei kasteel paste, spookte het er ook volgens de geruchten... Volgens het beschrijvend boekdeel «Description de la ville et du comté d'Alost 1852» van de hand van ene mijnheer De Smet zou de niet-vlijende naam van «Verdoemenis» ge geven zijn aan het kasteel na- Met een jachthond begon het. En met een bij eindigde het. Het aantal uren dat we doordrach ten ten huize van het illustere Kasteel Terlinden en zijn kasteelheer Etienne Geerinckx. Hij ontvangt ons in het centraal gelegen ontvangstsalon. Schilderijen, oude teljoren, tapijten, kroonluchters, een verse ruiker bloemen... Er wordt wat geserveerd. Na tienen praten we informeel, de gastheer mét de hevigheid van een echte inwoner van de Ajuinenstad. De metershoge schoorsteenmantel fascineert Jan De Nijs die de avond, de ballpoint in de aanslag, met zijn gekrabbel op papier siert. Het Kasteel Terlinden, of in de volksmond... maar leest u daar liever verder over met de nodige dosis suspens. Om er melkwit bij te worden! DE TOEKOMST VAN HET VERLEDEN Met een ringgracht eromheen staat dit kasteel in een oase van serene rust, ingeprano» tussen eentonig opgetrokken buildings vlakbij de kasteel hoeve. Het kasteel Terlinden of «De Grote Verdoemenis» ga je binnen onder het poortgebouw uit 1755. Het gebouw in zijn huidige staat is opgetrokken in zand- en baksteenbouw. Pre tentieloos heeft het alzo des te meer macht over het keurig onderhouden kasteelpark. Het gebouw is a.h.w. een natuur lijke kathedraalbeu k. Terlinden is mét het barokke Waterkas teel in Moorsel in de Falluintjes het prachtigste en origineelste kasteel in het Land van Aalst waar de neokasteeltjes, ver schrikkingen in het koe- en kalf jeslandschap, tijdens de eeuwwisseling hun torentjes al te gulzig kwamen neerpoten. Maar eerst de geschiedenis. Een story van een droom- en ook wel een beetje een spook huis zoals dat toendertijd in de stationsromannetjes te lezen stond, 't Goedt ter Linden. Rond het jaar 1580 was het een «Prachthoefken» als ei gendom van Diederik Buyl. Een eeuw later was 't Hof Ter Linden Van Jan Louis Coecke. Valt hier enige ver wantschap te bespeuren met de uitgeweken Aalsterse re naissancist Pieter Coecke die uitgerekend gedurende het tweede kwartaal van de zes tiende eeuw in Antwerpse kun stenaarsmilieus vertoefde en zodoende infiltreerde in inter nationale milieus, via deze ha venstad? De priester Philippus 't Kint kocht het domein aan in Het jaar Onzes Heeren 1677 Het was ook omstreeks die zeven tiger jaren dat er gesproken werd over de «Straete ge- naemt de twee Steentiens» doelende op de twee gebou wen, respektievelijk het ene dat nu de Grote Verdoemenis heet, het eigenlijke Kasteel Terlinden, en het andere de Kleine Verdoemenis, dat er achter was gelegen en nu grenst aan de Gentsesteen weg. De huidige Steenstraat is een knipoogje naar deze twee Steentjes. Het Kasteel zoals het heden ten dage te bewon deren valt werd rond 1775 op getrokken door de voorzitter van de Raad van Vlaanderen, toen een heftig partijgenoot van het heersende Oosten rijkse bewind. De::e Jaak- Angelus Dierickx was al een hele tijd gevlucht voor de helfdhaftige Sans-C ulotten die in onze kontreien hun Revolu tie kwamen uitveciten. Deze laatsten namen het kasteel en de inboedel in beslag en er werden burelen in onder ge bracht. Na de Franse Revolu tie, toen Bonaparte er sans cu- lot bijstond, kwam het goed in handen van Baron Frederik Van der Noot de Vreckem (1802-1883), destijds ook nog Aalsters burgemeester van 1838 tot 1848. In 1913 kwam Terlinden terecht bij wie we uit eindelijk zijn willen: de familie Geerinckx Vader Geerinckx kocht het in '13. De familie zat toen met nog twee anderefami lies in één samengesmolten bedrijf: Roos-Geerinckx - De Nayer. GROEP GEERINCKX De groep Geerinckx omvat twee takken: Geerinckx Verze keringen en Geerinckx Reizen. Deze twee branches varen duidelijk onder de Geerinckx- naam. Geen symbool voor de groep Dat zijn naam de twee takken siert is gewoon eén herkenningsteken, dat eerder op de lippen ligt dan een vi suele voorstelling ervan, waarin hij ook nog zichzelf kan herkennen en daarmee ook de maatschappijen die hij zelf uit de grond stampte. Een maniér van recht voor de vuist zaken doen. Wanneer hij praat is hij net een akademikus met de flair van een self-made man. Zijn vak was immers geen op gelegde keuze Met geen enkel gebaar, geen enkel woord refe reert hij naar menige diploma's of onderscheidingen. Wanneer Etienne" Geerinckx vertelt daagt hij uit en wordt zo des te attraktiever. Een diplo maat met bedrijfsfilosofie die evenwel een vurig dynamisme ten tonele kan voeren wanneer dat er een pater Quesnel er zijn kettersboek had neergepend dat hij boutweg noemde Motif de droit du père Quesnel». Quesnel, adept van de Orde «leperse Bisschop Janse- nius», was er in geslaagd te ontsnappen uit de gevange nissen van het Aartsbisdom Het kasteel van Verdoemenis.(rv) we over dagdagelijkse dingen praten of herinneringen uit een ver verleden ophalen. Ook wel een levenskunstenaar; de laatste maanden meer dan ooit gezien de gezondheidsbacil wat te verduren kreeg vorig jaar. Nu is de tijd gekomen om het kalmer aan te doen zonder een grote stap te kapituleren wat de zaken betreft, zoonlief houdt zich er wel mee bezig. ANTI-CHAMBRE In het ruime ontvangstsalon met de vele schilderijen, porse lein en mooie lambrizeringen zit hij in zijn favoriete zetel Soms springt hij even op om ons een historisch dokument te halen in de studeerkamer op de eerste verdieping. Het ge piep van het houten plafond in zijn voegen geeft nog meer sfeer en geborgenheid aan deze kamer die langs achter via een bruggetje over de gracht uitgeeft op het kasteel park. Niet direkt een ruimte om home-sick te worden. Wan neer hij terugkomt van even- boven -geweest, met een pak dossiers onder jannen diept hij'tgevraagdedpkyrnent moei teloos op. Niets ja^t blijkbaar verloren in de sta^pj^,papieren waar hij alleen zijn.w^g in vindt. Alles wat met Aafsi te maken heeft wordt zorgv.ujjdig geklas seerd en geordeng,. Het sajon heeften interieur met een verrukkelijke gran deur, niet indrukwekkend, eer der intiem, huiselijk... een anti-chambre... M'n vindt er koelte en warmte tegelijkertijd. Warmte uit de prachtige monumentale open haard door twee marmeren geskulpteerde zuilen geflan keerd. In deze ruimte ontvouwt zich een persoonlijkheid. Hier wordt het geen museum, geen barokke overdaad. Hier is het leefbaar. Daarvoor getuigt de dekoratie, de oer-renaissance kast. de koperen luchters, het Brussels porselein, het Delfts blauw... Een dekor van traditie en vol dragen historiek, alles bij me kaar: een tafereel van gelou terde rust. KETTERSBOEK OP DE SCHOORSTEENMANTEL... Een weids platteland met ver snipperde akkers met kanada- bomen omzoomd, hier en daar zompige meersen en broeken en in de verten uitgestrekte bossen met kleine oude hoeve- tjes ervoor. Dat moet zowat het Land van Aalst geweest zijn bekeken vanaf het Kasteel Ter- linden in de 18de eeuw. Al voerde Jan De Lichte toen nog niet zijn schrikbewind toch werd er door het heersende Oostenrijkse bewind regelma tig de laatste hak gezet op indi viduen die het niet zo nauw namen met de opgelegde nieuwe leefregels Aan het kruispunt van twee veldwe gels, dicht bij het kasteel, scheen destijds bij het vallen van de nacht, wanneer de grachten luguber liggen te glimmen, alle leven de adem in te houden want tussen de eeuwenoude bomen en het akelige licht van tientallen fak kels had de galg een plaats ge kregen, waar de krengen en lij ken van misdadigers dagen lang in de lucht hingen Zo'n taferelen waren wel afdoende om deze omgeving, en daar mee ook zowel de Grote als de Kleine Verdoemenis te mijden; Mechelen mede door de hulp van de jonge Markies d'Aren- berg die de plaats van Quesnel geruild had. Zo was Quesnel terecht gekomen op het Hof Ter Linden, toen eigendom van Priester 't Kint, en daar zijn boek geschreven. Dat boek was trouwens geen eersteling, van zijn hand is momenteel nog bekend: «Réflexions Mo rales sur les Evangiles», een werk dat werd geprezen door de Paus en door vele bis schoppen. Quesnel had ook de duivel in zich want in zijn werk wijze werd hij beïnvloed door zijn vriend Antoine Arnauld, theoloog en verdediger van het Jansenisme. Quesnel lag overhoop met de Jezuieten, vluchtte naar Brussel en kwam uiteindelijk in de gevangenis terecht. In Aalst voelde hij zich ook bedreigd zodat hij naar de Noordelijke Nederlanden vluchtte vanwaar hij de Heilige Schrift bekampte. Toen de Aalstenaars verna men dat deze aanhanger van Satan op hun grondgebied had verbleven kreeg het Hof Ter Linden de naam van Kasteel van Verdoemenis... Auteur Silvain Van Der Gucht vond het zo nodig zijn boek «Het Kasteel der Verdoeme nis» op het Kasteel Terlinden te situeren. Het boek is zuiver fik- tief en heeft geen historische achtergrond noch waarde. Als U dit boek ooit mocht tegen komen op de luizenmarkt hoedt U dan voor de verleide lijke titel. De galg is al een tijdje verdwe nen maar de Grote en de Kleine Verdoemenis staan nog overeind. Zij staan beiden in een groene long van de tweede grootste stad in Oost- Vlaanderen. Houden zo. QUESNEL OP ZIJN STAPPEN TERUGGEKEERD Door een zonderling toeval is «Le père Quesnel» in zijn oude thuishaven teruggekeerd. Op visite bij een plaatselijk anti quair viel het oog van de heer Geerinckx op een achttiende eeuws doek voorstellende Pa ter Pasquier Quesnel. Van zelfsprekend ging hij met dit doek naar Terlinden. Het be vond zich nog enkele jaren ge leden in een oud kasteel in de Ardennen. CAPUCIJNEN OP TERLINDEN! In de jaren 1917 en 1918 von den de Paters Capucijnen een veilig onderkomen op de tweede verdieping van het kas teel. De Paters waren immers met hun studenten uit hun klooster verdreven nadat het door Duitsers bezet werd. Va der Geerinckx had toen voor gesteld het kasteel als voorlo pige verblijfplaats aan te bie den en de paters huisden er later in vrede met de familie, de acht kinderen en het perso neel. Sinds enkele jaren worden op het domein de welbekende St.-Annafeesten ingericht ge durende het eerste week-end van augustus. Het wordt dan herschapen in een feestpark met joelende kinderen tussen de eeuwenoude bomen en dan wordt het pas moeilijk zich iets van de sinistere sfeer voor de geest te halen. Met nog een jeugdklub en een petanque- club in het park blijft dit domein een sociale kulturele rol vervul len. Laat dat in de toekomst ook zo blijven. VINGER IN DE HONINGPOT Terwijl de zwaluwen buiten de nacht doorklieven vertelt Gee rinckx ons over zijn passie die hij op zijn elfde had voor dé mieren. Die belevenis was ech ter al te pikant afgelopen zodat hij drie jaar later hand in hand met de bijen op schoot zat Vandaag de dag is hij nog voorzitter van de Imkersbond Sint-Joris België telt zo'n 12.000 imkers aangesloten bij de Belgische Svndikale Kamer voor de bijenteelt. De meeste leden zijn mensen uit de fruit- sektor of amateurs met een vrijetijdsbesteding waar ze toevallig nog een zakcent aan overhouden. Veelal mensen voor wie geldgewin bijzaak is, mensen die hooguit de familie en de vriendenkring bevoorra den. De imkersstand neemt langzaam toe. Een fenomeen dat we terugvinden bij andere - oude ambachten, weven en pottenbakken b.v. België heeft alshoniglandnietzoveeltebe- x tekenen. De imkers hebben 1 echter de gunstige omstandig- heden niet zo mee: de brokken vrije natuur de weilanden in de 7 omgeving en de zuivere lucht zijn ver te zoeken; de gul rond gestrooide pesticiden zijn ook geen positieve faktoren om voedzame en zuivere honig op tafel te krijgen. Ook het natio nale weer is ook niet bepaald gunstig voor de inlandse teelt. De honig die men uit de kon/en haalt is niet direkt, zoals U wel zoudt denken, voor kon- sumptie bruikbaar. De honig wordt eerst gesmolten en ver volgens gefilterd. Ruwe honig, zo uit de bijenkorf, is een vuil goedje: er zitten stukjes honig raat in, bijehaar, soms hele bijen. De verkregen gezui verde honig wordt nadien ver pakt. Honig wordt echter nooit verhit, dit om de «levendra- gende» bestanddelen die er ontegensprekelijk bij horen niet te doden. Bij Geerinckx is het echter niet om de honig t; doen. Jaren lang heeft hij sa men met een Duitse kolleg; gedokterd aan een film over d; taal der bijen, een tot op di moment unieke film over dezt zonderlinge wezentjes, en die dan ook bekroond is geworder in vele landen. P, Geen barokke overvloed, geen snuisterijtjes zoals bij de nieuwe rijken, een gezellige wanorde heerst er in 't kasteel Terlinden, alias verdoemenis. Verdoemenis, die allerminst slaat op de heer Geerinckx, die zijn hemel waarschijnlijk wei in de wacht sleepte. De man die aan de grondslag ligt van deze volkse benaming hangt bevroren uitgeborsteld boven de zetel van de gastheer. De zetels worden gebruikt, geen witte lakens erover bij het buitengaan. De foto's aan de wanden en op het bureau worden bekeken, maken deel uit van het leven, van de schilderijen wordt er genoten, op het bureau wordt er gewerkt. De grote zwarte hond met de vlammende ogen die bij het aanbellen zo vervaarlijk blafte, loopt speels en botsend tegen tafel en mensen aan. Geen overdreven gekijf of bevelen, live and Iet live. VOOR HOELANG NOG? Een blaffende speelse hond, zich uitlevende kinderen in de tuin, gepraat en het tikken tegen borden en glazen in de aangren zende kamers. Een kasteel, een geschiedenis die beleefd wordt, geen voorverwarmd, steriel museum. Het kasteel en de tuinen, eens het tehuis van de verdoemde, behoren nu niet meer toe aan de familie Geerinckx. de stad Aalst is er nu eigenaar van. De heer Geerinckx weet nog niet wat met de bezitting zal gebeuren, de nieuwe eigenaars waarschijnlijk evenmin. Er wordt gespeku- leerd, mensen gissen, belangen groepen maken plannen. Komt er een museum in, wordt het de nieuwe akademie, misschien de ambtswoning van de volgende fusieregerende burgemeester? Een in der haast opgerichte offisieuze kommissie heeft de eigendom reeds bekeken en gekeurd om een uitkomst te vinden voor de zogezegde enge behuizing van de akademie voor plastische kunsten, die in deze groenzone best kan vergezeld worden van de muziekschool. Atelierruimte genoeg en moge lijkheid tot uitbreiden zit er ook Een museum, misschien komt het er eens van, zalen met kunst erin, hopelijk ook. met heden daagse aanwinsten, en wat dan met het Oud-Hospitaal en het kultureel Centrum. Een fol kloristisch, dixit karnavalmu- seum of misschien een ambts woning, uitstekend geschikt voor recepties, trouwerijen en voor andere manifestaties die met klasse en charme dienen omgeven te zijn. Eén ding staat vast, het wordt zeker «het grote ongenoegen» van verschillende partijen en groeperingen. Om het even waarvoor deze eigen dom zal gebruikt worden, de prangendste onzekerheid zit in de vraag of het kader en het karakter van het kasteel en de omgeving niet zal kapot ge maakt worden. Zullen de nieuwe bewoners het kader ongeschon den laten, zal er bewaking zijn, wie zal er op letten dat er geen onherstelbare foutieve ingrepen worden gedaan? De heer Geerinckx vraagt het zich ook allemaal af, hij heeft in die optie een prachtbeslissing genomen. Pas wanneer hij ervan overtuigd is dat de stad klaar staat om daadwerkelijk de bezitiingen over te nemen en dat het kasteel en de hovingen dan ook geen ogenblik aan hun lot zullen worden overgelaten, dan zal de familie hun woonplaats overma ken. Het is inderdaad een fata morgana, te geloven dat dit kasteel en de omringende na tuur niet zou te lijden hebben van vandalenstreken en onver schilligheid, wanneer het voor een tijdje onbewaakt zou ach terblijven. De heer Geerinck stelt verschillende bijgebouwen al jaren ter beschikking van verenigingen en jeugdgroepe- ringen, over deze mensen niets dan lof, maar het zijn anderen die hem verplichten dikwijls de politie te bellen omdat de vernielers weer aan het werk zijn geweest. OORLOG EN AVONTUUR Een rustige man in een distink- tievol effen grijspak, nonchalant zittend, de woorden die hij spreekt wikt en weegt hij. Men zou het niet vermoeden moest het niet op zijn curriculum vitae vermeld staan, maar hij was een enorm aktief man in de oorlog en de vluchtelingenhulp, zoals gans de familie trouwens. Een broer van hem, Jacques, de benjamin van de familie, was wel het meest aktief tijdens de laatste wereldoorlog. vele Aalstenaars weten er wel wat van, maar zelfs voor zijn familie was hij omgeven door raadsels. De foto van Jacques aan de muur, eens een strijdlustig man, nu een foto, een herinnering, een kleine legende. De voornaamste oorlogsdaden van die man liggen op het gebied van de spionage en het verstop pen en oversmokkelen van Engelse piloten. Onder de Duitse bezetting speelde hij het klaar om 13 keer piloten tot aan de Spaanse grens te smokkelen. Daar Jacques deed voorkomen of hij Duits gezind was, wat niet zo moeilijk was aangezien veel jonge mensen voor de oorlog Rexist waren, kon hij zonder moeite in hun rangen infiltreren. Hij trok met de Duisers mee naar Chièvres om daar te helpen bij de bouw van een vliegveld, wat hem in de mogelijkheid stelde plannen te ontvreemden en die naar Enge land door te sturen. Telkens wanneer hij naar huis kwam hoorde hij de vergaderingen van Rex bij zodat iedereen overtuigd was met een kollaborateur te doen te hebben. Zelfs zijn broers, die allen aan de kant van de weerstand stonden, waren van diens Duitsgezindheid over tuigd. Alleen Etienne wist te waarheid, een brandend en moeilijk te bewaren geheim dat menige keer ruzie en tweedracht in de familie stichtte. Op de duur moesten ook de Duitsers een vermoeden gehad hebben en werd het kasteel omsingeld door de Gestapo. Het was een verwarde situatie, waar koel bloedigheid en geweld een grote rol in speelden. Het was vroeg in de morgen, mevrouw Louisa Moyersoen, de moeder was berecht. Etienne maakte zijn toilet, toen het dienstmeisje kwam binnengerend met het slechte nieuws. Zij zochten Jacques, ondervroegen het per soneel en Etienne, die hen kon wijsmaken dat niemand met hun broer nog wat te maken wou hebben wegens zijn duitsge zindheid. Pas toen zij het zwarte uniform van Jacques vonden waren zij overtuigd. Vóór ieder een een pijnlijke afranseling kreeg kon Etienne nog bekomen dat de dokter werd geroepen voorde zieke moeder, zodoende kon de geneesheer al de andere leden van de familie op de hoogte brengen. Over de Ges tapo is de heer Geerinckx niet te spreken maar over de Kom- mandatur is hij vol lof. Praktisch elke week had hij daarmee kontakt daar hij distriktskom- missaris van de scouting was. Veel leden en leiders waren in het leger of waren aktief in het verzet, in hun strijd zelfs onrechtstreeks en natuurlijk ongewild geholpen door de Duitsers, daar niemand een uniform moch dragen waardoor moeilijk te bewijzen was dat de scouten ook aktief waren in het verzet. De Gestapo daarentegen werkte de jeugdbeweging tegen en trachtte door allerlei listen mensen te betrappen op het plegen van daden tegen het Duits bewind. Zo stuurden zijzelf twee Libres Belgiques naar het kantoor van Geerinckx, om dan achteraf het huis te doorzoeken met de bedoeling de bewoner te kunnen inrekenen op het bezit van sluikkranten of nog erger wegens het doorspelen ervan. BEROEP EN HOBBY Het is zeker geen sluikreklame als hier verteld wordt dat Etienne Geerinckx ook staat voor een agentschap van verze keringen en reizen. Zeker in funktie van hoofd van deze onderneming is hij door ieder een gekend. Het was vrij toevallig dat hij met verzekerin gen in kontakt kwam. Toen hij studeerde diende hij een zware heelkundige ingreep te onder gaan waardoor hij lange tijd zij het dan niet volledig dan toch gedeeltelijk inaktief bleef. Daardoor begin hij in verze keringen. Met organizeren van reizen is het ook ongeveer zo gelopen. Door de gedwongen rust in het buitenland te nemen kon hij natuurlijk aan vrienden veel verhalen over andere hori zonten vertellen, die hem dan vroegen deze reizen ook voor hen te organizeren. meer gezorgd voor een special dokumentatie. Het was vri eenvoudig om eens in de U.S.A en Japan de firmahoofden ontmoeten die mogelijks gein teresseerd zouden zijn. L konsulaten regelden alles, dj heer Geerinck was overompeli door de stiptheid van Ijéjj rouiement van het programm, Resultaten heeft deze reis we gehad, Tupperware is er eet rechtstreek gevolg van, anderi fima's. ook Japanse, zijn zekè door onze investeringsdi plomaat voor het eerst aange sproken. Geerinckx wijdt he sukses van die prospektierei aan de prachtige voorwaarde! en faciliteiten die de investeer der aangeboden werden. Goed koope terreinen, de eerste werk jaren belastingsvrij, goedkope lonen, transportmogelijkheder en vooral de werkkracht van on< volk zijn voorbeelden van over redingselementen die men vroe ger kon gebruiken. De h. Geerinckx weet niet alleen veel van reizen, maar het is ook een zeer bekwame imker.(rv) Interesses, hobby's en beroep zijn bij de heer Geerinckx altijd al door mekaar geweven en soms heeft het beroep zelfs gedeelte lijk moeten inboeten voor een boeiende bezigheid. Er zijn veel mensen die insekten verzame len, er zijn imkers ook, en amateurfilmers zijn ontelbaar, maar mensen zoals Geerinckx die dit allemaal doen en waar het filmen het bestuderen van bijen ten goede komt, dat zijn wel uitzonderingen. Weerom was het filmen het gevolg van een andere aktiviteit, in dit geval het reizen. Het filmen begon hij dan aan te wenden om zijn gelief koosde diertjes, de bijen, in beeld te brengen. Het was een hele opgave en het vergde veel tijd. studie en werk om een film over de taal der bijen te maken. Deze dansende bijen, want zo spreken zij, werden op vele festivals met internationaal al lure bekroont, niet alleen omwil le van de uitzonderlijke weten schappelijk waarde, maar ook om de filmische kwaliteiten. REIZEN EN WERKEN Wereldreizen en ekspedities hebben de heer Geerinckx altijd aangetrokken en reeds van in 1938, op zijn 27ste kon hij aan de lokroep niet meer weerstaan en vertrok naar de Sahara. Reizen naar alle werelddelen volgden. Als sekretaris van de handels kamer heeft hij tijdens een reis naar de U.S.A. en Japan heel wat werk verricht voor de Aalsterse ekonomische ekspan- tie. Wat dus eerst als een vakantiereis bedoeld was groei de al vlug uit tot een vermoeien de diplomatische reis, waarin buiten het sight-seeing nog weinig tijd over was om vakantie te vieren. De prospektie werd voorbereid door de handelska mer en de ekonomsiche dienst van de stad, zo was er onder Oi ge lei l'j LIEFDADIGHEID Naast de geruchten en verhalei over gierigheid van rijke familie bestaan er ook stichtende ver haaltjes en zo voor romannetje! bruikbare vertelsels over liefda digheid voor de armen, zo val het soort van aalmoezen uitde len. De eerst genoemde eigen schap en het eigenbelang zullei wel veelvuldiger voorkomen ii deze laag van de bevolking dai de liefdadigheid waarovei sprake. De heer Geerinckx heef zich niet alleen financieel in he avontuur van hulp aan derdei gestort maar ook met eigen inze en met risiko's voor de eigei J| persoon heeft hij geprobeerd de 1 nood te ledigen. Er zijn vele groeperingen in he genre van de Rotary waar d< heer Geerinckx medestichtei m van was voor wat betreft de Aalsterse afdeling, het is, even als de Lionsclub een interna tionaal aktieve organisatie, die zich onderscheidt van de an- deren door in de plaatselijke p afdelingen slechts één persooi per beroep op te nemen. Deze I Rotary is een élitair gezelschap - niet alleen wat de financiële 1 background maar ook wal betreft inbreng en persoonlijke i inzet. Hun doel is dienstbetoon, I wat zich onder andere uit in hulp aan de gehandikapteninstitii- ten, het steunen en inrichten van S vervolmakingskursussen in hel buitenland, kassettes voor blin den en beroepsinformatie, deze twee laatste initiatieven worden volledig door de eigen mensen verzorgt. Zij willen een werk lanseren, dat dan door anderen of andere instellingen kan overgenomen worden. De heer Geerinckx is op dit ogenblik nog voorzitter van de Rotary, echter niet voor lang meer daar hij van plan is zijn ontslag in te dienen, wat waarschijnlijk wel iets zal te maken hebben met zijn resent hartinfarkt. REPORTAGE: Paul Balman Jan De Nijs

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 6