LOUIS D'HAESELEER: VAN GROOT-AALST «I 14 - 12-11-76 - De Voorpost Tweemaal mijnheer Louis, de lachende en de ernstige Ik sta ten dienste van de bevolking. Voor ons zit Louis D'Haeseleer, een boeiende man, een sterke persoonlijk heid. Hij glimlacht, hij heeft zijn doel bereikt. Hij zal burgemeester van Groot Aalst worden. De beslissing is nog maar een maand oud. Hij ontving ons in zijn kabinet te Brussel, enkele dagen na zijn verkiezing, waar alle dossiers worden afgewerkt, hij zegt het staatssekretariaat vaarwel, Groot Aalst trekt hem magnetisch aan. Wij beginnen ons vraag- en antwoordspel met felicitaties, hopend uit de politieke persoon, de gewone mens naar voor te brengen. Als ons gesprek vordert komen we onwillekeurig toch weer op politiek terecht. Het één is zo verweven met het andere, nauwelijks te onderscheiden. Eén ding onthouden we: Zijn voorgaande politieke loopbaan maakte van hem een figuur die door de bevolking steeds zal aanvaard worden. Het is beslist als burgemeester van Groot Aalst dat hij zijn roeping vindt. Zijn gezag en brede kuituur, zijn werklust en stiptheid zijn een waarborg voor de toekomst van Groot Aalst. Afkomstig uit Haaltert waar hij op 20 oktober 1911 geboren werd, bracht hij een groot deel van zijn jeugd in Detroit (USA) door. Op 18 november 1933 huwde hij met Alida Henneman. «Vergeet ook niet mijn echtgenote te betrekken in mijn levensloop. Zij komt niet zo dikwijls deelnemen aan het openbaar leven, maar zij staat steeds achter me, zij betekent steeds een grote steun.» Bloemen voor Mevrouw D'Haeseleer zij[1 er ook bij. Onze fotograaf was te gast op de verjaardag van «Mijnheer Louis» zoals hij in de volksmond genoemd wordt. Hij kon naar hartelust prentjes kieken. Met 65 begint een nieuw tijdperk. HERINNERT U ZICH NOG IETS VAN UW JEUGD? Niet veel meer. Ik was pas acht jaar toen we naar Amerika emi greerden. Ik weet toch nog wel iets uit het begin van de lagere school, ik veronderstel dat dit de gemeenteschool van Kerksken was. Er was daar een onderwijzer en die had de bijnaam «Ganzen- nek» of «Ganzenhals». Dat is het enige wat ik me van die tijd herin ner. Wanneer vertrok U naar Ame rika? Dat moet in 1920-1921 geweest zijn. Ik was toen 8 a 9 jaar oud. Gans de familie vertrok, vader, moeder, mijn twee zusters en ik zelf. Mijn vader ging werken in Detroit in een autofabriek. Ik liep er school. Hebt U nog levendige herinne ringen aan Detroit? Mijn herinneringen zijn zo veel vuldig en van die aard dat ze een blijvende stempel gedrukt hebben natuurlijk in de buurt van de Zee- bergbrug. We zijn gaan lopen voor zelfbehoud en gaan liggen onder de bomen in het park. Werkte U toen al? In 1939 begon ik als bediende in de sociale organizatie. Ik was in Aalst bij Firmin Verbrugghen, een advokaat. die toen op de lijst van de liberale partij gestaan heeft in Erpe. Ik heb hem nog vervan gen in Aalst in 1939. Dat waren mijn eerste stappen in de politiek: ik was kandidaat voorde gemeen teraadsverkiezingen in 1939. Om toch ook iets van inkomen te hebben heb ik ook aan verzeke ringen gedaan. In feite hebt U dan alle rangen van de bevolking leren kennen. Was dat geen betere leerschool dan de traditionele? Op het gebied van intellekt niet, op het gebied van ondervinding heb ik de beste leerschool doorlo pen. Eerst was ik in Amerika, zeer demokratisch, sociaal vooruit strevend. zeer modern. Die on- niet om persoonlijke redenen. Mijn echtgenote zei altijd: «Ik zou niet graag hebben dat ge minister wordt, want dan zult ge minder tijd hebben voor uw mensen hier in het arrondissement. Die hebben je graag in hun midden.» De enige reden waarom ik het toch aanv aard heb is omdat de militanten en de medewerkers, na al mijn per soonlijke suksessen dit toch echt eens graag wilden. Is dat dan geen kroon geweest op uw politieke loopbaan? Ik heb het niet zo aangevoeld. Ziet U het burgemeesterschap als een hoogtepunt? Ik vond eerst en vooral mijn ver kiezing tot volksvertegenwoordi ger prachtig. Niet zozeer voor mezelf en voor mijn echtgenote, maar omdat ik op deze wijze het volk mocht en kon dienen. Mijn dienstbetoon begon ik tijdens de oorlog, dan werd ik provincie raadslid van 24 februari 1946 tot 26 juni 1949. In 1949 werd ik volksvertegenwoordiger en dit probleem. Ik ging door als speek list inzake ouderdomspensioenet Nu echter is voor mij één der be langrijkste problemen de werk loosheid in het algemeen en bij d< j jeugd in het bijzonder. Ik sta e voor bekend dat ik de mensen ii de mate van het mogelijke trach te helpen. Het is ongelooflijli droevig, wanneer ik de zaterdag] morgen zitdag houd Jat meisje* en jongens met een hoger middelS baar of universitair diploma, da die zoals men in de volksmont zegt moeten «gaan doppen». Z< hebben wel als werkloze een be paald inkomen, maar dat is .nie voldoende. Wanneer men jong is moet men kunnen gaan werken Er wordt soms van de jeugd ge zegd «Ze willen niet werken» Maar dat is niet waar, ze willei werken, maar krijgen de gelegen heid niet. Ik denk hierbij aan he voorstel van mijn vriend Fran Grootjans, bij de KMO's langs d( gemeentebesturen, die werklozi jeugd opvangen. Het móet noj op mijn jeugd om later in de prak tijk om te zetten. Ik ben altijd so ciaalvoelend geweest, maar gin der als klein ventje heb ik onder vonden wat sociaal-zijn betekent. Standenverschil bestond daar ook, maar het werd niet aange toond. het werd niet aangevoeld. Ik kende daar vrienden, er werd geen onderscheid gemaakt tussen het kind van een zelfstandige, van 'n advokaat of van een fabrieks arbeider. Wij gingen er samentij- dens de zomer naar de bieten- oogst getrokken, ik was toen 10 beider en ik ga daar Fier op. Ook mijn moeder werkte er de eerste jaren in een fabriek. Daar heb ik ook de strijd meege maakt om het bestaan, de strijd om het «bete» broods. Wij zijn tijdens de zomer naar de biete- noogst getrokken, ik was toen 10 jaar. Ons gezin leefde in woon wagens. Ik heb ginder van alles meegemaakt. Toen ik naar de Eas tern Highschool in Detroit trok, zoals de humaniora hier. wilde ik ook mijn steentje bijdragen. Mijn ouders hadden het wellicht niet zo erg nodig, maar ik was toen al werklustig en nam een ronde over om dagbladen te bestellen. Ik werkte daar de zaterdagnamiddag in een winkel en nam er de bestel lingen van de klanten op. Ik leerde ginder ook het idool, de bokser wereldkampioen Jack Dcmsy kennen. Vooreen paar jaar bracht ik nog een bezoek aan hem in New-York. Ik ben teruggekeerd met een soci aal gevoel, demokratisch aange legd, werklustig zoals de Vlamin gen in Detroit waren. Wanneer er ginder zwaar werk moest gedaan worden, dan kregen de Vlamin gen de voorkeur. Kon U na de studies onmiddel lijk aan het werk? Ik heb na mijn studies gewerkt in de bouwnijverheid (als manoeu- ver) in afwachting van een be trekking in een bankinstelling. Ik stel nu ook vast en dat doet me altijd groot genoegen, ik geef al tijd de voorkeur aan die jongens en meisjes, die, zelfs al hebben ze een hoger middelbaar of universi tair diploma, bij mij komen en zeggen dat ze geen werk hebben volgens hun diploma, maar niet temin in fabriek, in bouwnijver heid of ergens anders pogen de handen uit de mouwen te steken. Zij doen mij herinneren aan mijn jeugd. Als ik kan doe ik voor zulke werklustige mensen bij voorrang iets. Wanneer keerde U terug in België? Dat was juist voor de wereldoor log in 1939. Droevige herinneringen gehad aan wereldoorlog II? Ik heb de oorlog niet als militair meegemaakt. Maar ik herinner me wel die eerste dag in mei. Ik was al gehuwd en woonde toen in de Désiré De Wolfstraat. De eer ste bómmen die vielen kwamen dervinding heb ik hier toegepast, namelijk ten dienste staan van de mensen zonder onderscheid. Mijn karakter leent zich daar gemakke lijk toe. Ik hoef niet veel insDan- ning te doen om met de mensen om te gaan. Men zegt mij toch altijd: gij kunt goed met mensen om. U hebt een welgevuld leven ach ter de rug, wat zijn hierin uw mooiste herinneringen? Ik ben zo dikwijls tevreden in het leven dat het moeilijk is een or gelpunt aan te duiden. Was het niet als U minister werd? Neen, wanneer ik aanvaard heb om minister te worden, was dat aanzag ik als één van de prachtig ste zaken uit mijn loopbaan. Maar burgemeester van Groot Aalst worden stemt mij gelukkig, niet alleen omdat ik er rotsvast van overtuigd ben op 65-jarige leeftijd nog iets te kunnen preste ren. als ik gezond blijf natuurlijk, maar vooral omdat ik weet dat zeer veel mensen in de stad en in de fusionerende gemeente in mij geloven. Ik zal die mensen niet vergeten. Welke speciale belangstelling hebt U voor om het even welk probleem? Ik heb mij speciaal bezig gehou den met de derde leeftijd, ik vind dit sedert 1949 het meest nijpend uitgewerkt worden. In het kadeil, van Groot Aalst zou men een spe-L ciale dienst moeten oprichten, e dienst die belast is met het proij bleem van de werkloosheid bii d jeugd en daaraan poogt te verhelpt pen. Die dienst moet dicht bij dej mensep staan, bij de werklozen ioi, het algemeen en bij de werkloze jeugd in het bijzonder. In verband met het personeels beleid op het stadhuis, wat zal er gebeuren? Ik geloof dat de pers regelmatig ii kontakt moet komen met de ver antwoordelijken van de stad ei dat niemand een blad voor d< mond moet nemen. We moe te i open zijn voor de pers. maar dt Ondanks de drukte, ook nog t(jd vooreen rustpauze. Mevrouw D'haeseleer betekent een grote steun voor haar aktieve echtgenoot.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 14