TOERISME IN FRANKRIJK
PROBLEMEN IN HET STADSPARK BIJ DE HENGELAARS
10 - 3-9-76 - De Voorpost
IS ER EEN OPLOSSING IN ZICHT?
Wie heeft er tegenwoordig geen problemen? Ook onze park
hengelaars hebben er. Je zou het zo op het eerste gezicht niet
zeggen als je 't park binnen wandelt. Hun beeld is uit het park
haast niet meer weg te denken. Dromers langs de waterkant,
versteend als tuinkabouters. Uren aan één stuk door naar
een dobber zitten kijken. Tot rust gestold. Probleemloze rust.
Maar schijn bedriegt blijkbaar,
want toen we met de henge
laars gingen praten en ons vlak
vóór het water in het gras neer
zetten, hadden we al gezien
wat hun eerste bezwaar zou
zijn:
HET VIJVERWATER
Nu weten we ook wel datje niet
aan een of andere Middel
landse -Zee-Kust zit. Daar zie
je kleine visjes nog op drie me
ter diepte voorbijflitsen. Maar
dit! Neenee, het parkwater is in
zeer hoge mate vervuild.
Wandelaars maken zich daar
nog niet zo erg druk om. Ze
komen toch niet dicht bij het
water, tenzij aan de bruggen.
En zolang de reuk wegblijft
Maar de vissers!
We spraken o.a. met een door-
zomerde hengelaar die zeer
dikwijls in het park bedrijvig is,
en dus heel goed op de hoogte
is van de «waterstanden» van
de parkvijvers. Vakkundige in
formatie dus. En het eerste
waarover hij sprak was juist die
vervuiling van het water. En de
reeds twee jaar geleden geda
ne, maar niet ingeloste belofte,
de vijvers te zuiveren. Met de
ballonvijver Is het erg gesteld,
maar de spiegelvijver is hele
maal een vuile rotte poel. Ei
genlijk wel erg vernederend
voor een park dat, tuinarchitek-
turaal, tot de mooiste van
België wordt gerekend.
Het water is dus smerig. Maar
hoe komt het dan dat de vijvers
niet gekuist geraken? Waarom
duurt dit reeds zolang? Deze
vraag- en nog andere stelden
we achteraf aan de Heer
Schepen Henri Van Der Ve-
ken, want je moet altijd de twee
partijen horen. Hij is ook voor
zitter van een overkoepelend
orgaan van zes hengelvereni-
gingen die in het park bedrijvig
zijn. En het is onder zijn be
voegdheid dat het hengelen
valt.
De heer Van Der Veken zegt
dat er toen geen belofte ge
daan is de vijvers te kuisen. Er
zou wel een onderzoek in ver
band met dit probleem gehou
den worden. Dit onderzoek is
ondertussen beëindigd. De
parkvijvers zijn stilstaande wa
ters, wat een groot nadeel is
om het water zuiver te houden.
Er werden in dit opzicht reeds
fonteinen aangekocht. Ook in
het water is aangepaste be
planting aangebracht (waar
schijnlijk blijft daar nu niet veel
meer van over). De hengelaars
mogen dus niet denken dat er
met hun moeilijkheden geen
rekening wordt gehouden. De
zes voormelde maatschap
pijen hebben over deze pro
blemen gesproken, nog niet
lang geleden (maart 1976). Er
werd ook een aanbesteding
gedaan om de vijvers te laten
kuisen. Maar dat deze aanbe
steding zo lang uitgebleven is,
zou ook aan «Openbare Wer
ken» liggen, waarde bevoegde
personen deze problemen op
de lange baan zouden gescho
ven hebben.
Vroeger werden afgevallen
takken en bladeren regelmatig
uit de vijvers verwijderd.
Waarom gebeurt dit nu niet
meer? Wie blijft hier in gebre
ke? Degenen die de opdracht
moeten geven, of zij die ze
moeten uitvoeren? Volgen er
dan geen sankties als iemand
zijn taak niet naar behoren uit
voert?
En ondertussen blijven de bla
deren en afval maar liggen rot
ten en gisten in het water.
Vooral in de spiegelvijver
zwemmen de vissen met hun
rug bijna tegen de waterlijn.
Gebrek aan zuurstof. Volgens
de Heer Van Der Veken is dit
gebrek aan zuurstof ook wel
aan de zon te wijten. De zon
zuigt de zuurstof weg. Om
hieraan te verhelpen krijgt de
brandweer soms opdracht wa
ter in de vijver te spuiten,
DIEPTE VAN
DE VIJVERS
elk geval, de plannen om de
vijvers grondig te kuisen be
staan. Hopelijk worden ze vlug
uitgevoerd. En zal zodoende
de vijver weer wat dieper wor
den. In de ballonvijver staat er
momenteel 60 a 70 cm water.
Wat volgens de vissers niet
diep genoeg is. Er zijn plaatsen
in die vijver waar men met de
vislijn nogal eens aan verzon
ken takken blijft hangen.
Gevolg: de draad breekt door!
In de spiegelvijver is het op dit
gebied nog erger gesteld. Daar
zagen we buiten verwach
ting iemand zitten, die op
een ganse voormiddag nog
niet één visje had gevangen
(dat hadden we wél verwacht).
We zagen hem wel een half
verrot eikenblad bovenhalen.
Nochtans heeft de spiegelvij
ver een uitstekende diepte om
er, indien gekuist, goed te
kunnen vissen. Want nu kan er
slechts één vijver gebruikt
worden. Alle vissers zitten nu
aan de rand van de ballonvijver
opgesteld. Tussen haakjes
moeten we wel zeggen dat er
daar regelmatig een visje uit
het water werd gehaald (Mis
schien zijn de beestjes kontent
eruit te mogen?)
ONDERHOUD UITGEVEN
AAN DERDEN?
Ik hoorde ook de vraag stellen
waarom de stad het onderhoud
van de vijvers niet uitgeeft aan
één of meer hengelmaat-
schappijen. Dit is echter on
mogelijk volgens de Heer Van
Der Veken. Het park wordt, met
alle aktiviteiten die er door
gaan, betoelaagd door de
staat. De stad mag dus niet
verpachten.
WEDSTRIJDEN
Er is ook nog een ander pro
bleem: de amateur-hengelaars
klagen erover dat er 's zater
dags en 's zondags teveel
hengel wedstrijden doorgaan.
Zij kunnen dan hun parasols en
stoeltjes opvouwen en voor de
rest nog slechts als toeschou
wer aan de visserij deelnemen.
De amateurs voelen zich dus
achteruit gesteld. Daarop ant
woordt de Heer Van Der Veken
dat er slechts veertien wed
strijden per jaar plaatsvinden,
dertien voor klubkampioen-
schappen en slechts één na
tionale, wat toch ook niet over
dreven is. De klubs hebben al
les te zeggen, klagen de ama
teurs. Maar daartegen brengt
De Heer Van Der Veken in dat
de klubs de enige gespreks
partners zijn van het stads
bestuur. Met enkelingen kan
een bestuur moeilijker praten.
De amateur -hengelaars zou
den zelfs veel te danken heb
ben aan de klubs.
VROEGER WAS
HET ANDERS
Op de eerste plaats is het on
der druk van die klubs, dat er
zekere verbeteringen zullen
komen, o.a. het zuiveren van
het water. Maar er is vooral het
feit dat er in het park mag ge
vist worden. Dat is niet altijd zo
geweest. Het is slechts door
dat het Denderwater te erg was
vervuild om er nog te vissen,
dat de gepensioneerden toela
ting kregen om in het park te
hengelen. Zij hadden ook min
der mogelijkheden om zich te
verplaatsen naar de verder af
gelegen gemeenten waar nog
visvijvers te vinden zijn. En zo
is de visvergunning verder uit
gebreid, hoewel de vorige bur
gemeester nooit veel gevoeld
heeft voor het vissen in het
park.
WANDELPARK
Zijn stelling was dan ook dat
het park op de eerste plaats
een wandelpark is. En de vij
vers siervijvers. Ook het huidig
stadsbestuur vindt dat de hen
gelaars toch niet te erg mogen
klagen. Nochtans moet hierop
aangemerkt worden dat, indien
de toelating wordt gegeven om
te hengelen, er ook de nodige
akkomodatie moet voor zijn
Tenslotte betalen de henge
laars 50 F per lijn per dag (75 F
voor twee lijnen) een de ge
pensioneerden 25 F.
WAT VERDIENT
DE STAD ERAAN?
Nog steeds volgens de Heer
Van Der Veken verdient de
stad aan die hengelaars eigen
lijk niets. De inkomsten worden
aangewend voor de aankoop
van nieuwe vis. Ook hier be
staan er misverstanden onder
de vissers, aldus de Schepen.
Men is de mening toegedaan
dat er de laatste keer enkel Hol
landse vis op de vijvers gezet
werd omdat die beterkoop zou
zijn, De Hollandse vis was ech
ter slechts een surplus. En in
derdaad: er werd ons een fak-
tuur voorgelegd van een Belgi
sche firma die voor 91.160 F
vis heeft geleverd. Misschien
toch enkele cijfers: voor de ja
ren 1970, 71 en 72 samen wa
ren de inkomsten 195.000 F,
de uitgaven 190.000 F. Tot ver
leden jaar lagen de inkomsten
per jaar onder de 100.000 F.
Nu is men de 100.000 F over
schreden.
DE KWALITEIT
VAN DE VIS
IS GOED
De vis die in de vijvers werd
gezet vonden de vissers wel
van goeie kwaliteit, maar te
klein. Men had liever wat min
der vis, maar groter. Daar heb
je bij het hengelen meer plezier
aan; (voor de geïnteresseer
den volgen hier de afmetingen
van de laatst geleverde vis:
karpers van 15 tot 20 cm, lauw
van 17 tot 22 cm en voorn van
15 tot 25 cm). Bovendien zou
de vis niet genoeg kunnen
aankweken. De vissen komen
aan de kant hun eieren leggen,
en daar zijn de eenden dan da
delijk mee weg. Ofwel sterven
de vissen te vlug door de ver
vuiling. De hengelaars stelden
de vraag of het niet mogelijk
was draad over de zijkant van
de vijver te plaatsen. Maar dit
lijkt toch een bezwaar te zijn
voor het sierlijk uitzicht van het
park. En met de eenden kan
men ook al moeilijk weg. Het
blijft in elk geval een feit dat er
heel wat moeilijkheden ge
makkelijk kunnen opgelost
worden, indien de bevoegde
instanties tot wat meer spoed
willen aanzetten. Door bijvoor
beeld de twee vijvers rei
nigen kon men één vijver voor
wedstrijden afsluiten en de an
dere aan de amateur
hengelaars laten.
AFWATERING OSBROECK
Ook een ander probleem zal
weldra opgelost zijn: de afwa
tering van de Osbroeck zal dan
rechtstreeks naar de Dender
lopen wanner het waterpeil in
de Osbroeck te hoog komt.
Want, zegden de hengelaars
ons, als de Heer Moyersoen
Watergraaf van deze streek
het in zijn hoofd krijgt de balken
te trekken, lopen de vijvers
voor de helft leeg, trekken de
vissen naar het midden en vis
sen wij achter het net. Mis
schien voldoet deze uitleg, en
zijn ze nu gerustgesteld, Het
heeft de stad in elk geval vele
miljoenen gekost. De henge
laars vroegen ook nog even te
vermelden dat iedereen ge
houden is het aantal vissen dat
men mag meenemen (20) niet
te overschrijden, dit wordt
soms uit het oog verloren, li
dien het stadsbestuur nu hi
woord bij de daad voegt, zulle
er voor onze parkieten indet
daad heel wat problemen op
gelost zijn. Wat we van hart
voor hen hopen. Voor hen e
voor ons allen. Want momen
teel ontsieren de vijvers hi
park heel erg. Nog een laatst
opmerking over het park: hi
«melkhuisje» dat afbrandd
mocht allang afgesloten zijr
Het is zeer gevaarlijk voor spe
lende kinderen. Ziet men d
dan niet? Hopelijk is ook dit in
tussen reeds gebeurd. W.l
Nog maar amper hebben de eerste schrale lentezonnestraal
tjes ons frisse winterluchtje doorpriemd of iedereen loopt
reeds te denken wat hij tijdens zijn volgende 'congé payé»
gaat uitspoken. Het vakantiesalon dat doorging van 13 tot
21 maart II. heeft zijn deuren reeds gesloten. Het sukses was
nogmaals overweldigend. Duizenden en duizenden bezoe
kers sleepten kilo's en kilo's brosjures, folders, reisplan
nen, e.d. meer mee naar huis. Gezellig bij de Haard kunnen
zij nu met het spaarboekje in de ene hand en de reisfolder in
de andere uitknobbelen waarheen hun zomervakantie gaat
leiden.
Zaterdag 20 maart II. ging
'onder het voorzitterschap
van de reeds wat ouder wor
dende maar nog zeer jeug
dige en dynamische Aalste-
naar. Jozef van Overstrae-
ten. het vierde VTB-VAB-
kongres door. Ditmaal wer
den de Romaanse, Ger
maanse en Slavische aspek-
ten van het toerisme onder
de loepe genomen. De VTB-
VAB heeft er. zoals we reeds
gemerkt hebben en zoals we
nog zullen merken een ere
zaak van gemaakt als spre
kers steeds Nederlands
sprekenden uit te zoeken.
De gasten van dit kongres,
Zr fia Klimaszewska uit Po
len. Peter King uit Enge
land, Wladimir Osjis uit
Rusland en Pierre Brachin
uit Frankrijk spraken allen
vloeiend Nederlands.
PIERRE BRACHIN
De laatsten zullen de
eersten zijn, zou je he' kun
nen noemen. Maar het licht
niet in onze bedoeling de
enesprekerten opzichte van
de andere te diskrimineren.
Waarom beginnen met het
Romaanse aspekt, meer be
paald met Frankrijk. Een
voudig omdat Frankrijk onze
meest nabije zuiderbuur is.
Pierre Brachin, die de Ro
maanse aspekten belichtte,
werd gboren in 1914 te Mon-
tereau (Seine et Marne). Hij
genoot zijn middelbaar on
derwijs in de lycea van Sens
en Parijs-Louis Ie Grand. In
1934 werd hij toegelaten tot
de Ecole Normale Superieu
re en was vervolgens stu
dent aan de universiteiten
van Parijs, Freiburg en Ber
lijn. Hij studeerde er Duits,
Skandinavisch en rechten.
In 1938 werd hij 'agrégé d'
Allemande! et 'docteur en
lettres' in 1950. Van 1941 tot
1945 was hij leraar Duits aan
verschillende lycea. Van
1945 tot 1952 had hij een
leeropdracht Duits aan de
universiteiten van Rennes
en Bordeaux en sinds 1952
is hij hoogleraar Nederlands
aan deSorbonne.
Zijn rede berustte voorna
melijk op twee basissen.
Persoonlijke ervaringen en
gegevens uit 'Le tourisme
frangais en 1975', eén bros-
jure uitgegeven door de 'Dé-
légation générale a I' infor
mation'.
In 1974 is 50, 2% van de
Fransen met vakantie ge
gaan. Tien jaar vroeger was
dat maar 43, 6%. Frankrijk
is er in dat opzicht beter aan
toe dan België (40%). maar
slechter dan de V.S., Zwe
den. Zwitserland, Kanada,
Groot-Brittannië en Neder
land.
Twee op drie stedelingen
verlaat in Frankrijk's zomers
zijn woonplaats. Voor Parijs
en omgeving is de verhou
ding zelfs 3 op 4. De gemid
delde afstand tussen woon
plaats en vakantie-oord be
draagt meer dan 500 km.
80% legt deze afstand per
auto of per bus af.
Het aantal vakantiegangers
is erg ongelijk, al naar ge
lang van de sociale positie.
He' varieert tussen 82%
voor de vrije beroepen en het
hoogste kaderpersoneel en
12% voorde boeren en land
arbeiders. Hier dient echter
een dubbele opmerking te
worden gemaakt. Ten eerste
valt een zekere demokratise-
ring niet te loochenen. In hei
begin van de 60-er jaren wa
ren de mensen, die 's zo
mers met vakantie gingen,
allen welgesteld. Tans ko
men 7 op 10 van hen uit de
arbeidersstand en uit de
kleine burgerij voort. Ten
tweede is het al dan niet met
vakantie gaan niet altijd een
kwestie van geld. Ook afge
zien van het feit dat ca. 10
van de bevolking om ge
zondheids- of andere per
soonlijke redenen toch thuis
moeten blijven, mag men
niet vergeten dat heel wat
mensen, die in een aantrek
kelijke streek wonen, geen
behoefte gevoelen om een
maand lang van plaats te
veranderen. Van de Elzas-
sers. bv. gaat slechts 30%
met vakantie, terwijl de El-
u wil Brachin (bh
'.I min hel publiek
FRANKRIJK
Tijdens zijn inleiding drukte
Pierre Brachin er nogmaals
op dat Frankrijk, zijn ge
boorteland. hem wel zeer
nauw aan het hart ligt. maar
da' het toerisme aldaar nu
niet precies zijn grote spe
cialiteit was. Zijn tema:
«Het toerisme in Frankrijk»
behandelt twee aspekten.
a) De plaats die het toerisme
in het leven van de Fransen
inneemt (van de Fransen als
ioérist!). en wel in eigen
land en daarbuiten
b) de buitenlandse toeristen
in Frankrijk
".J>ft6fn .099 nsb i9em teint
zas, wat het jaarlijks inko
men per persoon betreft op 3
na de rijkste regio van
Frankrijk is.
Waar gaan de Fransen nu
heen. voor zover ze in eigen
land blijven? Verreweg de
meesten (45%) geven de
vr orkeur aan de zee. hetzij
aan de rustige, zg. «Familie
badplaatsen» langs de
Oceaan, het zij aan een of
ander mondain strand in het
zuiden, waar de mensen el
kaar letterlijk op de buik
trappen. 28% gaat naar het
plat'eland, dat hierdoor
langzamerhand veld wint op
-enseg ififiM .bhamiadmevon j
het gebergte. In elk geval
slaat het vast dat de huur
van een vakantiehuisje in de
Alpen of in Auvergne bijna
voor de helft goedkoper is
dan in Bretagne, laat staan
aan de Riviëra.
De Franse toerist trekt hoe
langer hoe meer de grens
over. De wens om de vakan
tie in het buitenland door te
brengen is overigens een
verschijnsel dat op 't ogen
blik alle rijke landen ken
merkt. In 1974 hebben de
Franse reizigers extra muros
in totaal 10.000 miljoen FF
uitgegeven, m.a.w. 88.000
miljoen BF. Dit was aan
zienlijk minder dan het jaar
daarvoor. In 1974 hebben ve
le Fransen uit financiële o-
verwegingen van buiten
landse reizen afgezien. In
1975 is het cijfer weer om-
hooggegaan en wel met
15%.
Naar welke landen vloeit nu
deze stroom van Franse toe
risten? De lijst is lang. Aan
het hoofd staat Spanje, en
op de elfde plaats België.
Hoe is dit betrekkelijk ge
ring aantal bezoekers in Bel
gië te verklaren?
België ligt geografisch ge
zien te dicht bij Frankrijk.
Geestelijk is Frankrijk te
nauw verbonden met Wallo
nië.
Naast de zucht naar het 'ver
re' is er ook 'wat kan België
aanbieden'. De stranden, de
Ardennen, de steden met
hun kunstschatten, bad
plaatsen en gebergte kun
nen de fransen nauwelijks
aantrekken. Zij hebben dat
alles ook, zelfs in ruimere
mate. Met de steden is de
situatie anders. De statistie
ken waarover hier sprake
slaan slechts op de 'nach
ten', die de Franse toeristen
in België hebben doorge
bracht. Ze laten de talrijke
toeristen buiten beschou
wing die alleen maar door
België reizen, op weg naar
Nederland, Noord-Duits-
land of Skandinavië. Verre
weg de meeste van deze toe-
ris'en laten de gelegenheid
niet ongebruikt om in het
voorbijgaan een glimp op te
vangen van Brugge. Gent,
Brussel of Luik. Eveneens
wordt in de statistieken
geen rekening gehouden
met de vele Noord-Fransen,
mensen uit Rijsel, Amiens
of Kamerijk, die vaak even in
België gaan buurten.
BELGEN
IN FRANKRIJK
Wat het aantal overnachtin
gen in Frankrijk betreft staat
België op de tweede plaats.
Het komt onmiddellijk na
West-Duitsland en wordt
gevolgd door Groot-Britta-
nië. Ten overstaan van de
gl' bale uitgaven neemt Bel
gië de derde plaats in na
Wes'-Duitsland en Groot-
Brit tanië. De Belgen bevalt
tiet dus best in Frankrijk,
maar ze blijven wars van elke
verspilling. De Belgische
r eri st en zij diegenen die
gemiddeld per hoofd en per
dag. bijna het minst uitge
ven. 'Bijna', want kwa zui
nigheid worden ze nog door
de Nederlanders verslagen.
Waar' m gaan de buitenlan
ders naar Frankrijk?
Evenals wat België betreft
zijn vele toeristen op door
reis. Bv. de Amerikanen die
in een minimum van tijd heel
Wes'-Europa. the old coun-
ry. willen zien, of Noorder
lingen, die Frankrijk- 'doen'
p weg naar Spanje of Ma-
rt kk<
V' r diegenen die in Frank
rijk blijven kunen de be
weegredenen erg uiteenlo
pend zijn. En hier grijpt Pier-
on ?tdo ie 9ib emssbisx n99
re Brachin even terug in zijn
herinneringen.
Naast de gewone 'congé pa-
yé-teristen' heb je ook de
meer avontuurlijk aangeleg
de trekkers. Een Duits echt
paar trekt jaarlijks, uit pure
frankofilie, naar Frankrijk.
Ze rijden er in hun klein
vinden voor henzelf en h
vr ertuig. overal vriendelijl
gezichten en schappelijl
prijzen. De meerderheid va
de Duitsers, de Engelsen e
de Nederlanders kome
vóór of na de drukte; allee
de Belgen blijven, net als c
Fransen, de voorkeur geve
e tempe
wagentje kriskras door hel
land, stoppen waar ze zin
hebben, maken een praatje
me' de onderwijzer of de
pas'r r. en rijden verder.
Een ander geval is dat van
Ari'r n van Duinkerken, alias
pr< f. Asselbergs, diein 1955
d< r Pierre Brachin uitge-
n< digd werd om twee lezin
gen te geven aan de Sorbon-
ne. Tot zijn stomme verba
zing arrivee'de hij vergezeld
d< r 50 van zijn studenten,
die zichzelf in 50 Franse ge
zinnen wisten onder te
brengen. 8 dagen lang. Zij
verzr chten Pierre Brachin
tien iets anders te laten zien
dan wat de normale toeris-
en opgedist kregen. Zo
bracht hij hen o.a. naar de
tuinen van het Instituut
Ca'holique. waar Branly in
1890 de eerste radio-uitzen
ding verwezenlijkte, naar de
bi-blif 'heek van de Senaat
waar vreemd genoeg de no-
'uien van het proces van
Jeann d'Arc bewaard wor
den. enz.
Er zijn ook gevallen van kol
iek'ieve motivering. Een
ien'al jaren gelden werden
de wegen van Périgord. in
ZW-Frankrijk. door Hollan
ders. en in mindere mater
k door Belgen, over
spoeld. die allen op zoek
waren naar een vervallen
b< erderijtje. Nu schijnt dit
verschijnsel verschoven te
zijn naar de Ardèche. dus in
ie'wat oostelijke richting.
D< r de inheemse bevolking
w< rden dergelijke uitspat-
'ingen nu eens toegejuichd.
dan weer met lede ogen aan
zien.
ZON EN SCHADUW
De schaduwplekken wat het
Franse toerisme betreft zijn
primr de totale mislukking
van alle pogingen die sinds
enkel jaren ondernomen
werden om een zekere va
kantiespreiding tot stand te
brengen (ook niet vreemd
aan België!) en sekundo de
f' ien.
72% van de Fransen gaan
'Lissen medio juli en eind
augustus met vakantie. Tij
dens die 6 weken gaan de
prijzen de hoogte in. Er ont-
s'aan. vooral begin augus
tus. onbeschrijflijke op-
s'< ppingenopdewegen: de
beruchte «bouchons». Kilo
meters lang moeten de au-
k 's dan stilstaan, soms on
der cc i in» rdende z> n die
de carrosserieën in ovens
verandert. Voor buitenland
se u eristen kan deze kon-
een'rat ie voordelen bieden.
Als zij z< verstandig zijn om
Frankrijk te bezoeken ofwel
in mei-juni ofwel in septem
ber zullen ze overal plaa's
-neW eb n9iiit nsirtoaeiM .ibbws J
aan juli of augustus.
De f< i is. zo niet een spec
fiek Franse instelling, d.
'och een plaag. Ze is evei
wel. langzaam maar zekei
aan he' verdwijnen. Er zit
weliswaar branches waar 2|
niè' binnen afzienbare tiji
kan wc'rden uitgeroeid. Eej
axi-chauffeur verlangt gee
f' i. maar wee de klant d
de gebruikelijke 10% zc
vergeten! Op twee gebiede
kan men echter een kent
ring ten goede vaststelle
Er zijn nu schouwburgt
waar het de ouvreuses c
vestiairejuffrouwen tc
strengste verboden is h
minste bedrag te aanvaa
den. En belangrijker nog
dat nu in de meeste restai
rants de bediening in de r
kening of in de prijs inbi
grepen is. Dit zijn de zogi
naamde «prix nets».
Maar er zijn ook lichtpunte
in he' Franse toerisme. D
gas'n nomieen de toestan
van he1 wegennet.
De kwaliteit van het Frans
wegennet beantwoordt aa
een ude traditie. Terwi
voor 1939 zoveel dingen
Frankrijk te wensen overtU
en waren de wegen voc
onmatige begrippen uit
sekend.
Sinds de bevrijding zijn d
P' n's et Chaussées ijveri
blijven vr ortwerken. en bui
enlanders tonen ziel
s'eeds weer verrast hoe ooi
de kleins:e wegen op he
Franse platteland, als di
maar een auto kunnen door
la'en geasfalteerd zijn
Frankrijk heeft weliswaar t
lang gewacht met de aanlee
van autowegen, maar n
wr rd' al het mogelijke ge
daan m de achterstand ii
e I' pen. Je kunt al van Rij
sel naar Nice reizen zonde
k maar één stoplicht te
gen e k< men.
De Franse kookkunst, dit
een aspekt van het toerisme
waar de Belgen wel bijzon
der gev- elig voor zijn. De
Belgen zijn nu eenmaal fijn-
pn evers.
ROMAANS ASPEKT
T sl< van het VAB-VTB
K ngres werd nog eer
s1' wpr< gramma verzorgc
ri r eon drie'al buitenland
se pr< épen. Het Romaans^
emperament werd gebracl
d i de gri ep «Lr s Silvia-
s» ui' Sivillia. Spanje.
Op-dr aspekten van het toe
risme in de Germaanse en
Slavische landen hopen wé
in dc ek' mm nog uitvoerig
erug e kn men.0< k vc
1 e et isme in België plat
nen we nt .g een bespreking.!
S.J
ui J|U X99W ni X99W llD aibOi i