DERDE LEEFTIJD EDGARD HOOGHUYS TOEKOMSTID SCHEPEN VAN DÜRGERLIJKE STAND, SOCIALE ZAKEN EN 14 - 17-12-76 - De Voorpost Politiek en Edgard Hooghuys zijn steeds zowat synoniem voor elkaar geweest. Toen hij achtenveertig jaar geleden te Geraardsbergen het levenslicht zag, was zijn politieke lotsbestemming reeds een feit. Dat zijn politieke loopbaan zich echter niet te Geraardsbergen maar in de streek van Aalst zou ontwikkelen, voorzag echter niemand. Maar toen hij in 1956 huwde met een meisje uit Nieuwerkerken, Christiane Roe- landt genaamd, en zich hier kwam vestigen, was de basis van een suksesvolle loopbaan gelegd. Samen met onze fotograaf werden we ontvangen in hun prachtig ingerichte woning in de Hoezestraat en er vergast op een zacht maar verraderlijk wijntje uit 1966. In de smaakvolle living waar een open haardvuur gezellig knettert, zit iedereen rond de televisie geschaard. Samen met hun kinderen Leslie (18) en Garry (13) volgen de heer en mevrouw Hooghuys de avonturen van de Bonanza-familie. Tijdens ons gesprek ontpopt Edgard Hooghuys zich tot een goed verteller, en vooral tot iemand die weet waarover hij praat. «Een politieker moet zeggen wat hij weet, en... weten wat hij zegt!» Waar bent u naar school ge weest? Geboren te Geraardsbergen, in een gezin van orgelbouwers, was het uiteraard normaal dat ik daar ook school liep. Indertijd noemde men de school nog de «école mo- yen». In de jaren 45-46 trok ik dan naar het Koninklijk Atheneum van Aalst. Deze jaren vormden voor mij een heel zware periode. Het ver voer in de jaren na de oorlog was heel gebrekkig, zodat we er meer dan een uur moesten opzetten om ons van Geraardsbergen naar Aalst te verplaatsen. Iedere och tend om vijf uur uit bed en 's avonds om zes uur thuis, was het dage lijkse recept. Het viel dan ook niet mee om dit uit te houden! Prettige herinneringen ondanks alles? Heel veel herinneringen heb ik aan deze periode niet overgehouden. Men was toen al een hele piet als men die «école moyen» deed, en men werd er dan ook naar behan deld. Discipline was troef! Mijn schoolperiode speelde zich tevens voor het grootste gedeelte af tij dens de tweede wereldoorlog. We leefden dan ookvoortdurend onder de bedreiging van de bezetter, iets wat je zeker niet aangenaam kan noemen. Toch viel er één zaak mee: ons schoolgebouw was door de Duitsers bezet. Daarom moes ten we dan maar les volgen in het Volkshuis. Drie jaar lang werd daar de school gevestigd. Van een lots bestemming gesproken! Was u aangesloten bij jeugdver enigingen? Mijn ganse jeugd was één opeen volging van verenigingen. Het be gon reeds toen ik slechts tien jaar oud was. Toen was ik namelijk lid van de Geraardsbergse afdeling van Moeder SAROV. In elke stad werd er een afdeling gesticht. De Geraardsbergse afdeling stond onder de leiding van Herman Pa- teet, de zoon van een bekende po litieker Ondanks mijn nog zeer jeugdige leeftijd was ik toen reeds een haantje de voorste. In de periode van de oorlog was er uiteraard geen verenigingsleven, maar in 46 hielp ik mee de socialis tische turnbond heroprichten. Deze vereniging «Rust, roest» be staat op dit ogenblik nog steeds in mijn geboortestad. Ik was er gedu rende acht jaar leider van pupillen en kadetten Om toegelaten te worden tot deze funktie had ik eerst gedurende twee jaar in Gent moe ten lessen volgen in keurtumen. In 1951 heb ik dan de plaatselijke afdeling van de M(utualiteit) van J(onge) A(rbeiders) opgericht.. ,dat zich vooral bezighield met het opleiden van monitoren. Elke zo mer gingen we op vakantie. Soms deden we zelfs internationale rei zen. Op een reis naar Oostenrijk leerde ik mijn echtgenote kennen... Socialist op en top dus? Jazeker. Mijn leven wordt trou wens gekenmerkt door drie zaken: primo: ik kreeg een verregaande vrije opvoeding, sekundo: de mu ziek (mijn vader was immers orgel bouwer van beroep, en tertio: het socialisme. Mijn ouders baatten een herberg uit op de Grote Markt van Geraardsbergen. Deze her berg werd al heel snel het «tweede Volkshuis» genoemd. Na de partij vergaderingen in het echte Volks huis zakten de leden immers af naar ons kafee om daar verder te diskussiëren. Toevallig waren op de Grote Markt bijna alle andere partijherbergen gevestigd, zowel het katholieke, liberale als Vlaamse lokaal. Dit leidde dikwijls tot spanningen. Voor de oorlog spanningen met het V.N.V., juist na de oorlog spanningen tussen so cialisten en de op dat ogenblik sterke kommunisten. We maakten er alles mee, tot stakingen en vechtpartijen. Alles bij elkaar had ik zeker niet te klagen over mijn jeugd, ik was trouwens 28 vooraleer ik huwde! Droevige herinneringen aan WO II? Een oorlog is natuurlijk zeker geen pretje. Droevige zaken zijn me ech ter gelukkig gespaard gebleven. We zijn de oorlog in feite goed doorgekomen. Toch drukt een ge beurtenis van die aard een stempel op je verdere leven. Hier vind je trouwens de oorsprong van mijn antimilitarische ingesteldheid. Een andere zaak die ik er aan overge houden heb, is mijn hekel aan dwang. Wanneer bent u gaan werken? In 1946 kon ik in dienst treden van de NMBS. Mijn eerste werkplaats was te Brussel. Ik werd toen aan werk geholpen door Frans De Weerdt, indertijd voorzitter van ons syndikaat in Geraardsbergen. Hij wou me vooral een wederdienst bewijzen voor het feit dat ze in het begin van de oorlog bij ons klan- destien konden vergaderen. Syn- dikaten waren immers verboden door de bezetter. Dan was u snel aan de slag? Jazeker! In feite van de ene dag op de andere. Ik ruilde als het ware de schoolbanken voor het werk. Pas op, het was in die jaren nochtans heel moeilijk om aan werk te gera ken. De gevolgen van de oorlog waren heel sterk voelbaar. Uiter aard had dit een gevoelige weers lag op de werkgelegenheid. Ik was dan ook gelukkig dat ik zo snel werk had! Had u speciale redenen om naar hier te komen wonen, beroeps halve of zo? De voornaamste reden was zeker de verplaatsing naar Brussel. In dertijd deed men er nog een uur en drie kwartier over om van Ge raardsbergen naar Brussel te rei zen. Van Aalst naar Brussel was er een veel betere verbinding. In 1955 vroeg ik dan mijn mutatie aan. Die liet nogal lang op zich wachten zo dat ik slechts in 1962 eindelijk hier in Aalst in dienst kon treden. Toen waren de verplaatsingsmoeilijkhe den natuurlijk opgelost! Geen aanpassingsmeoilijkhe- den gekend? Aanpassingsmoeilijkheden heb ik zeker niet gekend. Nochtans moet ik eerlijk bekennen dat er een groot stuk van mijn hart is achtergeble ven in Geraardsbergen. Dat is ei genlijk niet zo moeilijk te begrijpen. Al je vrienden en kennissen blijven er achter. Vrienden in de echte zin van het woord! Een politieker heeft steeds heel veel vrienden, maar je weet dikwijls niet of het echte zijn. Velen trachten immers bij jou in het gevlei te komen. Ik was echter vastbesloten me aan mijn gezin te wijden, waardoor de aanpassing me dan ook niet zo moeilijk viel. Waar volbracht u uw leger dienst? Ik heb acht maanden doorgebracht in het Antwerpse Luchtbal. Ik diende er in het enige Franstalige regiment. Nadien moest ik dan naar Luik, waar ik eigenaardig ge noeg moest dienst nemen in de enige Nederlandstalige afdeling. Een goede of een slechte tijd meegemaakt? Het was zonder twijfel voor mij een enorme tijd. Toen mijn legerdienst afgelopen was had ik grote spijt. Ik heb er trouwens niets dan goede herinneringen aan. Dit kwam na tuurlijk ook wel door de funktie die ik er uitoefende: ik was er namelijk Sfjortmonitor. In de voormiddag diende ik vijf uur les te geven, en 's Zelfs thuis spendeert hij ettelijke uren aan het bestuderen van belangrijke dossiers De muziek zit in zijn bloed. namiddags moest ik sportinitiatie geven. Ping-pong, roeien, kaat sen, basket-ball, turnen, atletiek Buiten een pyama had ik bij het leger slechts een training nodig, 's Ochtends: pyama uit, training aan; 's avonds: training uit, pyama aan Het was een fantastisch jaar voor mij! Een klassieke vraag: hebt u hobby's? Zeker heb ik hobby's. Het is echter jammer dat de tijd om me er mee bezig te houden mij meestal ont breekt! Er is een verschil tussen een hobby en iets dat men gewoon eens graag doet. Mijn hobby bij uit stek is de filatelie Niet het verza melen van gewoon wat postzegels van verschillende landen maar fila telie in de echte zin van het woord. Dan zijn er nog een paar zaken die ik graag doe: zo trekt het kaartspel me heel erg aan, bridgen, belotten, het is al eender... Dikwijls laat ik me ook al eens verleiden tot een par tijtje schaak. En wat ik dan mis schien nog het liefst doe, is dan sen. Ik heb in mijn jeugd eens kon trakten kunnen krijgen voor een dansfeest in Ronse Hier heb ik echter van afgezien, want dansen op bevel gaat me toch niet zo goed af! Schets eens snel uw politieke loopbaan. Mijn politieke loopbaan is niet zo maar plots begonnen. In feite ben ik altijd socialist geweest. Ik was socialist van geboorte af. Ik heb nooit iets anders gekend. Mijn ou ders waren honderd socialist, de mensen die bij ons thuis over de vloer kwamen waren socialist. Voor de oorlog speelde ik mee in het «Rood Kabaret», een toneel vereniging in Geraardsbergen. Ook mijn vader speelde er mee. Als jonge knaap had ik er de taak van inleider. Ik moest nummers aankondigen en tijdens de dode momenten het publiek bezig hou den. Ik was steeds gekleed met een pitteleir (de beruchte «gatte- klas|er») en een hoge buishoed. Dat was trouwens de periode dat we op het toneel de «Boomps-a- daisy» dansten! Dit alles maar om aan te tonen dat ik steeds in die socialistische beweging gezeten heb. Later pas werd ik partijman. Volgens mij zijn er twee soorten socialisten: de emotionele deze blijven steeds socialist, ongeacht of het goed of slecht gaat, en de cerebrale die socialist worden bij gelegen-heid. In slechte tijden verlaten deze laatste dan ook eerst de beweging. Om echte socialist te zijn moet ge ellende gezien heb ben. Deze ellende was in Ge raardsbergen genoeg voorhan den. De beruchte «stekjesfabrie- ken», de mijnwerkers die voor dag en dauw naar de trein moesten Pas dan beseft men tenvolle wat het socialisme deed voor deze mensen. Wijzelf hebben trouwens ook moeilijke tijden gekend. Vader was orgelbouwer. Door de op komst van de pick-up's en ander elektronisch materiaal, heerste in deze branche enorme werkloos heid. Mijn ouders hebben het dan ook dikwijls niet zo gemakkelijk gehad om de eindjes aan elkaar te knopen! Toen ik huwde, dacht ik de politiek te laten varen. In 1964 kwam ik ech ter toch op in Nieuwerkerken en werd er verkozen. Dat was het be gin van mijn eigenlijke politieke karrière. Toen was de wagen aan het rollen. In 1970 burgemeester en nu in 76 schepen. Hebt u speciale belangstelling voor een of ander probleem? Uiteraard heb ik als socialist be langstelling voor sociale zaken. Deze twee zaken lopen in feite pa rallel. Ik heb echter eveneens grote belangstelling voor het probleem van de derde leeftijd. Een pro bleem dat reeds voor een deel op gelost is, maar waar toch nog heel wat kan aan gedaan worden! Een Mevr. Hooghuys staat haar man steeds bij en zoonlief loont nu al interesse voor het werk van papa. nee sta. zak positief punt is dat de meeste bésc^ jaarden toch reeds een min of me( 9er behoorlijk pensioen uitgekeen var krijgen. Toch is er een aspekt dl ker helemaal nog geen oplossing ge kregen heeft. nl. het probleem va h de vereenzaming van de mensë op jaren. Dit is niet zo gemakkelij 8 optelossen Feit is dat de kinderö ouders op leeftijd dikwijls op e^ Da zijspoor willen plaatsen. Twee oij dei ders kunnen dikwijls tien kinderé grootbrengen en verzorgen, ma» diezelfde tien kinderen kunnen la ter al te dikwijls zelfs nog niet ééj van hun ouders verzorgen wan neer deze op leeftijd is! Ze duwö ze dan maar in een gesticht waa ze ze nog eens kunnen gaan op zoeken en er voor de rest geen las meer van hebben. Daarom valle die gestichten absoluut niet in mij smaak. Een mogelijke oplossirj voor dit probleem zou kunnen ge vonden worden in het inrichten vaj speciale wijken voor bejaardei Onder de inwoners zou een uitstë kende verstandhouding kunnei heersen. Nieuwkomers in zo'n wij zouden ook niet veel moeite heb ben om zich te integreren in dj

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1976 | | pagina 14