DUIZEND AALSTERSE HERBERGEN UIT DE TIJD
VAN DAENS VERTELLEN GESCHIEDENIS
KALME GEMEENTERAADSZITTING
TE LEDE
De Voorpost - 21-1-77 - 7
Aalst kende in het verleden heel wat herbergen. In 1887 bvb., waren er juist geteld 658
café's op 23.999 inwoners. In 1783 slechts 72 op 10.000, terwijl In 1836 232 café uitbaters
te vinden waren op 14.895 ingezetenen. 1
Al die drankhuizen vertellen aan de hand van hun benaming een stukje geschiedenis. Zij
scheppen ais het ware een tijdsbeeld.
DE AUTEUR
Jan Schollaert schreef een
boek onder de titel: «dui
zend Aalsterse herbergen
uit de tijd van Daens vertel
len geschiedenis.»
Het is een uiterst nauwkeu
rig en zorgvuldig werk. «Pa-
terswerk» zegt de auteur,
die er stelselmatig in zijn
i vrije uurtjes 20 jaar studie
werk aan besteedde.
De auteur heeft een zeer
grote belangstelling voor de
plaatselijke geschiedenis
en is er steeds mee bezig.
Niet te verwonderen dat
iedereen die van plaatselij-
ke toestanden uit het verle-
l den iets meer wenst te we-
ten en nauwkeurig ingelicht
wil worden, op hem beroep
e doet. Jfc
j Naast zijn uitgebreide ken-
nis beschikt Jan Schollaert
over uitstekende en unieke
dokumenten. Enige archief
stukken, zoals het «her-
bergregister van Aalst van
1 1887», dat zelfs niet in het
stedelijk archief te vinden
is. Een ander archiefstuk is
het Registre des patenta
bles Alost 1836. Of nog een
ander waardevol stuk waar
uit blijkt wie toendertijd be
lasting betaalde of niet.
Met het boek omtrent de
duizend Aalsterse herber
gen is de auteur niet aan
zijn proefstuk. Het huidig
dokument, dat nog moet
uitgegeven worden, kent
een voorgaande onder de
titel «De ontwikkeling van
de stad Aalst». Ook dit boek
werd nog niet uitgegeven,
al kwam het reeds 20 jaar
geleden tot stand. Wel
schreef de auteur toen een
artikel in een jeugduitgave
een samenvatting onder de
titel«ontstaan en groei van
Aalst.»
Jan Schollaert is in feite
wiskundige. Tien jaar gele
den gaf hij een werk uit
onder de titel «Binair taal
stelsel». Een uitgave in ver
band met computerwiskun-
de, dat jaren voorbereidend
werk vroeg. Het maakte
heel wat ophef en vijf uni
versiteitsprofessoren kwa
men het dokument bekijken
en bespreken. Het tweede
deel «Hoe machines den
ken», heeft Jan Schollaert
niet uitgegeven. Zijn erva
ring met de uitgeverij waren
van dien aard, dat het niet
de moeite loonde om al het
bijkomend werk nog te leve
ren. Het eerste deel bracht
hem toen 2.475-fr. op en
sporadisch nog eens het fa
meus bedrag van 60-fr. als
honorarium. Vandaar dat
het jarenlange opzoekings-
werk als nota's in de lade
blijven liggen. Jan Schol
laert schrijft nu als het ware
voor zichzelf. Toch bestaat
er veel hoop dat de auteur
uiteindelijk toch er zal toe
besluiten om zijn werkstuk:
«duizend aalsterse herber
gen» uit te geven.
DUIZEND HERBERGEN
De samensteller heeft niet
naar de gemakkelijkste op
lossing gezocht, maar het
boek zeer breed opgevat. Er
is niet alleen de opsom-
e ming van soms typische na
men zoals «in de bier
schuit», «in den witten
snutdoek», «in de koeibel-
len», «in het velocipede-
ken, enz., maar naast een
lijst per straat en huisnum
mer, de klassering volgens
opschrift, deelde de auteur
de opschriften in volgens
onderwerp. Telkens volgt
dan zoveel mogelijk een
historisch verantwoorde
uitleg. De herbergen vanaf
1887 werden ook ingedeeld
per taalrol.
Het boek heeft bovendien
een zeer grote geschied
kundige waarde en zo stelt
men vast dat veel auteurs
die de Aalsterse geschiede
nis benaderden, hun me
ning vaak niet konden sta
ven, vooral omdat ze nooit
over het herbergboek be
schikten.
Met Jan Schollaert doorlo
pen we even enkele gege
vens uit het boek; meteen
is vast te stellen dat er toen
geen enkele «persoons
naam» in de opschriften
voorkwamen. De mensen
waren toen veel meer so
ciaal ingesteld, niet indivi
dueel. Thans zien we in de
herberg opschriften een
enorme achteruitgang.In de
benaming beperkt men zich
veelal tot nietszeggende na
men zoals bij Lowie of Ma
rie.
TAALROL
Belangrijk is vast en zeker
de invloed van de taalrol. De
Markt en Poortstraten had
den 30 nederlandstalige en
15 franstalige café's. Op de
Grote Markt alleen al vinden
we 7 franstalige en 2 neder
landstalige opschriften van
herbergen.
In verband met de cholera,
de St.Rochus. opschriften
en kapel lekens leest men
bovendien dat deze opge
richt werden in 1860-1865.
Vooral tussen 1849 en 1866
waren er twee jaar van grote
epidemieén. Men stelt vast
dat er in 1849 er 354 slacht
offers waren van de cholera
op 16.770 inwoners of 1 op
50.
In 1866 waren er 280 slacht
offers op een 20.000 inwo
ners.
Maar bij het doorbladeren
kan men evengoed verne
men dat over de huidige
«borse van amsterdam»,
«de katholieke cerkel», in
1907 een boek verscheen
•onder de titel: «De Kring
der eendracht».
DAENS
Het stamcafé van de Daen-
sisten was bij Jan Miers,
Café De Nieuwe Wereld, in
de achterstraat (en niet zo
als L.P. Boon zegt, dat het
in de Molenstraat was). Ook
nog elders wordt Boon te
gengesproken door Jan
Schollaert, daar waar het de
passus betreft in verband
met Daens: «De Grote Zaal
op de hoogstraat, dus de
zaal Rubens.» «Dus de zaal
Rubbens», aldus Jan Schol
laert, was mis, want er wa
ren twee verschillende zalen
in de Hoogstraat. «Salie de
dance» was nr. 55 en «De
Rubenszaal had nr. 67.
Nog in verband met Daens
weet Jan Schollaert feiten
aan te halen in verband met
Louis Daens, de vader van
de legendarische priester,
die niet zo onbemiddeld zou
zijn als men liet veronder
stellen. Louis Daens woon
de in de Kerkstraat in
't Zwitserhuis. En nog
steeds een authentiek ge
bouw. Uit het belasting-
boek blijkt dat de ouders
van priester Daens, toen de
ze zijn studies wou verder
zetten, zeer goede zaken
deden. Vader Daens werkte
met vijf werklieden. Zijn
echtgenote was mutsenma
ker, hij was leidekker, huis
schilder, droogverfverkoper
en winkelier in beide soor
ten.
SOCIALISME EN
ANTI—SOCIALISME
In het boek van Jan Schol
laert gaat er uiteraard ook
aandacht naar de politieke
lokalen van die tijd. Het be
gin van het socialisme en
de socialistische werklie-
denbond «De Vrede» coöpe
ratief. Toen gehuisvest in
de Achterstraat. Het was de
periode dat het bewindvoe-
rende gemeentebestuur het
socialisme bestreed langs
alle mogelijke kanten. Zo
verneemt men dat in 1895 er
niet minder dan zes proces
sen waren omdat de socia
listen een rode vlag uitge
hangen hadden. Maar niet
tegenstaande die 6 proces
sen die geen rem betekende
en het jaar daarop al 12 pro
cessen op de rol stonden.
Toen kwamen er politiever
ordeningen en het daarop
volgend jaar was het woord
«socialistische» werklie-
denbond gewijzigd in «De
Vrede».
PAARDENSLACHTER
«In de Paardenslachter» is
de benaming van een her
berg naar aanleiding van het
eerste paard dat hier in 1883
geslacht werd.
Voordien werden de paar
den gewoon begraven.
Paardevlees werd er toen
niet gegeten als voortvloei
sel uit de voor-middeleeuw
se tijd, waar het door de
kerk verboden was om paar
devlees te eten. Maar in de
hongersnood periode ver
anderde dit!
ZIELHONDEN EN ANDERE
Er bestonden heel wat ca
fé's waar yrijwilligers voor 't
leger gekocht werden. Die
tussenpersonen noemde
men zielhonden. Zo bvb
was Jozef Rumes van Café
«au due du wellington» op
het Esplanade, een ziel-
hond.
Aan de werf vinden we een
totaal andere café. «In de
Lelie», het stamcafé van de
matrooskens van de werf
(O.L.V. Ter Druiven) én het
verhaal hieromtrent. In tal
van cafénamen treffen we
de invloed van Consciences
werken (1887 tot 1892) voor
al aan onder de benamingen
«de vlaamse leeuw», in
Boudewijn van Papenrode,
in de kerels van Vlaanderen,
enz. Of de originele café
baas, een zekere Petrus De
Coninck, die prompt zijn in
stelling noemde naar...Jan
Breydel.
Ook werelddrama's vinden
we terug in herberg-op-
schriften. Of een café «in
den Prins Rudolf» (die in
1889 zelfmoord pleegde en
gehuwd was met de dochter
van koning Leopold).
Origineel is café «'t stads-
prison» op de Houtmarkt.
Waar inderdaad de stadsge
vangenis was en de gevan
genisbewaarder tevens café
hield. Cipier Louis Corten
verdiende er gewoon wat
bij...
Even verrassend is het café
de drie gapers. Wanneer
men uitleg vroeg omtrent de
koppen die de ingang sier
de, dan vertelde de waard
dat gijzelf de derde gaper
waart. De benaming «in de
kloefkapper» verwijst naar
de opkomst van de houten
blokken in de arme periode.
Vroeger kenden wij dit hou
ten schoeisel niet. Met de
opkomst van de houten
blokken ook het liedjes:
«toen ik klein was aan mijn
voeten, droeg ik grote zware
kloeten.»
Ook het decimaliseren kon
aanleiding geven tot naam
veranderen. Café in de Gro
te pint werd «in de grote
halve liter».
Wanneer er een boek of to
neelstuk opgang maakte,
was dit evenens aanleiding
om er een titel voor een
herberg in te zoeken.
Zo schreef Dr. Isidoor Bau-
wens, die tevens Schepen
van Aalst was, een boek
«Kwinten Matthijssen». Het
boek was nog maar amper
verschenen in 1894 of een
herbergier noemde zijn eta
blissement «café Kwinten
Matthijssen». Het verhaal
werd ook als toneelstuk op
gevoerd door 't Land van
Riem die er toen een subsi
die van 500-fr. mocht voor
in ontvangst nemen, of zo
veel als de jaarwedde van
een hulp-onderwijzer in die
tijd.
AU PORT ALOSTOIS
Rondom de Aalsterse haven
en cafénamen is er opnieuw
een hele historische ge
beurtenis. In het boek van
Jan Schollaert leert men
hieruit dat er te Aalst 39
schepen als thuishaven
hadden, verneemt men iets
meer over het type en ton-
nemaat, bvb. van 16 ton
waar het nu op z'n minst
350 ton is.
Of de overdekte schuit, het
beurtschip Aalst-Lokeren.
«De waterbus». Een schuit
van 33 ton Aalst-Dender-
monde en personen ver
voerde van Aalst naar Den-
dermonde in 1836.
Kortom, gans het boek is
een «tijdsbeeld, gezien door
een herbergnaam», zoals de
auteur het uitdrukt.
Het is een enig dokument
met feiten en gebeurtenis
sen, dat, naar wij hopen,
eerlang het daglicht mag
zien. Het is het overwaard.
In 1887 telde de
stad 685 café's waarvan 450
nederlandstalig, 91 met een
franse benaming en 144
herbergen zonder opschrift.
De nederlandse of franse
opschriften gebruikte men
gewoon naar de «leidende
stand» die het etablisse
ment bezocht.
Zo weet men bvb. eveneens
dat reklame voor wijn uit
sluitend in het frans de ver
bruiker bereikte. Kortom
men gebruikte de taal naar
gelang de caste. Zo is bvb.,
café «het paviljoen» terug te
vinden onder de naam «au
pavilion de la Regence».
Regence was toen de naam
van de gemeenteraad, of, in
het Hollandstijdvak «De re-
gentieraad». Men mag ge
redelijk aannemen dat het
«paviljoen» toen het stam
café was van de gemeente
raad.
Maar meteen treffen we er
ook de vervlaamsing aan en
sommige bazen en hun ca-
fénaam en zelfs hun franse
voornaam vernederland
sten.
In hetzelfde boek vinden we
ook gegevens terug over
brouwerijen en stokerijen.
Zo weet men terug te vinden
dat de huidige brouwerij De
Gheest voordien de naam
droeg van brouwerij De Le
lie. In 1874 vinden we brou
werij Zeeberg terug onder
de naam van De Vos. Zelfs
reklame uit die tijd (o.a.
Bock bier) werd in het werk
overgenomen. Niet in het
minst de opvallende prijs.
Tien centimes voor een
kleine fles (wat dan toch
altijd een halve liter was).
Nu schenkt men nog flesjes
van 25cl. en kost inmiddels
ten minstens 15 fr.
Ook de café spelen maken
deel uit van het geheel. De
Bakschietcafé's, de bal-
boog, sjoelbak, enz.
Het boek doorkruist een
ganse historik. De tijd van
de molens, de trek naar
Amerika, de besmettelijke
ziekten zoals tyfus en cho
lera, de st.Rochusnamen en
de zovele heiligerlamen die
er toen bestonden; want
het was de tijd van de be
wegen, de tijd dat de men
sen met hun ziekten niet
bij de arts gingen maar be
wegen deden.
A.M.
De heer Schollaert heeft een rijke dokumentatie over de Aalsterse
herbergen (EL)
Maandag 17 januari is dan voo/de tweede maal de nieuwe
gemeenteraad samengekomen. Dit gebeurde onder voorzit
terschap van dé kersverse burgemeestér de heer Gravez,
die amper een paar uren tevoren zijn eed had afgelegd bij
de provinciegouverneur. Tevens was het de eerste maal dat
een raadszitting doorgang vond in de nieuwe raadszaal,
voorheen kultureel Centrum. Gelukkig nog wel ook, want er
viel terug een massale publieke belangstelling te noteren.
EENPARIGHEID
KENMERKEND
Eerste schepen Noël open
de de zitting met de bericht
geving van de aanstelling
van de heer Gravez als
nieuwe burgemeester van
Lede. Ter deze gelegenheid
werd hem een kleine bloe
menhulde gebracht. In een
korte toespraak drukte bur
gemeester Gravez de wens
uit een burgemeester voor
iedereen te zijn. Even later
kwam dan een duidelijk zie
ke schepen van Onderwijs
en Kuituur Achilles Roe
land binnen, waardoor dus
bij deze belangrijke zitting
de meerderheid werd her
steld.
Daarna gaf gemeentesekre-
taris Huylebroeck lezing
van het verslag van de vo
rige raadszitting. Dit duurde
ongeveer een half uur, in
feite een absurde bedoe
ning als men dan bedenkt
dat daar bijna niemand naar
luisterd. Men zou wel eens
aan een andere formule mo
gen denken.
Het eerste punt op de dag
orde was de goedkeuring
van een lening bij het Ge
meentekrediet van Belgié
voor werken aan de wegen
nrs. 23 en 5, rrl. Beekstraat
en Dries in de deelgemeen
te Oordegem. Dit vóór een
bedrag van 7.585.000 fr.
met een aflossingstermijn
van 20 jaar. Deze lening was
rees goedgekeurd door de
vroegere gemeenteraad van
Oordegem, maar moest nu
bekrachtigd worden door de
nieuwe gemeenteraad. Dit
gebeurde eenparig. Ook
voor de volgende punten
was de eenparigheid troef.
Het is wel logisch dat zaken
die een verbetering van de
toestand voor de bevolking
in de hand werken, ook
door de oppositie goedge
keurd worden. Ook de op
positieleden zijn in de raad
gekomen door stemmen die
ze gekregen hebben van de
bevolking, dus verwacht die
bevolking van hen ook dat
zij hun belangen verdedigen
en intakt houden. Dit werd
deze maal blijkbaar zeer
goed begrepen door de
CVP-oppositie. Het is dan
ook zeer gunstig te appre
ciëren dat zij geen negatie
ve oppositiehouding heeft
aangenomen.
OPVANG DER FUSIES
Het tweede punt handelde
over bijkomend meubilaire
en de bekrachtiging van
aankopen. Burgemeester
Gravez gaf enige uitleg en
zegde dat hij als burge
meester van de pilootge
meente Lede op het einde
van vorig jaar initiatieven
had genomen die infeite
niet gedekt waren door be
slissingen van het sche
penkollege of de gemeente
raad. Voorde opvang van de
fusies had hij reeds bepaal
de zaken gedaan die hij no
dig achtte gedaan te moe
ten zijn tegen het ogenblik
dat de gemeentefusies een
feit was, en dit bijgevolg
moeilijk kon overlaten aan
de nieuwe gemeenteraad in
dien een verder bedienen
van de bevolking gewaar
borgd wilde zijn. Nu moest
er dus een stemming kome
om de goedkeuring te hech
ten aan zaken die in uitvoe
ring zijn of reeds uitgevoerd
zijn. Dit behelst het volgen
de: het verbouwen aan het
gemeentehuis van de deel
gemeente Lede om aldaar
het mecanografisch mate
riaal van de gemeente onder
te brengen; herinrichting
van het politielokaalaan
schaffing van nieuw meubi
lair (voor de diensten bevol
king en voor de Kommissa-
ris); inrichten van het ge
meentearchief in de Oude
Rijkswachtkazerne; aan
passing van de verwar
mingsinstallatie (daar maxi
male kapaciteit van de
stoomketel bereikt is, zal
voor een afzonderlijke ver
warmingsinstallatie voor
het politielokaal gezorgd
worden); overbrengen van
technische diensten naar
het technisch gebouw (de
oude melkerij); aanpassing
van telefonie; zorgen voor
een aangepast meubilair in
de raadszaal. Voor al deze
aankopen of aanpassingen
zullen kredieten moeten
voorzien worden in het jaar
1977.
Meester Ruyssinck meende
dat burgemeester Gravez
een rookgordijn ophing om
enkele essentiële zaken te
verbergen. Enerzijds was de
prijs van al deze zaken niet
genoemd geworden en an
derzijds meende meester
Ruysschinck dat burge
meester Gravez zich bewust
was dat hij onregelmatig
heden had begaan en dat hij
deze wilde verbergen.
Meester Ruyssinck zegde
dat er door de oude ge
meenteraad beslist was ge
worden om die zaken over
te laten aan de nieuwe ge
meenteraad, toch had bur
gemeester Gravez bepaalde
zaken op eigen houtje ge
daan, waarvoor dus geen
akkoord was aangevraagd
bij het schepenkollege of de
gemeenteraad, en wenste
burgemeester Gravez zich
nu weg te steken achter de
hoogdringendheid van die
zaken.
Meester Ruyssinck meende
dat hierdoor een gevaarlijk
precedent geschapen was,
nl. dat iemand (een per
soon) beslist anders dan de
gemeenteraad. Burge
meester Gravez antwoordde
hierop dat hij veel liever had
gezien dat de oude gemeen
teraad zijn verantwoorde
lijkheid opgenomen had,
maar hij vindt het spijtig dat
er toen gezegd is geworden
dat de fusie slechts op 1
januari 1977 een aanvang
nam, en dat er dan zou voor
gezorgd worden. Hij voegde
eraan toe dat hij getracht
heeft zijn verantwoordelijk
heid op te nemen. Meester
Ruyssinck noemde dit op
nemen van zijn verantwoor
delijkheid een flagrante on
regelmatigheid die moest
aangeklaagd worden. Hij
voegde er verder aan toe dat
de groep Gravez in de oude
gemeenteraad de meerder
heid bezat, dus dat zij wel
beslissingen kon nemen,
maar dit niet gedaan heeft
en één man doet het dan op
eigen houtje, zoiets kon
volgens hem niet door de
beugel. Schepen Minnebo
wijst er dan op dat er nooit
werd gesproken over de
aankoop van meubilair in de
oude gementeraad, wel over
de installatie van de raads
zaal, dus dat burgemeester
Gravez een zekere vrijheid
had voor de aanschaf van
dat meubilair. Toen vroeg
meester Ruyssinck om het
bedrag van die aankopen te
kennen, evenals de firma's
die ze hadden mogen leve
ren, de datum van bestel
ling en van levering, en de
manier waarop de bestel
ling gebeurd was. Bij de
firma Apeco werd voor een
bedrag van ongeveer 70.000
F besteld. Deze firma had
vroeger nog meubilair gele
verd op het gemeentehuis
en wegens het feit dat het
nu aangekochte meubilair
hetzelfde moest zijn als het
vroegere, werd er terug een
beroep gedaan op de
diensten van deze firma. Bij
de firma Mewaf werd een
bestelling geplaatst van on
geveer 270.000 fr. volgens
een offerte. Het totaal be
drag was dus 340.000 fr. Dit
was besteld geworden veer
tien dagen voor nieuwjaar
en bepaalde zaken waren op
dit ogenblik reeds afgele
verd. Dan gaf de burge
meester enige uitleg over de
meubels van de raadszaal.
De huidige zouden naar een
andere dienst wordne over
geplaatst en er zou voor een
volledig nieuw meubilair in
de raadszaal gezorgd wor
den. Er zou ook afgezien
worden van de huidige go
tische stijl daar dit te duur
zou worden. Dit zou gebeu
ren niet volgens een aanbe
steding, maar wel volgens
een offerte. De heer De
Cuyper stelde voor een
kompetitie-offerte uit te
schrijven, dus met pretentie
van wat wordt aangeboden
door de verschillende fir
ma's. Een positief voorstel
dat blijkbaar ook bij de
meerderheid aanhangers
vond. Er viei dan ook nog
een interventie van de heer
Galle te noteren die vroeg
wat er nu ging gebeuren
met de aktiviteiten die vroe
ger in het Kultureel Cen
trum plaatsvonden, waar nu
dus de raadszaal onderge
bracht is. Burgemeester
Gravez antwoordde dat er
wel nog bepaalde aktivitei
ten in de huidige raadzaal
doorgang zullen vinden,
doch zal men in bepaalde
gevallen verplicht zijn de
vergaderzaal van het Tech
nisch Gebouw te gebruiken,
dit zal zijn indien de binnen
ruimte van de raadszaal
voor bepaalde tijd in beslag
genomen zou worden, der
gelijke zaken zouden dus in
de oude melkerij moeten
gebeuren.
Dit punt werd dan eenparig
goedgekeurd, en meester
Ruyssinck merkte op aan de
burgemeester dat dit voor
een keer ja was, maar dat
hij zich bij een volgende
keer zou moeten verant
woorden.
Het derde punt was de vast
stelling van de voorwaarden
tot benoeming in de graden
van gemeentesekretaris en
gemeenteontvanger.
GEHEIME ZITTING
In geheime zitting werd de
definitieve benoeming van
de gemeentesekretaris en
gemeenteontvanger en de
eedaflegging behandeld en
de verkiezing van de leden
van de openbare Raad voor
Maatschappelijk Welzijn
(O.C.M.W.), dus de vroege
re C.O.O.
•Er werd met deze laatste
verkiezing begonnen, dit
vroeg uiteraard zeer veel
werk en heeft dus ook veel
tijd in beslag genomen. De
samenstelling van deze
raad kunt u elders lezen.
Daarna werd de heer Huyle
broeck benoemd tot ge
meentesekretaris en legde
zijn eed af.
Mon D.G.