STANDING BELGISCHE SPION VRIEND VAN AAISTERSE LYDIA PEE KLAK HERLEEFT IN DE FALLUINIJES MSE EN ENGELSE FOLK OUD HOSPITAAL restatie of waanzin? ijna onopgemerkte odentocht oor slapende stad 1 van §§ai®r~ lira»- sa (Sft Gebruik W hem 2x mi De Voorpost EEN UITGAVE VAN RUDAG 20 AUGUSTUS 1976 Lees door blz. 5 29- JAARGANG NR. 32 - 18 F DRUKKERIJ-UITGEVERIJ A. DE CUYPER- ROBBERECHT pvba Verantwoordelijke uitgever: A. DE CUYPER PCR. 115692 (De Cuyper) Bureau: Pontstraat 64 - Aalst 053-70.41.19 Jaarabonnement 850 F Halfjaar 425 F Trimester 215 F 2 KOSTUUMS VOOR BIJNA DE PRIJS VAN 1 De grootste éénmanszaak van Belgie 2.000 m2 oppervlakte KEUS TUSSEN 5000 KOSTUUMS MET 3 MAAND GARANTIE De grootste showroom TROUW- EN SUITEKLEDEREN. Voor ieder trouwpaar een prettige verrassing s zondags open van 9-18 u DONDERDAG GESLOTEN DENDERMONDSESTEENWEG 276 AALST TEL. 053-217973 Bijhuis: Gitschotellei 138. Berchem - Antwerpen WOONDE SAMEN MET VRIENDINNETJE UIT OKEGEM IN LYDDAC BAR NU NOG KOMEN ER TELEFOONTJES UIT HET BUITENLAND Het dagblad «Die Welt» bracht als eerste het bericht dat de WestDuitse contra spionage een 32 jarige Belg had onderschept, die de plannen van het allernieuwste gevechtsvliegtuig van WestEuropa, de «tornado», aan de russen wilde verkopen in ruil voor 600 miljoen Belgische Frank. De aangehouden Belg is de wapenhandelaar Valeriaan Kuzniak, die o.a., een adres heeft te Antwerpen en ook te Aalst verbleef in de Lydijac Bar te Aalst, nabij de E5 autostrade. KUZINIAC IN DE LYDIJAC ontmoet en zegt in een interview Op zekere dag kwam Kuzniak in met Mon Devoghelaere van Het Laatste Nieuws het volgende: In het openbaar beweerde Kozniak «voor geld zou ik over lijken gaan». André Meert heeft Kozniak de eerste maal ontmoet te Antwerpen in het Esso Hotel, tijdens de eerste onderhandelin gen bij de overname van de Lydijac Bar. Toen bleek dat deze nu wereldwijd bekende figuur de huidige Lydiac bar binnen. Het werd liefde op het eerste gezicht met het Okegems meisje Lydia V, die op 25 december officiéél uit Aalst werd afge schreven en zich te Antwerpen aan de Van Eycklei vestigde. Maar met deze feiten lopen we vooruit op de story. Na hun plotse en stormachtige kennismaking zijn Lydia en Valeriaan op reis gegaan. De wereld rond en men zegt zelfs, dat ze in Amerika zogezegd getrouwd zijn. Terug van hun reis moesten ze de Lydijac bar niet meer hebben. Maar Kuzniaks vriendin Lydia bleef en blijft eigenares van het riante pand, die alles samen zo een 10 miljoen waard is. Lydia bleef er in het begin ook nog een tijdje samenwonen met Valeriaan Kuzniak. VOOR GELD ZOU IK OVER LIJKEN GAAN André Meert heeft Konzi^k ooit het heft stevig in handen hield en alle beslissingen kontroleerde bij de onderhandelingen om de Lydijac Bar over te laten. Uiteindelijk was Lydia toch bereid de Bar te verkopen, maar Kuzniak zei gewoon Neen. André Maaert zegt van Kuzniak: «Het is een grote struise kerel, steeds keurig gekleed en hij sprak zeven of acht talen. Hij rookte veel en dronk matig». Hij verklaarde ooi aan hem: «Ik drink nooit want wie te veel drinkt klapt zijn mond voorbij». Küziak scheen alles en iedereen te kennen en telefoneerde zeer veel naar het buitenland. Men zegt zelfs dat hij een twaalfpersoonsvliegtuig zou gehad hebben en hoorde hem ooit zelfs richtlijnen geven dat het vliegtuig klaar moest staan voor Ziirich. Kort nadien vertrok Kuzniak. Kuzniak gaat door ^ls zeer intelligent, die nooit luid, ook niet stil, maar gewoon met zachte stem. (cr A®'1 Lees blz. 3 Een heerlijke zomeravond, een massale volkstoeloop zodat reeds een half uur vóór de vertoning de poort van de aloude Brabantse Hoeve Van Cauwelaert diende gesloten te worden en een daverend succes vanwege een heterogeen publiek beloonden de gestadige inspanningen van de jonge, dynamische groep «De Claerhaegse Comedie». Een stuk als «Pee Klak», volksfiguur nog door ouderen gekend en door jongeren gelezen in het merkwaardig boek van wijlen Benoit Putteman, gebracht in een originele versie door een enthousiaste talrijke groep moest inderdaad inslaan, enerzijds wegens de volksverbondenheid en anderzijds wegens de puike prestatie. FOLKLORESPEL Wie zich aan een klassiek S^aks sluipt het Festival van Vlaanderen opnieuw de Aals- ie stadsmuren binnen. Voor de folk- en volksmuziekadep- is er deze keer ook wat: de Limburgse groep De Spele- oojjnnen en de Brit John Renbourn in het Oud-Hospitaal en JJ op 22 augustus van 16.00 tot 22.00 uur. r»lN RENBOURN n Renbourn startte zijn car- op de Londense folks- e in het begin der jaren zes- Hij had toen een uitgespro- interesse voor de oude s en werd zowaar een Big Broonzy-discipel belangstelling reikte even- verder dan alleen maar be- eren zodat hij zelf naar de Jjar greep en z'n vingers in bluesplooien legde. Logi- erwijze waren zijn eerste e solo-platen dan ook één e bluesvertolking. Tussen- verraadden de overigens ioos-gespeelde instrumen- op z'n tweede L.P. een ont- nde belangstelling voor issance-melodieén. Hier rt men reeds Jacqui Shee als zangeres (zie ver deze beginperiode trekt n Renbourn een tijdlang rien op met Bert Jansch; ze len als duo, hetgeen on- Tiijdelijk uitloopt in het vor- n van een groep: de be nde PENTANGLE Bert en tn. grootmeesters van de rumentale Engelse folk- ne, trekken Jacqui aan als igeres alsook drummer ry Cox en bassist Danny ïmpson De samenwerking ulteert in een gesofistikeer- kwalitatief hoogstaande ziek die zich zowel beweegt in folk en blues als tussen jazz en klassiek. Hier te lande werd Pentangle sterk onder schat niettegenstaande of misschien juist daardoor de muziek die ze maakten zeer goed was. Het dient gezegd dat Pen tangle een niet gemakkelijk toegankelijke soort muziek maakte die een zekere koncen- tratie vergde wilde men zich in leven in het genre. In 1972. werd de formatie ontbonden en ieder ging z'n eigen weg. Jansch ging terug solo en Renbourn trad opnieuw spora disch op met Jacqui McShee. Tot hij in 1975 een nieuwe groep vormde die tot groot ongenoegen van Renbourn zelfwel eens «the new Pen tangle» werd en nog wordt ge noemd. Immers, zowel muzi kanten als muziek waren ver schillend van de legendarisch geworden Pentangle. Werden tot de nieuwe «John Renbourn and friends»-groep aangetrok ken: Jacqui McShee, Tony Ro berts (fluitist, was reeds te ho ren op John's «The Lady and the unicorn»), Sue Draheim (old-time-muzikant die aardig weg weet met viool, banjo en mandoline, was te horen op «Faro Annie» en Kesh Sathe (tablas, komt uit de Indische klassieke muziek, o.m. op Sgt. Peppers). De muziek die ze brengen om schrijven zeg maar in een vakje stoppen is bijna niet mogelijk vermits deze opnieuw aanleunt bij tal van stijlen. Weer werden geen kommer- ciële toegevingen gedaan zo dat zoals bij Pentangle een ze kere aandacht en koncentratie vereist is. Wat echter niet bete kent dat de toehoorder zich dubbel moet plooien, wel nee, de sfeer binnen de groep is zeer gemoedelijk: gewoon en kele vrienden die samen «hun muziek» willen maken. Welis waar niet met de maturiteit van Pentangle en bovendien zon der echt verbazende dingen. Immers, Renbourn bezit niet de vernieuwende, kreatieve ta lenten van een Bert Jansch om ophefmakende vernieuwingen te doen in zijn repertoire. In fei te. geen euvel vermits Ren bourn een uitstekend instru mentalist is; hij wordt boven- diep omringd door niet minder bekwame muzikanten die ge noeg talent hebben om hun ei gen specifieke bijdrage te leve ren. Lees door blz. 2 opgebouwd toneelwerk had ver wacht kwam uiteraard bedrogen uit. Het boek, gedramatiseerd door de bezieler van het geheel Fons De Koninck, leende zich niet tot een gewoon toneelwerk. Oordeelkundig heeft de bewer ker er een reeks mooie taferelen in gepresenteerd, voorafgegaan door getuigenissen ofwel van ouder mens die Pee Klak nog gekend hebben of jongeren, meestal schooljeugd uit de Falluintjes, die vertelden wat ze van Pee Klak zoal wisten. Interessant procédé met dia's en bandopnamen dat evenwel niet op alle plaatsen tot zijn recht kwam, ook al wegens de onvolwaardige kwaliteit van de bandopname. Alleszins gedurfd en origineel en goed geschik om vele dekorverwisselingen moge lijk te maken, tussenruimten die echter, bij deze eerste vertoning althans, ietwat lang uitvielen waaraan wellicht bij verder inspelen kan verholpen worden. DE FIGUUR «PEE KLAK» Zoals regisseur Arnold Van de Perre, flink akteur die boven dien voor zijn regiewerk alle lof verdient, bij de aanvang ver meldde kan wie het boek gelezen heeft zich een enigszins ander, een geïdialiseerd beeld van Pee Klak hebben gevormd, beeld dat dan uiteraard niet volledig met het op het podium gebrachte kan overeenstemmen doordat men door selectie ervoor moest zorgen dat alleen het essentiële restte en dat tevens de verschil lende aspecten van het karakter van deze volksfiguur beurtelings aan bod kwamen. Ruwe figuur als Pee Klak uiterlijk toch zeker was, werd ook in het stuk dat in het Falluintjeséialect werd ge bracht, een realistische, ruwe taal gevoerd om het geheel zo natuurlijk mogelijk te houden. DE INHOUD Bewerker Fons De Koninck heeft in het stuk, in drie bedrijven met pauze na het eerste bedrijf, enekele taferelen laten herleven zoals bvb. het gaval met de steenput waar Pee Klak weer te laat. na tien uur, thuis kwam en niet meer binnen mocht, dreigde zich te verdrin ken in de steenput vóór het huisje doch zijn ouders niet kon vermurwen om te openen en die dan maar een zelfmoord door verdrinking simuleerde en zo het hele gezin in het ootje nam. Of de historie met de bakker van Asse die zo werd beboft en in de luren gelegd dat Pee en Lange Seppe met twee gratis broden naar huis konden trekken, een voor hen ongekende weelde. Of het sterven van So, de vader van Pee, die op zijn sterfbed lag met een brandende kaars in de hand en door zoon Pee werd aangemaand met «Vader maak toch dat ge dood zijt, anders gaat ge uw «poten» nog verbran den». Op de geschiedenis van de kar met de vis waarmee hij dan maar liefst wegens de staat van de vis, naar «Baardegem» zou trekken. Of zijn onderhoud met de pastoor die er hem op wees dat hij best geen vrouwspersoon onder zijn dak hield zonder ermee getrouwd te zijn waarmee Pee dadelijk akkoord was op voorwaarde dat de pastoor dan ook eerst zijn meid de bons zou geven. Of het geval met de drie broer van Lange Seppe die ruzieden om zijn «floeren kos tuum» en zijn 4200F waar Pee, die het lijk moest wassen en aankleden, het lijk zo maar pardoes in de kamer bracht tot grote vrees van de bijgelovige broer Tist die meende dat een lijk nog twee uur na de dood alle kan horen! Of... nog een hele reeks gelijk aardige taferelen. U ziet het zelf wel! HET DECOR Iets dergelijks voor het voetlicht brengen stelde buiten artisitieke uiteraard ook een hele reeks praktische problemen. Zo werd het decor, opgevat door Jos Mannaert en onder de leiding van Guy Moens, in L-vorm opgebouwd langsheen twee wanden van de hoeve, een meevaller. Lees door blz. 10 -- in i Het publiek op de hoeve Van Cauwelaert te Melder! by de opvoering van Pee Klak (jm)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 1