ïINDE VAN DE
iURGEMEESTER-
STORY TE LEDE
Men pikkels 1
X ofajonties? J
Valery Cornand ontving
ifeen persoonlijke brief
Ëyan generaal De Gaulle
cJol
UIT HET DAGBOEK
VAN EEN OUD-STUDENT
VAN SINT-SATYRIKON
De Voorpost - 14-1-77 - 3
mbe
:ht|
Miet iedereen kan er zich op beroemen een persoonlijke brief van de roemruchte Generaal De Gaulle
lersitvangen te hebben. En toch is Valery Cornand een van die zeldzame gelukkigen. Hijzelf gaat er terecht fier
Jrhe», al loopt hij met zijn nu wel erg waardevol bezit niet te koop. Aan de brief is overigens een geschiedenis
n plirbonden, die wij in enkele korte trekken weergeven.
3lur;
smpals zovelen, trok Valery niet ongevaarlijke branche, het
verschaffen van kostbare infor-
trok Valery
;n vprnand tijdens de oorlogsjaren
e wAar Frankrijk om er te werken.
rij2i|ïj zou er twee jaar verblijven,
g Z(jmen met drie Aalstenaars en
iebjn Brusselaar waar ze onder-
jccpeer werkzaam waren bij een
jweFK»™1-
n vi
,en p zichzelf is dit geen speciale
gebeurtenis en zeker geen aan-
^gjding om er Generaal De
erepulle er toe aan te zetten op 1
1 l^iuari 1954 een epistel tot
'enr'ery te "chten. Maar Valery
ggjjrnand was nog maar amper in
rankrijk tijdens de oorlog
)-45 of hij werd aktief in een
matie omtrent de Duitsters.
Inlichtingen die hij doorspeelde
aan z'n broer Jozef, Adjudant bij
de F.F.I. van het Franse leger
(Force Francais d' Interieur).
Broer Jozef was blijkbaar uit het
militaire hout gesneden, want in
de oorlogsperiode 1914-18 bood
hij zich als 17 jarige knaap aan
bij het leger. Vanuit Brugge trok
hij mee met het Engels leger en
vertoefde viermaal aan het front.
Hij verwierf zestien medailles,
de medaille van Paus Pius XII en
het Frans-Brits Erekruis van
Verdienste 1940-45.
Broer Jozef woonde sinds 1922in
Frankrijk en werd er ook tijdens
de oorlog 40-45 opgeroepen in
het Franse leger, waar hij
adjudant werd van de F.F.I.
Door de beweging van het
Volksfront werd Jozef verplicht
om later de Franse
Nationaliteit aan te nemen.
Broer Jozef werd onder meer
beschreven in «Historique» de la
9e Division d'Infanterie,» een
boek uitgegeven door de vete
ranen van het 9e D.I.
In 1962 overleed Jozef Cornand
in Frankrijk tengevolge van een
spijtig verkeersongeval.
CC -f
*c.
«►-tv .S-ïS. g'
tre
plerie Cornand, niet zove
zitten. (JM)
'I mensen kunnen er prat op gaan een handschrift 'van Generaal de Gaulle te
„Vervolg van blz.1
Deze week eedaflegging
w an Gravez?
Uiteraard was het een zeer opti-
listische toekomstige burge-
teester Gravez die ons te woord
tond. Zijn benoeming als burge-
leester was uiteraard nog niet of-
bculcieel, maar vrijdag 7 januari
vooeeft de heer Gravez vernomen
il c«at zijn benoeming getekend was
:ve!oor Minister Michel en klaar lag
aan de Koning te worden
p-vergemaakt die dus de defini
tieve handtekening zal plaatsen.
-Jferwacht wordt dat de heer Gra-
n «ez nog deze week zijn eed zal
:lsBinnen afleggen, of misschien dat
la»ij ze op dit ogenblik reeds afge-
:d^gd heeft. Over het intrekken van
r~ijn kandidatuur als burgemeester
3SJt°°r ^eer Cuyper, zegt de
cejeer Gravez dat het ganse verhaal
aa^n dat telegram hoegenaamd niet
r cltaar is. Maar dat hij ergens een
verklaring tracht te geven voor de
rumoer en valse geruchten die hij
de dagen voor de installatieverga
dering verspreid heeft. De heer
Gravez zegt verder dat De Cuyper
gepoogd heeft onzekerheid en on
enigheid te zaaien in de meerder-
heidsgroepen door het gerucht te
verspreiden dat Minister Michel
zijn benoeming getekend had,
erop rekenend dat op die manier
wijzigingen zouden worden ge
bracht in de gesloten bestuurso
vereenkomst, wegens het feit dat
ik (Gravez) een schepenzetel zou
gaan eisen omdat ik geen burge
meester kon worden, en dat er al
dus misnoegden zouden zijn ge
weest. De middelen die De Cuy
per daarvoor gebruikt heeft waren
zeer verregaand. Zo werd het
Volksuniebestuur in Brussel een
leugen wijsgemaakt, nl. dat de
voordracht van mij als burgemees
ter ongeldig zou zijn geweest, dus
dat hij (De Cuyper) zeker be
noemd zou worden als burge
meester en dat het moment er was
voor de Volksunie om mee te
springen. Door diezelfde perso
nen zou ook nog op een tweede
paard gewed zijn geworden, nl.
op de BSP, door het vertellen van
diezelfde geruchten aan Senator
Vcrnimmen om aldus druk uit te
oefenen op de BSP fraktie van
Lede. Dit alles heeft blijkbaar niet
gebaat en de bestuursmeerderheid
is behouden gebleven. Tot dusver
de heer Gravez.
Een persoon om wie duidelijk zeer
veel heeft gedraaid en die het
middelpunt van alle onderhande
lingen is geweest, nl. Jules Hen-
derickx, laten wij hier volgende
week aan het woord, dit om een zo
objektief mogelijk beeld van de
ganse situatie te schetsen.
MON D.G.
«ft LftNCr AtRftltviLB&Cw
Ht&BCH YJIJ besloten
fiflLS reuse VRIENJ.
ftr\A*> bv *o»<\
"f»V7twn otisjt\ jj*F KLAK. O /rifT ii*oA
I„l1l. 'I/'- I I llll
PRE SELEKTIE PRINS KARNAVAL
■ka
Deze voorgeschiedenis en schets
van broer Jozef haakt sterk in op
het verdere verloop en de
individuele verdienste van
Valery Cornand. Hij hield
immers zeer nauw kontakt met
broer Jozef. Ook toen hij van 8
november 1941 tot 8 mei 1942 te
Dessau in Duitsland verbleef en
ook van daaruit kostbare inlich
tingen omtrent het Duitse leger
naar broer Jozef overbracht.
Vaak op gevaar van eigen leven.
Valery Cornand nam immers uit
eigen beweging en initiatief aan
het verzet deel op een onschat
bare wijze. Vanuit Frankrijk
korrespondeerde hij gedurende
twee jaar twee tot driemaal per
week met z'n broer Jozef. Soms
ontmoette hij hem. Typerend bij
de korrespondentie is, dat de
briefwisseling in het platste
Aalsters plaatsvond. Valery gaf
steeds z'n ogen de kost en liet
geen enkele informatie voorbij
gaan die ook maar enigszins
nuttig kon zijn. Het allermoei
lijkste was hierbij de gegevens te
verstrekken zonder dat anderen
er iets van snapten. Een typisch
voorbeeld is het verhaal van de
Duitse vliegtuigen die op het
vliegveld van Amy neerstreken.
De DO 17. Hierbij maakte één
toestel een buiklanding, een
ander vliegtuig liep heel wat
schade en kogelgaten op en een
derde toestel kwam heelhuids
aan de grond.
Valery vroeg zich bezorgd af op
welke wijze hij broer jozef deze
DO 17 types en hun toestand het
best kon beschrijven. Een voor
oningewijden eigenaardig
epistel vertrok met volgende
inhoud naar broer Jozef: «Heb
drie dodo tabletten genomen,
één is misvallen, het tweede was
in stukjes en gaatjes en het derde
is op z'n poten terechtgekomen».
Onze gastheer zit overigens vol
verhalen en avonturen uit de
bizarre 40-45 tijd en beschikt
over een uitgebreide dokumen-
tatie, boeken, tijdschriften en
zeldzame foto's. Ook voor
anderen stond Valery in de bres.
Uit Duitsland smokkelde hij 17
brieven over en bij zijn terugkeer
uit Frankrijk nog eens 21
brieven. Een gevaarlijke onder
neming, en op het nippertje
ontsnapte hij aan een voor hem
levensgevaarlijke kontrole.
Na de oorlogsperiode bleef
Valery in nauw kontakt met
broer Jozef en zo vernam Valery
dat Generaal De Gaulle voor
hem een brief had overgemaakt
via broer Jozef. Maar onze
gastheer ging op deze eenvou
dige mededeling niet in en de
brief bleef steeds in het bezit van
broer Jozef en geraakte uit
eindelijk helemaal vergeten.
Door een spijtig ongeval kwam
Jozef Cornand om het leven.
Maar de korrespondentie met de
tiabestaanden in Frankrijk bleef
bestaan. Tot Valery op 17 mei
1974 zelf op bezoek ging bij de
nabestaanden en meteen op een
totaal onverwachte wijze in het
bezit zou komen van de Gaulle's
brief.
Tijdens het doorbladeren van de
vele boeken die Jozef bezat
ontdekte Valery tussen de
bladen van het boek Historique
de la 9e Division het nu wel erg
waardevol geworden document.
Voor Valery Cornand waren er
vele herinneringen aan verbon
den. Het is ook het bewijs dat zij
zijn individuele tussenkomst
voor meer dan twee en een half
jaar informatie zijn erkenning
vonden als inlichtings-offïcier.
AM
JAAN WATTEN
Wie zo d'er hem nog ooit verstoon teigewoerdeg? Naa dat er
zuveil minder sigaretten opgedompt werren, kwestje van de
proys die pekanst nimmer te betolen es, beginnen ze va laags
om mier te smoeiren. Ni binnen hein, mor booiten. 'G *n ken dj
anne kop nimmer booite steiken of 't es on 't smoeiren, ba zn
veir dagge vantoyd gien twie meiters veir nimmer 'n ziet. Dm:
hoe minder dat er gesmoeird werd, hoe mier da'tsmoeirt. Lodj
ons astablieft ni verminderen meh drinken hein, of wajjer
verdrinken allemool. Santei! Want, 'k weit ni of da'k ajjjer dat
al gezeid hem, mor as ek beizeg ben on teis heoksken moen ek
attoyd 'n goei pintj of eh goed drippelken neivest mpy «toon
hemmen of 't er komt nimmendalen op da papier. En
ongezing da mèn flessen benaalèk on 't krempen zèn, bes toot
er groeiten danzjei da teis hoeksken binnen 't kért goot
ooitsteirven van de droeigte. Door es vanoygest remeide veir,
mor doveir moen ek nen algemienen oproep doeng on de
mensjen die per malheir dad hoeksken hier leizen. Ze kennen
heer boyroage leiveren op het adres van het boeifdkwartier,
allein...
op de redakse, mort 't liefst gien woter, want ik ben nen
oyzersteirken en 't bes toot dus gevoor ver te beroerten™
Vér de moment ben ek beizeg on de kloesjkes van
Nievejoroaved te likideiren, mor on die kloesjkes komt oeik
nen endj...
As ge dus binnen 't kért hier op deis plosj gien pikkels of
ajontjes nimmer 'n ziet meigde peizen da 't van de droeigte
es... As 't er lanst de kanten van Doeirnik groeite pitten in
d'eerde vallen es dat oeik van de droeigte, toch eh vies dinges
hein as ge bepeist dat er de lesten toyd ni anders as nat van van
boeven nor beneen es gevallen...
Mor 't er zén azoei nog van die vieze dinges. Hoe mier rek lam
dat er gemokt werd oever ons nieve scheipenen, hoe mier dat
er begintj te mankeiren. In de Veirpost van verleide weik stoat
er oiek iet oever die slechte boygangen. Mor da was nog veir
onder de weirkelekhed. Ge moedj mor ne keir probeiren van
treffelèk deir de Niestroot te goon. Surote as 't geréged beid
of as ze just gedoon hemmen meh schieren... Ge ken dj dor
azoei 'n frisse spiet onder anne rok of in a broekspoyp
kroygen, tot telgen de plosj woor da 't normooi goe weirem es...
Mor alia, da kenjje nog afwassen as ge thoois komt, no die
spieten moeje der afkrabben as ge sjans hedj, mor van ring
neigen meigde a klodden nor den nlefkoois droagen.
't Zén der al gewekt die meh gevroagd hemmen of da'k
geposeird hem vér die tiekenink die oever vierting doagen in
de Veirpost stond en woor da 'k meh mèh noagekchroeiken
oon, op eh schoapevèlleken loy. Allei toe, 'n doe ni onnoeizel,
meh azoie ek kaad weir! Mor voesj van de rest was 't allemool
goed, 'k trek er op en dad es 't prinsipolsjte. Wat dat er
d'ander oever peizen 'n weit ek ni, mor da zén heer afféres.
Eh klein vortjen vér ne kier anders te zén? 'k Stond van de
weik on den ootobk die van Brissel kwamp en wa zien ek door?
lesten veraal eh klein honjeken, ge wedsj wel hein, azu van de
die meh lank krollekeshoor laveiren en lalachter, van die
schoeitzitterkes. Dorachter ne maan die noyg roeid zag en
door achter: PoIIit, Ongezing da 'k dad honjeken ni 'n kost en
dènne maan oeik ni, pakt 'n ek Pollit ba zènne reveer. 'k Zeg,
«AHa, wovcir cs dat honjeken hier azoei on 't kajieten hè?» En
Pollit vertelde meh 't volgende. «Awie, zoy'n, 'k stoon dor op
den ottobis en dènne knol meh zè gedommes schérminkel van
'n honjeken komt er dor on de Beer oeik op. 't Wildj na likken
da'k zjust meh zondoas kostum oongedoon hoy en komt de
klodderhond dor aal meh ne kier ni teigen mèn
splintjernieuve broek zjieken hè? Zènne miester was vanoyges
noyg g'arabeteird en hè waa hem al beginnen te
verekskezejeiren. Mor ik was swansjtegt al in mènne zak on't
zoeken en 'k vond dor nog eh stiksken sjokolat. Dat hem ek
tèn on dat stinkork gegeiven en denne knol begost sebiet meh:
alle meneer, 'k wist dat er bieste-vrinjj wordt door, dagge on
mèn honjeken nog sjokkolat geneigd noor dat 'n... Jommer ja,
menier hem ek hem gezied, ge meigd da ni kontroor
oppakken, hein, mor ik doeng da mor vér te weiten lanst welke
kant da zenne kop es. Omda 'k hem nie goeien tien onder zeh
muziek vol kenne geiven...»
Te doen zèn meh meziek, meh de Droakenieren en meh eh
stambeldj. Wie dat er mier wildj oever weiten steldj hem in
verbinding meh
De lijnen die gaan volgen, komen uit een dagboek
van een oud-student, ons in handen gespeeld door
enkele van zijn ex-schoolmakkers, die, omdat ze
weten dat hijzelf niet meer in het Land van Aalst.is,
op die manier nog eens een herinnering aan hem
wilden beleven. Er weze terloops op gewezen dat alle
namen en personen fiktief zijn en elke gebeurlijke
gelijkenis louter toevallig is.
ZONDAG
Dierbaar dagboek, 'k weet niet hoe het gekomen is,
maar vanmorgen in de kerk heb ik de ganse tijd zitten
nadenken over de les van verleden vrijdag. Onze
klassetitularis heeft er verleden week sommigen uit
de klas eens flink van langs gegeven. Waarover het
juist ging, zal ik morgen neerpennen; vandaag moet
ik eerst nog eens flink mijn gedachten op een rijtje
zetten, en daarenboven is het toch zondag voor iets.
Tot morgen.
MAANDAG
Belofte maakt schuld: hier ben ik dan toch met het
relaas over de les van vrijdag. De prof had een ganse
les gewijd aan de betekenis van het latijnse woord
«mos - mores» ofte «gewoonte - zede». Met een
vlotheid die we van hem wel gewoon zijn, nam hij de
gelegenheid te baat om ons allen, maar vooral de
haantjes-vooruit, even op de korrel te nemen. Ook ik
kreeg een zachte veeg uit de pan, maar één uit de
klas kreeg het wel tamelijk hard te verduren. Zo
begon hijbehalve één leerling die doorziekte enkele
maanden uit omloop is geweest, mag ik toch wel
zeggen dat jullie alle zes zullen overgaan. In dit
verband moet er me echter wel iets van het hart.
Zolang ik jullie in de klas heb gehad, is het me
opvallend dat de afschuwelijke gewoonte van te
spieken bij jullie niet in praktijk werd gebracht.
Bedenk dan ook hoe verwonderd ik was, nu te
moeten vaststellen dat één van de zes nu letterlijk
sommige zaken heeft overgeschreven, onder andere
van Wolfgang en zelfs van Johan, bah!
Toen hij echter merkte dat de zaak werkelijk opviel,
heeft hij nog op het laatste nippertje geprobeerd er
nog een en ander aan te veranderen. Nu weten we wel
dat die jongen soms harde noten te kraken heeft
gehad en dat hij ondertussen een artistieke karrière
probeert op te bouwen. Een karrière die heel verschil
lend is van de anderen en dat moet eerlijk gezegd,
zeer ruim en eigentijds is gezien. Een zeer persoon
lijk idee was bijvoorbeeld, teneinde de juiste sfeer
van de herfst weer te geven, dit niet met klanken uit
de drukken, maar de bladen zelf te laten neerdwarre
len. Dat is de sfeer van de herfst, dat is typisch voor
de persoon en dat toont meteen aan dat het blad
nooit ver van de boom valt.
Anderzijds moeten we ook vaststellen dat niet elke
karrière met roem en lauweren wordt bekroond, maar
dat is het fatum. Daar kan geen menselijk ingrijpen
iets aan veranderen, dat mag je dus ook nooit iemand
ten kwade duiden...Even pauzeren de prof en daarna
vervolgde hijik heb niet de bedoeling gehad iemand
te kwetsen, maar onthou dit vandaag als zede-les:
neem elke gelegenheid in je jong leven te baat, dan
heb je je later niets te beklagen en hoef je later ook
niemand daarvoor onheus te behandelen.
En plots priemde zijn vinger in de klas. «En jij, beste
vriend, als straf ga je nu bij De Bisschop en breng
van elke soort nagels die ze daar hebben een flinke
portie mee, vooral nagels met koppen. En...wacht
nog even, vraag hen daar metéén of ze niemand
beschikbaar hebben om eens even naar het orgel te
komen kijken, want dat is al zolang kapot en ze
hebben al zolang beloofd daar eens iets te komen
aan doen.»
Tot daar de bladzijde uit het dagboek. Hoe de zaak
verder verlopen is, weten we niet.
B.A.