TOERISME IN FRANKRIJK PROBLEMEN IN HET STADSPARK BIJ DE HENGELAARS 10 - 3-9-76 - De Voorpost IS ER EEN OPLOSSING IN ZICHT? Wie heeft er tegenwoordig geen problemen? Ook onze park hengelaars hebben er. Je zou het zo op het eerste gezicht niet zeggen als je 't park binnen wandelt. Hun beeld is uit het park haast niet meer weg te denken. Dromers langs de waterkant, versteend als tuinkabouters. Uren aan één stuk door naar een dobber zitten kijken. Tot rust gestold. Probleemloze rust. Maar schijn bedriegt blijkbaar, want toen we met de henge laars gingen praten en ons vlak vóór het water in het gras neer zetten, hadden we al gezien wat hun eerste bezwaar zou zijn: HET VIJVERWATER Nu weten we ook wel datje niet aan een of andere Middel landse -Zee-Kust zit. Daar zie je kleine visjes nog op drie me ter diepte voorbijflitsen. Maar dit! Neenee, het parkwater is in zeer hoge mate vervuild. Wandelaars maken zich daar nog niet zo erg druk om. Ze komen toch niet dicht bij het water, tenzij aan de bruggen. En zolang de reuk wegblijft Maar de vissers! We spraken o.a. met een door- zomerde hengelaar die zeer dikwijls in het park bedrijvig is, en dus heel goed op de hoogte is van de «waterstanden» van de parkvijvers. Vakkundige in formatie dus. En het eerste waarover hij sprak was juist die vervuiling van het water. En de reeds twee jaar geleden geda ne, maar niet ingeloste belofte, de vijvers te zuiveren. Met de ballonvijver Is het erg gesteld, maar de spiegelvijver is hele maal een vuile rotte poel. Ei genlijk wel erg vernederend voor een park dat, tuinarchitek- turaal, tot de mooiste van België wordt gerekend. Het water is dus smerig. Maar hoe komt het dan dat de vijvers niet gekuist geraken? Waarom duurt dit reeds zolang? Deze vraag- en nog andere stelden we achteraf aan de Heer Schepen Henri Van Der Ve- ken, want je moet altijd de twee partijen horen. Hij is ook voor zitter van een overkoepelend orgaan van zes hengelvereni- gingen die in het park bedrijvig zijn. En het is onder zijn be voegdheid dat het hengelen valt. De heer Van Der Veken zegt dat er toen geen belofte ge daan is de vijvers te kuisen. Er zou wel een onderzoek in ver band met dit probleem gehou den worden. Dit onderzoek is ondertussen beëindigd. De parkvijvers zijn stilstaande wa ters, wat een groot nadeel is om het water zuiver te houden. Er werden in dit opzicht reeds fonteinen aangekocht. Ook in het water is aangepaste be planting aangebracht (waar schijnlijk blijft daar nu niet veel meer van over). De hengelaars mogen dus niet denken dat er met hun moeilijkheden geen rekening wordt gehouden. De zes voormelde maatschap pijen hebben over deze pro blemen gesproken, nog niet lang geleden (maart 1976). Er werd ook een aanbesteding gedaan om de vijvers te laten kuisen. Maar dat deze aanbe steding zo lang uitgebleven is, zou ook aan «Openbare Wer ken» liggen, waarde bevoegde personen deze problemen op de lange baan zouden gescho ven hebben. Vroeger werden afgevallen takken en bladeren regelmatig uit de vijvers verwijderd. Waarom gebeurt dit nu niet meer? Wie blijft hier in gebre ke? Degenen die de opdracht moeten geven, of zij die ze moeten uitvoeren? Volgen er dan geen sankties als iemand zijn taak niet naar behoren uit voert? En ondertussen blijven de bla deren en afval maar liggen rot ten en gisten in het water. Vooral in de spiegelvijver zwemmen de vissen met hun rug bijna tegen de waterlijn. Gebrek aan zuurstof. Volgens de Heer Van Der Veken is dit gebrek aan zuurstof ook wel aan de zon te wijten. De zon zuigt de zuurstof weg. Om hieraan te verhelpen krijgt de brandweer soms opdracht wa ter in de vijver te spuiten, DIEPTE VAN DE VIJVERS elk geval, de plannen om de vijvers grondig te kuisen be staan. Hopelijk worden ze vlug uitgevoerd. En zal zodoende de vijver weer wat dieper wor den. In de ballonvijver staat er momenteel 60 a 70 cm water. Wat volgens de vissers niet diep genoeg is. Er zijn plaatsen in die vijver waar men met de vislijn nogal eens aan verzon ken takken blijft hangen. Gevolg: de draad breekt door! In de spiegelvijver is het op dit gebied nog erger gesteld. Daar zagen we buiten verwach ting iemand zitten, die op een ganse voormiddag nog niet één visje had gevangen (dat hadden we wél verwacht). We zagen hem wel een half verrot eikenblad bovenhalen. Nochtans heeft de spiegelvij ver een uitstekende diepte om er, indien gekuist, goed te kunnen vissen. Want nu kan er slechts één vijver gebruikt worden. Alle vissers zitten nu aan de rand van de ballonvijver opgesteld. Tussen haakjes moeten we wel zeggen dat er daar regelmatig een visje uit het water werd gehaald (Mis schien zijn de beestjes kontent eruit te mogen?) ONDERHOUD UITGEVEN AAN DERDEN? Ik hoorde ook de vraag stellen waarom de stad het onderhoud van de vijvers niet uitgeeft aan één of meer hengelmaat- schappijen. Dit is echter on mogelijk volgens de Heer Van Der Veken. Het park wordt, met alle aktiviteiten die er door gaan, betoelaagd door de staat. De stad mag dus niet verpachten. WEDSTRIJDEN Er is ook nog een ander pro bleem: de amateur-hengelaars klagen erover dat er 's zater dags en 's zondags teveel hengel wedstrijden doorgaan. Zij kunnen dan hun parasols en stoeltjes opvouwen en voor de rest nog slechts als toeschou wer aan de visserij deelnemen. De amateurs voelen zich dus achteruit gesteld. Daarop ant woordt de Heer Van Der Veken dat er slechts veertien wed strijden per jaar plaatsvinden, dertien voor klubkampioen- schappen en slechts één na tionale, wat toch ook niet over dreven is. De klubs hebben al les te zeggen, klagen de ama teurs. Maar daartegen brengt De Heer Van Der Veken in dat de klubs de enige gespreks partners zijn van het stads bestuur. Met enkelingen kan een bestuur moeilijker praten. De amateur -hengelaars zou den zelfs veel te danken heb ben aan de klubs. VROEGER WAS HET ANDERS Op de eerste plaats is het on der druk van die klubs, dat er zekere verbeteringen zullen komen, o.a. het zuiveren van het water. Maar er is vooral het feit dat er in het park mag ge vist worden. Dat is niet altijd zo geweest. Het is slechts door dat het Denderwater te erg was vervuild om er nog te vissen, dat de gepensioneerden toela ting kregen om in het park te hengelen. Zij hadden ook min der mogelijkheden om zich te verplaatsen naar de verder af gelegen gemeenten waar nog visvijvers te vinden zijn. En zo is de visvergunning verder uit gebreid, hoewel de vorige bur gemeester nooit veel gevoeld heeft voor het vissen in het park. WANDELPARK Zijn stelling was dan ook dat het park op de eerste plaats een wandelpark is. En de vij vers siervijvers. Ook het huidig stadsbestuur vindt dat de hen gelaars toch niet te erg mogen klagen. Nochtans moet hierop aangemerkt worden dat, indien de toelating wordt gegeven om te hengelen, er ook de nodige akkomodatie moet voor zijn Tenslotte betalen de henge laars 50 F per lijn per dag (75 F voor twee lijnen) een de ge pensioneerden 25 F. WAT VERDIENT DE STAD ERAAN? Nog steeds volgens de Heer Van Der Veken verdient de stad aan die hengelaars eigen lijk niets. De inkomsten worden aangewend voor de aankoop van nieuwe vis. Ook hier be staan er misverstanden onder de vissers, aldus de Schepen. Men is de mening toegedaan dat er de laatste keer enkel Hol landse vis op de vijvers gezet werd omdat die beterkoop zou zijn, De Hollandse vis was ech ter slechts een surplus. En in derdaad: er werd ons een fak- tuur voorgelegd van een Belgi sche firma die voor 91.160 F vis heeft geleverd. Misschien toch enkele cijfers: voor de ja ren 1970, 71 en 72 samen wa ren de inkomsten 195.000 F, de uitgaven 190.000 F. Tot ver leden jaar lagen de inkomsten per jaar onder de 100.000 F. Nu is men de 100.000 F over schreden. DE KWALITEIT VAN DE VIS IS GOED De vis die in de vijvers werd gezet vonden de vissers wel van goeie kwaliteit, maar te klein. Men had liever wat min der vis, maar groter. Daar heb je bij het hengelen meer plezier aan; (voor de geïnteresseer den volgen hier de afmetingen van de laatst geleverde vis: karpers van 15 tot 20 cm, lauw van 17 tot 22 cm en voorn van 15 tot 25 cm). Bovendien zou de vis niet genoeg kunnen aankweken. De vissen komen aan de kant hun eieren leggen, en daar zijn de eenden dan da delijk mee weg. Ofwel sterven de vissen te vlug door de ver vuiling. De hengelaars stelden de vraag of het niet mogelijk was draad over de zijkant van de vijver te plaatsen. Maar dit lijkt toch een bezwaar te zijn voor het sierlijk uitzicht van het park. En met de eenden kan men ook al moeilijk weg. Het blijft in elk geval een feit dat er heel wat moeilijkheden ge makkelijk kunnen opgelost worden, indien de bevoegde instanties tot wat meer spoed willen aanzetten. Door bijvoor beeld de twee vijvers rei nigen kon men één vijver voor wedstrijden afsluiten en de an dere aan de amateur hengelaars laten. AFWATERING OSBROECK Ook een ander probleem zal weldra opgelost zijn: de afwa tering van de Osbroeck zal dan rechtstreeks naar de Dender lopen wanner het waterpeil in de Osbroeck te hoog komt. Want, zegden de hengelaars ons, als de Heer Moyersoen Watergraaf van deze streek het in zijn hoofd krijgt de balken te trekken, lopen de vijvers voor de helft leeg, trekken de vissen naar het midden en vis sen wij achter het net. Mis schien voldoet deze uitleg, en zijn ze nu gerustgesteld, Het heeft de stad in elk geval vele miljoenen gekost. De henge laars vroegen ook nog even te vermelden dat iedereen ge houden is het aantal vissen dat men mag meenemen (20) niet te overschrijden, dit wordt soms uit het oog verloren, li dien het stadsbestuur nu hi woord bij de daad voegt, zulle er voor onze parkieten indet daad heel wat problemen op gelost zijn. Wat we van hart voor hen hopen. Voor hen e voor ons allen. Want momen teel ontsieren de vijvers hi park heel erg. Nog een laatst opmerking over het park: hi «melkhuisje» dat afbrandd mocht allang afgesloten zijr Het is zeer gevaarlijk voor spe lende kinderen. Ziet men d dan niet? Hopelijk is ook dit in tussen reeds gebeurd. W.l Nog maar amper hebben de eerste schrale lentezonnestraal tjes ons frisse winterluchtje doorpriemd of iedereen loopt reeds te denken wat hij tijdens zijn volgende 'congé payé» gaat uitspoken. Het vakantiesalon dat doorging van 13 tot 21 maart II. heeft zijn deuren reeds gesloten. Het sukses was nogmaals overweldigend. Duizenden en duizenden bezoe kers sleepten kilo's en kilo's brosjures, folders, reisplan nen, e.d. meer mee naar huis. Gezellig bij de Haard kunnen zij nu met het spaarboekje in de ene hand en de reisfolder in de andere uitknobbelen waarheen hun zomervakantie gaat leiden. Zaterdag 20 maart II. ging 'onder het voorzitterschap van de reeds wat ouder wor dende maar nog zeer jeug dige en dynamische Aalste- naar. Jozef van Overstrae- ten. het vierde VTB-VAB- kongres door. Ditmaal wer den de Romaanse, Ger maanse en Slavische aspek- ten van het toerisme onder de loepe genomen. De VTB- VAB heeft er. zoals we reeds gemerkt hebben en zoals we nog zullen merken een ere zaak van gemaakt als spre kers steeds Nederlands sprekenden uit te zoeken. De gasten van dit kongres, Zr fia Klimaszewska uit Po len. Peter King uit Enge land, Wladimir Osjis uit Rusland en Pierre Brachin uit Frankrijk spraken allen vloeiend Nederlands. PIERRE BRACHIN De laatsten zullen de eersten zijn, zou je he' kun nen noemen. Maar het licht niet in onze bedoeling de enesprekerten opzichte van de andere te diskrimineren. Waarom beginnen met het Romaanse aspekt, meer be paald met Frankrijk. Een voudig omdat Frankrijk onze meest nabije zuiderbuur is. Pierre Brachin, die de Ro maanse aspekten belichtte, werd gboren in 1914 te Mon- tereau (Seine et Marne). Hij genoot zijn middelbaar on derwijs in de lycea van Sens en Parijs-Louis Ie Grand. In 1934 werd hij toegelaten tot de Ecole Normale Superieu re en was vervolgens stu dent aan de universiteiten van Parijs, Freiburg en Ber lijn. Hij studeerde er Duits, Skandinavisch en rechten. In 1938 werd hij 'agrégé d' Allemande! et 'docteur en lettres' in 1950. Van 1941 tot 1945 was hij leraar Duits aan verschillende lycea. Van 1945 tot 1952 had hij een leeropdracht Duits aan de universiteiten van Rennes en Bordeaux en sinds 1952 is hij hoogleraar Nederlands aan deSorbonne. Zijn rede berustte voorna melijk op twee basissen. Persoonlijke ervaringen en gegevens uit 'Le tourisme frangais en 1975', eén bros- jure uitgegeven door de 'Dé- légation générale a I' infor mation'. In 1974 is 50, 2% van de Fransen met vakantie ge gaan. Tien jaar vroeger was dat maar 43, 6%. Frankrijk is er in dat opzicht beter aan toe dan België (40%). maar slechter dan de V.S., Zwe den. Zwitserland, Kanada, Groot-Brittannië en Neder land. Twee op drie stedelingen verlaat in Frankrijk's zomers zijn woonplaats. Voor Parijs en omgeving is de verhou ding zelfs 3 op 4. De gemid delde afstand tussen woon plaats en vakantie-oord be draagt meer dan 500 km. 80% legt deze afstand per auto of per bus af. Het aantal vakantiegangers is erg ongelijk, al naar ge lang van de sociale positie. He' varieert tussen 82% voor de vrije beroepen en het hoogste kaderpersoneel en 12% voorde boeren en land arbeiders. Hier dient echter een dubbele opmerking te worden gemaakt. Ten eerste valt een zekere demokratise- ring niet te loochenen. In hei begin van de 60-er jaren wa ren de mensen, die 's zo mers met vakantie gingen, allen welgesteld. Tans ko men 7 op 10 van hen uit de arbeidersstand en uit de kleine burgerij voort. Ten tweede is het al dan niet met vakantie gaan niet altijd een kwestie van geld. Ook afge zien van het feit dat ca. 10 van de bevolking om ge zondheids- of andere per soonlijke redenen toch thuis moeten blijven, mag men niet vergeten dat heel wat mensen, die in een aantrek kelijke streek wonen, geen behoefte gevoelen om een maand lang van plaats te veranderen. Van de Elzas- sers. bv. gaat slechts 30% met vakantie, terwijl de El- u wil Brachin (bh '.I min hel publiek FRANKRIJK Tijdens zijn inleiding drukte Pierre Brachin er nogmaals op dat Frankrijk, zijn ge boorteland. hem wel zeer nauw aan het hart ligt. maar da' het toerisme aldaar nu niet precies zijn grote spe cialiteit was. Zijn tema: «Het toerisme in Frankrijk» behandelt twee aspekten. a) De plaats die het toerisme in het leven van de Fransen inneemt (van de Fransen als ioérist!). en wel in eigen land en daarbuiten b) de buitenlandse toeristen in Frankrijk ".J>ft6fn .099 nsb i9em teint zas, wat het jaarlijks inko men per persoon betreft op 3 na de rijkste regio van Frankrijk is. Waar gaan de Fransen nu heen. voor zover ze in eigen land blijven? Verreweg de meesten (45%) geven de vr orkeur aan de zee. hetzij aan de rustige, zg. «Familie badplaatsen» langs de Oceaan, het zij aan een of ander mondain strand in het zuiden, waar de mensen el kaar letterlijk op de buik trappen. 28% gaat naar het plat'eland, dat hierdoor langzamerhand veld wint op -enseg ififiM .bhamiadmevon j het gebergte. In elk geval slaat het vast dat de huur van een vakantiehuisje in de Alpen of in Auvergne bijna voor de helft goedkoper is dan in Bretagne, laat staan aan de Riviëra. De Franse toerist trekt hoe langer hoe meer de grens over. De wens om de vakan tie in het buitenland door te brengen is overigens een verschijnsel dat op 't ogen blik alle rijke landen ken merkt. In 1974 hebben de Franse reizigers extra muros in totaal 10.000 miljoen FF uitgegeven, m.a.w. 88.000 miljoen BF. Dit was aan zienlijk minder dan het jaar daarvoor. In 1974 hebben ve le Fransen uit financiële o- verwegingen van buiten landse reizen afgezien. In 1975 is het cijfer weer om- hooggegaan en wel met 15%. Naar welke landen vloeit nu deze stroom van Franse toe risten? De lijst is lang. Aan het hoofd staat Spanje, en op de elfde plaats België. Hoe is dit betrekkelijk ge ring aantal bezoekers in Bel gië te verklaren? België ligt geografisch ge zien te dicht bij Frankrijk. Geestelijk is Frankrijk te nauw verbonden met Wallo nië. Naast de zucht naar het 'ver re' is er ook 'wat kan België aanbieden'. De stranden, de Ardennen, de steden met hun kunstschatten, bad plaatsen en gebergte kun nen de fransen nauwelijks aantrekken. Zij hebben dat alles ook, zelfs in ruimere mate. Met de steden is de situatie anders. De statistie ken waarover hier sprake slaan slechts op de 'nach ten', die de Franse toeristen in België hebben doorge bracht. Ze laten de talrijke toeristen buiten beschou wing die alleen maar door België reizen, op weg naar Nederland, Noord-Duits- land of Skandinavië. Verre weg de meeste van deze toe- ris'en laten de gelegenheid niet ongebruikt om in het voorbijgaan een glimp op te vangen van Brugge. Gent, Brussel of Luik. Eveneens wordt in de statistieken geen rekening gehouden met de vele Noord-Fransen, mensen uit Rijsel, Amiens of Kamerijk, die vaak even in België gaan buurten. BELGEN IN FRANKRIJK Wat het aantal overnachtin gen in Frankrijk betreft staat België op de tweede plaats. Het komt onmiddellijk na West-Duitsland en wordt gevolgd door Groot-Britta- nië. Ten overstaan van de gl' bale uitgaven neemt Bel gië de derde plaats in na Wes'-Duitsland en Groot- Brit tanië. De Belgen bevalt tiet dus best in Frankrijk, maar ze blijven wars van elke verspilling. De Belgische r eri st en zij diegenen die gemiddeld per hoofd en per dag. bijna het minst uitge ven. 'Bijna', want kwa zui nigheid worden ze nog door de Nederlanders verslagen. Waar' m gaan de buitenlan ders naar Frankrijk? Evenals wat België betreft zijn vele toeristen op door reis. Bv. de Amerikanen die in een minimum van tijd heel Wes'-Europa. the old coun- ry. willen zien, of Noorder lingen, die Frankrijk- 'doen' p weg naar Spanje of Ma- rt kk< V' r diegenen die in Frank rijk blijven kunen de be weegredenen erg uiteenlo pend zijn. En hier grijpt Pier- on ?tdo ie 9ib emssbisx n99 re Brachin even terug in zijn herinneringen. Naast de gewone 'congé pa- yé-teristen' heb je ook de meer avontuurlijk aangeleg de trekkers. Een Duits echt paar trekt jaarlijks, uit pure frankofilie, naar Frankrijk. Ze rijden er in hun klein vinden voor henzelf en h vr ertuig. overal vriendelijl gezichten en schappelijl prijzen. De meerderheid va de Duitsers, de Engelsen e de Nederlanders kome vóór of na de drukte; allee de Belgen blijven, net als c Fransen, de voorkeur geve e tempe wagentje kriskras door hel land, stoppen waar ze zin hebben, maken een praatje me' de onderwijzer of de pas'r r. en rijden verder. Een ander geval is dat van Ari'r n van Duinkerken, alias pr< f. Asselbergs, diein 1955 d< r Pierre Brachin uitge- n< digd werd om twee lezin gen te geven aan de Sorbon- ne. Tot zijn stomme verba zing arrivee'de hij vergezeld d< r 50 van zijn studenten, die zichzelf in 50 Franse ge zinnen wisten onder te brengen. 8 dagen lang. Zij verzr chten Pierre Brachin tien iets anders te laten zien dan wat de normale toeris- en opgedist kregen. Zo bracht hij hen o.a. naar de tuinen van het Instituut Ca'holique. waar Branly in 1890 de eerste radio-uitzen ding verwezenlijkte, naar de bi-blif 'heek van de Senaat waar vreemd genoeg de no- 'uien van het proces van Jeann d'Arc bewaard wor den. enz. Er zijn ook gevallen van kol iek'ieve motivering. Een ien'al jaren gelden werden de wegen van Périgord. in ZW-Frankrijk. door Hollan ders. en in mindere mater k door Belgen, over spoeld. die allen op zoek waren naar een vervallen b< erderijtje. Nu schijnt dit verschijnsel verschoven te zijn naar de Ardèche. dus in ie'wat oostelijke richting. D< r de inheemse bevolking w< rden dergelijke uitspat- 'ingen nu eens toegejuichd. dan weer met lede ogen aan zien. ZON EN SCHADUW De schaduwplekken wat het Franse toerisme betreft zijn primr de totale mislukking van alle pogingen die sinds enkel jaren ondernomen werden om een zekere va kantiespreiding tot stand te brengen (ook niet vreemd aan België!) en sekundo de f' ien. 72% van de Fransen gaan 'Lissen medio juli en eind augustus met vakantie. Tij dens die 6 weken gaan de prijzen de hoogte in. Er ont- s'aan. vooral begin augus tus. onbeschrijflijke op- s'< ppingenopdewegen: de beruchte «bouchons». Kilo meters lang moeten de au- k 's dan stilstaan, soms on der cc i in» rdende z> n die de carrosserieën in ovens verandert. Voor buitenland se u eristen kan deze kon- een'rat ie voordelen bieden. Als zij z< verstandig zijn om Frankrijk te bezoeken ofwel in mei-juni ofwel in septem ber zullen ze overal plaa's -neW eb n9iiit nsirtoaeiM .ibbws J aan juli of augustus. De f< i is. zo niet een spec fiek Franse instelling, d. 'och een plaag. Ze is evei wel. langzaam maar zekei aan he' verdwijnen. Er zit weliswaar branches waar 2| niè' binnen afzienbare tiji kan wc'rden uitgeroeid. Eej axi-chauffeur verlangt gee f' i. maar wee de klant d de gebruikelijke 10% zc vergeten! Op twee gebiede kan men echter een kent ring ten goede vaststelle Er zijn nu schouwburgt waar het de ouvreuses c vestiairejuffrouwen tc strengste verboden is h minste bedrag te aanvaa den. En belangrijker nog dat nu in de meeste restai rants de bediening in de r kening of in de prijs inbi grepen is. Dit zijn de zogi naamde «prix nets». Maar er zijn ook lichtpunte in he' Franse toerisme. D gas'n nomieen de toestan van he1 wegennet. De kwaliteit van het Frans wegennet beantwoordt aa een ude traditie. Terwi voor 1939 zoveel dingen Frankrijk te wensen overtU en waren de wegen voc onmatige begrippen uit sekend. Sinds de bevrijding zijn d P' n's et Chaussées ijveri blijven vr ortwerken. en bui enlanders tonen ziel s'eeds weer verrast hoe ooi de kleins:e wegen op he Franse platteland, als di maar een auto kunnen door la'en geasfalteerd zijn Frankrijk heeft weliswaar t lang gewacht met de aanlee van autowegen, maar n wr rd' al het mogelijke ge daan m de achterstand ii e I' pen. Je kunt al van Rij sel naar Nice reizen zonde k maar één stoplicht te gen e k< men. De Franse kookkunst, dit een aspekt van het toerisme waar de Belgen wel bijzon der gev- elig voor zijn. De Belgen zijn nu eenmaal fijn- pn evers. ROMAANS ASPEKT T sl< van het VAB-VTB K ngres werd nog eer s1' wpr< gramma verzorgc ri r eon drie'al buitenland se pr< épen. Het Romaans^ emperament werd gebracl d i de gri ep «Lr s Silvia- s» ui' Sivillia. Spanje. Op-dr aspekten van het toe risme in de Germaanse en Slavische landen hopen wé in dc ek' mm nog uitvoerig erug e kn men.0< k vc 1 e et isme in België plat nen we nt .g een bespreking.! S.J ui J|U X99W ni X99W llD aibOi i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 10