Urbain De Grave: «V.U. heeft ervaring! In memoriam Dom Bernard Copray Een hoek voor een boek w VOLKSUNIE DUIDT ZUN SCHEPENEN AAN AKTIVITEITEN TE AFFLIGEM IN NOVEMBER :fei3n°enuur poppenspe'vo°a| 6 - 5-11-76 - De Voorpost REEKS POLITIEKE FIGUREN VOOR ERPE-MERE Het kan de schyn wekken dat we tot nu toe aan de Volksunie van Erpe-Mere weinig aandacht hebben geschonken. Nochtans zyn zij feitelijk de morele overwinnaars van de vorige verkiezingen gebleken. Volgens de ramingen hebben ze omzeggens op alle deelgemeenten vooruitgang geboekt. Exacte vergelijkingen zijn weliswaar niet mogelijk. Ten eerste omdat de V.U. in 1970 enkel in Erpe en Mere met een afzonderlijke lijst is opgekomen, en ten tweede omdat de percentages voor de verschillende deelgemeenten voor de uitslagen van 10 oktober slechts schattingen zijn. Feit blijft dat de V.U. bijna 16% van de stemmen haalde. De spreiding over de acht gemeenten is nagenoeg gelijk: variërend tussen 12 en 15%. Daarboven prykt Aaigem: hier bereikt de partij 33%. Dat is nu juist het dorp van de stilaan legendarisch geworden tandem Urbain De Grave en Jan De Vuyst. Urbain De Grave is reeds lange tijd een Volksunie-voorman. «Van huize uit overtuigd Vlaming,» zegt hij. Zijn politieke ervaring maakt hem tot een aanvaard leider van zijn partij. Destijds werd hij verkozen tot provincieraadslid en bij de laatste parlementaire verkiezing wist hij 9.000 voorkeurstemmen te verzamelen als kandidaat-senator. Zo ver is hij momenteel nog niet geraakt. Jan De Vuyst verkiest eerder het stille werk. Hij liet zich pas onlangs als V.U.-lid inschrijven. Tijdens de voorbije zes jaar zat hij samen met Urbain De Grave in de oppositie in Aaigem. Daar hebben ze mekaar echt gevonden. In die zin dat ze telkens samen overleg pleegden over de te volgen gedragslijn op het politiek toneel en dat ze samen hun houding bepaalden voor de gemeenteraad. Vandaar dat ze als duo naar buiten kwamen. De Volksunie is naar voren gekomen als een solidaire groep. Dat bleek misschien het meest bij de overwinningsroes op de avond van 10 oktober.Gekozenen en niet-gekozenen vierden toen entoesiast samen. Die solidariteit moet nu bevestigd worden en bestendigd, in de komende zes jaar. Urbain De Grave woont aan de lange weg die het centrum van Aaigem doorkruist: Opaaigem. De straat is nog met kasseien be legd. En wij dachten: «Als Urbain De Grave schepen van openbare werken wordt, zal hij toch niet ver moeten zoeken om werk te vin den.» Daarmee bedoelen we niet dat er élders geen werk meer is. Verre zij vandaar! Hij zal nog zijn handen vol hebben. Daar, in Opaaigem, heeft hij zijn bureau. Hij heeft een zaak waar momenteel vijf mensen tewerk gesteld zijn. Hij gaf ons de indruk niettegenstaande zijn verant woordelijkheid op verscheidene terreinen, zowel op gebied van zijn beroep als op politiek vlak, dat hij veel kan relativeren en er rustig bij blijven. Mijnheer De Grave, uit de verkie zingen blijkt dat de V.U. in Aai gem het meest bijgedragen heeft tot het sukses van uw partij. Heeft dit zijn oorsprong in de oppositie van de voorbije zes jaar? Je mag gerust spreken van een sukses! We hadden zelf 3 zetels vooropgesteld. Alhoewel, de dag vóór de verkiezingen zou ik 4 hebben durven pronostikeren. Het was wel gewaagd. Nu zijn we al lemaal zeer tevreden. Dat Aaigem er zo goed uitkomt, 1 igt wel aan de manier van oppositie voeren. Wij informeerden de bevolking over de agenda van de gemeenteraad. via het blaadje «Gemeente- nieuws» dat we met onze groep samen opstelden. We bereidden de gemeenteraad telkens voor, zodat we niet voor verrassingen stonden. Die manier van werken heeft de bevolking ten zeerste ge waardeerd. Is uw stemmenaantal te verklaren uit een ontevredenheid over de huidige politieke lijn? Dat denk ik niet. Het heeft meer te maken met de manier waarop we aan politiek doen, zoals ik reeds zegde: informatie. En ook omdat ik meer «training» heb. Daarmee bedoel ik het volgende: Ik was kandidaat voor de provincieraad en daarna voor de senaat. Men ziet me dikwijls als kandidaat. En daardoor dringt mijn figuur meer tot de bevolking door. De andere kandidaten komen alleen op voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dat is pas om de zes jaar. Ten andere, voor mij komt de fusie niet zo best uit. Ik ben veel meer gekend in de streek van Helder- gem, waar ik zitdagen voor soci aal dienstbetoon houd. En ik ben van Heldergem zelf. Ik heb er nog les gegeven. Verder moet ik aanstippen dat ik veel aan sociaal dienstbetoon doe. Ik ontvang hier in huis de mensen twee avonden per week. Dat ik de sociale wetgeving door heb, kun nen heel veel mensen bevestigen. Toen ik provincieraadslid was. was ik voorzitter van de kommis sie voorsociale aangelegenheden. Op die manier leert men veel, krijgt men invloed en kan men veel mensen verder op weg hel pen. De verkiezingen zijn nu achter de rug. Wat staat het toekomstig be stuur nu te doen? We zijn er ons van bewust dat we voor een ernstige verantwoorde lijkheid staan. We zullen -waar schijnlijk vele oplossingen aan vankelijk moeten improviseren. Dus: voorlopige oplossingen ge ven. Bijvoorbeeld over de organi satie van de gemeentelijke dien sten. Mere zal hoogstwaarschijn lijk in het begin als centrum dienst doen. We zullen een efficiënt en modem beleid moeten voeren. Dat heeft Mere tot nu toe werke lijk vergeten. Mere is de piloot gemeente geworden, maar daarbij is het gebleven. Er is daar geen beleid gevoerd met het vooruit zicht dat ze een centrumfunktie moeten dragen. Van ruimtelijke ordening hebben ze zeker geen kaas gegeten. Nu zal dat nog al lemaal moeten gebeuren. Er zijn zovele vragen die een op lossing moeten krijgen: de dien sten moeten gecentraliseerd wor den, waar dat mogelijk is. Voor de administratie zou er moeten een tussenvorm kunnen gevonden worden. Stempelkontrole zou ter plaatse moeten blijven. Het ge- Dom Bernard Copray heeft afscheid genomen. Op 27 oktober 1976 overleed hij in de Abdij van Affligem, waar hij een groot deel van zijn vruchtbare leven heeft doorgebracht. Dom Bernard (Adriaan) Cop ray werd geboren te Berkel- enRodenrijs (Nederland) op 1 oktober 1915 Hij ontving het kloosterhabijt te Affligem op 13 oktober 1935 Tijdelijke gelof ten legde hij af op 15 november 1936 om juist dne jaar later plechtige geloften af te leggen. Uit de handen van Mgr. Carton de Wart ontving hij te Leuven op 10 augustus 1941 de pries terwijding. Zijn filosofische en theologische studies deed hij te Affligem. Gedurende de jaren 1942 tot 1944 studeerde hij aan het vermaarde Lemmens-lnstituut te Mechelen kerkmuziek. Vele jaren lang was hij godsdienst leraar aan het Instituut Dames van Maria te Aalst. Met leerlin gen van hetzelfde instituut richtte hij in 1969 het Halleluja-koor op. Als secreta ris en medestichter van de drie jaarlijkse pianowedstrijd Step- han De Jonghe wist hij vele jonge musici te steunen. We hebben Dom Bernard ge kend. Een minzaam man die in zijn absolute bescheidenheid steeds met een ongewone toewijding zijn taak volbracht; als priester en musicus. Vaak wist hij ons te ontroeren toen hij als dirigent van zijn Halleluja koor gregoriaanse gezangen bracht Nergens gaf hij toege vingen aan uiterlijke effecten om met des te meer aandacht de essentie, de religiositeit van heeft voor zijn overlijden af- deze muziek te beklemtonen, scheid genomen van zijn vele Zijn werk, zijn ganse persoon vrienden Zoals steeds met straalde een eenvoud uit die tot een grote eenvoud, en ver- bezinning dwong. trouwen schenkend. Hij is heengegaan. Hij wist dat zijn ogenblik gekomen was en Met hem ging een toegewijd mens en kunstenaar heen. De velen die hem gekend hebben zullen het met ons eens zijn dat geen woorden de betekenis en de voorbeeldigheid kunnen schetsen die Dom Bernard aan de dag heeft gelegd. In onze herinnering zal hij blijven le ven... A.D.G. Levensloop van Urbain De Grave Hij werd geboren te Heldergem in 1919. Hij behaalde het diploma van onderwijzer. In Heldergem gaf hij twee jaar les en kwam dan naar Aaigem wonen. In 1959 startte hij een eigen kantoor voor verzekeringen en financiële verrichtingen. Dat breidde hij uit tot zo ver er momenteel 5 BEDIENDEN TEWERKGESTELD ZIJN. —Zijn politieke overtuiging heeft hij van zijn vader, die lid was van de «Frontpartij» vóór de oorlog. Hij was een gemoti veerd Daensist. Zijn politieke loopbaan begon in 1965 toen hij kandidaat was voor de provincieraad. Hij werd verkozen. In 1974 werd hij als provincieraadslid afgelost en stelde zich kandidaat voor de senaat. Hij haalde het hier niet. Op gemeentelijk vlak startte hij in 1970 met de lijst «In spraak '70», een gemeenschappelijke groep tegen de CVP. Hij zat hiermee in de oppositie. Op familiaal gebied: hij verloor zijn echtgenote op vrij jonge leeftijd. Ze overleed in 1973. Hij heeft drie kinderen. solidaire groep. Is er daar een reden voor? We hebben tamelijk vlug een overkoepelende struktuur voor Erpe-Mere gevormd. Op demo- kratische basis. Er is het politieke g« g kollege dat beperkt is qua ledei Het moet de standpunten voorbt reiden en de kwesties bestuderei Maar de beslissing ligt telkens b een ruime politieke raad. W.H*n Urbain De Grave. meentelijk onderwijs moet gecen traliseerd blijven. In elk geval, het kleuteronderwijs zal ter plaatse blijven, maar misschien met een centraal beheer. Het zijn allemaal vragen, die in gemeenschappelijk overleg met de meerderheid een oplossing moeten krijgen. Bin nenkort start dit overleg al. We kunnen niet vooruitlopen op die besprekingen. We gaan zeker met groot ver trouwen naar Erpe-Mere. Er steekt veel muziek in de koalitie met de heer De Lat aan het hoofd. Het is een zeer waardevolle per soonlijkheid. Een burgemeester moet feitelijk zes zintuigen heb ben, namelijk een zesde die posi tief de houdingen van de partners kan aftasten. In de BSP steekt er een administratieve onderlegd heid en de VU heeft ook al wat ervaring van politiek, zowel op provinciaal als op gemeentelijk vlak. De CVP heeft de meerderheid niet gehaald omdat ze teveel gezwaaid hebben met de naam «burgemees ter» Men moet er ook iets voor doen. Er tekent zich binnen de CVP een vergrijzingsverschijnsel af. Men heeft er niet aan gedacht een «testamentuitvoerder» aan te stellen, iemand die het werk ver der zet. Ervaring is geen vol doende waarborg om de enorme problemen, die de toekomst zal meebrengen, aan te kunnen. De koalitie is zeker niet zwak. We zullen wel geen risiko's mogen nemen. Het overleg moet goed gestruktureerd zijn. De kans daar toe is groot, gezien de gemeente lijke programma's vrij dicht bij elkaar liggen. De V.U. komt me voor als een vrij De politieke raad van de Volk sunie is vorige zondag samen gekomen om hun twee manda ten voor het schepenambt toe te wijzen. Het werd een enigs zins verrassende uitslag. Urbain De Grave wordt, zoals verwacht, eerste schepen met openbare werken en ruimte lijke ordening onder zijn be voegdheid. Het mandaat met bevoegdheid over midden stand, handel en feestelijkhe den gaat de eerste drie jaar naar de heer Louis Van Durme uit Mere. Daarna zal hij opge volgd worden door de heer Hein Mallefroy uit Burst. Daarmee zijn nu reeds vier schepenen (of vijf) officieel gekend binnen de partijen althans De heren Johan De Wolf en Alfons De Spiege- leer voor de BSP zijn de twee andere. Nu nog wachten op de aanduiding van het schepe nambt voor financiële aange legenheden, dat toekomt aan een PVV'er. Een krant meldde vorige week dat het voorzitterschap van de COO, dat voor de eerste twee jaar werd toegewezen aan de BSP, reeds zou zijn toegekend. We gingen bij deze fraktie daaromtrent navraag doen. Men antwoordde dat er daar over nog niet gesproken is tot nu toe. Men zal zich herinneren dat het Centrum voor Maatschap pelijk Welzijn slechts op I april zijn werking aanvat. Tot dan blijven de huidige kom missies nog funktioneren. W.H. Maandag 15november; kuiaa turele voordracht «Over deet ziel van de vrouw» door propn Serbruyns van de R U G. ,rd Vrijdag 19 november: werkfe vergadering van de dia-klulrd te 20 uur. F* Vrijdag 26 november: open-p stelling van de eindejaars- tentoonstelling 'Het Beterd Geschenk» uit vreemde lanf den 76». Allerheiligenfestival: Na het traditioneel geslaagde Allerheiligenfestival van de Hekelgemse VTB-VAB met o.a. de tentoonstelling «Landschappen van nabij de Kluis» door RogerDe Boeck (pentekeningen en zandschilderijen), de «Droogbloemen en Natuur- vondsten» van Frans De Block, de «Kluisavond» op geluisterd door «d'Aire- kens (een afdeling van de Harmonie van Asse), De boeken-en Platenbeurs, het bezoek van St.-Maarten te Affligem, Het Gezelschaps- feest. de Prondelmarkt en het Dia-festijn opent het Kultureel Centrum reeds op vrijdag 5 november een nieuwe tentoonstelling. Jonge Kamers brengen Jonge Kunst: De Jonge Kamer van West- Brabant. die van Aalst en die van Dendermonde reser veerden immers de Kunst galerij van het Kultureel Centrum van 5 tot 21 no vember om aan jonge kunstenaars voor de eerste maal of althans bij de aan vang van hun carrière, de gelegenheid te bezorgen in kontakt met het publiek te treden via een tentoonstel ling. Exposanten Een ganse reeks kunste naars (in den dop) tonen inderdaad de vruchten van hun pogen, van hun kun nen. Jean Albert: Dilbeek; 45 jaar; restaurateur van «hau- te-époque-meubelen» tweede laureaat van «Kunst voor Allen» (1975); expo seerde reeds te Dilbeek en te St.-Agatha-Berchem. Renilde Callebaut: Aalst; 28 jaar; specialisatie gra fiek; eervolle vermeldingen in de Hoppelandprijs, de Prijs Pro Civitate en de Ro- tary-Club-Prijs; exposeerde reeds te Dendermonde, te Aalst in het Belfort en te Bachte-Maria-Leerne in het «Molenhuis». Nobert De Clercq: Ander- lecht; 39 jaar; specialisatie litho: stelde reeds tentoon te Antwerpen, te Affligem, in «Westrand» te Dilbeek: ontving staatstoelage in 1974 van het Ministerie van Nederlandse Kuituur. Deze etsententoonstelling is open van 5 tot en met 21 november op zaterdagen van 14.30 tot 20 uur en op zondagen van 11 tot 13 en van 14 30 uur tot 20 uur. Verdere aktiviteiten in het Centrum: Zondag 7 november: vanaf 9.30 uur jeugdatelier: kin deren leren spelen, teke nen, boetseren. Maandag 8 november: kul- turele voordracht «Spreken over de Belgen» door letter kundige en journalist Mi chel Van der Plas. Gelieve bij voorbaat te reserveren op tel. 053/66.70.25. Woensdag 10 november: te L.Hi GODFRIED BOMANS: GROOT SPROOKJES BOEK. UITGEVERIJ ELSEVIER, SINT-STEVENS- WOLUWE, 1975, 192 BLZ., PRIJS: 395 F Godfned Bomans poneert zelf de stelling dat sprookjes schrij ven geen sinecure is (blz. 7). Dat hij erin slaagde een uitge breide verzameling ervan bij een te schrijven strekt hem dan ook tot eer. De recentste uit gave van zijn «Groot Sprook jesboek». waarvan de eerste editie toch al van 1946 dateert, telt er niet minder dan 51! Ze vormen het beste bewijs van zijn onuitputtelijke verbeelding waarvan ook de veelzijdig heid van zijn literaire produktie (journalistiek, kritieken, es says, reisverhalen, verhalend proza, kursiefjes) getuigt. Door zijn geweldige werkkracht zorgde hij voor een lange reeks publikaties die als broodjes van de markt gingen en nog steeds gaan! Inzake sprookjes wordt er dui delijk een lijn getrokken tussen de volks- en kuituursprookjes. Deze laatste zijn de vinding van één bepaald auteur zodat ze zich bewegen in zijn per soonlijke ervarings- en denk wereld en zijn innerlijk leven ten volle ademen. In die cate- gone sprookjes zijn die van Godfried Bomans onder te brengen Terwille van het genre gaat Bomans nauw aansluiten bij het taal- en denkniveau van het kind. Immers de taal wordt di rect gehouden, het verhaal schiet vooruit door de daad werkelijkheid. Dit houdt niet in dat die indrukwekkende sprookjes louter bestemd zijn voor een kinderlezerspubliek. Niets is minder waar! Zij kan zowel jong als oud aangename leesavonden bezorgen! Deze leeftijdsloosheid wordt niet alleen bewerkstelligd door de typische Bomans' stijl, maar ook door de dieptedimensie die achter de doorzichtige laag van het oppervlakteverhaal schuil gaat en eerder een veel se rieuzer leefwereld verraadt waarin Bomans als volwas sene gedwongen is te leven. Bomans lijkt ons weg te trek ken uit het mensenbestaan en ons binnen te leiden in een fan tasie rijke wereld van dieren, kabouters, koningen en prin sen. Maar als wij er dieper op in gaan, kunnen wij gemakkelijk vaststellen dat Bomans zich er niet kan van weerhouden ons telkens weer aan onze mense lijkheid te herinneren, aan onze gebreken en bekrompenhe den, aan onze tegenstellingen in de maatschappelijke om gang. Doet «De twaalfde ko ning» ons niet automatisch denken aan de huidige crisis tijd, met veel beloven en weinig resultaten? Worden de maat schappelijke tegenstellingen en de menselijke eenzaamheid niet pijnlijk blootgelegd in «Demusicus en de rentenier»? Doet «Prinses Stoepje» ons de noodzaak van te relativeren niet scherp aanvoelen? Leert «Johannes» ons niet dat «waarlijk diep verdriet even redeloos als de waarlijke diepe vreugde» is (blz. 62)? Verkon digt «Anna» blz. 68 niet dat het leven «een snelle desillusie» is tal waarbij slechts «tempo, tempo IT wordt gevraagd»? In «Terug- keer» komt de auteur tot dean konklusie dat het geluk in ons|jn ligt (blz. 83). Op dit thema haakt hij verder in met «De pan- acj toffelheld» (blz. 104) waarbij hij terecht stelt dat geluk niet met u geld te koop is Met «Ezels en kamelen» bewijst Bomans dat jt wij niet alles zelf mogen op-|p knappen ten koste van alles! In «De vleugelman» gekscheert )e hij met de gekken buiten de huizen... In de «Echoput» a(] waarschuwt hij ons voor niet steeds slechts onszelf te zien! ft, Deze greep uit de levenswijs heid in die sprookjes illustreert overduidelijk dat bijna elk sprookje min of meereen satire op het leven, droom en werke lijkheid tegelijkertijd, inhoudt! Nochtans is Bomans kritiek waarbij hij de lezer tot relative ring aanspoort en naar de wer kelijke waarden loodst, niet scherp te noemen. Ze is eerder van zachtere, begrijpende aard Ze getuigd zowel vaneen scherpzinnige observatie als van een benadering van het le ven met dé glimlach. Die glim lach komt bij de lezer over als een van de kostbaarste bezit tingen van iedere mens! Zoals Bomans zelf in de inlei ding terecht opmerkt, vragen sprookjes «ook wat van de le zer. Juist omdat de marge van het niet meegedeelde zo breed is, moet hij ook veel duiden. Hij dient ze te lezen als 'n doua nier een koffertje bekijkt, op zoek naar de dubbele bodem» Wie als deze Bomans' sprook jes op die manier benadert, doet ongetwijfeld op zijn minst dezelfde vondsten als de re censent! Paul Van Den Wijngaerde

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 6