-I Renaat Ravijtstornooi ook dit seizoen groot sukses Eentoekomstij standaardwerk r~ RITA DE MOYER DEBUTEERT VEELBELOVEND! TENTOONSTELLING AALST IN KAART, BEELD, PRENT EVEN HERINNEREN... WERELDORKESTEN IN HET FESTIVAL VAN VLAANDEREN (II) DE SCHAKEL EN HELENA OF DE LEVENSVREUGDE to? 28 -15-10-76 - De Voorpost Het tweede toneeltornooi, ingericht door de werkgroep Re naat Ravijts, en dit voor de tweede maal, kende bij de liefheb bersverenigingen uit Aalst en omgeving, andermaal een groot sukses. Niet minder dan 27 verenigingen stuurden een inschrijving. Hieruit werden door openbare lottrekking acht groepen gese- lekteerd. Wij publiceren hier graag de agenda van het tornooi. 1. Sint Peter Vreugd en Deugd: Stedelijke Stadsschouwburg. Steenstraat te Geraardsber- gen. Datum: 30 oktober 1976 Toneelstuk: De Consul van Co co ri co (Franz Arnold) Regie: J. Pauwels. 2. Vrij en Blij: Groot Hotel, Steenweg te Asse. Datum: 7 november 1976 te 20 uur. Toneelstuk: ik ben er... ik blijf er. (Jean Vaimy) Regie: Ann Petersen. 3. Ontwikkeling door ont spanning: Zaal «Rerum Novarum» Sint Maria Oudenhove Datum:11 december1976te20 uur. Toneelstuk: Pastoor Munte (Emest Claes) Regie: Maurits Balfoort. 4. De Catharinisten: Stedelijke stadsschouwburg Aalst Datum: 19 december 1976 te 20 uur. Toneelstuk: Heksenjacht (A. Miller) Regie: Nolle Versijp 5. Tijl Uilenspiegel: Zaal Laeticia, Smissenhoek te Erwetegem. Datum: 6 februari 1977 te 18 uur. Toneelstuk: Ontvluchting (Bill Owen) Regie: Muc Vermoeze. 6. Arbeid en kunst. Stedelijke stadsschouwburg Aalst. Datum: 27 februari 1977 te 20 uur. Toneelstuk: Als ma van huis is (F. Marceau) Regie: Jef Bettens. 7. De Leuteling: Zaal Rocking, Kamemelk- straat te Ressegem. Datum: 25 februari 1977 te 20 uur. Toneelstuk: Requiem voor Kamiel (onbekend) Regie: Antoine Fonck. 8. Groep 75: Sint Annakerk, Sint Annalaan Datum: 27 maart 1977 te 20 uur. Toneelstuk: Eén onder ons. (E.W. Cox) Regie: Herman Slagmulder. PRIJSUITREIKING Nadere bijzonderheden over de prijsuitreiking zijn nog niet bekend. De werkgroep streeft er echter naar dit met de no dige luister te laten verlopen. Wij hopen van harte dat dit tor nooi, dat met de steun van de stad Aalst en van de vlaamse toeristenbond, een steeds gro tere bekendheid verwerft ook qua artistieke vorm op een hoog peil zal staan. Over elke vertoningen zowel binnen als buiten de stad zullen onze toneelliefhebbers een uitgebreid verslag met recen sie kunnen verwachten. Roel Van de Plas Rita De Moyer prezenteerde voor de eerste maal haar kunstwerken voor het grote publiek. De talrijk opgekomen belangstellenden kregen een technisch heel maar afgewerkt oeuvre te bezichtigen dat vooral gekenmerkt wordt door een lugubere seuurealistische uitbeeldings kracht. paalde kompositie opge bouwd. Later werd de nadruk eerder gelegd op pentekenin gen (battik) en ook de gravu- re's begonnen een grote plaats in het werk van Rita De Moyer in te nemen. DRIJFVEER De moderne mens leeft tegen woordig in een drukke omge ving met eigenaardig genoeg veel lege momenten: om deze leegte op te vullen en gemoti veerd door een bewogen ge- dachtenleven poogt Rita deze eigen wereld in haar werken uit te drukken. Elke kompostitie groeit dag na dag en slechts na enkele weken komt de sociale geladenheid van de kunstena res op het doek tot uiting. Een opvallend kenmerk in het ganse oeuvre is vooral het pessimistisch beeld dat elk werk uitstraalt. Is het de een zaamheid of de sociale bewo genheid van Rita's persoon lijkheid ^e eigen leefwereld als luguber voor te stellen? In elk werk wordt deze tweede we reld gesymboliseerd door de aanwezigheid van de meest verscheiden demonische figu ren die steeds een (gewild?) ef- fekt van betrokkenheid bij de Vanaf 23 oktober a.s. tot 28 november gaat in het Stedelijk Museum, Oud Hospitaal, een tentoonstelling door met als thema: «Aalst in Kaart, Beeld, Prent». De bedoeling was vijf eeuwen iconografie en cartografie van en over Aalst in een overzichtelijk geheel samen te brengen. Een verantwoord weten schappelijke katalogus werd voor deze gelegenheid sa mengesteld die niet minder dan 265 nummers beslaat en onderverdeeld werd in drie grote hoofdstukken. Een eerste hoofdstuk behan delt het Land van Aalst met zijn steen-, water- en spoorwegen. In het tweede hoofdstuk, te vens het belangrijkste, worden de stadsplannen en -gezichten uitvoerig beschreven. De mi niatuur uit het werk van de He negouwse kroniekschrijver Jean Froissart, die de verove ring en plundering van de stad Aalst voorstelt en gemaakt werd te Brugge in het atelier van Loyset ca. 1470 is het oud ste. Volgen dan o m. de platte grond van Jacob Van Deventer (1540 - 1575). de belegering van Aalst (1576) door Fr Hoogenbergh, de stadsplan nen door Valegio. L. Guicciar- dini, G. Braun en F. Hoogen bergh, F. De Dijn, A. Sanderus, enz. In een derde hoofdstuk ten slotte, komen de monu menten, pleinen, straten en wijken van de stad aan de be urt. Een inspanning werd tevens gedaan om het patrimonium van de stad in verband met dit onderwerp op te frissen en te restaureren. Zo bvb werd de prachtige kaart van het Land van Aalst door J Leclerin1784 getekend, zeer degelijk her steld door A. Van Calster ten behoeve van deze tentoonstel ling. De wetenschappelijke voorbe reiding en samenstelling van de katalogus, die zal geïllus treerd worden met een hon derdtal reproduces, is het werk van J. Dauwe, Archivaris Lebbeke, K. Heireman, s.j., Bi- bliothekaris van het Lessius Universitair College, Leuven en K. Baert, Stadsarchivaris Aalst. Dit is hetzelfde team dat in 1973 zorgde voor de ge slaagde Dirk Martensherden- king. Het eigen patrimonium, vooral uit het stedelijk archief en mu seum zal worden aangevuld met uitgeleende stukken van het Rijksarchief en de Rijksbi bliotheek te Gent, het Alge meen Rijksarchief en de Ko ninklijke Bibliotheek te Brussel, de Bibliothèque Nationale te Parijs, het Legerarchief van Vincennes. Verder private kol- lekties o.a. van het St.- Jozefskollege, de antikwaria- ten S. Verbuist Aalst, en P. De- vroe Leuven enz. De materiële verwezenlijking en presentatie van dit alles be rust enerzijds bij konservator I. De Vos en anderzijds bij de Stedelijke Deinsten van Kui tuur, waar Schepen G. Van Den Eede, en kuituurattaché A. VanderGheylen, respektieve- lijk voorzitter en sekretaris van het Dirk Martenskomitée de goede gang van zaken bevor deren. MIJN TIJD ZAL KOMEN... Gusaav Mahler werd geboren te Kalischt op 7 juli 1860. Reeds in zijn kinderjaren werd hij herhaal delijk gekonfronteerd met moei lijkheden van verschillende aard. Later zou hij schrijven: "Mijn ou ders gingen samen als water en vuur. Hij was een heethoofd, zij de zachtheid zelve. Zonder deze binding zouden noch ik noch mijn derde (symfonie) bestaan. Ik er vaar. telkens ik er aan denk een vreemd gevoel. Zijn vader was herbergier en han delaar in wijnen en likeuren; een opvliegend en vaak zichzelf over schattend man. Zijn moeder een stille, in zichzelf gekeerde vrouw Reeds vroeg kwam de buitenge wone muzikaliteit van de kleine Gustav tot uiting. Op vijftienja rige leeftijd werd hij leerling aan het Wecns konservatorium. Zijn eindexamen konservatorium en hoger middelbaar legde hij in het zelfde jaar af. Dit getuigt van de grote intelligentie van de jonge man. Nadien volgde hij aan de universiteit wijsbegeerte en ge schiedenis. Bi j Bruckner gihg hij in de leer voor harmonie en con trapunt. Later /ou Mahler als dirigent ver- schillende werken in Anton Bruckner boven de doopvont houden Zo gaf hij onder meer met de Weense Phiiharmonie de premières van de vijfde en de zesde symfonie. Toen men bij Bruckners dood aan Mahler een bijdrage vroeg om een gedenkte ken te verwezenlijken weigerde hij met de woorden: -Laten we liever Bruckners werken uitvoe ren Waar mensen meespelen die de levende Bruckner miskend hebben is mijn plaats niet-. Dit alleen reeds typeert de buiten gewone ingesteldheid van de jonge componist en dirigent. Hij waagde zich zelfs tot volgende uitspraak: -Dostojewski lezen is belangrijker dan contrapunt». Aan het konservatorium had men Mahler vrijgesteld van de studie van hei contrapunt; hij kende alles reeds Mahlers Komposities werden in zijn tijd allerminst begrepen. De extravagante afmetingen die zijn scheppingen eigen zijn waren tot voor kort nog een reden om Mah lers symfonieën als langdradig en banaal te beschouwen. Net zoals Mahler echter Bruckners symfo nieën in leven poogde te houden, waren ook in begin en midden van onze eeuw enekel koene durvers (en volhouders) die Mahlers mu- vcr'.'<*telheid vrijwaar- eelbelovend kunslt Ritu De Mover. Ter linden. (EL) EVOLUTIE Rita De Moyer werd op 14 sep tember 1953 te Opbrakel gebo ren. Van jongsafaan kwam ze in kontakt met verschillende kunstuitingen, die door familie leden boefend werden. Het lag dan ook voor de hand dat Rita aan de Aalsterse Akdemie zich verder ging bekwamen in die kunstrichting die zij reeds stelt tentoon in jeugdklub vroeg als voornaamste hobby tot zich had genomen. Op dertienjarige leeftijd ge batikte zij reeds definitief een eigen techniek om haar ge voelsuitingen in bewegingen en lijnen te kunnen weergeven. Haar eerste werken waren vooral neo-surrealistisch: vol gens het systeem van de litera tuur werd vooral met effekten en perspektieven een be- toeschouwer ontlokken. D demonen zijn als symbool het fantasisme van de kun nares meestal van het ma lijk geslacht, doch de kom tietorische (vrouwelijke) bouw zorgt ervoor dat de s bolische kracht tisch overkomt! EVALUATIE Alle tentoongestelde we zijn technisch heel mooi prezenteerd. Vooral de e zijn de blikvangers van expositie, doch ook de st afdrukken, houtsneden en tekeningen bewijzen naast zeefdrukaffiches dat Rita I Moyer technisch deze kun< vormen volledig onder de kn heeft. Elk werk ademt de s ciale geladenheid uit van kunstenares die haar innerlijl leefwereld eerder statisch papier heeft gezet. Slechts haar laatste werken kan mi meer beweging opmerke vooral het humoristische el ment zorgt ervoor dat de koi positie levendiger bij de to schouwer overkomt. In elk g val is een kennismaking m het oeuvre van Rita De Moy zeker aan te bevelen: mome teel is haar atelier gelegen a de Kerkhoflaan, nummer 55 Aalst! Dirk Daelemal Woensdag aanstaande te 20.30 u. krijgen we in de feestzaal van het stadhuis het Russisch pianofe nomeen Michaël Faërman te gast. In een vorige uitgave belichten we uitvoerig deze komende manifestatie. Kaarten zijn (misschien) nog te verkrijgen bij de heer Coppens, Parklaar. 89 te Aalst. Net als vorig jaar kwamen twee Mahler-symfonieën voor op het Festivalpro gramma: de zesde door het Concertgebouworkest, geleid door Bernard Haitink en de tweede door het NewPhilharmonia Orchestra and Chorus onder direktie van Andrew Davis. Nemen we daarbij de uitvoeringen van de vijfde en de negende symfonie (respektievelyk door het Cleveland Orchestra onder Lorin Maazel en het New York Philharmonic Orchestra onder Pierre Boulez) dan hebben we voldoende stof om Mahlers gigantische schepingen vanuit verschillende standpunten te aanschouwenen deze met elkaar te verge- I ijken. Toneelkring De Schakel Aalst stak terug van wal. Zaterdag 16 oktober, zondag 17 oktober en maandag 18 oktober telkens te 20 uur stipt brengt deze toneelvereniging «Helena of de levens vreugde» een komedie van André Roussin en Madeleine Gray. Regie Roger De Wilde, in de hoofdrol Francine De Bolle. Algemene inkomprijs 60 fr., maar de 65 plussers en de studenten krij gen een toegangsbewijs aan halve prijs. den. Onder hen vernoemen we Wilhelm Mengelberg. Bruno Waller en Otto Klemperer. ZUN TIJD IS GEKOMEN Vandaag is Mahlers muz.iek een vaste waarde geworden. Meer en meer worden zijn werken op kon- certprogramma's geplaatst Grote dirigenten leggen zijn symfonisch oeuvre fonografisch vast (Solti. Haitink. Bernstein. Karajan. Ku- belik en anderen). Zijn tijd is ge komen... De vier symfonieën die we tot nog toe op festivalkonccrtcn hixrrden geven een uitstekend beeld van wat Mahler als symfonicus be reikt heeft. De tweede en de vijfde vatten aan met een treurmars. Dc tweede be sluit met een geweldige zetting van Klopstocks -Heropstan- dingdhymne»; de vijfde eindigt met een gezond-optimistisch ron do. De zesde en dc negende daar entegen kennen een tragische at- Uxip. Het mag merkwaardig he ten. maar de minst gerenomeerde Mahler-dirigent wist in al deze manifestaties meest indruk te ma ke Het was Andrew Davis die iiiet zijn visie op de tweede sym- tonie (Aufherstehung) tot een iterste perfcktie kwam. zowel technisch als artistiek. Hiertoe beschikte hij met een uit voeringsapparaat als het New Philharmonia Orchestra and Cho rus (gedrild door w ijlen Klempe rer) en als solisten Alfreda Hodg son (alt) en Victoria de los Ange les (sopraan) over uiterst dank bare middelen, Wat de jonge diri gent echte verwezenlijkte grenst aan hei ongelooflijke; buiten ie ders verwachtingen wist hij het gigantische ensemble met een uit erste trefzekerheid transparant te doen klinken. Elke frase werd af gewogen; nergens viel enige ver zwakking te bespeuren. Het emo tionele. vaak hemelbestormende karkater van deze muziek werd met verpletterend elan de ruimte ingestuurd. Technisch even grandioos was Bernard Heitink met zijn Amster dams Concertgebouworkest. We misten echter het -aangrijpende» in Mahlers muziek Haitink kbracht een non-romantische Mahler: nuchter, duidelijk Hetzelfde kunnen we zeggen van Pierre Boulez die vorig jaar met de New York Philharmonic dc aangri jpc nde negende symfonie bracht Boulez. de anti- Wagneriaan van weleer, liet de muziek voor zichzelf spreken. Net als Haitink bekwam hij won dermooie momenten, maar de to taalindruk. het psychologisch proces dat aan de basis ligt van elke Mahlcr-symfonic werd niet voldoende duidelijk aangetoond. Over deze benaderingen kan men evenwel diskuteren Het is een kwestie van (al dan niet gegronde) persoonlijke voorkeur. Wij echter y iin v in mening dat het onnodig is om Mahler uit zijn eigen (laat- romantischetijdssfeer te onttrek ken. Ook deze muziek moet (mag) rekening houdend met de huidige tendens naar authentiei- teii. autenthiek klinken. Technisch is Mahlers muziek in derdaad progressief, maar qua in gesteldheid betekent het nog steed". I9C eeuwse -Sturm und drang Lorin Maazel mzr aijn Cleveland Orchestra wist van de tweeledig heid van Mahlers scheppiungen dankbaar gebruik te maken. Het orkest vertoont nog duidelijk de sporen, nagelaten door George Szell Een grandioos ensemble. Het weze ook vermeld ondanks het feit dat dit een terugblik is zijn we het niet vergeten dat Lorin Maazel gans de partituur uit het hixifd dirigeerde. Reeds meer maals ondervonden we dat op die wijze de dirigent (als hij het werk door en door kent) toch veel resul taten kan komen met zijn orkest Al bij al is hei een enorme opgave voor executanten om een werk van Mahler aanvaardbaar naar voor te brengen. Wie daar tot nog toe best in slaagde, naar ons we ten. was Sir Georg Solti met het Chicago Symphony Orchestra Zijn concertuitvoering van Mah lers vijde was even perfect als de plaatopname die hij ervan maak te. Ongelooflijk maar waar. Er kwam zelfs geen greintje routine aan te pas. wat bij Haitink bij voorbeeld wel het geval was. Het musiceren op dergelijk hoog vlak brengt in de beoordeling er van even hoge maatschaven met zich mee. Daardoor wordt men vaak te kritisch of wordt men in andere gevallen té zeer verwend Feit is. we kunnen (en moeten) met de nog steeds groeiende be langstelling voor Mahlers meer dan gelukkig zijn Deze geniale komponist heeft eindelijk de plaats gekregen die hij verdient. Wat hij zelf als dirigent gedaan heeft voor componisten die net als minder bedeeld bleven doen ande ren nu voor hem. Misschien kan hij hierdoor bij het grote publiek evenveel erkenning vinden als een Beethoven, wat hij zeker ver dient ANDRE DE GROEVE Werk van Rita De Moyer. (EL) In augustus 1976 besloot het bestuur van het Genootschap voor Aalsterse Geschiedenis: Rik Strypens, Jos Ghysens en Guido Saey. het in voorberei ding zijnde Aalsters Straten- boek uit te breiden met een analoge publikatie voor elk van de acht fusiegemeenten Daar voor sommige de lokale histo riografie beperkt bleek, werd terzelfdertijd aan een uitvoer iger archiefonderzoek ge dacht. Kontakten en vergaderingen bleven niet uit en het was voor de vereniging een voldoening zich weldra omringd te zien door een groep onderlegde plaatselijke historici. Tijdens daaropvolgende vergaderin gen werden het idee en de werkwijze uiteengezet door Jos Ghysens: een historisch overzicht van de lokaliteit, de territoriale evolutie, de toponi- mische verklaring en het ont staan der straatnamen, een beknopte beschrijving van de bijzonderste gebouwen en merkwaardigste monumenten, het iconografische gedeelte Het toekomstig Groot Aalst werd alfabetisch van 1 tot 9 in gedeeld en overeengekomen werd de verhandelingen te pu bliceren naar gelang hun inle vering. uiterlijk eind 1978 Wat de titel betrof werd ge zocht naar een benaming welke het onderwerp zo nauw keurig mogelijk zou benade ren. Men opteerde voor: Groot Aalst, een geschied kundige verhandeling met inventarisatie van zijn stra ten en gebouwen. Deel I Aalst door Jos Ghysens. Deel II: Baardegem door Ed- mond Moortgat. Deel III: Erembodegem door are Valere Gaublomme en And^_ De Meulemeester Deel IV: Gijzegem door Mare Visart Deel V: Herderser Jo2| Vermoesen Deel VI: Hofstade door Joz| De Brouwer Deel VII: Meldert door Dol Wilfried Verleyen O B S it Deel VIII: Moorsel onder voo g behoud i «i- Deel IX: Nieuwerkerken dd r* Luc Robijns. -d De fotografische inventaris, d Ik de toestand van de gemeenti in in hun laatste autonoom ja weergeeft, werd op voortreff lijke wijze bijeengebracht. F a 61 Van den Abeele. Guido Co f pens. Albert Lambrecht, Co stant Veillefon, Frans Ganz man, Mare Ghysens. Mimi 1 n Loose en Jan Muylaert do( kruisten immers in hun vrije ti stad en dorp in alle richtinge Het betekende een ondem IV ming waarbij geestdrift e|D( monnikengeduld nodig war< om te kunnen volhouden een optornen tegen de hol derden voertuigen die het f zicht op gevels en huizfl stoorden en belemmerden, j Groot Aalst, eens deze publiJ tie voltooid, bezit hiermee vq het eerst in zijn geschiede! en als eerste, een uiterst wal devol dokument voor de kenrl van de topografische gestel heid van zijn streek: een arcli tekturaal, kultureel en his! risch patrimonium. Voor de ff woner zelf een schat van kol bare beschrijvingen en heriT neringen, een uiteenlopel panorama van een leve" sruimte waarin hij zijn af lef ziet voltrekken. Een erfdel voor de toekomstige genera ties.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 28