DRIEKONINGENSTER IS VALLENDE STER GEWORDEN. HERMAN DE COCK VOLGT REEDS MEER DAN 25 JAAR ALLE GEMEENTERAADSZITTINGEN TE AALST DR. JUR. CHRIS WILLEM! HERZIENING VAN DE 140 JAAR OUDE BELGISCHE GEMEENTEWE 4 -14-1-77 - De Voorpost Reeds meer dan een kwart-eeuw zit Herman De Cock op de publieke tribune tijdens de Aalsterse gemeenteraad. Samen met de Burgemeester, schepenen en raadsleden nam hij afscheid van de laatste gemeenteraadszitting in de kleine raadszaal van het stadhuis en van het «klein-Aalst». Na al die jaren trouwe aanwezigheid is Herman niet ontsnapt aan de aandacht van gewezen burgemeester De Bisschop en schepen Gaston Van Den Eede, die Herman De Cock een kleine attentie gaven. Ook vanwege raadslid Willems die hem vertelde: «Proficiat voor zovele aanwezigheden. Ge zijt beter aanwezig geweest dan verschillende leden van de raad». Herman De Cock kent ze allemaal. Hij heeft er vele weten komen en evenveel weten gaan. De gemeenteraad volgt hij uit belangstelling voor al hetgeen er in de stad omgaat. Hij is niet politiek gebonden en heeft evenmin zitpenningen in ont vangst genomen. Wel beleefde hij steeds, als aandachtige en neutrale toehoorder (vaak alleen zelfs) veel genoegen. Beter dan wie ook kan hij met de opgedane ervaring terugblikken. Inmid dels heeft hij er meer dan driehonderd raadsvergade ringen opzitten. Voordien was het nochtans niet eenvoudig om steeds op de gemeenteraad aanwezig te zijn, omdat de raadszittingen nogal eens wisselvallig waren. Dan moest hij de bijeenkomst ver nemen via een toevallige vriend of langs de pers. De laatste zes jaar werd het een stuk gemak kelijker, omdat de gemeente raad steevast de laatste donder dag van de maand vergaderden. Dit liet hem toe om zonder de minste onderbreking aanwezig te zijn. Vaak was hij er samen met nog een trouw bezoeker. Wijlen Fred Kelders, Ereburger van de stad Aalst. Steevast zaten ze naast mekaar. Herman woonde alle installatie vergaderingen bij sinds Burge meester Nichels, de eerste bur gemeester die hij in de raad leerde kennen. Nadien werden het er een heel rijtje: de burgemeester Borreman, De Bunne, Blanquaert, De Bis schop en op de recentste installatievergadering burge meester D'haeseleer. Over de burgemeesters weet Herman De Cock volgende typeringen te geven: Nichels noemt hij een volks mens. Borreman was eerder voornaam, het type aristokraat. De Bunne als buitengewoon intelligent, Blanquaert had meer weg van de ambtenaar, die met vaste hand het reglement hanteerde. De Bisschop gaat voor Herman de geschiedenis in als «de meest legendarische burgemeester», die bovendien een groot demokraat is. Bij afwezigheid van de burge meester, weet hij over diens plaatsvervanger, eerste schepen Bogaert te vertellen dat deze het meest punktueel was. Een echte accountant die geen afwijkingen toestand, zeer gericht was op stiptheid en er aan hield om bij de dagorde te blivjen. Ook twee stadssecretarissen zag Herman De Cock bedrijvig in de gemeenteraad. Van sekret- tarsi De Mey geeft hij de typering van een boekenwurm mede. Het was zeker niet de man die na de raadszittin nog mee om een pintje ging. Hij was het produkt van de ambtenarij. Van stadssekretaris Chris Willems zegt hij open en eerijkheid zoals Herman De Cock trouwens steedes is, «Een grote sekretaris is een grote stad». Chris Willems staat ten dienste van iedereen. In de loop der jaren veranderde er anderzijds veel. Een vergelij kingspunt zijn b.v., de installa tievergaderingen. Vaak waren die emotioneel geladen en was het een uithangen van de vuile was. Nu verloopt een installatie vergadering zeer waardig. Op één van die installatievergade ringen zegde Bert Van Hooric: «nu zijt ge met veel, ater zoudt ge met evenveel moeten zijn». Maar later, tijdens de gemeente raadszittingen, bleeft het pu bliek weg. Tijdens het goed keuren van de begroting kon men in «De Gazet van Antwerpen» nadien lezen: «bij het publiek slechts 1 belangstel lende». Uiteraard Herman De Cock! Over die belangstelling maakt hij zich weinig zorgen. De beslissingen worden genomen zonder dat de burger er bij betrokken is, zo zegt hij, maar toch is diezelfde burger er nu meër bij betrokken dan vroeger. Anderzijds zou een grotere belangstelling vanwege het pu bliek misschien ook meer inter venties kunnen teweegbrengen. Een grote schuldige aan de afwezigheid is wellicht de op komst van de TV. Er zijn nochtans tijden geweest dat b.v. de helft van de Sint Jobse bevolking op de gemeenteraad aanwezig was, toen het K.B. inzake ruimtelijke ordening van start ging en de inwoners de 40 ha grote Hoezebeke voor verka veling liever zelf ter hand hadden genomen. Het betrof toen een aktie tegen de toen malige schepen van openbare werken Gilbert Claus. De laatste 10 jaar is men meer en meerrekening gaan houden met andere meningen en laat de gemeenteraad zich adviseren. Voorbeelden zijn er te over. De problemen van de derde leeftijd, of het jeugdbeleid b.v. Op de gemeenteraadszittingen mag het publiek niet tussen komen. Was er nu toch ergens een spuiter die dacht er iets te moéten aan toevoegen dan zegde burgemeester De Bisschop stee vast: «als ge iets wil zeggen, moet ge maken dat ge verkozen zijt». Voor sommige afwezigheden van de gemeenteraadsleden is Herman De Cock niet mals. «Wie niet naar de gemeenteraad wil komen om een of andere reden of soms vete, moet zijn mandaat ter beschikking stellen van iemand anders». Maar meestal is de opkomst goed. Slechts enkele uitzon deringen bevestigen de regel. In alle partijen zijn er mensen van goede wil, die het belang van de bevolking beogen, zegt hij. Wel is het spijtig dat de gemeenteraadsleden meer dan ooit gehandikapt zijn doof de administratieve rompslompt om hun plannen verwezenlijkt te zien. Anderzijds verlopen de zittingen niet meer zoals vroe ger. Zo was laurent De Wolf een groot redenaar. Herman De Cock kende ook de opkomst van de Volksunie en weet nog zich te herinneren dat Laurent De Wolf vroeg waar om er geen Leeuwenvlag aan het stadhuis mocht wapperen en er een tegenstrever was die la- koniek vroeg «waarom niet de vlag van de kongolezen?» De mentaliteitsverandering is nu reeël. Het is niet meer zoals vroeger en het patriotisme zit er wellicht voor iets tussen. Anek doten maakte herman Herman De Cock genoeg mee. Zo het fameus incident bij de eed aflegging waar een gemeente raadslid dit slechts zittende wou doen en de burgemeester het rechtstaande eiste. Er moesten wetboeken bijgehaald om het probleem op te lossen. Maar al met al is er nu volgens Herman De Cock een sterke verbetering waar te nemen. Nu is er een waar beleid en vroeger niet. Hij denkt meteen ook aan enkele frapante tussenkomsten van gemeente raadsleden: De laatste jaren is er een goede jeugdpolitiek en Eddy Monsieur Bracht regelmatig in de gemeen teraad de problemen ter sprake. Hij is nu volgens Herman De Cock de rechte man op de rechte plaats. Hij denkt ook aan de tussenkomsten van Richard De Gols, die steeds is opgeko men voor de kwestie van het Aalsters bier. Soms passioneel en gevoelsgeladen in zijn tus senkomsten. Herman De Cock geeft een citaat van Richard De Gols: «Het is ondenkbaar dat in Leuven Aalsters bier zou ge schonken worden». Daarnaast een zeer sociaal ingestelde Jan Caudron, die opkwam voor de gast-arbeiders en opteerde om deze mensen onderwijs te geven en aldus te vermijden hen in getto's te plaatsen. Een schepen Bogaert, die de verdienste heeft als voorzitter in de centrumgemeenten en de konsudelatielening loskreeg. We vroegen ook naar de snelste en langste gemeenteraad. Deze welke het snelst werd afgewerkt Herman De Cock woonde 25 jaar lang alle gemeenteraadszittingen bij (EL) 'was toevallig enkele weken geleden. Maar de langste ge meenteraad liep uit tot ver na middernacht en Herman De Cock weet nog te vertellen dat, toen het twaalf uur was, Staafke De Stobbeleir juist aan het woord was en toen gevat opmerkte bij het slaan van het middernachtelijk uur: «'t is de waarheid want 't slaat twaalf uur». Bovendien, na midder nacht verdubbelden de zitpen ningen, maar daarom heeft nooit iemand het wat later gemaakt, of het er op aangelegd om de zitpenningen op die manier in het bezit te krijgen. We vroegen ook, naast een algemene indruk, een toe komstbeeld. Herman De Cock zag graag drie realisaties als hartewens. Een tweede zwem bad, het voltooien van het kultureel Centrum en niet in het minst een nieuw stedelijk zie kenhuis, dat meer dan noodza kelijk is. «Soms zie ik de zieken in de gangen in het hospitaal liggen en dan komt mijn gemoed in opstand. Het is meer dan nodig om een nieuw ziekenhuis te hebben, waar de patiënten niet meer op zo'n manier er moeten verlbijven als de nu schrijnende omstandigheden». Herman weet wel dat de gemeenteraad beperkt is in de mogelijkheden. Teveel is er nu afhankelijk van de nationale mogelijkheden. «Als ze in Brussel de kraan toedraaiën is 't gedaan», zo zegt hij. Soms zijn er ook teveel kommissies in wer kingdie een beslissing nemen en pas later naar voor komen met een advies aan de gemeenteraad. Spijtig is ook, dat de jeugd te weinig afweet van de politiek. Zo gebeurde het dat leerlingen van de poëzi's-retorica de gemeen teraad bijwoorden en Herman De Cock na de gemeenteraad. Spijtig is ook, dat de jeugd te weinig afweet van de politiek. Zo gebeurde het dat leerlingen van de poëzis-retorica de gemeen teraad bijwoonden en Herman De Cock na de gemeeneterad soms wat uitleg gaf en steevast de vraag kwam, waarom de sekretaris niet mag stemmen. «De jeugd weet te weinig van de gang van zeken af». Tenslotte een andere gemeente raad. Want eens de gemeente raad gedaan, begint er een meer informele en gaat verder in een ,of meerdere omliggende etablis sementen. Dan gebeurde het vaak, dat men tussen pot en pint een en aqder kon bijleggen wat eens tijdens het officiële gedeelte aanleiding gaf tot hevige be twistingen. «Hopelijk wordt de traditie verder gezet», zo besluit Herman De Cock zijn overzicht. Inmiddels kan de gemeenteraad zich geen beter, objektiever en aandachtiger toehoorder in denken, die ook in de komende gemeenteraadszittingen steevast aanwezig zal zijn. Hij heeft overigens al een opvolger, want zijn petekend Jan Willems is van dezelfde mikroob gestoken en gaat nu ook mee naar de gemeenteraad en ook al is hij nog maar 17 jaar... er zit reeds ruime belangstelling in. Ook voor de nationale en interna tionale politiek en wie weet krijgen we uiteindelijk geen nieuwe politiekers in de arena bij de eerstvolgende legislatuur, AM Stadssekretaris Chris Willems is niet alleen een buitengi woon bekwaam en gezaghebbend iemand, maar bovendie intensief bezig. Dit blijkt overduidelijk uit een recent intervieuw dat ovi hem verscheen in het driemaandelijks tijdschrift «jong e oud» van de oud-leerlingenbond van het Sint Jozefkollege Naast het ambt van stads sekretaris is Chris Willems voorzitter van de door de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten op gerichte Kommissie Be stuurlijke Organisatie, die een eindrapport heeft sa mengesteld dat als uit gangspunt zal dienen voor de nakende gemeentewets herziening. Daarnaast is hij nog beheerder van de vzw Dirk Martenskomitee, be heerder in het Festival van Vlaanderen, lid van het Ne derlandstalig Regionaal Ko- mitee van het Instituut Ad ministratie-Universiteit in Brussel, lid van de Aalster- se Studiekommissie voor de Gerechtelijke Hervor ming, lid van de Internatio nale Raad van Monumenten en Landschappen, stich tend lid van de vzw Vlaamse Federatie voor Jonge Koren en ere-voorzitter van het Antwerpse gemengd koor Auditie Nova. Te Aalst is hij lid van het Aalsterse Jeugd- beschermingskomitee, se- kretaris-van de vzw Aalster se Sportcentra, werkend lid van de Koninklijke Aloude Hoofdrederijkerskamer «De Catharinisten» en vanzelf sprekend voorzitter van de Vriendenkring van het Aalsterse stadspersoneel. Uit het intervieuw citeren we enkele meningen om trent het 108 pagina's tel lende eindrapport dat onder formule van Chris Willems verscheen in verband met de K.B.O. en weldra in een wetsvoorstel zal uitmon den. Ditzelfde eindrapport moet -dat is althans de be trachting van minister van Binnenlandse zaken Michel - in de eerste maanden van 1977 leiden tot een herzie ning van de uit 1836 date rende gemeentewet. WAAROM DE HERZIENING? Los van de fusieoperatie was reeds lang vastgesteld geworden dat de oude ge meenten wat zwakke plek ken en ouderdomsver- schijnselen vertoont en dat hij minder en minder aange past is aan de noodwendig heden van de tijd, zodat de kommunalisten niet langer meer over het wettelijk in strument - de gemeentewet - kunnen beschikken dat hen toelaat het beheer van de gemeenten in goede ba nen te leiden. Vooral nu er nieuwe, grote re fusiegemeenten zijn ont staan, laat zich de nood aa een nieuwe gemeentewt nog sterker voelen om dez gemeente te kunnen besti ren volgens de principe van het modern managt ment. Een gemeente moet in mers, zoals elke menselijk onderneming, efficiënt e met kennis van zaken wo den bestuurd, wil zij hat opdracht naar behoren ve vullen en het doel bereike waartoe zij is opgericht. DE VOORSTELLEN De voorstellen die in hi eindrapport gedaan werdei betreffen voor de gemeenti raad onder meer een verbi tering van de vergadertecl niek door bijvoorbeeld raad te ontlasten van de b sprekingen van detail door regelmatige bijeei roeping van de gemeente raad, door de openbaarheii van de vergadering als a gemene regel te nemer door kennisgeving van d agenda aan het publiel door middel van de nieuws media, door degelijk conj missiewerk, door het op stellen van een regiemei; van orde, enz. Ook moete; de gemeenteraadsleden q een doeltreffender manie over de bespreking worde voorgelicht, wanneer ee belangrijk agendapunt vooi komt. k Vroeger gebeurde het sommige gemeenterade" dat raadsleden belangrijk agendapunten goedkeu^ den, zonder te weten waaf^ over het eigenlijk ging De te verwachten wijzigi gen aan de gemeentew slaan ook op het statuut va\ de leidende gemeentelijk ambtenaren, zijnde de kretaris en de ontvange Hieromtrent zegt Chris Wi lems: Een gemeentesekr taris mag niet enkel worde gezien als de ambtenaa die alleen maar de pe houdt tijdens de raadsve gaderingen. Hij moet daa om worden geinstitution liseerd in zijn taak van adv seur als hoofd van de g meentelijke administrat en koördinatie der gemeei tediensten. De ontvang heeft vanuit zijn funktie ee goed zicht op de financië toestand van zijn stad gemeente en zou kunne verantwoordelijkheid kri gen bij voorbeeld voor h( uitwerken van voorstede voor finantiële planning. Hel feest van Driekoningen verloopt niet meer zo koninklijk als de rijke traditie van dit feest zou laten vermoeden. Het is inderdaad een volks feest dat vroeger intens werd gevierd. De ster van de «Drie Wijzen» is een vallende ster geworden! RIJKE VOLKSE TRADITIE. Over dit feest spraken we o,a. met Albert D'Hoker en Julien De Vuyst van de Heemkundige Kring van Mere. Deze laatste schreef in 1967 trouwens een zeer merk waardig boek: «Sterrenlied in het gebied van Dender en Schelde» (bekroond met de A. De Cockprijs)«Sterreliederen» (dus ook Driekoningenliederen) zijn liederen die deel uitmaken van een cyclus die een hele krans van fees ten omsluit, te beginnen met de Advent en eindigend met Drieko ningen. 6 januari vroeger de laatste dag van de «joeltijd» de laatste dag om deuntjes te zingen. Epiphania in de kerkelijke cyclus. Driekonin gendag voor het volk feest van Saturnus.-god van het zaaien en van het huwelijk,- laatste dag van feest vieren in de oudheid. Met deze dag besloot men de luidruch tige drinkpartijen in het oude Rome waarin het verschil tus sen heer en slaaf automatisch ver viel. Dit gebruik doet ons herinne ren aan de vervallen gewoonte dat öok bij ons meiden en knechten gelijk gesteld werden met hun meesters. Zo kon het gebeuren dat een meid of een knecht een ganse avond baas kon spelen indien hij of zij het stuk van het «konings brood» gekozen had waarin zich de boon bevond die de «koning voor één avond aanwees...» (voormeld werk p. 113). Dit feest, de aankomst van de «Drie,Koningen» (drie wijzen) te Bethlehem heeft altijd een zeer volks karakter gehad. Het be hoorde tot de Nieuwjaarsviering (met zijn «nieuwjaarsvuren» tegen boze geesten). Men ging bv. rond met uitgeholde bieten waarin schrikwekkende gezichten waren uitgesneden en een kaars erin. Een gebruik dat op de buiten hier en daar nog te bespeuren valt, maar toch aan het uitsterven is. In de steden is er zelfs niets meer van te merken. Ook niet van de «Keirs- kensdans» die er rond de overblij vende kaarsen werd gehouden. Men was ook overtuigd dat de ontmoeting van twee jonge men sen tussen Nieuwjaar en Drieko ningen geluk bijbracht. In de Middeleeuwen was geloof en bijgeloof nog nauw met elkaar verweven. De (draaiende) houten, met goudpapier overplakte ster was het voortgezet zinnebeeld van het licht dat de boze geesten moest afweren. Het Driekoningenfeest was ook nauw met het Kerstge beuren verbonden. In Wichelen bijvoorbeeld, liepen verklede groepen rond. Een deelnemer, in beer verkleed, beeldde Herodes uil. en had het dan ook erg te ver duren. F.n Denderhoutem (enZot- tegem)nog erger dan karnaval in Aalst! In Meldert, Moorsel en Baardegem gingen verscheidene «Koningen» met hoepelpaardjes op tournee gedurende verschei dene weken. Op vastenavond wa ren deze straatzangers terug, na een lange zang- en bedeltocht. Men ging ook «godsdeel» vragen, terwijl men liedjes zong, begeleid met een «goeie» zoals men in Aalst een rommelpot noemde. VOORBIJ Dit is maar een klein stukje van het zeer oude dekor waarvoor het latere Driekoningengebeuren zich afspeelde. Het feest is voorbij. We gaan er dus ook niet verder op in Wat we willen aantonen is, dat dit rijke, volkse dekor door de ja ren heen afgebrokkeld werd. In hoeveel families of verenigingen worden nog «koningstaarten» ge bakken? In hoeveel verenigingen kiest men nog een koning? Er zijn natuurlijk nog (jeugd-) bewegingen waar het gebeurt Bij de scouts o.a. En wat is er van het godsdeel»- vragen geworden? Het godsdeel was het geven van de meer begoe- den aan de minderbedeelden die daar inderdaad recht meenden op te hebben. Die gebruiken zijn verwaterd. De welstand is inmiddels ook ver hoogd. Men ging nog op bedel tocht, maar dronk 's avonds en 's' nachts alles op. Kinderen die nu nog rondgaan vertonen niets meer van de kleurige en echte naboot singen van de «Koningen» van weleer. Ze zingen zelfs niet meer. Ze vragen gewoon wat geld en gaan het onmiddellijk in de winkel op het hoekje omzetten in snoep! Vroeger was het echt nog bedelen. Dit is nu niet meer nodig. Het is schooien geworden. In het driekoningen-zingen zit echt niets meer van dat vroegere volksge- beuren in. Een vod om de schou ders, een vod op het hoofd, en enige zwarte vegen op de wangen, zo gaan de kinderen nu de straat op. Schaamteloze schooiertjes waaraan de ouders de meeste schuld hebben. Liederen kennen ze niet meer. Zelfs geen kerst- of driekoningenliederen meer. Twee zinnetjes nog van een of andere Vlaamse balzanger. Als ze ten minste nog zingen. Want gewoon lijk vragen ze meteen naar geld. Wat een verschil met de ko peren cent van voor 1918, of het verloten van een driehoekige halsdoek voor de tweede wereld oorlog (zoals in Mere bijvoor beeld) door vrouwen die daar in derdaad wat mee konden verdie nen. Waar zijn de studenten- of jeugdbewegingen die rondgingen voor ééi. "der goed werk? Driekoningen i. en volksfeest dat in de tijd is weggezonken. Wat er nog van overblijft is een hoopje uitgedoofde as van wat vroeger een vuur was, waarrond een ganse volksgemeenschp zich zat te warmen. Bedelaars en schooiers heeft de wet van de straten wee- gehaald. Met de driekoningen'ene j» we dit jaar hebben zien ronddolen mag men graag hetzelfde doet) Het heeft geen naam meer! W.L. Drieknningenviering: de winnende V O,K uit Moorsel. JM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1977 | | pagina 4