PANS POPPENTEATER
KLOEK ALSTARZJANG
CANTATE DOMINO
VERRASSEND GOED
IN PERGOLESl'S
MAGNIFICAT
«LES SOLITAIRES REÜNIES»
IN 'T APOSTELKEN
JO NGE
JONftF
KAMERS BREN
KUNST IN AFFLIGEM
VAST ALS EIK HEEFT EEN VIERTAL GOEDE AKTEURS
28 -12-11-76 - De Voorpost
In deze terriebele tijd met het doordeweekse plezier dat gevangen zit
in een zandloper en het zaterdagavondleven met de kwezelsmoel van
de woeste disco-bar is het niet altijd makkelijk uit het ei te komen.
Als Pans poppenkast broeit op de humor dan voel je Pasen en dan
zeg je met wat minder woordelijk omhaalhet laatste «Tiere Zjang, 't
Pieverken van den Osbroek, teigen King Kong-Fu, alias Pie Romaan,
een ontsticht brandstichter» was uit de goede deeg gebakken. Vwala.
Tarzjan is het verhaal van de het kruin van het stadspark,
man die door ene Mojer- In dat kleine oerwoud van
soens uit zijn nest is gezet herfstbladeren die naar be
en onderdak zoekt onder neden dwarrelen als de fak-
tuurtjes van de hete zomer
en van 'n parkwachter die
graag vertelt dat het wan
delpad geen velodroom is
Op 2 november laatstleden ging in de Sint Maartenskerk een koncert door ingericht door het
Centrum voor Internationale Kuiturele Betrekkingen, Azymuth. Naast het «Ensemble d'Ar-
chets Eugène Ysaye» onder leiding van de violiste Lola Bobesco en de alt Margrit Jeremias
verleende ook de Schola Canto rum Cantate Domino, geleid door E.H. M. Ghijs haar medewer
king. Medewerking die we ditmaal bijzonder apprecieerden: het koor wist de minder goede
indruk die we bij een der voorgaande koncerten opdeden en de daar bijhorende vooroordelen
die we hadden voor het koncert van dinsdag 2 november volledig teniet te doen. Relatief
gezien brachten ze het er beter vanaf dan hun kollega's beroepsmusici-
Voor deze aangelegenheid
leek de publieke opkomst ons
niet schitterend te zijn. De
slecht (of onvoldoende) ver
warmde kerkruimte maakte de
sfeer er niet gezelliger om. Had
het «Ensemble d'Archets Eu
gène Ysaye» ons meer kunnen
boeien, we zouden deze be
zwaren niet gemerkt hebben...
Hiermede willen we geenszins
het orkest als minder goed be
stempelen, maar een ensem
ble dat zich tot de beste der
wereld schijnt te rekenen (zie
programmabrochure) zou wel
iets meer kunnen of mogen
bieden, zelfs in Aalst.
Met de acoustiek van de kerk
werd eens te meer té weinig
rekening gehouden. De plaats
waar wij ons bevonden liet
slechts bij momenten toe een
glimp op te vangen van de to
taalklank. Ongelijke inzetten
kwamen duidelijk genoeg over.
We twijfelen niet aan de voor
treffelijkheid van het orkest,
maar beroepsmusici zouden
moeten weten, of zouden zich
de moeite moeten getroosten
rekening te houden met de
ruimte waarin ze koncerteren.
Het concerto in sol klein opus 3
nr. 2 van Francesco Geminiani
(onder meer gewaardeerd om
zijn zes suites voor cello solo
en basso continuo) werd nog
steeds op de klassieke (roman
tische) leest geschoeid. Een
maal gewend aan meer histo
risch verantwoorde speelwijze
gaat men zich gauw ergeren
aan eerstgenoemde interpreta
ties. De continuo-partij klonk
duidelijk door. maar was niet
vrij van ongelijkheden. Vaak
klonken mooie passages door
van altviolen.
Werd vervolgd met het be
kende concerto in la klein voor
viool en strijkers BWV1041 van
Johann Sebastian Bach. So
liste hierin was Lola Bobesco.
De initiërende beweging leek
ons té lyrisch: helemaal geen
Bach zoals het hoeft te zijn. Het
staat de interpretatoren natuur
lijk vrij hun eigen opvatting naar
voor te brengen, maar ieder zal
het er met ons over eens zijn
dat Bach altijd Bach moet blij
ven. Trouwens, een ruimte als
de Sint Maartenskerk smeekt
om non-legato-spel. In het
laatste allegro van dit concerto
had het orkest neiging om op
de soliste vooruit te lopen.
Als derde werk op het pro
gramma: het Stabat Mater van
Vivaldi. In dit werk vonden we
verrassende punten van over
eenkomst met het gelijknamige
werk van Pergolesi. Soliste in
deze uitvoering was Margrit Je
remias. Reeds vroeger wezen
we op mooie timbres in haar
stem, maar nog steeds lijkt ze
ons minder geschikt te zijn voor
barokwerken, zonder daarom
te twijfelen aan haar bevoegd
heden voor andere muziek. In
dit werk, evenals in het Magni
ficat van Pergolesi klonk het
«Ensemble d' Archets Eugène
Ysaye» duidelijk minder ver
fijnd. Dit heeft echter een aan
vaardbare uitleg: oorspronke
lijk was voor deze aangele
genheid het Niederöstereichi-
sches Kamerorchester geën
gageerd. Deze mensen moes
ten echter verstek laten zodat
Lola Bobesco en haar ensem
ble die voorgenoemd orkest
vervangen zou op enkele da
gen tijd de muziek van Vivaldi
en Pergolesi moest instuderen.
Waarom men nog «bonbons»
als de Canon van Pachelbel wil
spelen op een koncert lijkt ons
een raadsel. Bovendien klonk
het werk in Bobesco's uitvoe
ring veel te «dik».
Het Adagio in E groot K.V. 261
voor viool en orkest van Wolf
gang Amadeus Mozart klonk
nog minder authentiek dan het
eerder besproken Bach-
concerto. Spijtig voor musici
met wereldfaam.
Gelukkig werd ditmaal de mu
ziek van Mozart niet verward
met die van Mendelssohn...
Toen was het (eindelijk, we za
ten er lang op te wachten...) de
beurt aan Cantate Domino om
het koncert te... besluiten. Ze
brachten samen met blonde
Lola's orkest het Magnificat
voor soli, koor en orkest van
Giovanni Baptista Pergolesi.
Soli kwamen er in deze uitvoe
ring helemaal niet aan te pas.
Daar het volledig buiten de ge
woontes lag in die tijd om der
gelijke werken zonder soli te
voorzien vermoeden we dat
het hier niet gaat om een druk
fout in de programmabrochure,
maar eerder om een onvoor
ziene (of onontkombare) en
gagementskwestie.
In elk geval, Cantate Domino
trok zich zeer goed uit de slag.
Op enkele kleine onvolkomen
heden na (detonatie bij de sop
ranen en neiging om te versnel
len) kunnen we deze prestatie
als bevredigend bestempelen.
Temeer het hier gaat om een
niet-professioneel koor. De
bassen mochten wel iets ster
ker doorklinken. Dit terzijde ge
laten was de balans tussen de
stemmen onderling uitstekend.
In polyfone gedeelten wist diri
gent E.H. Ghijs een grote dui
delijkheid te bereiken. De sop
ranen beperkten zich en kon
den aldus de andere stemmen
niet overschreeuwen; in het
Gloria trof ons de schoonheid
der altstemmen. Koor en or
kest waren niet steeds gelijk.
Voor het koncert herinnerde de
organisator J.P. Van Aver-
maete ons het overlijden van
Dom Bernard Copray. Hij
vroeg ons het koncert te aan
zien als een posthume hulde
aan deze zeer geliefde figuur
uit het Aalsterse muziekleven.
Dom Bernard werd dezelfde
dag teraarde besteld. Een
mooi idee om op die wijze
hulde te brengen aan deze
man,
A. De Groeve
wonen tere Zjang en zijn
echtelijke ega, de prikke
lende Jane die de amorpijl
op Pie Romaans boogpees
zal doen trillen. Het wordt
dus een achtervolging-in-
konsentrische-sirkels tus
sen Zjang en de aapmens
Pie Romaan die de vranke
Jane ontvoerd heeft. En
plots, wanneer detsjokvolle
zaal met verrukte paardeno
gen de helse Jacht volgt,
valt de honderste woord
speling. Lichten aan. Spe
lers Jan (Louies), Plet (uit
dezelfde nest), Denls
(Gheys) en Joris (Van Den
Eede) drukken mekaar de
hand en scharen zich In de
roes der onderlinge felicita
ties rond de feesttafel waar
op de slagroom taarten -hoe
kan het ook anders- de In
spiratiebron zijn voor je
reinste Laurel-en-Hardy-ge-
vecht-met-crème-fraiche.
Nou goed, in deze of andere
kronolglsche volgorde van
soms non-senslkale kolder
leidt het verbaal tot de hap
py-end waarin een meevoe
lende Jane de verslagen Ple
Romaan een ziekenbezoek
aflegt, na de berisping van
hare tere Zjang haar vege
borst te rusten legt In de
beschermende armen en
onder de heilige lucht van
het stille bos lang en geluk
kig leven wil met vele kinde
ren en met zoenen o-zo-
warm als verse rozijnenkoe
ken, je weet wel...
Dit zijn de mannen achter de schermen van «Tarzang teigen King Kong Fum>
René De witte Pans poppenkast presenteerde een taarten gooi en smijtwerk (jm)
vV/livlC
Kunstliefhebbers krijgen de gelegenheid om met een groot aantal verschillende kunstschil
ders en hun werken kennis te maken en dit dank zij twee groepstentoonstellingen. De
kunstgalerij't Apostelken» ontvangt de groep «Les Solitaires Réunies» uit Marcinelle. In een
vorig artikel bespraken we reeds twee mensen die behoren tot de groep. De elf overigen
schijnen op dezelfde leest te zijn geschoeid. Geen der werken kon ons speciaal aanspreken
en dit ondanks de duidelijke pogingen die de schilders aanwendden om hiertoe te komen. De
kunst van deze groep lijkt ons veel te zeer te zijn gericht op engagement; iets wat men
gemakkelijker met behulp van het woord kan bekomen. Georges Debroux moet het meer
hebben van (voorbijgestreefde) abstrakten. De ai te grote omzichtigheid van de eveneens
abstrakt werkende Paul Van Temche werkt irriterend.
Veel interessanter en artistiek
veel hoogstaander is de
groepstentoo. .stelling ingericht
door Jonge Kamers uit de
streek. Deze expositie gaat
door in het Kultureel Centrum
Affligem te Hekelgem. We
werden er gekonfronteerd met
een groot aantal waardevolle
werken; een zeldzaamheid bij
groepstentoonstellingen. Hier
en daar echter ergerden we
ons om het kitscherige, maar
dat is nu eenmaal onontkom-
baar. Grosso modo kunnen we
de keuze der organisatoren als
degelijk bestempelen, mede
door het feit dat een opvallende
eenheid bestaat tussen de ver
schillende exposanten. Het zijn
allen mensen die over een
technische begaafdheid (bij
sommigen raffinement) be
schikken en ergens een eer
lijke gedachte koesteren ten
opzichte van het beqrip
«kunst».
Het zou ons te ver leiden om
elk der zeventien kunstenaars
in detail te gaan bespreken.
Opvallend echter is het typisch
vrouwelijke dat straalt uit het
werk van twee (vrouwelijke)
exposanten: Renilde Callebaut
en Ann De Decker. De litho's
(steendrukken) van Norbert De
Clercq zijn tegelijk sprookjes
achtig en sarcastisch. Chris
De Nys bereikt ongewone ef-
fekten met ongewoon materi
aal: 't raam van het schilders
doek en het (doorbroken)
glas. Jan L)e Nijs is vertegen
woordigd met zijn gekende
progressies of consequenties
of hoe je het maar noemen wil.
Paul De Ryck levert mooi gra
fisch werk. Het werk van Wil-
fried De Witte zullen we bij een
volgende gelegenheid uitvoe
riger bespreken: vanaf 18 de
cember voorziet hij een indivi
duele expositie in Aalst.
Opvallend knap is het werk van
Emiel Leybaert die we de hy
perrealist van het klassieke
genre zouden kunnen noe
men. Henri Slembrouck houdt
het ook bij het realisme, zij het
dan niet «hyper».
Verder is er nog werk van Al-
bert Verstraeten. (yer „uitge
praat Albert?), Will. Van der
Straeten (batik, of gekleurd lin
nen), Michel Van Wambeke
(meer fijnzinnig spotter dan
kunstenaar) en Jef De Vresse
(litho's) naast de beeldbouw
werken van Jean Albert (sterk
idee-gericht) en Alexander Ke-
tele (abstrakt - komposito-
risch).
Last bur not least is er Leon
Van De Velde: hij is beter ge
kend onder het pseudoniem
«Pirana» en wist in ons
met menig treffende kartg"
vaak zeer fijnzinnig- humo
tisch, onze lezers een gezM
lachje te ontlokken. Hoewel
kartoon-tekenen niet totp
kunst-genres wordt gerelT
maakten we ons toch enf
bedenkingen bij het
schouwen van Pirana's tl
ningen. Verschillende idrf
die deze man behandelt!
heeft een zwak voor gala
humor) zouden wel eensl
goed uitgangspunt kunnenr
voor een schilderwerk. In!
verloop van onze westl
kunstgeschiedenis treft
voorbeelden aan van del
lijke opvattingen. Alles bi!
kaar kunnen we de Jongel
mers die dit projekt verwei
lijkten feliciteren met het irt
tief. Elk bezoeker der tentrj
stelling zal zich zeker c
sproken voelen door eerf
ander werk. Er werd tevj
gezorgd voor een map metf
gevensoverde exposeren!
De tentoonstelling loopt nof
21 november.
André De Grol
De Hofstaadse toneelgroep «Vast als Elk» heeft zich nu definitief
naar het komische genre gekeerd en met de opvoering van «Het lijk is
zoek» werd duidelijk bewezen dat deze toneelkring een viertal
rasakteurs in haar rangen telt die vooral in de kluchtige stukken hun
rijke talenten kunnen demonstreren!
Het lijk is zoek door «Vast als Eik» (el)
KOMISCHE TRILLER
Het toneelwerk van Raymond
Dyer «Het lijk is zoek» wordt
momenteel door vele amateurs-
gezelschappen in hun reper
torium opgenomen omdat zowel
het thrillerelement als de
komische effekten op gelijkma
tige wijze over het verhaal
verdeeld zijn zodat de toe
schouwer zowel uit nieuws
gierigheid naar de plot als uit
belangstelling naar de uitvoe
ring van de vele gags zich vlug
opgenomen voelt in de dy
namiek van het stuk. Het
verhaal zelf speelt zich af in de
zitkamer van het huis van Lord
Baaraclough, die pas overleden
blijkt te zijn. Doch zgn lijk
verdwijnt op mysterieuze wijze
zodat de beide notarissen zich
als klungelige detectives dienen
te ontpoppen. Wanneer achter
eenvolgens ook de beide doch
ters Faith en Hope verdwijnen
spitst hun onderzoek zich toe op
een jestal verdachten die allen
op één of andere wijze voordeel
uit dit gebeuren blijken te halen.
De ontmaskering van de dader,
die tijdens een nachtelijke
reünie plaats vindt, is de
absolute klimax voor de toe
schouwer, die vooral dokter
Braun niet als mogelijke dader
vooropstelt. De korte epiloog,
waarin de volledige plot uit de
doeken wordt gedaan is eerder
een anticlimax die door de
akteurs slechts moeilijk kon
opgevangen worden. Toch is het
geheel zodanig schematisch uit
gewerkt dat alwie voor het
verhaaltje naar de toneelvoor
stelling is gekomen voldaan
huistoekan keren.
UITVOERING
Naast de elf akteurs op de scène
knapte een technische ploeg van
tw aalf mensen de minder opval
lende taken met wisselend
succes op: de dekorploeg die
bestond uit Johan Brondeel.
Guido De Smet. Remi Van
Paepeghem. Hendrik Wijnen-
daele en Stefaan Van Sinay
leverde een sober maar efficiënt
werkstuk af waarin de akteurs
zich vrij ruim konden bewegen.
De geluidploeg met Guido De
Smet en Dirk Piereux zorgde
voor een passende sfeerschep
ping die echter op sommige
ogenblikken volledig de dialoog
op de bühne overstemde. Ook de
belichtingsploeg met Johan
Brondeel en Kris Janssens, die
voor het eerst een nieuw
lichtorgel bedienden, lieten zich
op enkele schoonheidsfoutjes
betrappen: waarom b.v. de
bliksemflitsen achterwege ble
ven alhoewel men de donder
slagen sterk liet aksentueren
voor de geluidsploeg. bleef voor
de meeste toeschouwers een
raadsel.
Wat men wel erg kon appre
ciëren was het fantastsch pre
senteren van een viertal akteurs
die hun overige kollega's zo
sterk overvleugelden, dat het
kwaliteitsverschil dra voor ieder
duidelijk werd.
Vooral William Guns was
zonder goed als de «Laureh
de twee detektieves en sai
met Dirk Daelman. die
prachtig partij gaf waren zijl
duo dat garant stond voor
sukses bij het talrijk opgeko
publiek. Ook Fons de Ridde
begrafenisondernemer Soi
Ann Daelman (Mabel) w
zeer goed in een rol die
nochtans niet als hoofdaktt
liet overkomen.
Minder opvallend doch z<
verdienstelijk waren Liliane Hl'
Gols (als het timide keul vc
meisje Agnes), Lutgart Van ggj
Straten (eerder stijf J
mend) als AMbeli en A:
Eeckhout, die met express
ike
stem akteerde. doch
malen opvallend zijn (te
draad kwijtgeraakte. Bij de< 1711
debutanten was vooral H
Roels een ontdekking: als
niele dokter Braun ontlokte
talrijk lachsalvo's, doch
ontmaskering viel hij als schi
bekenende misdadiger eerim'
licht uit! Dc zusters Barraclotf
vertolkt door Nadia Morel
Lutgart Vcrgeylen kwamen. -
vensecht over. doch hun stt e
volume was iets te klein
het
mst
len
iz<
im;